Naar het overzicht van het Pieterpad Volgend verslag van het Pieterpad Naar het overzicht van het Pieterpad Terug naar het overzicht van de LAW's, streek- en NWBpaden op de homepage van Henri Floor Terug naar de homepage van Henri Floor Het Pieterpad
datum zondag 24 augustus 2003
traject Groningen-Noord - Groningen (NS) - Haren - Harenermolen - Zuidlaren - Schipborg- Gasteren
afstand 33½ km, totaal afgelegde afstand 59½ km, gemiddeld 30 km.
weer geheel bewolkt, temperatuur 21°
overnachting- adres + prijs Pension De Borg, Borgweg 37, 9469 PG Schipborg

Dit is het wapen van Groningen. Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag We vertrokken rond 9.00 uur met de auto van het Wapen van Hunsingo (
Foto 11) te Pieterburen. Rond kwart voor tien vertrok Coos vanuit de Eikenlaan in Groningen-Noord op het punt waar ze de route de vorige dag had verlaten. Ze liep o.a. langs een oude synagoge. Foto 12: Groningen met kerk, kade Hoge der Aa; foto 13: Groningen, Hoornse meer, ecologisch beheer, Gradiënt; foto 14: Groningen, molen de Helper.
We troffen elkaar daarna voor de eerste keer buiten het centrum van Groningen op een bankje langs het Hoornsediep. Voordat Coos kwam, waren er in de 3 kwartier dat ik daar zat al 10 Pieterpad wandelaars langs gekomen. Twee wandelaars herkende ik, omdat ik die de vorige dag ook had gezien.
Het Hoornsediep ging over in het Noord Willems kanaal en daarlangs voerde ook het Pieterpad. Aan de andere kant was uitzicht op het Hoornse meer en het Paterwoldse meer. Foto 15: Groningen, Paterswoldemeer. Het Noord Willemskanaal en de A28-snelweg werd bij Haren overgestoken. Foto 16: Haren, Pieterpadwijzer met Coos. Nu voerde het Pieterpad een paar km vlak langs de snelweg. Daarna sloeg het Pieterpad af en voerde langs het meer Sassenhein. Aan het einde van dit meer troffen we elkaar in het paviljoen van Sassenhein, waar we koffie dronken. In dit Paviljoen waren we al eens geweest met de tweedaagse wandeltocht van Berend Botje. Toen viel dat parkoers tegen, met veel verharde wegen.
De vroegste sporen van bewoning op het grondgebied van de huidige gemeente Haren gaan terug tot zo'n 4500 jaar geleden. Archeologische opgravingen legden grafheuvels, een bekergraf en een hunebed bloot. Vondsten van munten en potscherven wijzen op bewoning in de Romeinse tijd en in de middeleeuwen. Die vondsten wijzen er op dat Haren sinds de vroege middeleeuwen al een permanente bewoning kende. Haren, Onnen, Glimmen en Noordlaren waren in die middeleeuwen afzonderlijke buurschappen. Ze maakten samen met andere buurtschappen deel uit van het rechtsgebied Gorecht. Nu vormen de vier dorpen samen de gemeente Haren.
Destijds lagen de nederzettingen Haren, Onnen, Glimmen, Noordlaren, Essen, Hemmen, De Dilgt en Helpman in het hoge gedeelte van het Gorecht. Het Gorecht werd in 1040 door de toenmalige Duitse keizer geschonken aan de bisschop van Utrecht. Deze oefende sindsdien hier zowel het geestelijke als het wereldlijke gezag uit. In 1392 kreeg de stad Groningen het Gorecht voor 100 jaar in pacht. Dit betekende ook dat de Stad vanaf dat moment ook recht sprak en het Gorecht bestuurde. In 1460 kocht de Stad het Gorecht van de toenmalige bisschop. Aan het einde van de zestiende eeuw vormen de stad Groningen en de Ommelanden één provincie, waarvan ook Haren deel uitmaakt.
Vanaf het moment dat Stad en Ommeland onderdeel waren geworden van de Republiek der Verenigde Nederlanden, mocht hier alleen de gereformeerde religie worden beleden. De uit de dertiende eeuw daterende stenen kerken in Haren en Noordlaren werden aan de eisen van het "vernieuwde" geloof aangepast. Alle zichtbare uitingen van de oude leer moesten verdwijnen. De pastoor van Haren mocht, na een examen voor de Groninger Kerkeraad, zijn geestelijk werk als dominee voortzetten.
In 1811 werden de gemeentegrenzen van Haren vastgesteld. Naast de vier huidige dorpen maakte ook Helpman deel uit van de gemeente Haren. De eerste "maire" werd H.N. la Clé, die bijgestaan werd door enige assessoren, de latere wethouder. De gemeente telde op dat moment ruim 1.700 inwoners. In 1914 kreeg de gemeente Haren haar gemeentewapen. De eerste grenswijziging dateert van 1884 toen het deel van Haren tussen het Sterrebos en het Helperdiepje met Rijkstoestemming aan de Stad toegewezen werd. Na vijf jaar onderhandelen tussen Haren en de Stad zette ten slotte Koningin Wilhelmina haar handtekening onder een wet die bepaalde dat geheel Helpman tot aan de Esserweg bij de Stad mocht worden ingelijfd. In 1969 vervielen nog kleine stukjes Harens grondgebied in Eelderwolde en Waterhuizen aan de Stad.
Haren is van oorsprong een agrarische gemeente. In de jaren twintig van de vorige eeuw kwamen er in toenemende mate mensen van buiten Haren binnen de gemeentegrenzen wonen. Langzaam maar zeker veranderde de gemeente Haren van een boerendorp in een villadorp en tuinstad. In het begin van de jaren twintig woonden er zo'n vijfduizend Hareners, tegen het einde van de jaren dertig was dat aantal verdubbeld. Die nieuwe bewoners bestonden onder meer uit gezinnen met een aanzienlijk inkomen, uit renteniers en uit veel oud-Indiëgangers. Tot in de jaren zeventig was de werkgelegenheid in de gemeente Haren relatief gering. Velen hadden werk in de naastgelegen stad Groningen. Vanaf die tijd groeide de werkgelegenheid. Het Biologisch Centrum van de Rijksuniversiteit Groningen, het revalidatieziekenhuis Beatrixoord en vervolgens ook de Lijnwerkplaats van de Nederlandse Spoorwegen, het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid en het gewasbeschermingsmiddelenconcern AAgrunol brachten veel nieuwe arbeidsplaatsen naar Haren. Inmiddels zijn verschillende van die bedrijven overigens weer uit Haren vertrokken. De talrijke onderwijsvoorzieningen en verpleeg- en zorginrichtingen zijn met wat er aan andere bedrijven bleef in Haren goed voor zo'n zesduizend arbeidsplaatsen. Die mensen wonen trouwens lang niet allemaal in Haren, net zo goed als veel Hareners buiten hun gemeente werken. Zo is Haren toch een forensengemeente gebleven.
Nu voerde het Pieterpad in de richting van het Nivonhuis De Hondsrug. Het Pieterpadboekje gaf aan dat hier het Pieterpadcentrum in oprichting is. Navraag leerde ons dat het Pieterpadcentrum nog steeds in oprichting is. Coos vond het traject hier naar toe heel mooi. Ook bij dit Nivonhuis troffen we elkaar weer en aten buiten aan de tafel een deel van ons lunchpakket en dronken wat. Nu werd koers gezet naar Zuid-Laren.
Dit is het wapen van Zuid-Laren. Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag
Zuidlaren werd, volgens de oudst beschreven stukken, gesticht rond het jaar 1200. De naam Zuidlaren komt van de 3 Laren in het bos op de Hondsrug waarvan Zuidlaren het zuidelijkst was.
Al ver voor het jaar 1200 werd deze omgeving bewoond. De nederzettingen kwamen tot stand door bossen te kappen om zo 'open plekken' te creëren waar huizen konden worden gebouwd en waar grote stukken grond konden worden gebruikt voor landbouw. Volgens vondsten uit opgravingen werd de omgeving van en om Zuidlaren in de bronstijd permanent bewoond.
In de loop der jaren heeft het leger een belangrijke rol gespeeld in Zuidlaren. Al in de middeleeuwen werden hier regelmatig legers gestationeerd en hebben bisdommen, graafschappen en beschermheren vaak in of vanuit deze omgeving hun legers laten opereren. Later kwamen hier ook de Spaanse en Franse heerschappen bij. Zelfs tot voor een paar jaar terug behoorden soldaten tot het straatbeeld van het dorp.
Al rond 1200 werden hier jaarlijks veemarkten gehouden. Onduidelijk is nog het moment dat dit plaatsvond, vaststaat is dat dit in de herfst gebeurde en dat de Zuidlaardermarkt als oudste Drentse veemarkt kan worden aangemerkt.
In Midlaren liep Coos nog langs een hunebed ( foto 17). Het Pieterpad loopt hier door het centrum. Van een standbeeld van een paard met 2 mannen in Zuid-Laren werd door Coos een foto gemaakt ( foto 18a en foto 18b). Even voorbij het centrum van Zuid-Laren, op het terrein van het psychiatrisch ziekenhuis Dennendal troffen we elkaar bij een dierenparkje met reeën, geiten en bokken.
Langs de noord- en westkant van Schipborg werd café restaurant De Drentsche Aa bereikt. Hier dineerden we 's-avonds. Daarna was het nog ongeveer 4 km voor Coos naar het eindpunt van deze dag in Gasteren.
De oudste gegevens over Gasteren dateren uit 1298, als over Ghestre wordt geschreven. Het gehucht zou toen al negen boerderijen hebben geteld. Hoe het dorp zich in de loop der eeuwen heeft ontwikkeld, valt op te maken uit een grote hoeveelheid archiefstukken. Een aantal daarvan is hier door te nemen. Het gaat daarbij om kadastrale gegevens uit 1830/1880 en een lijst namen uit Gasteren gedestilleerd uit de totale index op partijen in akten, verlezen voor notarissen in Assen in de negentiende eeuw.
De gemeente AA en Hunze werd in 1998 gevormd door samenvoeging van Rolde, Anloo, Gasselte en Gieten en omvat de onderdelen Amen, Anderen, Anloo, Annen, Annerveenschekanaal, Balloërveld, Balloo, Bareveld, Bonnen, Bonnerveen, Bosje, Bovenstreek, Deurze, Eerste Dwarsdiep, Eext, Eexterveen, Eexterveenschekanaal, Eexterzandvoort, Ekehaar, Eldersloo, Eleveld, Gasselte, Gasselterboerveen, Gasselterboerveenschemond, Gasselternijveen, Gasselternijveenschemond, Gasteren, Geelbroek, Gieten, Gieterveen, Grolloo, De Hilte, Kostvlies, Marwijksoord, De Moere, Nieuw-Annerveen, Nieuwediep, Nooitgedacht, Nijlande, Oud-Annerveen, Papenvoort, Schipborg, Schoonlo, Spijkerboor, Tweede Dwarsdiep, Veenhof en Vredenheim.
Schipborg - overnachtingsadres Aa en Hunze ligt in het noordoosten van de provincie, tegen de grens met Groningen, deels op de Hondsrug. De naam van de gemeente is ontleend aan de namen van de twee riviertjes die er stromen: de Drentse A en de Hunze. De bodem bestaat deels uit zand, deels uit veen. De gemeente is zeer rijk aan natuurschoon. Het heidegebied Balloërveld, met schaapskooi en kudde, maakt deel uit van het Staatsnatuurreservaat Stroomdallandschap Drentsche A. Bij Rolde zijn veel heidegebieden met veenplassen. Vooral in Anloo is het toerisme belangrijk. Het is een esdorp van het brinkdorptype. Anloo heeft een hervormde kerk die de oudste van Drenthe is. Er is veel en gevarieerd natuurschoon (Boswachterij Anloo). Bij Gasselte ligt een mooie zandverstuiving: het Drouwenerzand. Bij Gieten ligt het Zwanenmeer. Naast akkerbouw en de gewone rundveehouderij zoals die in de hele gemeente voorkomen, is er in Gasselte ook intensieve veeteelt. Rolde heeft een paarden- en veemarkt. De bodem in Gasselte bestaat grotendeels uit zand. Daar wordt metselzand gewonnen.
In Gasteren troffen we elkaar weer en reden daarna met de auto eerst naar Anloo. Hier maakten we nog een foto van de plaatselijke kerk ( foto 19). Vandaar reden we over de Schipborgerweg naar Schipborg. Hier hadden we een overnachtingadres geregeld. Bij het overnachtingadres troffen we later nog 3 dames die Coos onderweg al een keer had gezien.

Te wijzigen in het Pieterpadboekje op bladzijde 35, 3e regel van boven: Oude omschrijving "Even voor wegrestaurant (Postiljonmotel) bij P.21782 (links) slaat u weer rechtsaf. Nieuwe omschrijving "R.a. bij rotonde met BP-benzinepompstation langs P.21782 (rechts)
naar de top van deze pagina
Henri Floor & Coos Verburg