Terug naar het overzicht van alle Euraudax wandeltochten Terug naar de homepage van Henri Floor Je doet het gewoon voetje voor voetje
arendkop Of wandelen een sport is, hoefde je de aanwezigen in cafe De Letste Geulde in Horst afgelopen vrijdag en zaterdag niet te vragen. Natuurlijk is het een sport, maar dan zonder het wedstrijdelement. "Het gaat hier niet om het winnen, maar om de prestatie op zich", vertelt Marinus van Kuilenburg uit Tiel. "Als iemand er doorheen zit, dan help je hem of haar door te zetten tot het eind. Als dat dan lukt, dan is het één en al euforie."
Dit is het wapen van Meerlo.
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Honderd kilometer lopen in twintig uur tijd. Een hele opgave, maar geen onmogelijke. Dat hebben althans ruim 75 wandelaars dit weekeinde in Horst bewezen. Ze deden mee aan een zogenaamde Euraudax-tocht. Voor sommigen een peulenschilletje, voor anderen een pijnlijke tocht. "Dit is samen vechten tot het eind." Dit weekeinde vond in Horst in een zogenoemde Euraudax- wandeltocht plaats. Een ongebruikelijk soort tocht, want er kan niet zomaar vrijblijvend een route gelopen worden. Bij Euraudax-wandelen moet er in een groep gelopen worden met een constant tempo van zes kilometer per uur. Inclusief pauzes komt het erop neer dat de wandelaars elk uur vijf kilometer afleggen.
Een tocht van 25 kilometer wordt dus in vijf uur gelopen en een tocht van honderd in twintig uur. De langste afstand is een tocht van tweehonderd kilometer die in veertig uur gelopen moet worden, maar die vindt slechts één keer per jaar ergens in Europa plaats. "Het Euraudax-wandelen is bedacht door de Fransman Henri Desgrange, dezelfde persoon die achter de Tour de France zit", vertelt Horstenaar Toon Cleven. Hij is de marsleider van de honderd kilometer-groep en een van de organisatoren van de tocht in Horst en omstreken.
Dit is het wapen van Meerlo Wanssum.
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Zenuwachtig kijkt hij om zich heen, want de tocht staat op het punt te beginnen. "Op dit evenement komen de echte wandelaars af. De meeste mensen kunnen 25 kilometer op wilskracht wel aan. Wil je een grotere afstand lopen, dan moet je toch veel trainen."
In totaal lopen er bij deze tocht ruim 75 mensen uit Nederland, Duitsland, België en Denemarken mee met marsleider Cleven. Honderd kilometer door de buitengebieden van Horst en Venray en Meerlo-Wanssum met regelmatig een pauze waar dan goed en welbewust wordt gegeten en gedronken. Als de marsleider fluit loopt de groep er als een meute trouwe honden weer achteraan. "Dit is voor de meeste mensen een verslaving", aldus Cleven. "Als je weet dat je honderd kilometer kunt lopen, wil je ook 125 kilometer gaan proberen. En zo gaat dat maar door. De drang om meer wordt almaar groter en er is continu weer een nieuwe uitdaging. Mijn wandelgroep heeft er op het moment twee. In 2006 mogen we in Nederland een Euraudax-tocht van tweehonderd kilometer organiseren. Daarnaast willen we in Frankrijk de route Parijs- Tabize lopen. Dat is een tocht van twee dagen over een afstand van 292 kilometer. Dat is echt afzien."
Staatje dat aangeeft welke afstanden je in Euraudax 
verband dient te lopen om voor de desbetreffende arend in aanmerking te 
komen Maar waarom die drang naar meer, zelfs als het pijn doet? "Het is de euforie achteraf, maar ook het gevoel helemaal tot rust te komen", vertelt Marinus van Kuilenburg (60) uit Tiel, een echte veteraan die tijdens deze tocht een mijlpaal weet te bereiken doordat hij zijn honderdduizendste kilometer (tijdens georganiseerde wandeltochten gelopen) op de teller zet. "Alle soorten en maten mensen lopen mee en je krijgt allerlei verhalen te horen. En als iemand denkt dat hij of zij het niet haalt, help je die. Dat is wandelsport. Als je dan uiteindelijk de finish haalt, heb je samen wat gepresteerd."
Dat blijkt ook achteraf weer. De zaal van De Letste Geulde vult zich dan na twintig uur met een lucht van zweet. Van Kuilenburg heeft een van de wandelaars -een vrouw die voor de allereerste keer een dergelijk lange tocht meeloopt- moeten oppeppen om door te gaan. "Ze geloofde er helemaal niet in. Maar op een gegeven moment voelde ze haar pijn niet meer en ging ze me napraten, zo van 'ik haal het wel'."
Alle deelnemers hebben het dit weekeinde volgehouden. "Vaak vallen er toch een of twee door pech uit", volgens Cleven. "Vandaag hebben echter dertien mensen voor het eerst een honderd kilometer-tocht gelopen. Een knappe prestatie."
Van Kuilenburg vindt dat ook. Hij heeft juist een onderscheiding gekregen voor zijn mijlpaal. "Als tienjarig jochie ben ik begonnen met lopen en ik ben er nooit meer mee opgehouden. In totaal heb ik 2065 wandeltochten gelopen. Het is een verslaving, maar ik vind het fijn. Uiteindelijk is het heel simpel: je doet het gewoon voetje voor voetje."
naar de top van deze pagina

Eric Seuren van Dagblad De Limburger