Terug naar het overzicht van de wandelverslagen van alleen FLAL-tochten Foto's van de FLAL tocht te Assen Terug naar de homepage van Henri Floor Met de FLAL vanuit Assen naar de hunebedden in Gasteren en Loon
Dit is het wapen van Assen. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Op zaterdag 8 januari 2005 organiseerde de FLAL een 25 en 35 km lange wandeltocht vanuit Assen. De start was vanuit Sportcentrum De Spreng. Het woei deze dag zeer hard en we waren benieuwd hoeveel wandelaars zouden komen opdagen. Bij het betreden van de sporthal stond een bestuurslid en wenste elke wandelaar een gelukkig nieuwjaar. In de sporthal werd ook een tafeltennistoernooi georganiseerd. In de hal telden we 40 klaargezette tafeltennistafels.
Toen wij hier rond kwart over acht arriveerden was het nog zeer rustig. Een aantal bekenden wensten we gelukkig nieuwjaar. Eenmaal werd ons hetzelfde in het Fries toegewenst en eenmaal in het Drents.
We zagen hier een dame zitten die ons bekend voorkwam, maar niet wisten wie ze precies was. Daarop stapten we op haar af en maakten kennis. Omdat we niet gewoon zijn om namen in dit verslag te schrijven gebruiken we de volgende omschrijving. Zij is de vrouw van de webmaster van de homepage van de FLAL.
We verlieten om 9 uur de start over de Vredeveldseweg. Aan het einde van deze weg ging de route over in een bochtig geasfalteerd fietspad. We kwamen even boven buurtschap Schieven uit en vervolgden verder in Noord Oostelijke richting over een zandweg. Het begon licht te regenen. Maar door de harde wind leek het harder te regenen. We besloten de regenbroek aan te trekken.
We liepen op korte afstand van de rivier de Deurzerdiep. We staken de N376 (Assen-Rolde) over. Aan het einde van een bospassage kwamen we bij het Poepenhemeltje.
embleem van de FLAL
Het schansje van Van Galen ofwel Poepenhemeltje is een vierkante redoute (vooruitgeschoven vestingwerk om het hoofdwerk te beschermen of de terugtocht te dekken) uit 1672. Genoemd naar de Munsterse bisschop Berend van Galen (Bommen Berend), die zijn leger van 18 op 19 juli van dat jaar liet overnachten bij Amelte aan de oevers van het Deurzer diep. Ter bescherming van de tent van de vorstbisschop werd deze redoute gebouwd. In 1985 gerestaureerd. De bijnaam Poepenhemeltje komt van het scheldwoord voor mensen uit Westfalen.
Daarna voerde ons pad over een vlonder. Bij een infobord staken we het Deurzerdiep over. Nu volgden we een traject van de NOLS spoorbaan.
NOLS spoorbaan(Noord-Ooster Locaal Spoorwegmaatschappij)
De Winterswijkse fabrikant J. Willink is de spilfiguur bij de oprichting van de NOLS. Hij had een plan gemaakt voor een spoorlijn van Delfzijl naar Zwolle via Zuidbroek, Stadskanaal, Coevorden en Ommen, met zijtakken naar Almelo en Assen. In 1890 werd een voorlopig concessie verleend en de plannen werden verder uitgewerkt. Ook moest er een Spoorwegmaatschappij gevonden worden die de exploitatie uit wilde voeren. De keus valt na een tijdje op SS. Nadat de gehele overeenkomst ingediend was bij de staat weigerde de minister van Waterstaat zijn goedkeuring hierover te geven, omdat op dat moment de spoorwegovereenkomst van 1890 van kracht was gegaan. Deze overeenkomst houdt in dat er naar gestreefd wordt HSM en SS gelijkwaardige netten te geven. Men vond dat de HSM de spoorlijnen maar moest exploiteren en dat de provincies een geldelijke bijdrage moesten leveren. Toen deze bijdrage geweigerd werd, stelde de minister voor een stoomtramnet aan te leggen, wat vervolgens weer protesten vanuit de provincies opleverden. Willink bleef echter tot zijn dood voor een spoorlijn pleiten en in 1899 werd uiteindelijk concessie verleend voor de spoorlijn. In mei 1899 werd de NOLS opgericht, een paar maanden na het overlijden van Willink. De lijn wordt geopend op 5 januari 1910. In 1912 rijden er tussen Zuidbroek en Delfzijl vijf treinen.
Daarop bereikten we natuurgebied Kampsheide. Hier liepen we dwars doorheen. Heide zagen we hier weliswaar niet, maar het was wel mooi met een vennetje, grafheuvels en een Celtic Field. Drenthe
Het reservaat Kampsheide vormt op zich een stukje Drenthe in het klein. In het gebied zijn alle, voor het Drentse landschap zo kenmerkende elementen bij elkaar te vinden. Het terrein ligt op de overgang tussen het beekdal van de Drentse Aa en de es van Balloo, waarlangs zich tevens een hunebed bevindt. Het terrein is 26 hectare groot.
Op tal van plaatsen werden prehistorische grafheuvels of tumuli en de resten van celtic fields aangetroffen. Het heideterrein maakte vroeger deel uit van het landgoed Kamps. Het landgoed werd in 1905 in tweeën gedeeld door de aanleg van de spoorbaan Assen-Stadskanaal (NOLS). Over dit verdwenen spoor reden tot 1978 nog treinen. De aan de zuidkant van de spoordijk gelegen boerderij bestond in ieder geval al in 1642. Waarschijnlijk is deze boerderij, tezamen met twee andere inmiddels weer verdwenen boerderijen, al in de late Middeleeuwen gesticht. Vanuit deze boerderij werden akkers aangelegd, voorzien van hoge wallen. De akkers van destijds zijn de boscomplexen van nu. De noordgevel van de boerderij Kamps is opgetrokken uit ter plaatse gevonden kloostermoppen, in een vakwerk van eeuwenoude eiken balken. De moppen zijn waarschijnlijk afkomstig van een voorloper van het klooster Mariaaskamp (Maria in Campis in het latijn) te Assen, waarmee ook de herkomst van de naam Kamps verklaard is.
Toen vanaf ongeveer 1860 de omringende heidegronden werden omgezet in landbouwgrond, werd Kampsheide gespaard omdat het particulier eigendom was. In 1947 kwam het gebied in bezit en beheer bij 'Het Drentse Landschap'.
Langs de zuidkant van de Balloër-esch bereikten we het plaatsje Ballo. Een boer sprak Coos aan en vroeg wat er aan de hand was. Toen Coos van de 35 km wandeltocht vertelde, was hij vol bewondering.
Even buiten Ballo zagen we een aantal paarden bij elkaar in een wei staan. Vlak daarop kwamen we bij de schaapskooi van Ballo. Een (voor)deur stond open, waardoor we mooi naar binnen konden kijken. In de schaapskooi waren rond de 650 schapen. Het plafond van de schaapskooi was nog met kerstverlichting versierd.
Aan de zuidgrens van het Balloërveld was de splitsing met de 25 km.
Het Balloërveld is een groot en uitgestrekt heidegebied met verspreid staande loof- en naaldbosjes. De heide wordt begraasd door een schappenkudde. Het Balloërveld is vooral archeologisch van belang, omdat er nog veel sporen van het verleden te vinden zijn, zoals grafheuvels en celtic fields (met wallen omgeven akkertjes uit de ijzertijd). Ook zijn er op de heide middeleeuwse karrensporen te herkennen, zogeheten hessenwegen, waarover eeuwen geleden Duitse kooplieden van Ballo naar Gasteren reden. Ook zijn er natte gedeeltes met watertjes. Er broeden vogels zoals tapuiten, wielewalen, kleine bonte specht, roodborsttapuiten, kleine bonte pechten en in de winter heb je hier altijd klapeksters, blauwe kiekendieven, sijzen en soms een ruigpootbuizerd
Wij volgden het 35 km parkoers. Langs De Slokkert en Koelanden zetten we koers naar het Rolderdiep. Nadat we het Rolderdiep hadden gekruist, bereikten we het plaatsje Anderen. Hier waren een aantal boerderijen weer heel mooi en werden daarop op de gevoelige plaats vastgelegd.
Langs de noordkant van de Noord-Esch werd het riviertje Scheebroeken-loop bereikt en overgestoken. Even verderop bereikten we de weg Anderen-Anloo. Bij de Markesteen sloegen we af. Bij de Markesteen grensden de plaatsen Eext, Anderen, Anloo en Gasteren aan elkaar. Volgens mijn kaart van voor 1998 behoorden deze vier plaatsen tot de gemeente Anloo. Tegenwoordig vallen deze plaatsen onder de gemeente AA en Hunze.
Sinds 1998 bestaat de gemeente Aa en Hunze uit de dorpen: Amen, Anderen, Anloo, Annen, Annerveenschekanaal, Balloo, Balloërveld, Deurze, Eext, Eexterveen, Eexterveenschekanaal, Eexterzandvoort, Ekehaar, Eldersloo, Eleveld, Gasselte, Gasselternijveen, Gasselternijveenschemond, Gasteren, Geelbroek, Gieten, Gieterveen, Grolloo, Marwijksoord, Nieuw Annerveen, Nieuwediep, Nooitgedacht, Nijlande, Oud Annerveen, Papenvoort, Rolde, Schipborg, Schoonloo, Spijkerboor en Vredenheim.
We liepen om bosgebied het Gastersche Holt heen. Ons zandpad ging over in een asfaltfietspad. Hier volgden we een traject van de Zilverendolk kinderfietsroute.
De Zilveren Dolk is gekozen om een fietsroute aan te passen aan kinderbenen en kinderwensen. Vanaf de Brink in Gasteren kan worden gestart voor een spannende fietstocht met als doel het zoeken van De Zilveren Dolk. Door het invullen van de juiste antwoorden op de vragen en de opdrachten brengt de schatkaart de kinderen naar de plek waar de zilveren dolk te vinden is. De Zilveren Dolk-route is ontwikkeld in samenwerking met Staatsbosbeheer, is 17 kilometer lang en is bewegwijzerd met een speciaal daarvoor ontwikkeld routebord. Langs de route zijn verschillende picknick- en speelmogelijkheden. Alle goede oplossingen dingen mee naar een gratis kampeervakantie in een compleet ingerichte bungalowtent op een luxe camping in Drenthe.
We bereikten Gasteren. Hier was de eerste grote rust op 19 km in het plaatselijke dorpshuis. Hier was ook de rust voor de 25 km lopers. Na een welverdiende rust en een rijkelijke aanvulling van het vochtgehalte vervolgden we ons pad. Meteen na de rust was weer een splitsing met het 25 km parkoers.
We betraden een bosgebied en bereikten de kantinekeet van de plaatselijke ijsclub. Hier lag ook heel fraai een lang stuk rechte plas (± 225 meter lang). Even verderop, in het Voorste Veen, betraden we een afgerasterd natuurgebied. Er graasden hier ook Schotse Hooglanders, maar hun aanwezigheid werd nu alleen vastgesteld door hun zichtbare koeienvlaaien. We kwamen bij het eerste hunebed. Even verderop sloegen we af en dwaalden nu door de Gasterse Duinen, een mooi natuurgebied met duinen. We kwamen op de Oudemolenseweg uit en staken het Oudemolensediep over. Daarop bereikten we buurtschap Oudemolen.
Oudemolen is een dorp in de Drentse gemeente Tynaarlo. Het dorp is genoemd naar de vervallen watermolen die hier in de Drentse Aa heeft gestaan. Het dorp (enkele boerderijen) ligt op het kruispunt van de weg Gasteren - Zeijen en de weg Loon - Zeegse.
Nu liepen we door het stroomdallandschap van de Drentse Aa. Het nabijgelegen riviertje heette echter Oudemolensediep overgaand in Taarlosediep. De zon scheen nu volop en daardoor konden we nu talrijke fraaie foto’s van het landschap maken. We liepen in de buurt van een man die ook veel foto’s nam. Als wij een foto maakten haalde hij ons in. Als hij een foto maakte haalden wij hem in.
Het stroomdallandschap van de Drentsche Aa ligt ten oosten van de spoorlijn Assen-Groningen. Het dal bestaat uit een groot aantal kleine beekjes. Gek genoeg heet geen enkele beek in dit natuurgebied ‘Drentsche Aa’. Die naam duikt pas op in de provincie Groningen, als alle beekjes bij elkaar komen. Voor hun samenkomst hebben de beekjes allemaal verschillende namen. De oostelijke tak begint ten oosten van Grolloo en heet daar Anderse Diep. Later heet deze tak Rolderdiep en Gasterse Diep. De westelijke tak heet achtereenvolgens Amerdiep, Deurzerdiep, Loonerdiep en Taarlose Diep. Gasterse Diep en Taarlose Diep gaan samen verder als Oudemolense Diep. Pas als in Groningen het Anlooër Diepje erbij komt, verandert de naam in Drentsche Aa. Uiteindelijk mondt de rivier uit in het Noord-Willemskanaal. Met het stroomdallandschap van de Drentsche Aa bedoelt men niet zozeer de rivier in Groningen, maar vooral het gebied van al die eigenzinnige voorlopers in Drenthe.
We bereikten het plaatsje Taarlo. Over de dorpsweg betraden we dit plaatsje. Het eerste stuk was een slechte klinkerweg. Buiten het dorpje zetten we koers naar Loon en weldra bereikten we het Looner hunebed. Dit hunebed was imposanter als het eerste hunebed.
In Loon was de tweede grote rust in De Herberg van Loon. De afgelegde afstand bedroeg hier 29 km. We verlieten Loon weer en even voor de Deuzerdiep sloegen we af. Over een asfaltpad kwamen we tot vlakbij het Deurzerdiep. Bosarbeiders waren bomen aan het omzagen. We volgden het Deurzerdiep tot voorbij de stuw. Verderop staken we het Deurzerdiep via een brug over. Over deze brug waren we heen ook overgekomen.
We volgden een fietspad en kregen opnieuw zicht op het al eerder genoemde Poepenhemeltje, maar nu van de andere kant. Via een tunneltje onder de Europaweg-Oost door bereikten we landgoed Valkenstein met de Graftombe. Hier maakten we ook nog een foto van.
Aan de rand van de woonwijk Assen-Oost ligt het landgoed Valkenstijn. Valkenstijn was vóór het in de negentiende eeuw deze naam kreeg bekend als Vredeveld. Vredeveld was de naam van de havezate die aan het eind van de zestiende eeuw werd gebouwd. Het landgoed kreeg de naam Valkenstijn toen het in 1842 in bezit kwam van Augustinus van Valkenstijn en zijn vrouw Louise. Toen Louise overleed in 1871 werd ze in de tuin van het landgoed begraven. Augustinus overleed in 1882 en werd in het graf bijgezet. De nu nog aanwezige graftombe is de enige particuliere begraafplaats van Assen. Het monument wordt gesierd door een opvallende, door de Asser IJzergieterij vervaardigde gietijzeren grafteken. Het monumentale huis, dat het middelpunt vormde van het landgoed, is afgebroken in 1966. Nu laten houten palen in het gras alleen nog de contouren zien van waar ooit een statig landhuis stond. Delen van het oude landgoed, de statige oprijlaan en de waterpartijen zijn nog wel bewaard gebleven.
Kort daarop werd de finish bereikt. De afgelegde afstand bedroeg 34,2 km. Het was een mooie afwisselend tocht geworden. Deze tocht stond vooral in het teken van de harde wind. Aan de kust was windkracht 9 tot 10 voorspeld. Het had alleen de eerste 2 uren in de ochtend wat geregend, maar verder was het droog gebleven met flinke zonnige perioden. Er waren 284 deelnemers gestart.
naar de top van deze pagina
Henri Floor & Coos Verburg