Vorig 
WS78 verslag Volgend 
WS78 verslag Terug 
naar de overzicht van alle WS78 wandeltochten Terug naar de 
homepage van Henri Floor Met WS78 vanuit Oosterbeek, 5 weken later op zaterdag 7 februari 2004
Dit is het wapen van Renkum. 
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Op zaterdag 7 februari 2004 liepen wij de WS78 wandeltocht vanuit Oosterbeek na. Deze werd op 3 januari 2004 georganiseerd. Ik voelde me toen niet lekker en niet fit genoeg. Coos heeft de tocht toen wel gelopen. We reden met de trein naar Oosterbeek en pakten het parkoers op bij punt 207 van de routebeschrijving. Want de route liep aan het eind van de officiële tocht langs het NS-station van Oosterbeek. Nadat we het officiële startpunt hadden gepasseerd, was het eerste bosgebied wat we doorkruisten het bosgebied rondom de Pietersberg. Dit bos ging over in landgoed de Hemelse berg. Dit was een sterk geaccidenteerd bos met enige diepliggende beekjes. We kwamen langs wellen, een nat en moerasachtige plek waar enige beekjes begonnen. Een bord gaf aan of je hier niet in de beek wilde stappen om deze bronnen van beekjes niet te beschadigen.
Oosterbeek is gelegen aan de zuidzijde van de Veluwe, in het aflopend gedeelte van het Veluwe-plateau naar de Nederrijn. Tussen Oosterbeek-Hoog en Oosterbeek- Laag wordt een hoogteverschil van circa 70 meter overbrugd. Op veel plaatsen langs deze helling komt het grondwater onder de Veluwe dicht aan het oppervlak, hetgeen resulteert in het grote aantal sprengen en beken dat Oosterbeek rijk is. Veel van deze sprengen zijn in vorige eeuwen geslagen voor het aandrijven van papiermolens en ten behoeve van blekerijen.
We kregen uitzicht op een verpleeghuis met de naam Hemelse Berg. We staken hier enige malen bruggetjes over beken over. Bij punt 34 en 35 klopte de tussenafstand niet. We liepen terug naar het beginpunt van het pad en telden met grote voetstappen de genoemde 165 meter uit. Maar hier was ook geen schuine kruising zichtbaar. Uiteindelijk besloten we op een soort 4-sprong af te slaan, maar om dit nu een schuine kruising te noemen, dat ging voor ons veel te ver. Want later bleek het verdere verloop wel goed te zijn. Door het verkeerd lopen op dit punt hadden we wel extra genoten van een brede opening in het bos, waarbij we uitzicht op de Rijn en Westerbouwing hadden gekregen. Het bosgebied waar we in liepen heette de Valckeniersbossen. We bereikten Heveadorp vlak bij een groot rond stenen bouwwerk.
Aan het eind van de 19e eeuw werd dit gebied gekocht door de heer Scheffer. Hij was een schatrijke cacaofabriekant. Hij stichtte er een modelboerderij, Huis ter Aa. Het grote ronde stenen bouwwerk was een filterkelder, die dateerde uit het begin van 20e eeuw. Het water van de beek werd hier gezuiverd en teruggepomd naar de bedrijfsgebouwen van de toenmalige cacaofabriek. Dit was een uniek milieuvriendelijk monument uit het begin van de 20e eeuw. In 1976 ging de fabriek failliet en nu verandert Heveadorp van fabrieksdorp naar (luxueus) forensendorp.
We zagen een bushaltehokje en Coos besloot hier de regenbroek aan te trekken. Dit omdat het steeds al wat licht had geregend en het begon langzaam harder te regenen. Ikzelf had de regenbroek al bij de start aangetrokken. We liepen door Heveadorp over een smal pad tussen woonhuizen. Buiten Heveadorp bereikten we de Huneschans. Dit is een soort omwald terrein met uitzicht op de Rijn, de sluizen bij Driel en het plaatsje Driel. We bereikten de Huneschans via trappetjes. We troffen het op dat moment niet, omdat de wind aanwakkerde. Hierdoor striemde de regen in ons gezicht. We hadden van de Huneschans ook uitzicht op de spoorbrug over de Rijn bij Oosterbeek. Over een zeer steile trap verlieten we de Huneschans.
Italiaanse weg in de Duno-bossen 
bij Doorwerth Daarna dwaalden we door de Duno-bossen in een sterk geaccidenteerd terrein. Hier moesten we een pad 700 meter volgen. Bij WS78 komt het tegenwoordig vaak voor dat als je een bospad volgt en deze gekruist wordt door een asfaltweg, dat geen melding wordt gemaakt van die asfaltweg. Hierdoor wisten we niet of we bij de kruisende asfaltweg deze moesten oversteken of dat we hiervoor al hadden moeten afslaan. We hadden wel een ingetekende route bij ons. Maar deze route was met een dikke pen ingetekend, waardoor we op dit punt niet voldoende informatie uit de ingetekende route konden verkrijgen. Ik ben enigszins bekent in dit gebied. In 1988 was de WS78 tocht vanuit Wolfheze door ons uitgezet en vond ook in dit deel plaats.
De Duno dankt zijn naam aan het landhuis dat er in de achttiende eeuw stond en door zijn eerste eigenaar Duunoog was gedoopt. Wellicht vond de man de heuvels rond zijn bezit op duinen lijken. Eind negentiende eeuw werd het landhuis afgebroken en vervangen door een riante villa. De laatste bewoner, een theeplanter uit voormalig Nederlands Indië, liet het landgoed bij zijn overlijden in 1931 na aan Het Geldersch Landschap. Helaas heeft ook deze villa, met zijn adembenemende uitzicht over de Betuwe, de oorlog niet overleefd.
We bereikten de soeppost op 9 km. Even verderop liepen we langs tennisvereniging Duno en de bijbehorende kantine was geopend. Daarop besloten we hier te rusten. We waren al 2½ uur onderweg en hadden slechts 9 km afgelegd. Toch besloten we hier een half uur te rusten. Het was een pittig parkoers tot nu toe. Bovendien waren we al een paar keer verkeerd gelopen hetgeen de wandelsnelheid niet echt bevordert. We vervolgden ons pad, terwijl de regen gestaag bleef neervallen. We liepen nu door de Cardanus bossen. We staken de provinciale weg van Wageningen naar Arnhem over en bereikten bosgebied Wolfheze. Dit gebied betraden we door een klaphekje en het gebied werd begraasd door runderen. We doorkruisten dit heidegebied en bereikten een meanderend beekje. Dit volgden we een tijd en staken enige bruggetjes en vlonders over. We weken hier even van het officiële parkoers af omdat een traject van 350 meter langs de provinciale weg ons niet aantrok en er een beter alternatief voorhanden was. We staken een weiland over en de aanwezige schapen keken verwondert op. Bij boerderij Kabeljauw verlieten we het weiland weer. Over een zandweg liepen we daarna op korte afstand parallel aan de Heelsumse beek.
We staken een verkeersweg over en kruisten daarna de A50-snelweg. Bij een kerkje op een heuvel te Heelsum sloegen we af en liepen toen naar het centrum van Heelsum. In de tuinen van de huizen bloeiden al krokussen, sneeuwklokjes en narcissen. Het voorjaar trachtte dit jaar al vroeg te beginnen. Hoe dit af zal lopen is op het moment van schrijven nog een vraag. Na het verlaten van de bebouwde kom van Heelsum dwaalden we eerst over een open veld overgaand in bosgebied.
Bij punt 107 in de parkoersbeschrijving stond dat we een asfaltweg moesten oversteken en daarna l.a. op een schuine kruising. Het was niet duidelijk of die schuine kruising meteen na het kruisen van die asfaltweg was of verderop in het bos. Het bleek dat de schuine kruising meteen na het kruisen van de asfaltweg was. In het nu komende gebied met de naam Keijenberg liepen we nogmaals verkeerd. R.a. eerste pad bleek niet genomen te moeten worden. Het zoeken naar de goede weg kost dan weer extra tijd. We staken de Halve Radbeek en de Kortenburgse beek over gevolgd door een vijver in het bos. Even later bereikten we restaurant Nol in ’t Bosch. We konden hier voor maar liefst ? 4,85 een kom erwtensoep met roggebrood en spek eten. Het was wel prijzig, maar na lang in de regen te hebben gelopen, hadden we hier wel zin in.
Na de rust liepen we opnieuw verkeerd, nu door een verkeerde tussenafstand. Omdat we niet al te vroeg meer waren en we de tocht toch wel wilden afmaken, besloten we niet terug te lopen, maar de route verderop weer op te pakken. Ook in deze omgeving was ik aardig bekend omdat ik vroeger in Wageningen heb gewoond en restaurant Nol in ’t Bosch lag ook (nog net) in Wageningen.
Bij Everwijnsgoed pakten we de route weer verder op en liepen nu langs de Molenbeek.
De Molenbeek is een van de beken in het Renkumse Beekdal. Hij ontspringt ten noorden van de spoorbaan Utrecht - Arnhem, halverwege Ede en Wolfheze, en net ten oosten van de kruising van de spoorbaan met de A12. Op weg naar de Rijn wordt de beek nog gevoed door meerdere zijtakken (sprengkoppen). Het noordelijke deel van de beek heeft nog een redelijk natuurlijk karakter en kronkelt door de bossen. Het midden van de beek is kunstmatig op de oostelijke helling van het beekdal gelegd en volgt het dal naar het zuiden. Het zuidelijke deel loopt deels ondergronds, onder een papierfabriek door, die in het dal is gebouwd. Daar voorbij loopt de beek via een dode meander in de Rijn. Parallel aan de Molenbeek loopt nog een tweede beek, de Oliemolenbeek. Deze beek loopt in het laagste deel van het beekdal, en heeft wel een natuurlijke bedding. In het midden van het beekdal ontspringt nog een derde beek, de Afgebrande beek.
We kwamen uit bij Quadenoord en hier was een stuk weiland omgetoverd in een beeldentuin. Nu bereikten we een pad langs een beek waar we met de WS78 tocht van 1 oktober 1988 vanuit Wolfheze geen toestemming van de boswachter hadden gekregen. We wisten dat zo goed omdat wij die tocht destijds hadden uitgezet. We liepen verder door de bossen van landgoed Quadenoord. Na dit bosgebied betraden we een omrasterd gebied waar runderen graasden. Opeens wees Coos in de verte. We zagen maar liefst 5 reeën. Ze sprongen over een omheining en renden eerst onze richting op. In de omgeving van de Sinderhoeve staken we de Telefoonweg over. Hierna zagen we aan onze rechterhand een proeftuin waar onderzoek wordt gedaan naar de belasting van overmatige bemesting op poldersloten.
Overmatige bemesting van landbouwpercelen belast poldersloten op een dusdanige wijze dat er een omslag kan optreden van helder water, met ondergedoken waterplanten, naar een volledige kroosbedekking, die aeroob leven verstoort en de biodiversiteit ernstig vermindert. PCDitch is een functioneel model van een sloot. Het beschrijft dynamisch de nutriëntenhuishouding in water, sediment en vegetatie, en de competitie tussen verschillende vegetatiegroepen. PCDitch is gekalibreerd op de proefsloten van de Sinderhoeve, met gebruik van gegevens van de Landbouw-Universiteit Wageningen en het DLO-StaringCentrum. De waargenomen dominantie van ondergedoken planten bij lage, en kroos bij hoge belasting, werd door het model bevredigend gesimuleerd.
station Oosterbeek Verderop liepen we op korte afstand langs de Jonkershoeve. Daarna bereikten we de Doorwertse Heide. Hoewel we hier op de grens van Heelsum met Wolfheze liepen werd ons de benaming snel duidelijk. Want we hadden hier een wijds uitzicht op Doorwerth. Hier betraden we voor de 3e maal deze dag een afgerasterd terrein dat door runderen werd begraasd.
In het centrum van Wolfheze liepen we langs het Psychisch Ziekenhuis-terrein en even later langs het plaatselijke NS-station. Het was inmiddels 4 uur en de neiging om de tocht hier af te breken was er wel, maar we besloten toch door te lopen.
We zagen wel in dat we de uurtrein van 17.46 uur niet meer zouden halen en liepen daarop rustig verder. Echter ook weer niet al te rustig, want we hadden de informatie dat de zon deze dag om 17.38 uur onder zou gaan. Opnieuw liepen we door de Wolfhezer bossen overgaand in de Bilderberg bossen. Hier was destijds ook nog de fruitpost bij een gebouw van Scouting. Bij Parkflat Valckenier voerde de route over een zeer modderig ruiterpad, vlak langs een asfaltweg. Daarop besloten we de asfaltweg te volgen. Spoedig daarop bereikten we de buitenwijken van Oosterbeek gevolgd door het NS station. We kwamen hier om 17.55 uur aan, terwijl we om 8.15 gestart waren. We hadden deze tocht derhalve afgelegd in 9 uur en 40 minuten. Het was een hele mooie en afwisselende tocht geworden, waar we, ondanks de regen, die tot 13.00 uur viel, volop van hebben genoten. Voor mij was het de eerste 40 km tocht sinds 8 weken en de eerste 40 km tocht dit jaar (2004).
naar de top 
van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg