NS wandeling De Horsten, NS Den Haag CS - Voorschoten
De route ‘De Horsten’ volgt een deel van het Marskramerpad deel 3, een 120 km
lange route van Amersfoort naar Den Haag. De NS-wandeling de Horsten is 17
kilometer lang. De tocht begint bij NS-station Den Haag Centraal en eindigt bij NS-station Voorschoten.
De Horsten is een verrassende wandeling door een groen lint van Den Haag via
Wassenaar naar Voorschoten. De stad is dichtbij, maar door een aaneenschakeling
van bos, parken en landgoederen wandel je door zeer gevarieerde natuur. Vanaf
het station loop je zo het Haagse Bos in. Langs Huis ten Bosch, door voormalig
landgoed Reigersbergen en Park Marlot naar de kastelen Wittenburg en Oud-
Wassenaar. Op de koninklijke landgoederen De Horsten bevinden zich het voormalig
jachthuis van Prins Frederik
- nu in gebruik als theepaviljoen - en landgoed Eikenhorst, woonplaats van prins
Willem-Alexander, prinses Máxima en prinses Amalia.
Op donderdag 20 mei 2004, hemelvaartsdag, hadden wij deze wandeltocht gepland,
samen met twee vriendinnen. Eén vriendin troffen we op NS-Utrecht CS.
Zij reist niet zoveel met de trein en heeft daarom (nog) geen kortingskaart.
Mede daarom reisde zij met ons samen om van een meereiskorting van 40% te kunnen
genieten. De andere vriendin troffen wij op NS Den Haag Centraal.
Wij lopen veelal tochten van rond de 40 km.
Daarbij is ons wandeltempo hoger dan deze dag.
Bovendien beginnen we vroeger dan deze dag.
Met een 40 km beginnen we normaal meestal tussen 8 en 9 uur.
Nu was het al 10.30 uur geweest en
gingen we eerst nog koffiedrinken.
En we haalden het wandelboekje bij het NS-loket op.
Na een wachttijd van zo'n 10 minuten aan het loket hadden ook wij
het wandelboekje De Horsten.
Rond 11.15 uur begaven we ons op pad.
Na het verlaten van het station kwamen eerst langs een gebiedje
met vijvers met de naam Koekamp. Daarna bereikten we de Malietoren.
Hier hadden we wel eens van gehoord.
Maar wat voor toren dit nu precies was wisten we eigenlijk niet.
Het bleek een autoparkeerplaats te zijn.
Na het oversteken van de Utrechtse baan/A12-snelweg betraden we het Haagse Bos.
Het Haagse Bos, ook wel de groene long genoemd, verbindt de Haagse binnenstad
met de landgoederen van Wassenaar. Omdat er vroeger veel wild leefde,
vormde het een ideaal jachtdomein, waar de graven van Holland zich
konden uitleven. Vanaf 1820 werd het omgevormd tot een park. Dankzij
zorgvuldig beheer van Staatsbosbeheer is het tegenwoordig nog steeds een
aantrekkelijk groengebied met een gevarieerde flora.
Doordat de bomen in dit jaargetijde flink veel blad hebben,
leek het er ook al aardig op dat we in een bos liepen.
We volgden eerst een pad dat min op meer parallel aan de Bezuidenhoutseweg liep.
Daarna volgden we de vijver door het Haagse Bos tot aan Huis ten Bosch.
In de 17e eeuw liet stadhouder Frederik Hendrik een zomerverblijf in het
Haagse Bos bouwen voor zijn echtgenote Amalia van Solms. Huis ten Bosch
werd een sober huis in renaissancestijl, dat in 1734 werd voorzien van een
barokke gevel (te zien vanaf het toegangshek). Willem V gaf er een Aziatisch
tintje aan door een Chinese en Japanse kamer aan te brengen in het paleis.
Tijdens de Franse overheersing verbleef Lodewijk Napoleon er in de zomer,
maar daarna werd het een tijdlang weinig gebruikt. Pas in 1981 vestigde
koningin Beatrix zich er met haar gezin. De vijver van Huis ten Bosch heeft
inmiddels een legendarische betekenis gekregen, omdat prins Willem-
Alexander in januari 2001 er zijn (destijds) vriendin Máxima tijdens het schaatsen ten
huwelijk vroeg.
Op het kaft van het NS-wandelboekje stond een foto van Huis ten Bosch afgebeeld.
Bij een wandelwijzer met Clingenroute en Voorderoute sloegen we af en bereikten
nu landgoed Reigersbergen.
De Clingenroute is een wandeling vanuit Den Haag CS en is 20 km lang.
De Voorderoute is een wandeling tussen Den Haag, Mariahoeve en Voorschoten
en is 33 km lang.
Ooit was Reigersbergen een oude 17e eeuwse boerderij, die zijn naam ontleende
aan de jonge reigers die er werden gevangen en vervolgens in de
provisiekast van de eigenaar verdwenen. Nadat het landhuis in 1943 door
de Duitsers werd verwoest, herinneren alleen het landgoed, de weilanden
en de muren van de kruidentuin nog aan vroeger tijden. Tijdens de najaarsstorm
van 2000 verdween ook de eeuwenoude boom uit de Gouden Eeuw.
U treft alleen nog het hek aan dat om de restanten heen is gezet.
Dit bos met een oude geschiedenis en een aantal oude overblijfselen verlieten we.
Daarop bereikten we Park Marlot met het gelijknamige landhuis.
Voor de Leidsestraatweg liepen we onder een brug door.
Daarbij gingen we even van de route af om bij het Van der Valk Motel Bijhorst
een kopje koffie te drinken. Vanwege het zonnige weer gingen we buiten op
het terras zitten, enigszins uit de wind.
De weersvoorspelling voor deze hemelvaartsdag waren vooraf wisselend,
maar het bleek achteraf mooi wandelweer met maximumtemperaturen tot 19°.
Na de rust liepen we weer terug onder het viaduct door.
Vervolgens liepen we er overheen en aan de andere kant liepen we er weer onderdoor.
Op die manier kwamen we bij het Beukenhorst park.
We vonden dat we op het terras van het Van der Valk concern niet ons meegebrachte
brood konden opeten. Daarop zochten we een bankje
waar we met zijn vieren op konden zitten en zo mogelijk in de zon lag.
We waren echter bepaald niet de enigen die deze dag hadden uitgekozen
om deze wandeling te maken.
En ook die anderen zaten wel eens op een bankje.
Uiteindelijk besloten we daarop maar een bankje in de schaduw te nemen.
Dit lag nog wel in het bos van het Beukenhorst park en dus ook uit de wind
Park Beukenhorst ging over in landgoed De Wittenburg met het gelijknamige kasteel.
Tegenwoordig doet kasteel Wittenburg dienst als ontvangstcentrum voor het
bedrijfsleven. Tegen het eind van de 19e eeuw werd het kasteel gebouwd
met sloopmateriaal van diverse historische panden. In 1948 nam couturier
Edwin Dolder zijn intrek in het kasteel. Aan hem was de eer gegund om
de japon te maken voor koningin Juliana, die ze bij haar inhuldiging in
september 1948 zou dragen. De opdracht werd uitgevoerd in de toren
van het kasteel, omdat deze helemaal kon worden afgesloten. Zo werd
het nieuwsgierige pottenkijkers onmogelijk gemaakt om stiekem door het
sleutelgat te kijken.
Daarop werd koers gezet naar landgoed Rust en Vreugd.
Deze werd in de buurt van Kasteel Oud Wassenaar betreden.
Op een gegeven moment was ik even achtergebleven bij de anderen
en op een splitsing hadden zij een verkeerd pad genomen.
Maar omdat de paden niet veel van elkaar afweken bleef ik hen toch zien.
Ze waren echter gestopt bij een afgezaagde rechtopstaande boom,
waar in de boomstronk een zitplaats was uitgezaagd.
Er daar moesten we allemaal even mee op de foto.
Toen we ons pad wilden vervolgen zagen we in een weiland een aantal jonge lammetje lopen.
We verlieten het landgoed Rust en Vreugde bij de voormalige Zuivelfabriek van Menken. Op deze plek was men nu bezig met het bouwen van appartementgebouwen.
Onze parkoersbeschrijving gaf aan dat we de drukke Rust en Vreugdlaan moesten oversteken
en enige tijd moesten volgen, maar wij vonden de weg helemaal niet druk.
Het volgende landgoed dat we betraden was landgoed Wiltzanck.
We passeerden een soort hoge theekoepel op de top van een heuvel.
We liepen hier van de route af de heuvel op,
maar een toegangshek vlak voor de theekoepel verhinderde ons het laatste traject te nemen.
De parkoersbeschrijving op dit landgoed liet te wensen over.
Gelukkig was de route hier nog wel gemarkeerd en konden we probleemloos onze route vervolgen.
Verscholen in het groen ligt de theekoepel van Backershagen, ook wel
‘geheimzinnige koepel’ genoemd, omdat de trap naar de eerste etage
verscholen zit achter een paneel. Het verderop gelegen witte Backershagenhuis
werd in 1765 door eigenaar Cornelis Backer met diverse waterpartijen
omgetoverd in een waar lusthof. In 1772 werd het landgoed uitgebreid met
een Engelse tuin en het Hertenhuisje, waarvan nu nog de Delfts aardewerken
tegeltjes te zien zijn. Na een verwoestende brand in 1974 werd het huis
geheel in oorspronkelijke staat hersteld.
Vlak voor Raadhuis De Paauw hadden we op een bankje aan een grasveldje
bij een theehuisje een rust. Bij Raadhuis de Paauw stond in de vijver een beeldhouwwerk.
Dit stelde een dame voor die aan het baden was.
Daarbij werd de kuisheid in acht genomen zoals die vroeger gold.
Bij buurtschap Den Deijl veranderde onze looprichting van noord naar oost tot zuidoost.
We liepen door de poort van landgoed Raaphorst.
Landgoed De Horsten bestaat uit drie landgoederen: Raaphorst, Ter Horst en
Eikenhorst. De drie landgoederen werden als koninklijke eenheid beschouwd
vanaf het moment dat de vermogende Prins Frederik (broer van koning
Willem III) het landgoed had gekocht en in 1816 met zijn gezin in landhuis
De Paauw ging wonen. Je komt eerst langs Theepaviljoen de Horsten, waar
jachttrofeeën aan de muur eraan herinneren dat dit ooit het jachthuis van
de prins was. Hij gaf opdracht tot het opwerpen van een twintig meter hoge
heuvel tegen de duinrand, die beplant werd met seringen. En zo ontstond
De Seringenberg. Koningin Wilhelmina zou hier
vroeger hebben geschilderd. Eikenhorst is de laatste tijd veel in het nieuws
geweest, omdat prins Willem-Alexander, prinses Máxima en prinses Amalia
er tegenwoordig wonen.
We passeerden een automaat waar we normaliter een toegangskaartje konden kopen
voor de koninklijke landgoederen.
Maar een pijl wees naar een bemand huisje waar de kaartjes werden verkocht.
Na een halve km bereikten we theehuis De Horsten,
waar we weer een rust hadden en koffie dronken.
Het terras was geheel bezet. Alleen binnen was nog zitplek.
We vervolgden ons pad door de bossen en passeerden daarbij de Seringenberg.
Verderop liepen we heel fraai over een smal pad tussen weilanden door
en liepen daarbij over een aantal bruggetjes..
We stonden even stil om een kwaakconcert van 3 kikkers optimaal te kunnen beluisteren.
We zagen de kikkers ook en bij elk gekwaak zagen we de met lucht gevulde "wangen".
Daarbij dachten we, dat ze elk moment uit elkaar zouden klappen.
Op landgoed Ter Horst bleek dat het gelijknamige huis vrijwel onzichtbaar was gemaakt
door stellages die tegen de gevel stonden en afgedekt waren met een soort groengekleurd gaas.
We liepen door een tunnel onder de spoorlijn Den Haag-Voorschoten door.
In de tunnel zat een hele mooie echo. Je moest echter zelf voor het (begin)geluid zorgen.
Hoewel we een paar bordjes richting Duivenvoorde hadden gevolgd,
lieten we dit landgoed echter rechts liggen.
We volgden nu een fietspad langs genoemde spoorlijn en betraden bij Voorschoten het Rosenburgh park
Zowel het fietspad langs de spoorlijn als een groot deel van ons pad van het Rosenburgh park
grensde aan de Oranjepolder.
Op een splitsing van de NS-wandelroute met het Marskramerpad, zo'n 500 meter voor het eindpunt
volgden wij het Marskramerpad even. Maar ook dit pad verlieten we spoedig om even later
de Voorstraat in Voorschoten te bereiken.
Hier wilden we de dag feestelijk afsluiten met een gezamenlijk diner in restaurant De Blauwe Tram.
Omdat wij niet gereserveerd hadden, was er alleen buiten nog plek.
We besloten buiten te eten. We complimenteerde de ober met de fraaie homepage van Restaurant De Blauwe Tram. Hij was hier erg door verrast, temeer daar de homepage pas een maand oud was.
Tegen acht uur verlieten we dit etablissement en liepen we naar het NS-station.
Op het station namen we snel afscheid van één van de vriendinnen
en met z'n drieën reden we met de trein van 8.10 uur naar Den Haag CS
en verder via Utrecht CS weer huiswaarts.