Op woensdag 10 september 2003 reden we met de trein van 7.35 uur vanuit Susteren naar
Sittard. Hier stapte we over op de intercity naar Maastricht en daar stapten we over op
de trein naar Valkenburg. Hier begonnen we aan de tweedaagse NS- wandeltocht Heuvelland.
De afstand van deze tweedaagse wandeltocht bedraagt in het totaal 36 km. Wij zagen deze
afstand voor één dag wel zitten, omdat wij ons wel tot de geoefende wandelaars
beschouwen. Rond 8.30 uur verlieten we station Valkenburg.
Het station van Valkenburg is het oudste stationsgebouw van Nederland, gelegen aan de
oudste spoorlijn van Limburg, Maastricht - Aken, beide geopend in 1853. Het gebouw is
opgetrokken uit in de omgeving gewonnen kalksteen en lijkt op een kasteeltje. De
architect Jacobus Enschedé heeft zich laten inspireren door het toenmalige buitenverblijf
van koning Willem II in Tilburg.
We staken de Geul over en passeerden de tuin van kasteel Den Halder.
We verlieten even de route voor een bezoek aan een supermarkt. We kennen Valkenburg al
aardig. We komen hier minimaal tweemaal per jaar. Zowel met de Ronde van Zuid-Limburg als
met de Heuvellandvierdaagse komen we hier.
De oude kern van Valkenburg, globaal gelegen tussen de Kasteelruïne en de Geul, werd ooit
beschermd door een uit kalksteen opgetrokken stadsmuur. Het vestingstadje werd ontsloten
door vier poorten, waarvan de Berkelpoort en de Grendelpoort bewaard zijn gebleven. Van
de stadsmuur staat langs de Wilhelminalaan nog honderd meter overeind.
Het beeld van Valkenburg werd meer dan vijf eeuwen beheerst door het Kasteel van
Valkenburg. Het was een zogenaamd hoogtekasteel gebouwd op een uitloper van de Heunsberg.
De steile kalksteenwanden van deze heuvel maakten de burcht vrijwel onneembaar. De
‘Dwingel’ fungeerde vroeger als droge kasteelgracht. In het rampjaar 1672 heeft
stadhouder Willem III het kasteel laten opblazen. De Kasteelruïne kan bezichtigd worden.
Daarna liepen we tussen de tussen de kasteelruïne en de Fluwelen Grot door. Verderop
kwamen we langs de Berkelpoort en de Wilhelminatoren met zijn stoeltjeslift. We kwamen
hier twee echte Krijtlandpadlopers tegen met vol bepakte rugzak.
We staken een asfaltweg over. Over een lang trappad betraden we bosgebied Genhoes. Toen
we dit bos waren uitgewandeld, kwamen we in het natuurgebied Gerendal.
Het Gerendal is een belangrijk bloemendal. Vanwege de gevarieerde kalkbodem groeit er
zowel in de bossen als op de graslanden een groot aantal kalkminnende planten. Meer dan
140 soorten groeien op de arme grond, waaronder wilde akelei, krijtwalstro, Duitse
gentiaan en zo’n 15 soorten
orchideeën. Om deze zeldzame soorten te laten zien is er al in 1958 een ‘orchideeëntuin’
aangelegd. De kalkgraslanden worden na de bloei van de meest kwetsbare planten begraasd
door Limousinekoeien en het Mergellandschaap.
Buiten het bos dwaalden we over veldwegen. Boeren waren bezig het maïs te dorsen.
Uiteindelijk kwamen we bij de Orchideeëntuin uit. Hoewel het licht druppelde, hielden we
hier een rust op een bankje. Naast het bankje stond een perenboom en op de grond lagen
een 50-tal peren. Je moest hier oppassen, dat je er geen perenmoes van maakte.
We kwamen langs een paar schuren van staatsbosbeheer. Een tiental jongeren waren hier met
een activiteit bezig. We liepen verder over een pad met aan weerszijden bietenvelden. We
herkenden de foto uit de NS-wandeling Savelsbos. Eigenlijk zit die foto in het verkeerde
boekje.
Nu zetten we koers naar Gulpen. Op het laatste panoramaplekje voor Gulpen genoten we nog
eens extra, omdat we hier besloten om in Gulpen het verdere verloop van de tocht voor
gezien te houden.
In het centrum van gulpen herkenden we plekjes van de Heuvellandvierdaagse.
De tijd dat in menig Limburgs dorp bier werd gebrouwen is al lang voorbij. De Limburgse
volksdrank wordt alleen nog bereid in Wijlre, Maastricht, Valkenburg, Schinnen en Gulpen.
Het bereidingsproces van bier is eigenlijk vrij eenvoudig: men laat gerstemout gisten
samen met hop, gist en water. In Limburg maken de brouwerijen voornamelijk ondergistende
bieren, zoals pils, dort, oud bruin en bok. De Gulpener Bierbrouwerij, bekend om haar
speciaalbieren, kan bogen op een traditie van 175 jaar.
Bij het busstation van Gulpen bestelden we bij de restauratie tweemaal koffie verkeerd.
Naast de koffie kregen we twee borrelglaasjes gevuld met ijs (geen ijsklontjes). Met de
Interliner reden we naar Maastricht. Op de markt aldaar dronken we opnieuw koffie. Daarna
reisden we terug naar ons overnachtingadres te Susteren.