|
|
|
|
Met WS78 vanuit Rijen (Gilze en Rijen)
|
Op zaterdag 8 november 2003 organiseerde WS78 een 40 km wandeltocht vanuit Rijen.
De start was vanuit Café Restaurant 't Boerke.
Kort na het verlaten van de start liepen we langs de dorpskerk. Even verder
kregen we uitzicht op het gemeentehuis. Nadat we Rijen waren uitgelopen en de
spoorlijn Tilburg-Breda hadden gekruist, bereikten we het eerste bosgebied. Dit
was een deel van de bossen met de naam De Vijf-Eiken. Vlak voordat we het
bosgebied betraden, kwamen we langs een school waar we heel veel kinderstemmen
hoorden. En dat op zaterdag.
Een volksverhaal over Rijen luidt: " Toen Onze Lieve Heer en Sint Pieter de
dorpen op een kar rond voerden, is Rijen van de kar gevallen. Daar bleef het
liggen en 't ligt er nog ". Andere verhalen vertellen dat toen de Dongepolders
nog elke winter onder water stonden, de boeren 'te rijen' gingen met hun wagens,
om hun hooi naar boven te brengen. Geleidelijk is daar op de hei een dorpje
ontstaan, dat men Rijen noemde.
Rijen is een kerkdorp van de Noord-Brabantse gemeente Gilze en Rijen, temidden
van de “Baronie van Breda”. Uit 1397 dateren nog geschriften waarin het dorpje
Reijen voor het eerst wordt genoemd. Tussen de twee dorpen in ligt het militaire
vliegveld, gesticht in 1910. Rijen heeft een kerk in de neogotische stijl uit
1906 en een fraai gemeentehuis uit 1961. Einde 19e eeuw was het een rijk
bloeiende gemeente met vooral veel leder- en schoenindustrie. In 1960 waren er
nog 53 leer- en 15 schoenfabrikanten. Nu zijn er daar nog enkele van over. Rijen
heeft ongeveer 14.000 inwoners.
We liepen even langs de N613. We sloegen af, een bos in, en bereikten even later
de N282. Deze staken we over en bevonden ons nu in bosgebied De Heiningen. Langs
de Molenschotse Heide bereikten we het plaatsje Molenschot.
Er lag een kei op de Molenhei en daar stond op:
O mens, wat zou het U verwonderen,
Als ge me zaagt van onderen.
Die steen lag er al heel lang. Maar het was zo'n forse steen, dat je hem niet
makkelijk omkeert. Nu stond er op de rand van de hei een molen. Deze is in het
begin van de 20e eeuw afgebrand. Deze molen stond vlakbij de grote steen. Bij
het puinruimen van de molen besloot men om die grote steen eens om te keren.
Daar waren 20 sterke mannen voor nodig, benevens een paard. En toen de steen
omgedraaid was las men:
O mij, o mij, Wat ben ik blij,
Dat ik lig op m'n andere zij.
De steen ligt op het grondgebied van vliegveld Gilze-Rijen, zodat je er nu niet
meer bij kunt komen.
Bij het monumentale pand De Drie Linden sloegen we af. Hier liep het pad langs de achterkant van de Sint Annakapel. We liepen naar de
voorkant van de kapel en vereerden ons met een bezoek. De kapel zag er van
binnen mooi en goed onderhouden uit. Ons viel een schilderij op waar de Sint
Annakapel stond tezamen met de grote dorpskerk en een oude waterput. Het water
werd uit deze put gehaald met een lange houten hefboom. Ook was hier nog de
mogelijkheid om een offerlicht aan te steken. Hiervan maakten we gebruik.
Tijdens ons oponthoud troffen we hier nog vier andere wandelaars.
Molenschot is een klein kerkdorp met 1413 inwoners. De naam is afkomstig van, de
naam zegt het al, molen. Schot kan slaan op een afdamming in het water
bijvoorbeeld ten behoeve van een molen. De naam "schot" werd ook gebruikt om een
stuk land aan te duiden dat hoger ligt dan de moerassige omgeving. Vroeger
bestond Brabant voornamelijk uit moerasgronden. Schot kan echter ook een omheind
stuk grond betekenen. Alhoewel de kleinheid het niet zou doen vermoeden, waren
al heel vroeg op deze plek nederzettingen. Zo zijn er stenen werktuigen gevonden
die toebehoorden aan mensen van de Tjongercultuur die zo'n 10.000 jaar voor
Christus geleefd hebben.
Ondanks de kleine omvang van het dorp heeft het toch twee Rijksmonumenten
namelijk de St. Annakapel en café-restaurant De Drie Linden. De St. Annakapel
dateert uit het begin van de 16e eeuw. Heilige Anna is de patroonheilige van
Molenschot en geldt als patrones voor kinderloze- en zwangere-vrouwen. De kapel
is gelegen op een driehoekig plein en heeft een lengte van vijftien meter. Zij
telt drie traveeën en heeft een driehoekige koorsluiting. Het licht komt binnen
door spitsboogvensters. De westgevel is met overhoekse beren versterkt. De beide
wanden van de oostelijke travee vertonen een vlechting van donkere steen, die
drie Andrieskruisen tekent. In het torentje hangt sedert 1959 een klein klokje
met een middellijn van zevenentwintig centimeter en een gewicht van veertien
kilo.
We vervolgden ons pad en liepen het plaatsje Molenschot uit. We kwamen langs een
golfterrein en staken de N282 opnieuw over. Nu betraden we boswachterij Dorst en
even later verlieten we de gemeente Gilze en Rijen en dwaalden verder door de
gemeente Oosterhout, waartoe Dorst behoort.
Op 11 km was de soeppost in Dorst. De bankjes om op te rusten waren al
weggehaald en men was al met andere opruimwerkzaamheden bezig. Op de soeppost
zagen we een paar nieuwe gezichten. Mien was verdwenen. Naar later bleek was de
soeppost maar een paar honderd meter verwijderd van de grote rust. Op korte
afstand van de soeppost liepen we langs een grote kerk. De kerkdeur stond open.
Daarop liepen we naar binnen. De binnenkerkdeur naar de grote kerkzaal was op
slot. Maar aan de zijkant was een grote nis. Hierin konden we weer een
offerlicht kopen en aansteken. Vanuit deze grote nis konden we door een
glasplaat de grote kerk van binnen in. Deze zag er mooi en zeer goed onderhouden
uit. Mede door het zonlicht was de kerk van binnen goed te zien.
We staken de spoorlijn van Tilburg naar Breda over. Even later liepen we onder
de A27-snelweg door. Daarna werd de zandvlakte van Het Cadettenkamp bereikt.
Deze zandvlakte moesten we volgens de parkoersbeschrijving recht oversteken.
Maar dit was nog een behoorlijke zandvlakte. Zonder bepijling was het niet te
doen om deze tocht hier, zonder voorkennis, te vervolgen. Daarna werd het
Galgenveld bereikt. Op deze plaats werden vroeger de "gehangenen van Breda"
tentoongesteld. Vervolgens bereikten we de Teteringse Heide en de Oosterheide.
We kwamen hier aan de rand van Oosterhout, want we zagen het bord van de
bebouwde kom.
Opnieuw staken we de A27-snelweg over en volgden deze enige tijd parallel.
Daarbij kwamen we langs een benzinepompstation. Even hadden we de neiging om
naar dit pompstation te lopen in de verwachting dat je hier koffie kon drinken,
want het was nog 3 km lopen naar de grote rust. Maar we hebben de verleiding
toch kunnen weerstaan.
Opnieuw betraden we boswachterij Dorst. We kwamen in Dorst uit en staken de
spoorlijn over. Het laatste stuk naar de grote rust kwamen ons wandelaars
tegemoet, die uitgerust waren. Dit traject werd zowel heen als terug gebruikt.
Vlak voor de rust kwamen we langs een beeldhouwwerk, voorstellende een
schaapsherder met een geit. De grote rust was in café De Boemel. We hadden nu
21˝ km afgelegd.
Meteen na de spoorlijn kwamen we door een fraaie beukenlaan waarbij de
herfstbladeren mooi door de zon werd beschenen. We vervolgden ons pad door
boswachterij Dorst. In het gebied van De Oude Leemputten liepen we langs enige
vennetjes. Een bord in een ven waarschuwde, dat het viswater verpacht was. Het
was hier in de bossen trouwens behoorlijk druk met wandelaars, trimmers en
fietsers. Niet specifiek op dit punt van de route, maar in de hele Boswachterij
Dorst.
Verderop kwamen we door bosgebied De Vijf Eiken. Dit is genoemd naar de
gelijknamige voormalige steenfabriek die hier vroeger stond. Alleen het hekwerk
van de fabriek getuigde hier nog van. Verder kwamen we nog door de
natuurgebieden Lange Heide en de Seterse Bergen. Vooral dit laatste gebied was
heel mooi maar ook heel pittig. Het WS78 infobulletin zei hierover dat de
klimgeiten onder de wandelaars hier hun hart konden ophalen.
Op 31˝ km was de koffiepost ook in Dorst. Er werd hier al opgeruimd ten teken
dat we ver in de achterhoede zaten. Nu kwamen we door natuurgebied de Nieuwe
Leemputten.
Hier zorgen Nederlandse Landgeiten samen met een kudde Schotse Hooglanders
ervoor dat het reservaat niet dicht groeit met bomen en struiken of gras. De
Landgeiten zijn van een bijzonder ras. De bokken zijn langharig en hebben flinke
horens op de kop.
Op 36˝ km hadden we nog een fruitpost in buurtschap Steenoven. Het begon al
donker te worden. En dat terwijl we door nog een deel van boswachterij Dorst
liepen. Het was hier goed opletten. In Rijen aangekomen was de straatverlichting
al aangegaan. Het was bijna niet te doen om de routebeschrijving nog te
raadplegen. Bovendien liepen we met een wandelaar te praten en volgden we onze
voorgangers in de hoop dat zij wel de pijlen volgden. Dat bleek niet het geval
te zijn. Maar we kwamen op het traject van de heenroute uit en herkenden het
stadhuis en de grote dorpskerk. De totale afstand bedroeg 40,230 km. Er waren
390 deelnemers. Het was goed wandelweer geweest met een maximum temperatuur van
10 graden. Tot ongeveer 14.00 uur had de zon geschenen. Daarna werd het bewolkt.
Het IVV-nummer was 16927.
We waren met WS78 al drie keer eerder in Rijen gestart. Dat was op
3 december 1983,
19 januari 1991 en
18 oktober 1997.
| Henri Floor
|