|
|
|
|
61e Ronde van Zuid-Limburg (2004)
|
Op zaterdag 15 mei 2004 was de start van de Ronde van Zuid-Limburg.
Deze 3-daagse wandeltocht werd dit jaar voor de 61e keer georganiseerd.
De startlocatie was gevestigd in 'de Spuiklep', het ontspanningsgebouw SSOVH aan de
Parallelweg (op het Nesemplacement) te Heerlen, ongeveer 10 minuten lopen van het NS-station.
Rond 9.15 uur werden we welkom geheten.
Er werd melding gemaakt dat er dit jaar veel meer deelnemers waren als voorgaande jaren.
Dit gaf de nodige problemen.
Op de 3e wandeldag zouden we hierdoor met twee verschillende treinen naar de startplaats
Valkenburg rijden.
Wie voor het eerst Heerlen aandoet zou gemakkelijk de indruk kunnen krijgen dat het
een jonge stad is. Niets is minder waar, ook al stelt het moderne Heerlen van de 21ste eeuw
qua omvang het dorp uit de voorgaande perioden ver in de schaduw. Heerlen is een stad met
een minstens 2000 jaar oude onafgebroken bewoningsgeschiedenis.
Hoewel er sporen zijn van eerdere bewoning, onlangs werd een ongeveer zesduizend jaar
oude nederzetting van de Michelsbergcultuur ontdekt, begon de onafgebroken
bewoningsgeschiedenis pas met de komst van de Romeinen. Deze stichtten hier 2000 jaar geleden
een burgerlijke nederzetting, die zij de naam Coriovallum meegaven. Deze nederzetting ontstond
aan het kruispunt van twee belangrijke heerwegen (Boulogne-sur-Mer naar Keulen en
Xanten-Heerlen-Aken-Trier).
Wij vertrokken rond 9.50 uur en toen was het heerlijk rustig op het parkoers.
We liepen langs het NS-station van Heerlen alvorens de eerste bospassage te bereiken.
Dat was het Aambos, in de wijk Molenberg. Na de Oliemolen en de Caumermolen dwaalden we
opnieuw door bospassages. Nadat we de Caumerbeek waren overgestoken, voerde ons pad fraai
langs de grashelling waar volop gele brem bloeide.
De Oliemolen, ook wel 'in den Crouwel', later 'Creuwels-oliemolen' genoemd, ligt bij
het Aambos aan de voet van de Molenberg; de molen is een watermolen en wordt gevoed door de
Caumerbeek.
Doet de molen eerst dienst als volmolen (vollen van laken = samenpersen van weefsels),
later in de 16e eeuw krijgt hij ook de functie van oliemolen. Uit koolzaad, lijnzaad,
raapzaad en ook hennepzaad werd olie geperst. Het restant werd tot lijnkoeken (veevoer)
verwerkt. Vooral deze laatste functie had de molen tot in 1904. In 1829 wordt vergunning
verleend om ook graan te malen, terwijl in 1850 ook nog een looimolen in het gebouw werd
gevestigd. Na 1904 is de molen alleen nog in gebruik als graanmolen.
We kwamen langs de Heerlerbaan. Hier stonden zeer dure en exclusieve huizen. Elk huis hier
was gebouwd door een andere architect.
Nu zetten we koers naar recreatiepark Strijthagen en kwamen langs het schachtwiel, een
Mijnmonument. We passeerden de 239,2 meter hoge Strijthagenberg. Tegen deze berg is een
lange overdekte skihelling gebouwd, hetgeen een lelijk gezicht is. Van ingewijden hoorden
we dat het dak van deze overdekte skihal begroeid wordt met gras. Na de kruising van de
parkeerplaats Overste Hof volgde een smal pad tussen hekwerken langs weilanden. Verderop
liepen we langs vijvers.
Op 7,4 km werd de eerste verzorgingspost bereikt bij watermolen Strijthagen.
We lieten ons de soep goed smaken.
Hier in het Strijthagerbeekdal komen veel planten en dieren voor die kenmerkend zijn
voor het Zuid-Limburgse beekdallandschap, zoals paarbladig goudveil, bittere veldkers,
geelgors, das en veel dagvlinders. De steile hellingen van het beekdal zijn bebost,
de minder steile hellingen zijn voornamelijk in gebruik als gras- en bouwland.
In dit natuurgebied liggen de boerenhoeves Winselerhof, waar de Strijthagerbeek
ontspringt, en Overste Hof, dat is omringd door schraal grasland. Langs de beek liggen
diverse bronnen met bronvegetatie. Het kwelwater wordt afgevoerd naar de beek.
We staken de Dentgenbachstraat over en liepen nu op het grondgebied van de gemeente
Kerkrade. We betraden de Anstelvallei en liepen nu een tijd lang langs de Craner Weijer.
Weijer is het Duitse woord voor vijver, maar de kaart geeft aan dat het gaat om een stuwmeer.
We liepen langs de waterzuiveringsinstallatie van Kerkrade, die vernieuwd werd.
Na een controlepost liepen we over de binnenplaats van kasteel Erenstein.
Daarna liepen we verder door het kasteelpark en kwamen bij de Anstelbeek,
die uitmondt in de Craner Weijer. We liepen heen langs de westzijde van de Craner
Weijer en terug langs de oostzijde. Na het Kaffebergsbos staken we een spoorlijn over en de
N274 verkeersweg.
In Eygelshoven, in de gemeente Kerkrade, was een grote rust in Basisschool
De Schatkist op 13,7 km. Binnen waren alle stoelen bezet. Door het mooie weer konden we
echter lekker buiten zitten. We liepen verder door Eygelshoven en staken een paar maal op- en
afritten van snelwegen over.
In Nieuwenhagen liepen we door het Eikenbos.
Verderop kwamen we langs het NS-station
van Landgraaf. Even verderop kwamen we langs een bergsportzaak. Om de wandelaars extra aan
te moedigen voor een bezoekje stond buiten een verzorgingstent en enige uitgestalde
wandelschoenen. In de wijk Ravetsnaar te Landgraaf was de asfaltweg in zijn geheel in beslag
genomen door hardlopertjes, die hadden deelgenomen aan een hardloopwedstrijd.
De nummers 1, 2 en 3 van de jongens en meisjes moesten beschikbaar blijven voor een huldiging.
De gemeente Landgraaf is in 1982 ontstaan door samenvoeging van de vroegere gemeenten
Nieuwenhagen, Schaesberg en Ubach over Worms. Elk met een eigen geschiedenis.
De naam Landgraaf is ontleend aan 'De Landgraaf', een reusachtige en fascinerende ringwal die
onder andere door de gemeente loopt en die met de hem omringende grafheuvels en urnenvelden
herinnert aan de bewoners in prehistorische tijden.
Op 20,7 km was de tweede verzorgingspost. We deden ons weer tegoed aan een kommetje
tomatensoep.
Nu volgden we een tijdlang fraai over de Brunssummerheide. Daarbij kwamen we
over de Rode Beek.
Vervolgens volgden we een zandvlakte. Bij de sterrenwacht zagen we een hele aparte
zonnewijzer. Deze gaf naast de tijd ook de jaargetijden zomer, herfst, winter en lente aan.
I t/m XII Schrieversheide ware zonnetijd
De Schrieversheide Ware Zonnetijd is gebaseerd op de eeuwenoude tijdrekening,
die samenhangt met de opkomst en ondergang van de zon. Middag (noen) is het, wanneer de zon precies in het zuiden staat. Het middaguur volgens de Ware Zonnetijd is dus precies het midden tussen zonsopkomst en zonsondergang: de dag (de periode dat de zon boven de horizon is) is half voorbij.
1 t/m 12 Klokkentijd zomertijd
Deze tijd komt overeen met de tijd die uw horloge in de zomer aangeeft (in de
wintertijd één uur er van af tellen). In de zomer kennen wij in Nederland de zomertijd en
we zetten de klok een uur vooruit. Deze zonnewijzer is hiervoor gecorrigeerd. U kunt zien
dat de Klokkentijd verschilt van de Ware Zonnetijd: om precies te zijn zit er 1 uur en 36
minuten verschil tussen. Als de zon dus precies in het zuiden staat, dan is het volgens de
natuur middag (XXII uur), terwijl wij op ons horloge (en op de Klokkentijd-zonnewijzer)
13.36 uur aflezen.
Deze zonnewijzer is speciaal voor Schrieversheide ontwikkeld door J. Kragten van de
Zonnewijzerkring (Eindhoven). De zonnewijzer is berekend voor de coördinaten Noorderbreedte
50,9° en Oosterlengte 5,983°.
Op 24,2 km was een grote rust in het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten.
De verleiding om op het terras te zitten was groot genoeg. Het was per slot van rekening
prachtig zonnig weer. Er was zelfbediening en er stond maar één dame om te helpen.
Een meisje voor ons die o.a. bier bestelde voor haar ouders kreeg deze niet omdat ze te jong
was. Het parkoers werd wat heuvelachtiger. We verlieten de Schrieversheide in de omgeving van
een zandgroeve. Voorgaande jaren liepen we vaak door de zandgroeve. Dit jaar echter niet.
Waarschijnlijk was deze afgezet vanwege instortingsgevaar. Want vrij dicht onder de
oppervlakte lopen talrijke mergelgrotten, die nu makkelijker zouden kunnen instorten.
Dit met alle risico’s van dien.
We betraden de wijk Meezenhoek van Heerlen. Na een paar vijvers staken we de
Kasteellaan over. Deze laan voerde naar de ruïne van het voormalige kasteel Schaesberg.
Het kasteel stamt waarschijnlijk uit het begin van de vijftiende eeuw.
In 1571 werd op de fundamenten en met gebruikmaking van oud muurwerk van een oud
kasteel een nieuw kasteel in renaissancestijl gebouwd. In 1650 werd het kasteel behoorlijk
uitgebreid; o.a. met een grote voorburcht, die in 1965 door brand werd verwoest, en
vervolgens geheel werd afgebroken. Het kasteel zelf raakte na de achttiende eeuw in verval
vanwege verwaarlozing door de toenmalige eigenaars.
In 1977 is begonnen met een onderzoek van de overblijfselen en werd het restant
geconsolideerd.
Men beschouwt Willem II van Reetersbeeck als de mogelijke bouwheer van kasteel
Schaesberg. In 1472 kreeg Johan Crumell van Eynatten het kasteel in leen.
Toen in 1733 Frederik Sigismond Theodoor Crumell van Eynatten na jaren van
afzondering in een gedeelte van het kasteel stierf, erfde zijn neef Johan Frederik Wilhelm,
graaf van Schaesberg het goed. De latere Schaesbergs woonden niet meer op het kasteel,
maar lieten het aan zijn lot over, waardoor het in verval raakte.
De totale afstand bedroeg deze dag 29,6 km.
 |
Henri Floor & Coos Verburg |