Op zaterdag 10 april 2004 liepen wij de WS78 wandeltocht vanuit
Harderwijk na. Deze tocht werd op 28 februari 2004
georganiseerd. We reden met de trein naar Harderwijk. We kwamen hier om
10 minuten over 8 aan.
Harderwijk bezit een rijke erfenis. Ook in het stadsbeeld kunt u tal
van herinneringen uit bijna 800 jaar stadsgeschiedenis aantreffen,
zoals op de Vischmarkt. De gehele historie van Harderwijk ligt besloten
binnen de stadsmuren, waarvan gedeelten alsmede de Vischpoort en de
Smeepoort nog altijd fier overeind staan.
Al op 11 juni 1231 verleende Graaf Otto van Gelre en Zutphen stads- en
marktrechten aan 'Herderewich'. De handelslui die hun zaken deden nabij
het agrarisch centrum Selhorst ontvingen daarmee erkenning en stimulans
tegelijk. Harderwijk groeide uit van agrarische nederzetting tot
handelsplaats, die zelfs eeuwen lid was van het Hanze-verbond.
Bovendien was er rond 1500 de belangrijkste vismarkt aan de Zuiderzee
te vinden. In 1584 kreeg Harderwijk de provinciale munt van Gelre
binnen haar muren.
Van 1647 tot 1811 was Harderwijk universiteitsstad. Studenten met
bekende namen als Linnaeus en Boerhaave volgden hier hun opleiding.
De visserij werd sterk teruggedrongen door de afsluiting van de
Zuiderzee in 1932 en de aanleg van de IJsselmeerpolders. Handel,
industrie en toerisme kwamen echter snel op. Daaraan vooral dankt
Harderwijk zijn snelle groei.
De komst van het koloniaal werfdepot in 1844 veranderde Harderwijk in
een garnizoenstad. De vijf kazernes die daarna nog in de stad kwamen
werden de thuisbasis voor vele militairen.
De gemeente waarborgt boven alles het historische karakter van de stad.
Bijvoorbeeld door bij het ontwikkelen van nieuwe plannen voor de
binnenstad ook oog te hebben voor de oude kenmerken.
We liepen langs de spoorlijn en pakten het parkoers op bij punt 1 van
de routebeschrijving op een honderd meter voorbij de start. Na een
asfaltfietspad volgden we een pad door een parkje, Slingerbos genaamd.
Verderop liepen we over een weg waar links huizen stonden en rechts de
A28-snelweg liep. Je kon de snelweg hier zeer goed horen. Door het
vroege uur voor velen, sloten nog talrijke gordijnen de ramen van
huizen af.
We liepen door een tunnel onder de A28-snelweg. Spoedig daarna betraden
we een bosgebied. We liepen langs een Trafostation. Even later
passeerden we een witte slagboom, waarbij een bordje opengesteld stond.
Ook zagen we een verwijsbord naar de Cooper-baan. Even later volgden we
trajecten van deze Cooper-baan.
De Amerikaanse legerarts Kenneth Cooper ontwikkelde in de zestiger
jaren een testmethode om de conditie van militairen in de
leeftijdsklasse van 17-52 jaar te kunnen beoordelen. De deelnemers
werden zowel onderworpen aan een 12 minuten looptest als aan een
maximale inspanningstest in het laboratorium ter bepaling van de
maximale zuurstofopname. Met dit onderzoek werd aangetoond dat er bij
een groep militairen van voornamelijk jonge leeftijd een sterke
samenhang bestond tussen hun maximale zuurstofopname en de door hen in
12 minuten afgelegde afstand.
We passeerden een bord van het Waterbedrijf Gelderland. Nu volgden we
een fraai smal bospad dat ook intensief gebruikt werd door fietsers.
Niet dat we nu zoveel fietsers zagen, maar dat was duidelijk aan het
bospad te zien. Wel passeerden ons éénmaal vier ATB-fietsers. Het was
deze dag zo rustig omdat de dag somber was begonnen met zwaar bewolkt
weer, waaruit hele fijne regendruppeltjes vielen, genoeg om mooi weer
sporters binnen te houden.
We passeerden de achterkant van een bordje met de tekst "Leuvenumsebos"
en weldra sloegen we door een klaphekje af. Er stond hier geen
informatie waarom dit terrein was afgerasterd, maar het WS78
infobulletin van 28 februari 2004 meldde dat hier schapen en runderen
graasden. Ik voelde mij hier niet zo op mijn gemak, want in een terrein
met runderen voel ik me meer een held op sokken. Coos was er deze dag
niet bij. Zij ging naar Oudergem bij Brussel om daar deel te nemen aan
een 125 km Euraudaxtocht. Na het uitlopen van die tocht zou zij haar
tweede gouden arend behalen. Het traject door het afgerasterde terrein
met (loslopende) runderen was gelukkig maar 600 meter lang. En zonder
één exemplaar gezien te hebben, verlieten we het terrein weer door een
klaphekje. Dit gebied wordt ook aangeduid met het Cyriasische Veld, een
heideterrein waarvan een klein deel levend stuifzand gebied is.
We zetten nu koers naar de kapschuur van de Vereniging tot behoud van
Natuurmonumenten te Leuvenum, gemeente Ermelo. Er brandde wel licht
binnen, maar buiten stond een gemakkelijk bank met leuning. Hierop
stond de tekst "1947 Het Roode Kooper 1997". Ik haalde mijn regenbroek
te voorschijn en legde deze op de bank. We kwamen hier net na half elf
aan en hadden hier onze lunch. We hadden per slot van rekening al om
half zeven ontbeten. De afgelegde afstand bedroeg 11 km. Even later
kwam de boswachter naar buiten en we begroetten hem. We zeiden tegen
hem dat we een wandeltocht naliepen, die zes weken te voren werd
georganiseerd. Hij zei tegen ons dat op deze plaats toen een post was.
Daarna zei hij dat toen het een en ander mis was gegaan. Dit was een
eufemistische uitdrukking voor het feit dat hij het toen helemaal
vergeten was. Op 28 februari heeft men toen op ongeveer 100 meter
verderop de soeppost ingericht in een melkbussen-schuur van een
welwillende veehouder.
Na zo'n 20 minuten vervolgden we ons pad in noordelijke richting en
dwaalden verder door het Leuvenumse bos. We passeerden Hotel Restaurant
"Het Roode Koper". We zagen hier een wit/rode markering van de LAW8 -
Zuiderzeepad. We sloegen af en staken de sterk meanderende Leuvenumse
beek enige malen over via vlonders. Daarna volgden we de Leuvenumse
Beek enige tijd parallel. Het Leuvenumse bos ging over in de
Leuvenhorst. Daarbij kruisten we wel driemaal De Poolseweg. Zo enorm
slingerde ons parkoers. Bij bosgebied "Stille Eenzaamheid" maakte het
parkoers een scherpe bocht naar rechts.
Na het Hertenbosch, Gelle Gat en Koopmansbos bereikten we het
voormalige militaire terrein Beekhuizerzand. Dit was een prachtig, maar
zanderig natuurgebied. We zetten nu koers naar Café De Woudstee en
kruisten daarbij de A28-snelweg en de spoorlijn Harderwijk-Zwolle. Vlak
voor de geplande rust besloten we het café toch niet in te gaan. We
waren al 5 uur onderweg en een binnenrust kon de boel nog meer
vertragen. We merkten het echter wel spoedig dat we geen grote rust
hadden genomen, want in de korte tijd hadden we een rust op bankjes
onderweg.
De volgende 2½ km na de grote rust waren asfaltwegen, maar daarna
voerde het pad weer fraai door bossen en langs beekjes. Dat was op
landgoed Hulshorst in de gelijknamige plaats Hulshorst. We passeerden
een bordje met de tekst "gemeentebos van Nunspeet". We begaven ons weer
naar een oversteek over de spoorlijn en dat was in de buurt van het
voormalige station Hulshorst. Tegenwoordig is dit stationsgebouw een
particuliere woning en passanten wordt gevraagd om de privé-sfeer te
eerbiedigen. Bij de spoorwegovergang stond voor een huis een heel oude
stoomlocomotief op een rails.
We betraden opnieuw bosgebied Leuvenhorst overgaand in het
Beekhuizerzand. We kruisten hier op 26 km het zelfde parkoers, waarbij
we toen 20 km hadden afgelegd. Het parkoers door het Beekhuizerzand was
moeilijk te volgen. De parkoersbeschrijving gaf meerdere keren aan wat
we een onduidelijke zandweg moesten volgen. En aangezien er in dit
gebied talloze onduidelijke zandwegen liepen, waren we spoedig van de
officiële route afgedwaald. We kwamen uit op een kaarsrechte weg langs
een bosgebied. De fotokopie van de routebeschrijving gaf uitkomst. En
met hulp van deze kaart kwamen we weer op de officiële route uit.
Beekhuizerzand wordt levend stuifzandgebied
Op het Beekhuizerzand wordt tot medio 2004 gewerkt aan het herstel van
stuifzand.
Het is een natuurgebied van circa 200 hectare.
Tijdens de werkzaamheden is circa 45 hectare bos gekapt.
Vervolgens werd 10 cm van de bodemlaag verwijderd.
Een deel van de bomen was van goede kwaliteit voor de houtindustrie.
Zeker 650 kubieke meter hout werd met het FSC keurmerk op de markt
gebracht.
Het niet bruikbare hout is verspaand tot houtsnippers en afgevoerd
naar de energiecentrale in Cuijk.
Circa 50.000 m3 zand wordt afgevoerd naar een tijdelijk depot.
Dit zand is goed bruikbaar als ophoogzand voor bouwterreinen of
ondergrond voor wegen.
Het Beekhuizerzand vormt samen met het Hulshorsterzand en het
Kootwijkerzand een uniek
landschap in West Europa. Het herstel geeft zeldzame planten en dieren
weer een kans
Opnieuw konden we genieten van een smal pad door de bossen, dat vooral
door ATB-fietsers in stand wordt gehouden. We liepen nog langs een
uitkijktoren, maar ik vond de trap te steil om me op de uitkijktoren te
wagen. Voordat we Harderwijk weer betraden liepen we nog over de
Galgenberg. Daarna passeerden we nog een oude ronde watertoren, die in
1895 gebouwd was. Bij een voormalige militaire kazerne, waarbij nog wel
een hekwerk omheen stond, troffen we nog een achtergebleven genummerde
WS78-pijl (nummer 135.2). Op de internetsite van Harderwijk lazen we
dat de gemeente al zijn 5 kazernes wil ontmantelen.
Vlak voor de koffiepost, die op 32½ km was, zagen we dat we zo'n 100
meter moesten teruglopen. Deze afstand bespaarden we ons door meteen
het vervolg na de koffiepost op te pakken. We staken de A28-snelweg
over. We kwamen langs drie flats. Hierbij viel het op dat op de balkons
van bijna elke flat een grote schotelantenne hing. Bovendien hing er
veel was buiten te drogen. We volgden na oversteek van de
geëlektrificeerde spoorlijn, een spoorlijn die niet meer in gebruik
was. Dit was op weg naar het oude centrum van Harderwijk, waar we nog
een bezoek aan brachten. Op 36 km kwamen we langs een snackbar. We
besloten hier een frietje te pakken en nog wat blikjes fris te kopen.
Onze meegenomen voorraad van 4 blikjes was opgeraakt.
200 meter verderop kwamen we bij molen de Hoop. Hierna moesten we over
een ophaalbruggetje voor het gemeentehuis verder lopen. Maar de
ophaalbrug was gesloten. De brug stond open en bleef open. We liepen om
en vervolgden het parkoers over de Havendam. Daarop kwamen we op de
Boulevard en volgden deze met gezellige kraampjes en stalletjes. Het
grote restaurant IJsselmeer stond helemaal leeg en het onderhoud leek
ook achterstallig.
Door de Vischpoort bereikten we de Vischmarkt. Daarna kwamen we door
het Vleeshouwersteegje. Aan het einde van dit steegje stond aan de
linkerkant een straatnaambord met de naam Vleeshouwersteeg en aan de
rechterkant stond een straatnaambord met de naam Vleeshouwersteegje.
Daarna kwamen we nog over de Markt, langs de Linnaeus
kerk en door de Paradijspoort. Vervolgens kwamen we nog door de tuin
van het voormalig "Koloniaal werfdepot".
Daarop bereikten we het Wolderwijd, een breed merengebied en was een
deel van de vroegere Zuiderzee. Hierlangs liepen we nog een km. Daarna
sloegen we af en volgden het geasfalteerde Zuiderzeepad. 100 meter
verderop verlieten het parkoers, waar we diezelfde ochtend op het
parkoers waren gekomen. Dezelfde weg als heen liepen we terug naar het
station. Daarbij liepen we door een straat met zogenaamde
stadsboerderijen. Nu waren dit twee onder één kap woningen en op de
gevel hing een bordje met het gemeentewapen van Harderwijk en de tekst
monumentaal gebouw. Vlak voor het station verhoogden wij het tempo nog
enigszins. We zagen namelijk veel mensen op het perron staan ten teken
dat er spoedig een trein zou aankomen. Dat bleek ook het geval te zijn.
Toen we om 18.15 uur bij het station aankwamen, bleek dat de trein van
18.18 nog moest aankomen, die ons rechtstreeks naar Utrecht bracht.
Het was een mooie tocht geworden. Rond een uur of twaalf was het
geleidelijk aan droog geworden. Een paar maal zagen we nog even de zon.