|
|
|
|
Utrechtse Heuvelrug wandeltocht met WS78
|
Op zaterdag 1 mei 2004 liepen wij de WS78 wandeltocht
van zaterdag 19 maart 2005 voor.
We verlieten de startlocatie sociaal cultureel centrum "De Twee Marken".
Door het kleine centrum en onder de spoorlijn en A12-snelweg door, bereikten we
het gemeentehuis van Maarn. Nog één straat en we liepen alweer in het bos. Begin
mei is het jaargetijde dat de bomen en planten bezig zijn met het verkrijgen van
hun nieuwe bladeren. En deze zien er nog zo mooi fris en jong groen uit.
We zetten als eerste koers naar Huize Maarn. Op een deel van dit
grondgebied is een landgoedcamping, waar overheen het parkoers voerde. Nu zagen
we er geen caravans. Maar een week tevoren, toen we het parkoers aan het opmeten
waren, zagen we wel een aantal caravans staan. In dit gebied zagen we enige fel
oranje gekleurde pijlen van de 10e Gerrit van Maarsseveen wandeltocht vanuit
Doorn. Een eind verderop bereikten we het in 2003 beroemde geworden heideveldje
van Maarn. Hier was het stilste plekje van Nederland. Op een bankje stond de
tekst: "De Stilte der natuur heeft veel geluiden", Henriëtte Roland Holst.
We dwaalden verder door de bossen van Maarn en bereikten de
Sandenburgerlaan. Deze kruisten we en bereikten nu het terrein waar afval
vroeger werd gedumpt. Lange tijd had ik dit gebied gemeden. En met mij meerdere
mensen, getuigen de deels begroeide zandwegen langs het terrein. Afval zagen we
hier nu niet meer. Wel begroeide zandheuvels.
Verderop kruisten we de Wijkerweg. Hier kwam net een wat oudere man uit
Maarn aanfietsen, die we herkenden als een trouw WS78-lid. Hij was op weg naar
de 10e Gerrit van Maarsseveen wandeltocht te Doorn. Nu volgde nog een zandweg
van ongeveer 1½ km. We liepen inmiddels al een tijdlang door de bossen van
Landgoed Maarsbergen. Maarsbergen behoort namelijk tot de gemeente Maarn.
Daarop bereikten we de N226 (Maarsbergen-Leersum). En even verder het
Leersumseveld. Bij een schuur van Staatsbosbeheer betraden we landgoed Breeveen,
dat eigendom is van het Utrechts Landschap. Het landgoed Breeveen bestaat voor
een groot deel uit heide. Midden in dit gebied ontdekten we een kleine vennetje
waar de route nu ook langs liep. Daarna bereikten we een fietspad langs een
zandweg, dat we geruime tijd volgden. Normaal ben ik er geen voorstander van om
de route, zoals deze keer, zo'n 1½ km over een fietspad te laten lopen. Maar
hier valt het toch wel mee omdat het door het fraaie natuurgebied Het Leersumse
Veld liep. Bovendien zijn er in dit gebied maar beperkte toegangshekken in dit
met hekwerk afgesloten gebied. Het centrale gedeelte van dit gebied is van 15
maart t/m 15 juli afgesloten voor publiek. En 19 maart 2005 valt dus ook in deze
periode. Maar er blijven voldoende mooie plekken over. Vlak voor de geplande
soeppost wierpen we nog een blik op de plassen van het Leersumseveld.
Na de geplande soeppost dwaalden we een tijdlang door een meer zanderig-
en heidegedeelte van het Leersumse Veld. Daarna zette we koers naar het
Zuilensteinse Bos. We passeerden een parkeerplaats waar de start van een
terreinfietsersparkoers was. Bij één van de twee piknikbanken hadden we een
rustpauze en dronken en aten we wat. Daarna doorkruisten we het bosgebied rondom
de Hoge Ginkel. Voor de derde achtereenvolgende keer dat we hier kwamen zagen we
hier niemand. Vlak voor het kruisen met de Bergweg (van Leersum naar Overberg)
bevonden we ons op het hoogste punt van de wandeling, namelijk 63 meter hoogte.
Nu volgden we trajecten over de Vlakke Berg. Aan het geblaf in de verte
hoorden we, dat we in de buurt kwamen van een hondenpension. Over een soort
Holleweg daalden we nu verder af naar het Dorp van Amerongen. Bij de bosrand
aangekomen, liepen we niet rechtstreeks naar het centrum van Amerongen met
daarbij de grote rust. We volgden eerst nog een tijd de bosrand langs de
achterkant van huizen. We zagen hier talrijke grote huizen staan met
verschillende bouwtype. Maar weldra kwam toch het moment dat we de bossen
verlieten.
De gemeente Amerongen bestaat uit het dorp Amerongen, Overberg en een
gedeelte van Elst. Het dorp is +/- 1000 jaar oud, beslaat een oppervlakte van
3040 ha en telt ruim 7200 inwoners. Amerongen heeft, naast het aantrekkelijke
van wat de natuur en het landschap in en om het dorp te bieden hebben, een
bebouwing welke zéér bezienswaardig is. Met name in het gedeelte ten zuiden van
de Rijksweg N225 (het zgn. ‘Oude Dorp’) treft men een situatie aan zoals die
eeuwen lang is geweest. Men kan er nog zeer oude boerenhuizen zien met kleine
vensters, grote inrijdeuren en daken, half met dakpannen en half met stro
gedekt. De sfeer van rust, welke uitgaat van de vele karakteristieke gebouwen,
bepaalt voor een groot deel de waarde van het Amerongen van vandaag, men is er
duidelijk in geslaagd het landelijk karakter te bewaren. Toch is het dorp geen
slapend dorp geworden: Amerongen heeft een bloeiend verenigingsleven, enige
schone industrie, een gezellige warenmarkt en prachtige sportvelden voor
voetbal, korfbal, hockey en tennis.
Over De Kievit bereikten we de Rijksstraatweg. Deze staken we over en door
een paar dorpsstraten bereikten we de grote rust in Verenigingsgebouw De Waaier.
Door het warme weer (± 20°) besloten we niet binnen te rusten, maar iets verder
op het parkoers onder een grote oude boom, de Wilhelminaboom. Deze boom was hier
in het jaar dat Wilhelmina koningin werd in 1898 geplant, vlak voor de St.
Andrieskerk. Coos, die wel van een harinkje houdt, kon nu de verleiding
weerstaan om geen haring te nemen bij de haringtent, die hier vlakbij stond. We
zaten hier trouwens ook bij de dorpspomp.
De St. Andrieskerk met een grotendeels laatgotisch schip uit de 15e eeuw
ligt aan De Hof, een schilderachtig plein dat omringd wordt door lindebomen. De
16e eeuwse toren is 48 meter hoog en is gebouwd naar het voorbeeld van de Dom
van Utrecht. In het koor wapenborden en de graftombe van Goert van Reede van
Amerongen en zijn vrouw Geertruid van Nijenrode, die van de verbondenheid met
het kasteel getuigen.
We sloegen voor een groot wit gebouw rechtsaf.
Het witgepleisterde 'Oranjestein' werd omstreeks 1881 als herenhuis
gebouwd. Het werd vrij snel daarna een hotel. Vervolgens een bejaardenhuis,
gevorderd door militairen, een herstellingsoord en nu is het een
appartementencomplex. Dit gebouw heeft diverse wijzigingen ondergaan. Zo zijn
bijv. de serres en de rechter vleugel later toegevoegd.
Verderop kwamen we bij de hoofdingang van kasteel Amerongen.
De kasteelheren van kasteel Amerongen hebben in het verleden een zeer
belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van het dorp en het landschap. De
eerste kasteelheren waren vermoedelijk Heynric Borre ende Diederic sijn broeder.
Het oude kasteel, een door grachten omgeven woontoren, hebben zij om
strategische reden doen tymmeren (1286) in de uiterwaarden. Het bood overzicht
op de dijk, de belangrijke weg naar Wijk bij Duurstede en Holland. Tevens lag
het kasteel op de lage gronden om de grachten van voldoende water te voorzien.
In 1672 was er oorlog tussen Frankrijk, Engeland, Keulen en Munster tegen
de Nederlanden. In dat rampjaar was Amerongen door Duitse en Franse troepen
bezet. Het oude kasteel werd in februari 1673 door de Fransen met hout vol
gestapeld en uit wraak in brand gestoken. Amerongen leerde daarmee de
schaduwzijde van de Zonnekoning (Lodewijk XIV) kennen.
In 1674 werd met de bouw van het huidige kasteel begonnen en deze werd met
inbegrip van de binnenafwerking en verfraaiing in 1680 voltooid. Den Heer van
Ginckel verbleef tijdens de bouw als diplomaat veelal in het buitenland. Zijn
echtgenoot Margaretha Turnor nam tijdens zijn afwezigheid met ferme hand de
zaken waar. De kasteelheer werd regelmatig met de stand van zaken op de hoogte
gehouden en vond het kasteel seer manifyck en fraay. Het statige kasteel heeft
een dubbele toegangsbrug. Het kasteel is in de voorname classicistische stijl
gebouwd. In deze periode werden eveneens de tuinmuur, de koetsierswoning en het
koetshuis met stallen gebouwd. De aanbouw bij de laatste gebeurde in 1906/07. De
oranjerie werd rond 1870 gebouwd in dezelfde stijl als het kasteel. Het
speelhuisje werd begin 20ste eeuw gebouwd. Op het kasteelterrein liggen honden
en een paard begraven. Tevens staan er vormbomen en er is een rosarium.
In de 19de eeuw vertoefden de eigenaren veelal in Engeland en
verwaarloosden het huis. Vanaf 1876 werd het huis permanent bewoond door Godaard
J. G. C. graaf van Aldenburg Bentinck (1857-1940) die met veel liefde het huis
liet opknappen. De eet- en gobelinzaal werden bijv. volgens de 18e-eeuwse stijl
ingericht. Hij vond het belangrijk om het oude karakter van het kasteel te
bewaren. Sinds de laatste bewoners is er vrijwel niets veranderd aan de unieke
verzameling van adellijke bezittingen die men in honderden jaren heeft
bijeengebracht. De verschillende vertrekken zijn ingericht met antieke meubelen,
schilderijen, portretten, wapens, zilver, aardewerk en wandtapijten.
Door een paar rustige straten vervolgden we ons parkoers en weldra
verlieten we Amerongen weer. We passeerden kasteel Zuylestein.
Kasteel Zuylestein werd in het begin van de 14e eeuw gebouwd. In maart
1945 werd het kasteel door een verdwaalde geallieerde bom volledig vernield.
Daarop zetten we koers naar een bosgebied, waarbij we twee keer vlak
achterelkaar een draadhek passeerden. We kruisten een wit/rode markering van de
Heuvelrugroute. Tegenwoordig heet dit pad het Trekvogelpad Na een smal bruggetje
kregen we een fraai uitzicht op weilanden en boerderijen voor Leersum met de
daar achterliggende bossen.
We staken de N225 (Leersum-Amerongen) over en volgden nu een bosrand.
Hierbij hadden we uitzicht op het oostelijke deel van Leersum. We zagen hier
geel/blauwe markeringen van het 48 km lange Stichtse Dorpenpad, dat loopt van
Driebergen naar Rhenen. Opnieuw betraden we het Zuilensteinse Bos. Op een bankje
bij Hoog Leersum hoorden we het geluid van de naburige tennisbaan. Ook hoorden
we het geschreeuw en gekrijs van kinderen. Het geluid kwam uit de richting van
het zwembad van Leersum (het Bosbad). Maar we dachten dat het buitenzwembad nog
niet open was.
Opnieuw zetten we koers naar het heide- en zandgedeelte van het
Leersumseveld. Hier volgden we enige tijd de geel rode markering van het
Utrechtepad. Uiteindelijk kwamen we bij de geplande koffiepost uit. Er was hier
ook een minicamping waar wel 25 caravans stonden. Spoedig daarna bereikten we de
Leersumse plassen.
Opeens hoorden we twee enorme harde knallen die ons verontrustten. Maar er
gebeurde verder niets bijzonder. Later lazen we in de krant wat er aan de hand
was, zie het volgende bericht uit het Utrechts Nieuwsblad van maandag 3 mei
2004:
Straaljagers 'knallen' bij achtervolging
Twee enorme knallen hebben zaterdagmiddag rond twee uur inwoners tussen
Utrecht en Apeldoorn opgeschrikt. Twee straaljagers gingen ‘explosief’ hard door
de geluidsbarrière. Ze waren op jacht naar een onbekend vliegtuig. De F-16’s
waren opgestegen in Leeuwarden, nadat een Boeing 737 het Nederlandse luchtruim
was binnengevlogen. De piloten van het vliegtuig hielden zich daarbij niet aan
de luchtruimverkeersregels. Contact maken met het vliegtuig bleek onmogelijk,
zegt Jos van der Leij, Luchtmachtvoorlichter van het ministerie van defensie.
Daarop werd besloten een ‘quick reaction alert’ uit te voeren. Het ministerie
beaamt dat niet uitgesloten werd dat het vliegtuig ’kwade bedoelingen’ had. “Een
vergelijking met 11 september valt te maken, want ook toen hielden vliegtuigen
zich niet aan de regels zoals die in de lucht gelden.”
De straaljagers vlogen ruim duizend kilometer per uur om zo snel mogelijk
contact te krijgen met de vliegers van de Boeing. Volgens het ministerie moesten
de straaljagers in het uiterste geval het vliegtuig uitschakelen. ,,Het gaat om
de verdediging van ons luchtruim.’’ Toen de F-16’s de Boeing naderden, bleek dat
de bestuurders van het vliegtuig niet op de juiste radiofrequentie zaten. De
Boeing 737 werd boven de Veluwe op een hoogte van 7,5 kilometer door de F16's
onderschept, geïdentificeerd en verder begeleid tot de Belgische grens. Op het
moment dat de straaljagers door de geluidsbarrière gingen, produceerden ze twee
enorme knallen. Dat leverde een stortregen aan verontruste telefoontjes op bij
de politie in Utrecht, Amersfoort, Baarn en De Bilt. Volgens het ministerie van
defensie is het niet gebruikelijk om in het weekeinde met straaljagers te
vliegen. Ook als straaljagers door de week vliegen gaan zij - boven land - niet
door de geluidsbarrière. ,,Boven zee komt het wel af en toe voor.’’
We liepen hier, bij de Leersumse Plassen, even op de gemeentegrens met
Woudenberg, maar verder dan dat kwamen we Woudenberg niet in. Bij een vogelhutje
hadden we een rust en konden de vogels bespieden.
Nu zetten we koers naar Valkenheide. Op dit terrein worden moeilijk
opvoedbare kinderen begeleid. Maar zaterdags merk of zie je daar niets van. We
staken de N226 (Leersum-Maarsbergen) over en zetten nu aan voor een laatste
klim. Van ±7 meter stegen we naar ± 38 meter hoogte. Op het laatste heuveltje op
de top staat een kleine oude begraafplaats.
Op deze oude familiebegraafplaats liggen één grote en drie kleine
grafstenen. Op enige daarvan stond de naam van Beaufort. Om de grafstenen was een
smeedijzeren hek geplaatst.
Door de bossen van Landgoed Maarsbergen, waar nu opvallend veel vliegen en
muggen ons bestookten, liepen we om kasteel Maarsbergen heen. Van het kasteel
vingen we zelfs geen glimp van op. Daarop werd nog de geplande fruitpost
bereikt. Deze was gelegen in een schuur bij een boerderij met fraai geschilderde
luiken.
We volgden nu een km de Buurtsteeg, een zandweg met naastgelegen fietspad
door bossen. We sloegen nog een keer af en liepen verderop enige malen langs een
bosrand met uitzicht op weilanden. Evenals de laatste keer verliep de route de
laatste km hetzelfde als afgelopen jaar. Daarbij kwamen we langs een huis waar
in de tuin een bord stond met de tekst "Ws-ers, proficiat". Spoedig daarop werd
de finish bereikt. De totale afstand bedroeg 41 km.
| Henri Floor & Coos Verburg
|