|
|
|
|
|
Van Wijk bij Duurstede naar Veenendaal-West over het Utrechtpad
|
Op zaterdag
26 juni 2004 vervolgden wij met het 163 km lange Utrecht pad. Met de bus reden we naar Wijk bij Duurstede. Vanaf het eindpunt van de bushalte liepen we naar de Markt en pakten hier de wandeling weer op. We passeerden een café dat nog volop oranje gekleurd was. Later zou Nederland met voetballen in Portugal zich bij de laatste 4 plaatsen. In een buitenwijk van Wijk bij Duurstede sprak een dame ons aan die haar hondje aan het uitlaten was. Toen wij van onze wandeling vertelde, zei zij dat ze bezig was met het Trekvogelpad. Ze was gekomen tot aan de toegangspoort van het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Omdat ze toen ook met een hond liep mocht ze niet verder. Al spoedig liepen we weer langs de Kromme Rijn en door de wijk Noorderwaard verlieten we de bebouwde kom van Wijk bij Duurstede. We staken de Kromme Rijn voor de laatste keer over.
Verderop sloegen we het griend in. Dit bleek een graspad te zijn. Doordat het gras nog behoorlijk vochtig was, stikte het hier ook van de muggen. Er was deze dag een maximum temperatuur van 22 graden voorspeld. Daarom liep ik op dat moment in een t-shirt met korte mouwen. Razendsnel trok ik nu mijn meegenomen regenjas (met lange mouwen) aan om me tegen de muggen te beschermen. Het schijnt dat mijn bloed heerlijk smaakt bij de muggen. Coos had hier geen last van de muggen.
We kwamen uit op de Langbroekerdijk in buurtschap Overlangbroek.
Even volgden we deze weg om vervolgens weer af te slaan. Nu volgden we, volgens de kaart, de Broekhuizerstraat. Zowel aan het begin als het einde van deze “straat” stond geen straatnaambordje. Deze straat bleek net zo’n graspad te zijn als het hiervoor genoemde graspad. Dus opnieuw deed ik snel mijn regenjas aan.
Nu kwamen we uit op de Gooijerdijk. Dit is een lange weg die loopt van Driebergen tot aan Amerongen. Het is een smalle weg waar auto’s elkaar alleen kunnen passeren op uitwijkpunten. We staken een sloot over via een dubbele plank en door een smal bospad bereikten we landgoed Broekhuizen. We passeerden de Londotuin.
De heemtuin op het landgoed Broekhuizen, ook bekend als "De Londotuin", bevat een grote diversiteit aan inheemse planten op de daarbij behorende grondsoorten.
Even later kregen we uitzicht op Huize Broekhuizen. In een weiland voor dit huis stond fraai een grote beukenboom solitair.
We kregen uitzicht op boerderij Schevichoven, dat vroeger een kasteel was, getuige de grote statige duiventil die erbij stond. Door een groot toegangshek verlieten we landgoed Broekhuizen.
Over een fraai pad langs voormalige stadstuintjes bereikten we restaurant Darthuizen. Dit restaurant gaat tegenwoordig op de zaterdag pas om 12.00 uur open. Daarop gingen we in het tegenoverliggende bushaltehokje een rust creeëren. Toen een bus naderde gaven we een teken dat we niet wilden meerijden.
We bestegen de Donderberg waarop het Mausoleum staat, een oude graftombe.
Het mausoleum was in 1818 ontworpen door J.D. Zocher jr. Het monument bestaat uit twee gedeelten, een hoge, slanke bovenbouw, de uitzichtstoren en de brede onderbouw.In de onderbouw, die in de heuvel is ingegraven, bevindt zich het mausoleum. Aan de voorzijde is een rondboog-toegang met sluitsteen waarin het jaartal 1818 is opgenomen. Hierboven is een steen in gemetseld met de tekst: 'Blijmoedig aan / het graf te denken / is ook een vrucht / die 't kruis ons gaf / Gez. 189 VS 2B.
We dwaalden verder door de Lombokbossen em kruisten even verderop de Utrechtsebaan. Dit is een zandweg met naastliggend asfaltfietspad. Daarop betraden we landgoed Breeveen. Dit is een groot heideveld met in het midden, vanaf de wandelroute onzichtbaar, een poel.
Natuurgebied Breeveen in Leersum is een gebied met afwisselend bos en heide. Het wordt beheerd door het Utrechts Landschap.Het gebied bestrijkt een oppervlakte van 85 hectare, waarvan 20 hectare wordt ingenomen door een groot heideveld. Samen met Staatsbosbeheer, eigenaar van het naastgelegen natuurgebied het Leersumse veld, laat het Utrechts Landschap het gebied begrazen door Piëmontezer runderen, met als doel om vergrassing en verbossing van het heideveld tegen te gaan en zo de heide open te houden. Ook worden er regelmatig stukken heide afgeplagd.
Breeveen ligt op de noordflank van de Utrechtse Heuvelrug langs een groot ijssmeltdal, de zogenaamde Darthuizerpoort, vroeger ook wel aangeduid als "Het gat van den Bergh".
In de middeleeuwen werden de meeste veengebieden afgegraven voor de winning van turf. De naam Breeveen herinnert nog aan dit thans geheel verdwenen veendek.
We kwamen uit bij De Veldschuur. Dit is het bezoekerscentrum van het Leersumseveld.
We liepen helemaal om de Leersumseplassen heen.
Een groot gedeelte van de Leersumseplassen is omrasterd. Binnen dit gebied is toegang alleen toegestaan in de periode van 16 juli t/m 14 maart. Maar ons pad liep om dit gebied heen en hadden daarom hiervan geen last. Wel hadden we enkele keren fraaie uitzichten op de plassen. We verlieten de plassen en zetten nu koers naar een heidegebied bij het Ginkelduin.
Sinds 1975 is Het Utrechts Landschap eigenaar van een deel van het landgoed Hoge Ginkel bij Leersum. In het gebied liggen enkele fraaie sneeuwsmeltwaterdalen, die voor hoogteverschillen zorgen. De Hoge Ginkel ligt centraal op de Utrechtse Heuvelrug en is één van de stilste bossen in de provincie. Het gebied bestaat voor een groot deel uit naaldbossen, maar langzamerhand wordt het aandeel loofhout groter, zeker in de onderbegroeiing. Een bijzonderheid is de Leeuwenkuil, een oude zandafgraving. Dit zandgat is voor een deel ingeplant met loof- en naaldbomen. Het niet ingeplante deel heeft zich ontwikkeld tot een klein heideterreintje. De lanen in de Hoge Ginkel hebben in het algemeen Amerikaanse eik en beuk als beplanting. De fauna van de Hoge Ginkel is divers: vossen, hazelwormen en zandhagedissen zijn vaste bewoners. In het gebied broeden ook veel vogels zoals havik, bosuil, bonte vliegenvanger, gekraagde roodstaart en diverse mezensoorten.
Daarop bereikten we het bosgebied Amerongse Berg . Eerst kwamen we bij een beginpunt van een ATB-fietsroute.
De Amerongse Berg is een uitgestrekt bosgebied op de Utrechtse heuvelrug van Staatsbosbeheer.
Van oorsprong waren het twee landgoederen: het Amerongse Bos en het Zuilensteinse Bos. De lanenstructuur met oude beuken duidt nog op het landgoedkarakter van destijds. Het gebied bestaat nu grotendeels uit grove dennenbossen die zijn aangeplant in de periode 1870 – 1950. Daarnaast liggen er in de boswachterij twee natuurterreinen met heide, stuifzand en hakhout (Egelmeer en Slaperdijk), een bosreservaat met oud loofbos (Galgenberg) en tenslotte zijn er nog enkele akkers.
Er broeden 60 soorten vogels, waaronder groene specht, boomleeuwerik, en raaf. De grote hoogteverschillen (van 8 tot 69,5 meter NAP) en de steile hellingen maken het tot een aantrekkelijk wandelgebied. De Amerongse Kop is het hoogste punt van de hele Utrechtse heuvelrug.
We passeerden een voormalige zandafgraving, vlak voorbij Huize De Ginkel. Het grootste deel van de zandafgraving was bebost. Een ander deel bestond uit heide.
Verderop, in de buurt van hondenpension De Hazenberg, volgden we enige kilometers over een ATB-fietsroute. Daardoor viel dit stuk wat tegen. Hier is naar onze mening meer uit te halen door de route hier anders of minder lang over deze ATB-fietsroute te laten lopen.
Na een flinke klim bereikten we de top van de hoogste berg van de Utrechtse Heuvelrug, te weten de 68,9 meter hoge Amerongse Berg . Daarop daalde we de berg weer af.
Vlak voor restaurant ‘t Berghuis liepen we langs een grafheuvel waar we doorheen konden lopen. In het restaurant deden we ons te goed aan een aantal koppen koffie, We hadden het idee dat we nog steeds niet goed wakker waren.
Na drie koppen koffie ging het weer veel beter. Over een holleweg steeg ons pad weer. We kwamen uit op een recentelijk opengekapt terrein in het bos, waar alleen nog een eenzame eik was blijven staan. In het gebied er omheen was een oude grote cirkel in ere herstel en over de ”spaken” van het wiel waren nieuwe lanen gecreëerd. Langs deze lanen stonden jonge beukenbomen. Deze waren hier geplant tijdens de nationale Boomfeestdag op 7 april 2004. De oorspronkelijke datum van deze bomendag was verplaatst vanwege de dood van prinses Juliana. Alle 8 de lanen waren voorzien van een naam. Wij verlieten dit gebied over de Driebergenlaan.
Nu zetten we koers naar de 62½ meter hoge Elsterberg. Vanaf de top had je een fraai panorama in de richting van het plaatsje Overberg, Het werd hier aanzienlijk drukker, Want vanaf de Elsterberg kwam de NS wandeltocht Elsterberg erbij. Deze NS route is 17,4 km lang en loopt van NS Rhenen naar NS Veenendaal-De Klomp en volgt tot de Elsterberg trajekten van het Trekvogelpad. Daarna volgt de NS-route het Utrechtpad De drukte werd mede veroorzaakt door een in de buurt gelegen parkeerplaats, waar natuurzoekers uit Veenendaal en Rhenen naar toe kwamen.
Daarop werd koers gezet naar het Egelmeer. In periode van droogte staat dit meer droog. Hoewel het in de voorgaande weken toch verschillende keren flink had geregend was er nu toch geen water in het meer. Een grondwatermeter gaf aan dat de grondwaterspiegel op 2,50 meter onder de grond lag, terwijl een aanvaardbaar minimum eigenlijk 1,50 meter was.
Het Egelmeer is een plaatselijke schotelvormige laagte op de Utrechtse Heuvelrug. In de bodem van het meer ligt op ca 30 cm diepte een laag die slecht doordringbaar is voor water, een ‘oerlaag’. Hierdoor blijft er regenwater in de ‘schotel’ staan. De waterstand in deze ‘schotel’ is veel hoger dan de grondwaterstand in de bodem ernaast, waar het regenwater zo weg kan zakken. Daar kan het grondwater meters lager staan dan de bodem van het meer. De grondwatermeter laat deze diepe waterstand onder het Egelmeer zien. De waterstand in het meer en ook de diepe grondwaterstand komen in de winter omhoog en dalen weer in de zomer omdat er dan meer verdamping is. Het meer wordt normaal gesproken gevoed door regenwater. Soms komt het diepe grondwater zo hoog dat het over de rand van de oerlaag in het meer kan stromen (dat gebeurt in de groene zone van de meter). Het diepe grondwater bevat opgeloste stoffen uit de bodem, waaronder kalk. Stoffen die niet in regenwater voorkomen. Daarom komen er in en om het meer bijzondere plantensoorten voor. De laatste keer dat het diepe grondwater boven de oerlaag uitsteeg was in de natte winter van 1994 -1995.
Na nog wat bos- en heidepassages werd de spoorlijn Driebergen-Rhenen bereikt. Hier verlieten we de hoofdroute en via de NS wandelroute liepen we naar NS Veenendaal-West. Hier troffen we even later nog twee wandelaars uit Emmen die de NS-wandeling liepen.
Het was een mooie wandeldag geweest, waarbij het grootste deel ook in de korte broek werd afgelegd.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|