30e Herfstkleurentocht 2003 van Sportvereniging WILSKRACHT Kilder
Op zaterdag 1 november 2003 organiseerde de wandelsportorganisatie Wilskracht uit Kilder haar 30e
Herfstkleurentocht over de afstanden van 6, 10, 15, 20 en 35 km. Wij kozen het 35 km parkoers. We
reden met de trein naar Wehl. Hier werden we opgehaald door iemand van de organisatie, nadat wij een
paar dagen van te voren hadden gemeld, dat wij van deze ophaalregeling gebruik wilden maken. Wij
vertelden in de auto dat wij deze wandeltocht in Kilder voor de eerste keer gingen lopen, omdat wij
een paar maanden tevoren door het Bergherbos waren gekomen met het Pieterpad. Verder vertelde ik dat
Coos en ik een deel van het Pieterpad niet samen hadden gelopen, omdat ik geblesseerd was. Een
andere wandelaar, die ook van de trein was opgehaald en in de auto zat, herkende dit verhaal. Hij
had eind augustus ook een traject van het Pieterpad gelopen en had ons verhaal in een Pieterpadboek,
dat bij diverse uitbaters onderweg aanwezig is, gelezen.
De gemeente Bergh telt zeven kerkdorpen en drie kleine kernen. De belangrijkste plaats is de stad
's-Heerenberg (8.085 inwoners). De gemeente bestaat verder uit de kerkdorpen Zeddam (2.561), Beek
(2.238), Kilder (1.474), Stokkum (1.200), Braamt (989), Azewijn (702) en Lengel (403). Verder zijn
er de kleinere kernen: Loerbeek (496), Wijnbergen (ged.) (175) en Vethuizen (99). De totale
oppervlakte beslaat 7.498 ha.
In 1340 wordt voor de eerste keer in een leenakte van Huis Bergh de naam "Killer" genoemd voor een
nederzetting. Tot rond 1850 is het gebied dat nu de dorpskern van Kilder vormt nog onbewoond.
Rondom
dit gebied lagen uiteenliggende grote (ontginnings-) boerderijen waardoor het gebied geleidelijk in
cultuur is gebracht. Deze behoorden aan heren, kloosters of burgers elders.
Pas na 1800 werd het aantal woningen sterk vermeerderd, doordat mensen van elders op overgebleven
stukken heide hun huizen bouwden. De laatste heide lag ten oosten van de huidige Julianaboom en
sloot aan op de Braamtse heide. Na 1800 kwamen er de eerste huizen langs de boskant. In 1830 telde
Kilder al 30 woningen. Tussen 1851 en 1860 nam het aantal woningen toe van 77 tot ongeveer 90. Een
snelle groei.
Tegen 9 uur gingen wij op pad. We liepen niet meteen naar het bos toe. De organisatie was van mening
dat een 35 km parkoers niet alleen door bossen kon lopen, maar ook gedeeltelijk door buitengebied
moest gaan. Daarop liepen we in noordelijke richting en staken de A18-snelweg over. We keken op de
routebeschrijving en zagen dat de eerste verzorgingspost pas op 13,5 km was. Na een half uur lopen
kregen we toch al trek. Het was rond half tien en we hadden al om half zeven ontbeten.
Na drie kwartier lopen kwamen we langs een benzinepompstation. We konden er zowaar ook koffie
drinken. Het was inmiddels wat gaan regenen en met enige wind was het, op dat moment, niet echt
aangenaam om ergens buiten te zitten. Dus deze rustmogelijkheid kwam goed uit. De koffie kostte 50
Euro cent. Maar toen we de munt in het koffie-apparaat wilden stoppen zei de eigenares, dat we
aparte munten voor dit apparaat moesten gebruiken. We ruilden het 50 eurocent-muntstuk in. Het bleek
dat de andere munt een oude Nederlandse gulden was. Het koffie-apparaat was dus nog niet omgebouwd.
Tijdens het koffiedrinken kwamen verschillende mensen in de benzinepompwinkel om hun getankte
benzine af te rekenen. Bij het verlaten van de winkel groeten ze met het Duitse woordje Tschüss.
Naast de reguliere zaken die je in een benzinepompwinkel kan kopen, bleken we hier veel meer zaken
te kunnen kopen, zoals handdoeken. Omdat het pompstation in een buitengebied stond (van de gemeente
Wehl) waren hier veel meer artikelen te koop.
Toen we deze niet voorziene rust verlieten, kwamen twee achterop komende wandelaars, een echtpaar,
langs gelopen. We zouden hen later nog zeven maal zien. We liepen hier door het buitengebied Het
Broek. Inwoners van dit buitengebied hebben een onzekere toekomst.
Er bestaan namelijk vergevorderde
plannen, dat de gemeenten Wehl, Bergh en Didam gaan fuseren naar een nieuwe gemeente Montferland
onder de voorwaarde dat het buitengebied Het Broek bij de gemeente Doetinchem komt ten behoeve van
uitbreiding van hun industriegebied. Geen fijn vooruitzicht voor deze bewoners. We kwamen zowaar nog
door een bosgebiedje met de naam Plakslag en langs een bosgebiedje met de naam Stille Wald. We
staken opnieuw de A18-snelweg over en volgden nu een 80-km weg. Daarbij passeerden diverse auto's
met voor wandelaars geen aangename snelheden. Maar dit waren de enige negatieve elementen op deze
tocht.
Toen wij op 13,5 km de eerste verzorgingspost bereikten, hadden we al meer dan een km in het
Bergherbos gelopen. Daarbij hadden we inmiddels ook al een foto gemaakt van een fel oranje gekleurde
koraalzwam. Later bleek dit de enige foto te zijn geweest die we deze dag gemaakt hadden. Op de
verzorgingspost stonden banken onder een groot afdekzeil voor de regen. Bij een caravan konden we
thee, koffie, erwtensoep, limonade, broodjes en snoep krijgen.
Na deze rust vervolgden we ons pad door het Bergher bos. We kwamen op korte afstand langs de top van
de 92,6 meter hoge Hettenheuvel.
De Hettenheuvel is een heuvel bij Kilder, met plm. 93 meter NAP de hoogste in Oost-Gelderland.
Vroeger speelde de Hettenheuvel een belangrijke rol voor de landmeetkunde, als triangulatiepunt. Een
steen met opschrift RD (Rijksdriehoeksmeting) staat nog op de top. Hier zijn vanaf een uitkijktoren
al in de tijd van Napoleon metingen verricht om ons land secuur in kaart te brengen. De stellage is
allang verdwenen.
Hoewel het weer niet optimaal was, er viel af en toe wat lichte regen, hadden we daar in de bossen
niet veel last van. De boswegen en paden waren heel mooi met diverse kleuren bruin, rood, geel en
groen van beukenbladeren en varens. Er lagen veel bladeren op de grond en aan de bomen zaten ook nog
flink wat bladeren.
We bereikten Zeddam. Hier hadden we uitzicht op de plaatselijke kerk en een oude molen. Deze molen
sierde ook het wandelplaatje.
De molen van Zeddam is een zogeheten torenmolen en is gelegen op een hoge belt. De toren is in
baksteen opgetrokken en werd al in 1451 genoemd. Het type is zeer oud. De rijzigheid van de molen
wordt versterkt door de grote hoogte van belt en torenlichaam en door de verwerkte bakstenen. Het
kruiwerk is gerestaureerd en bevindt zich in het inwendige. Het muurwerk is aan de voet 2.00 meter
dik en geheel boven circa 1.50 meter dik. De torenmolen ligt (nog steeds) buiten de bebouwde kom van
Zeddam. Deze locatie is van belang, want daardoor kon een vrije windvang worden bewerkstelligd en
dit gegeven draagt er tegenwoordig toe bij dat de directe omgeving van de molen goeddeels
onveranderd is gebleven, waardoor de historische entourage niet verstoord is geraakt. De simpele
architectuur, zonder decoratie of ornamentiek, versterkt het zuivere en utilaire karakter van de
maalinrichting, die weliswaar niet meer in bedrijf, maar wel degelijk maalvaardig is. Qua type,
ouderdom, situering, indrukwekkende omvang, alsmede door de staat van exterieur en de maalwerktuigen
in het interieur, bezit de torenmolen bijzondere cultuurhistorische waarde.
Op 18,3 km hadden we een caférust in de Crazy Horse Saloon van het Huifkarcentrum Bergh aan de
Schapenweg in Zeddam. We lieten een kop koffie en een grote snee krentewegge goed smaken.
We vervolgden ons pad opnieuw door het nog niet eerder genoemde Zeddammerbos. We merkten goed dat
het hier heuvelachtig was. Vlak voor de tweede caférust mochten de 35 km lopers, wij dus, nog een
lus maken door bosgebied Keulse Slagen. Daarbij kwamen we op korte afstand van de grens met
Duitsland. De wandelroute was op de achterzijde van de beperkte routebeschrijving ingetekend op een
kaart. Deze ingetekende route volgden wij nauwkeurig. En in dit gedeelte viel het ons op dat de
gemarkeerde route afweek van de ingetekende route. Hierdoor hebben we ongeveer een halve kilometer
korter gelopen.
Op 27,7 km was de caférust in 't Peeske te Beek. Dit café restaurant is van de
Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten. We namen ieder een kannetje Max Havelaar koffie. Hoewel
een kannetje 2,75 kostte, bleek dat we in totaal 5 ruime koppen koffie konden drinken. En dat is
gemiddeld 1,10 per kop. Even verlieten we het bos en kregen wat last van terreinfietsers.
Op 32,1 km was nog een laatste wagenrust, dezelfde als de eerste. De totale afstand bedroeg
officieel 34,3 km. We hadden deze afstand afgelegd in net iets meer dan 7 uur. Bij de finish namen
we onze beloning in ontvangst, namelijk een badge van de organiserende vereniging Wilskracht.
De markering van deze tocht geschiedde door middel van witte, rode en gele vierkanten hard plastic,
die aan bomen, lantaarnpalen of hekwerken waren bevestigd. De kleur wit betekende hier r.d., geel
betekende l.a. en rood betekende r.a.
We hadden toch wel genoten van het fraaie bosparkoers. We werden met een auto van de organisatie
weer naar NS-Wehl gebracht. Vandaar reisden we huiswaarts.