|
|
|
|
|
61e Ronde van Zuid-Limburg (2004)
|
Op de tweede wandeldag op zondag 16 mei 2004 liepen we als eerste naar Kunrade en wandelden
langs natuurreservaat Kunderberg.
De Kunderberg is een langgerekte helling, bestaande uit kalkgrasland. Er groeit een
groot aantal bijzondere planten, waaronder orchideeën, zoals de Grote Muggenorchis, die in de
vroege zomer de helling plaatselijk geheel paars kleurt. Hier bevinden zich ook de laatste
groeiplaatsen van Raai en de Aardkastanje, planten die vroeger tot de gewone onkruidflora van
de lössakkers behoorden. Vanwege de grote wetenschappelijke waarde is de helling niet
toegankelijk.
We liepen door Ubachsberg en kwamen even later langs molen Vrouwenheide. Dit is de
hoogstgelegen windmolen van Nederland.
De 'Molen op de Vrouweheide' is de hoogstgelegen beltmolen van ons land en dateert van
1852. Door een onvoorzichtigheid van de in de molen gelegerde militairen brak er in het
voorjaar van 1945 een felle brand uit. Tot de eerste restauratie, die in 1955 begon, stond
de molen als een peperbus in het landschap. De huidige eigenaar, muziekpedagoog, de heer F.
Piepers bracht tussen 1980 en 1989 de molen en aanhorigheden weer in de oorspronkelijke staat
terug. In 1989 en 1990 voerde hij ook een molenbouwkundige restauratie uit.
Daarop bereikten we buurtschap Mingersberg. Hier was een eerste rustmogelijkheid in
herberg en Bed and Breakfast Bernardushoeve. De afgelegde afstand bedroeg 7,6 km. We dronken
hier een kop koffie. Tegenover deze rustpost stond een kapelletje. Er brandden zoveel
kaarsjes dat er voor ons geen ruimte vrij was om er nog een bij te zetten. We verlieten
Mingersberg. Net voorbij buurtschap Trintelen verlieten we de asfaltweg en dwaalden over
veldwegen naar Overeys. Even verder staken we de Eyserbeek over. Ons pad steeg weer en we
staken een onbewaakte niet geëlektrificeerde overweg over. Deze spoorlijn staat bekent onder
de naam Miljoenenlijntje.
Het miljoenenlijntje is de oudste grensoverschrijdende spoorlijn van Nederland. Het
traject loopt van Maastricht via Valkenburg, Schin op Geul, Wijlre, Eijs, Simpelveld en
Bocholtz naar het Duitse Richterich en Aken. Deze lijn werd in oktober 1853 in gebruik
genomen en gesloten in 1988.
De Zuid-Limburgse Stoomtrein Maatschappij (Z.L.S.M.) draagt zorg voor het behoud van
dit traject en de huidige exploitatie van een toeristische stoomtreindienst. Tot op de dag
van vandaag verzorgt de Z.L.S.M. retourritten tussen Schin op Geul en Kerkrade over een
traject van ruim 16 kilometer en tussen Simpelveld en Vetschau, net over de Duitse grens,
over een traject van bijna 6 kilometer.
Bij het bord bebouwde kom van Wahlwiller stond de tekst dat de weg gesloten was bij
sneeuw en ijs. Hier in Wahlwiller was een verzorgingspost op 11,9 km.
Het was deze dag een echte panoramatocht. Keer op keer hadden we vergezichten, die
soms wel meer dan 10 km ver waren. Ongetwijfeld moeten we uitzichten hebben gehad zowel
Duitsland als België in. Op weg naar Mechelen staken we de Lomberg- of Mechelderbeek over.
Langs de Hermansbeek en de Lombergbeek, zijbeken van de Geul, liggen hooilandjes,
heggen en bosjes. In de hooilanden komt veel kwel voor; ook worden ze regelmatig overspoeld
door de beken. Sommige hooilandjes zijn wat ruiger, daar groeit meer moerasspirea. Door elk
jaar te hooien, probeert Natuurmonumenten hier planten als herfsttijloos, knolsteenbreek,
gevlekte orchis en slanke sleutelbloem te behouden.
In het Mechelderbeekdal zijn poelen aangelegd voor alpenwatersalamander, kleine
watersalamander en bruine kikker. Broedvogels in het gebied zijn bosrietzanger, rietgors en
Europese kanarie. Bij hevige regenval spoelt vanuit aangrenzende agrarische percelen
voedselrijke grond het natuurgebied in. Om dit te voorkomen worden stroken struweel
aangeplant.
Nu volgde een heel mooi pad dat wisselend dicht- of dan weer wat verder van de sterk
meanderende Geul liep. Daarbij kwamen we langs 't Höfke en Hurpesch. Het parkoers voerde hier
over weilanden en af en toe moesten we om grazende- of herkauwende koeien lopen. Vlak voor
de grote rust te Camerig hadden we uitzicht op de Volmolen, een watermolen. We zagen het
waterrad ook draaien.
Natuurmonumenten bezit in het gebied verschillende monumentale gebouwen, waaronder de
Volmolen bij Epen. Deze Volmolen is lange tijd in gebruik geweest voor het ‘vollen’ van
geweven stoffen tot viltig en sterk laken. De stof werd daarvoor gedrenkt in een mengsel met
ranzige boter of gerotte urine en bewerkt met stampers die door het waterrad werden
aangedreven. In 1872 is de Volmolen omgebouwd tot graanmolen.
De molen is momenteel nog steeds in gebruik als graanmolen
Op 18,6 km was een grote rust in restaurant Camping De Rozenhof. Na de rust dwaalden
we lange tijd door het Vijlenerbos. Daarbij zaten verschillende malen flinke klimmetjes.
Op weg naar Vijlen kwamen we langs het Maria monument met zijn statieweg. In het Selzerbeekdal
kwamen we op een verkeersweg uit.
Bij Vijlen liepen we over een pad door een weiland. Daarna volgde een steil verhard pad
omlaag. Via de buurtschappen Melleschet en Hilleshagen werd een verzorgingspost bereikt.
Ze schonken hier gratis thee en bouillon. Deze verzorgingspost lag op 27,0 km te Nijswiller.
Bij buurtschap Baneheide liepen we door een tunnel onder een spoorlijn door. Dit was het
al eerder genoemde miljoenenlijntje. Er reed net een trein over de tunnel. De trein bestond
uit 3 rode treinwagons en leken zo uit het museum te komen. Na buurtschap Bulkemsbroek werd
in buurtschap Ordemolen bij Simpelveld de laatste verzorgingspost op 31,0 km bereikt.
Daarna zetten we koers naar het plaatsje Huls.
Buiten Huls dwaalden we door de nog niet eerder in dit verslag genoemde draaipoortjes.
Bij het geologisch monument De Putberg keken we nog naar de infoborden over de vroegere
kalkovens. Na de tunnel onder de A76 bereikten we even later Huys De Dohm en de Weltermolen,
een watermolen. De totale dagafstand bedroeg 39,5 km.
 |
Henri Floor & Coos Verburg |