Op zaterdag 1 oktober 2005 organiseerde WS78 een wandeltocht vanuit Almere. De start was vanuit Buurtcentrum Parkwijk op korte afstand gelegen van NS Almere-Parkwijk. Rond 8.50 uur begaven de parkoersuitdelers zich naar buiten. Vrij snel gevolgd door de voorzitter van WS78. Met een megefoon heeft hij enkele zinnen aan de wandelaars toegeroepen. Maar daarna zorgde een vrachtwagen ervoor dat de speech werd afgebroken. De voorzitter stond namelijk voor een hek dat de toegang was van een bevoorrading van een naastgelegen grootwinkelbedrijf, een bedrijf die zegt op de kleintjes te letten.
Geen plaats in Nederland groeit zo snel als Almere. In haar korte bestaan vanaf 1975 heeft Almere meer dan 175.000 inwoners mogen verwelkomen. En elke maand komen er enkele honderden nieuwe inwoners bij. Als het huidige groeitempo aanhoudt is Almere omstreeks 2010 een stad van circa 200.000 inwoners. Gemeten naar inwonertal is Almere inmiddels de achtste stad van Nederland. De bestaande planning voorziet in een aanwas tot minimaal 250.000 inwoners. De vraag speelt echter of de stad in dit tempo moet blijven groeien of dat er pas op de plaats wordt gemaakt. Het bestuur heeft aangegeven dat verdere groei gepaard moet gaan aan handhaving van de bestaande kwaliteiten van Almere.
Almere heeft een bijzondere geschiedenis wat betreft stedenbouw waarbij in sommige wijken thema's een belangrijke rol spelen. In de Regenboogbuurt (Almere-Buiten) werd kleur als het thema gebruikt om de wijk samenhang te geven. De Berlijnse wijk Onkel Toms Hutte van Bruno Taut diende als inspiratiebron.
Almere is verdeeld in talrijke woonwijken. In alfabetische volgorde zijn dat Almeerderhout, Almere Poort, Bloemenbuurt, Bouwmeesterbuurt, Centrum Buiten, Centrum Haven, Centrum Stad, Danswijk, De Gouwen, De Grienden, De Hoven, De Marken, De Meenten, De Velden, De Werven, De Wierden, Eilandenbuurt, Faunabuurt, Filmwijk, Indische Buurt, Kruidenwijk, Landgoederenbuurt, Literatuurwijk, Molenbuurt, Muziekwijk, Noorderplassen, Oostvaardersbuurt, Parkwijk, Regenboogbuurt, Seizoenenbuurt, Staatsliedenwijk, Stedenwijk, Tussen de Vaarten, Verzetswijk en Waterwijk
Wij begaven ons rond 9.00 uur op pad. Almere is een jonge stad. Daardoor zijn de NS-stations in het midden van de woongebieden gesitueerd en niet aan de rand van een plaats of zelfs daarbuiten, zoals bij sommige plaatsen het geval is.
Daardoor hadden we in het begin te maken met een traject door de bebouwde kom. We liepen de eerste 10 km veelal door parken en waterpartijen, gelegen tussen huizen. Wij begonnen de wandeling in de Parkwijk. Daarop werd doorgestoken naar de Verzetswijk. Als eerste bijzonderheid liepen we naar de Leeghwaterplas met een bijbehorende Leeghwatersluis. Bij de Leeghwatersluis stond een infobord voor het Bos der Onverzettelijken.
Almere heeft een bijzonder monument binnen haar grenzen.
Het Bos der Onverzettelijken is door de Stichting Samenwerkend verzet 1940-1945 geplant ter herinnering aan de in de jaren 1940-1945 gebrachte offers in de strijd voor de vrijheid. Voor elk van de 2133 gefusilleerden is er één boom geplant, alsmede één boom voor de onbekende gefusilleerde. De band van het verzet met het Koninklijke Huis komt tot uitdrukking in drie bomen voor de koninginnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix. Voorts is voor elk der verzetsjaren één boom geplant. Het bos omvat dan ook 2142 bomen. In het bos herinneren teksten op paddestoelen aan begrippen uit het verzet in Nederland en het voormalige Nederlands-Indië. Eerste plantdag op 25 maart 1992. Overdracht aan de gemeente Almere op 29 april 1993.
In het Bos der Onverzettelijken worden alle Nederlanders herdacht die in de periode 1940 – 1945 vanwege hun verzetswerk zijn gefusilleerd. Het Bos betuigt eer aan allen die in het verzet gingen tegen tirannie en onderdrukking en zich inzetten voor vrijheid en democratie. Zorg om de toekomst en de bereidheid om daarvoor in actie te komen, er zelfs voor te sterven dreef de verzetsmensen. Het Bos draagt de boodschap uit dat voor vrijheid, democratie en mensenrechten moet worden gestreden en spoort de jongere generaties aan tot strijdbare waakzaamheid. Het is een blijvende herinnering dat beoogt een band te vormen tussen verleden en toekomst.
Via bruggen liepen we over twee eilandjes in de Leeghwaterplas. Daarna liepen we langs de rand van de Waterwijk.
Vervolgens zetten we koers naar het Koningin Beatrix Park. Daarbij liepen we door de Staatsliedenwijk en staken onder andere de Golda Meïrbrug over. Toen we het Koningin Beatrix Park betraden liepen we volgens de parkoersbeschrijving tussen twee hoge dennenappels door. Deze dennenappels zaten wij heel erg hoog en de meeste wandelaars zullen deze niet gezien hebben. De dennenappels waren op ongeveer vijf meter hoogte uitgesneden in een bestaande boom. We liepen dwars door een ommuurde kruiden- en plantentuin. Nabij de knikkerbrug was een grote skate-baan gesitueerd. De Schommelbrug die we overstaken bleek vrij stevig te staan. Hij schommelde dus niet.
Langs de rand van de Kruidenwijk kwamen we in de Muziekwijk. Het enige bijzondere hier was de soeppost. Alle bankjes waren al opgeruimd, waarmee we willen aangeven dat we al ver in de achterhoede liepen. De organisatie had geluk met deze verzorgingspost, omdat het huis te koop stond. Toen we daar melding van maakten, werd gezegd dat dit in de (ver-)koopakte was bepaald dat deze verzorgingspost op 1 oktober in ieder geval doorgang kon vinden.
We staken de N702 over. Daarop betraden we het natuurgebied Pampushout, behorend tot het Flevo Landschap.
Pampushout ligt ten westen van Almere-Stad en is vernoemd naar het nabijgelegen eiland Pampus in het IJmeer. Het bos bestaat nu nog voor een groot deel uit populieren, maar zal in de komende jaren steeds gevarieerder worden. Tot de dieren die er veelvuldig zijn te zien behoren onder meer buizerds, reeën, meerkoeten, kuifeenden, appelvinken en dodaarzen.
Tot nu toe was de tocht vrij goed begaanbaar. Daar werd nu een abrupt einde aangemaakt. Geholpen door de gevallen regen in de voorgaande nacht waren talrijke paden omgetoverd in een waar modderfestijn. We zagen in de Pampushout regelmatig markering van de NS-Pampusroute.
Nadat we de Pampushavenweg waren overgestoken en het bos even hadden verlaten liepen we over een asfaltweg door opengebied. Daarbij hadden we uitzicht op enige draaiende molens die elektriciteit opwekken. We dwaalden verder door bosgebied van het Pampushout. Smalle paden werden afgewisseld met brede wegen. Uiteindelijk kwamen we op de IJmeerdijk uit, na eerst nog de N701 te hebben overgestoken. We volgden de weg langs het IJmeer ruim één kilometer. Door het mooie weer hadden we uitzicht op de overkant van het IJmeer.
Voor een jachthaven sloegen we af en dwaalden daarop door bosgebied Muiderzand. Opeens liepen we langs een meanderend beekje. Het was de Wim Eversbeek. Wie had dat nou hier verwacht.
De Wim Eversbeek wordt gevoed door regenwater en kwel uit het IJmeer. In en langs het beekje groeit de valse acacia. De boom heeft een uitgebreid wortelstelsel en wordt daarom wel gebruikt als versteviging van het talud langs spoorwegen. Het hout zelf is zeer sterk, vandaar dat bijvoorbeeld kinderspeeltoestellen van chemisch onbewerkt acaciahout gebouwd mogen worden. Acaciahout heeft echter ook veel nadelen voor de houtindustrie. De stammen splitsen zich vaak, groeien krom en zijn meestal niet rond.
We bereikten Strandpaviljoen ’t Muiderzand. Hier was op 19,130 km de grote rust. Er zaten hier nog een tiental wandelaars. Er was dus ruim plek. Na een korte rust vervolgden we ons pad en liepen over het strand van het IJ-meer. We liepen onder de spoorlijn Weesp/Hilversum-Almere onderdoor, gevolgd door de A6-snelweg.
Opnieuw bereikten we een strand. Dit was op dagrecreatieterrein Zilverstrand en lag echter langs het Gooimeer. We staken de Gooimeerdijk over en na nog een asfaltpad van 800 meter betraden we het Kromslootpark.
Ten westen van Almere-Haven lag begin jaren '70 een honderden meter groot stuk land vol ruigte. Deze witte vlek op de kaart moest veranderen in een aantrekkelijk park voor de latere bewoners van Almere-Haven. De landschapsontwerpers kregen de ingeving om een luchtfoto van de Oostvaardersplassen als basis te gebruiken. Een aantrekkelijk stukje vol grillige kreeklopen werd er uitgeknipt en op de witte vlek gelegd. De kreken werden overgetrokken en het ontwerp was klaar. De kromme kreken waren vervolgens goed voor de naam van het park: Kromslootpark. een stuk natuur dat interessant is voor alle Almeerders.
Het park is inmiddels een landschapspark geworden van dijkjes, weitjes en slootjes. Er grazen zelfs halfwilde paarden. Op slechts enkele stukjes vindt men bos. Water wordt aangevoerd door kwel vanuit het Gooimeer, regenwater en bij droogte door terugpompen van polderwater. Dankzij de relatieve ongereptheid van het park is de natuur in staat gebleken flink uit te pakken. Ze heeft een compleet register met planten en diersoorten open getrokken. Biologen staan keer op keer verbaasd over de rijkdom van de natuur, zo dicht in de buurt van de stedelijke kernen van Almere.
Als enkelingen arriveerden de berenklauw een jaar of 20 geleden, met honderdduizenden nemen ze nu bezit van elke vierkante meter. Drie meter hoog, met bladen langer dan 1 meter en schermen tot 1 meter in doorsnede, heerst het gewas in zijn omgeving. Daarbij worden alle andere gewassen verdrukt. Natuurlijke vijanden heeft het gewas tot op heden niet in ons land. Het sap van de berenklauw heeft bijzondere eigenschappen. Komt het op de menselijke huid dan vindt er een chemische reactie plaats, waarbij dat deel van de huid niet meer in staat is om de brandende werking van de zon tegen te gaan. Ingeval het sap op de huid terecht is gekomen, blijf dan uit de zon en was de plek met water goed af. Blijf ook in de schaduw. Zo niet, dan ontstaan er blaren die weken aan kunnen houden.
De route door het Kromslootpark was wel het hoogtepunt van de tocht. We liepen hier veelal over graswegen en paden, staken geregeld bruggetjes over en liepen ook een paar maal door klaphekjes. Opeens stonden er na een bocht twee paarden los. In de wetenschap dat hier al 300 wandelaars waren gepasseerd liepen ook wij hier rustig langs. Na een paar steile hellingen over heuvels passeerden we een kunstwerk dat leek op een grote dennenappel. Deze was echter zeker 3 meter hoog.
Op een bankje bij een plas hadden we nog een rust. We zagen hier een groot ooievaarsnest van staal en wilgentenen.
In het Kromslootpark staat een overmaats ooievaarsnest van staal en wilgentenen, ooit bedacht door kunstenares Mirjam de Zeeuw. Ooievaars zijn er tot op heden nog niet langs geweest, fietsers en wandelaars blijven er vaak even verbaasd naar staan kijken.
Na een begraafplaats verlieten we het Kromslootpark en dwaalden daarop door bosgebied Beginbos. We kwamen weer in woongebied en liepen kort langs de rand van de wijk De Gouwen. Kort daarop kwamen we langs industriegebied De Steiger. Bij de wijk De Marken liepen we nog door het Vliegerpark. Hier was op 31 km de koffiepost. We konden nog net voorkomen dat het laatste bankje werd ingeladen. Later kwamen er wandelaars die, door gebrek aan bankjes, maar op de bielzen in de tuin gingen zitten. Je vraagt je dan af waarom ze niet met het opruimen van die bankjes kunnen wachten tot de laatste wandelaars langs is geweest. Er werd de opmerking gemaakt dat we moesten opschieten, omdat de ruimte van de koffiepost eigenlijk tot 4 uur was afgehuurd en dat nu een extra huurperiode betaald moest worden. Wij verlieten de koffiepost om 16.15 uur.
We staken de Lange Wetering over en liepen nu door de wijk De Grienden. We staken de Waterlandse Tocht over en bevonden ons nu in het Waterlandse bos, als onderdeel van Almere-Hout. Voordat we onder de N27 doorliepen, kwamen we nog over een alleraardigst mooi modderpad. Bijna gleden we hier uit, maar we konden onze meegenomen wandelstok nu extra goed gebruiken.
We kwamen opnieuw bij de Lange Wetering en volgden deze enige honderden meters. We zagen hier enige luxe woonboten langs de (over-)kant van het water liggen. Na nog een bosgebied bereikten we de officiële locatie van de fruitpost. Hier hing een bordje waarop stond “WS78-fruit” met daarop een pijl rechtuit. Een paar honderd meter verderop was dan de fruitpost. Toen we vroegen wat de reden van de verplaatsing van de fruitpost was, kregen we als antwoord: “Op de officiële plaats was weinig zon en veel wind, dus erg koud. Deze plek lag uit de wind en in de zon. Het grootste deel van de dag hadden ze hun jassen uit vanwege de warmte.
Het laatste traject van de tocht voerde langs de Hoge Vaart en door de Danswijk. We kwamen onder andere door de Rock and Rollstraat. Na 9 uur en 9 minuten kwamen we moe, maar voldaan aan. Het was een hele aardige tocht geworden. Het was een zware tocht door de vele modderige wegen en paden. Tijdens de tocht heeft het 2 minuten licht geregend. Het was overwegend zonnig. Het aantal deelnemers bedroeg 309. De maximum temperatuur bedroeg 17 graden. Het IVV-nummer was 11318.
Tijdens deze tocht zijn 46 foto's gemaakt. Deze kunt u zien door op de groene button van het fototoestel boven in dit verslag te klikken.