tweede dag Kempische wandeldagen 2003 terug naar het overzicht van de Kempische Wandeldagen Terug naar het overzicht van driedaagsen en vierdaagsen op de homepage van Henri Floor Terug naar de homepage van Henri Floor Kempische Wandeldagen 2003
Dit is het wapen van Geldrop.
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Eerste dag, vrijdag 1 augustus 2003
Op de donderdag voorafgaand aan de wandeltocht reisden wij naar een camping te Sterksel. Hier hadden we een trekkershut gereserveerd. Op vrijdag 1 augustus reden met de auto naar de start.
Nadat ik op de eerste dag van de Apeldoornse 4-daagse was uitgevallen vanwege stijve spieren in het rechterkuitbeen, mocht ik het nu weer eens proberen van de fysiotherapeut om een afstand van 15 km te lopen. Coos liep een grotere afstand. Zij startte rond 7.30 uur. Ik startte een uur later. Er was warm weer voorspeld met een maximum temperatuur van 27 graden.
We verlieten de start en de plaats Geldrop door bosgebied langs industriegebied De Spaarpot. We staken de gemeentegrens met Mierlo over. Het is dit keer de laatste keer, dat we deze gemeentegrens overstaken, want met ingang van 1 januari 2004 ontstaat de nieuwe gemeente Geldrop-Mierlo.
Kempische Wandeldagen We liepen langs camping 't Wolfsven en staken vervolgens het bosgebied Luchense Heide over, genaamd naar buurtschap Luchen. We bereikten het Eindhovens-kanaal en zagen hier verschillende vissers. We volgden het kanaal een km. Na de oversteek van het kanaal was op 6 km de eerste wagenrust in Buurtschap Het Broek. Kort hierna was de splitsing en wij volgden nu het 15 km parkoers. Na doorkruising van buurtschap Heiderschoor liepen we nu naar en langs de spoorlijn Eindhoven-Venlo. Er lagen hier een paar hoge heuvels in de directe omgeving waarin afval van het VAM Compostbedrijf zit. Hierover heen is een laag zand gestort. En hier bovenop is nu een golfbaan gecreëerd. Langs de weg stonden hekwerken, die bespannen waren met gaaswerk om verdwaalde golfballen op te vangen.
Kempische Wandeldagen Daarna kwamen we langs landgoed De Gulberg. In het bosgebied lag het nu niet zichtbare Gulbergseven. We staken de eerder genoemde spoorlijn over. Het parkoers volgde nu een grintweg langs een bosgebied met aan de rechterhand weilanden. Deze weilanden waren nu ingericht voor een groot parkeerterrein vanwege een tuinshow. Met de entreekaart voor deze tuinshow was 1.000 euro te winnen. Ons pad voerde langs het hekwerk van deze tuinshow.
We waren inmiddels de gemeentegrens met Nuenen overgestoken. In het bosgebied van de Refelingsche heide voerde het pad fraai langs een grote visvijver. Daarop bereikten we het Enode natuur zwembad. We zagen hier ook al wandelaars van andere afstanden lopen. We kwamen in het plaatsje Eeneind, vallend onder Nuenen.
De wisseling van het millennium en 700 jaar gemeenterechten in het jaar 2000 waren de aanleiding om een poëzieroute te maken voor wandelaars en fietsers langs mooie locaties in Nuenen en omgeving. Men kan deze route overal beginnen en eindigen, in stukjes beleven of meteen in zijn geheel volgen, met een totale lengte van 36 km. De gedichten die u onderweg tegenkomt zijn van Nuenense dorpelingen, van jong en oud. Eén van die dorpelingen is Ruurd van Heijst. Van zijn hand is onderstaand gedicht in de route opgenomen.

De Dood
De dood is levend,
Iedere dag weer
Maar niemand weer wanneer

We staken de eerder genoemde spoorlijn opnieuw over en bereikten de Sint Antoniuskapel. Deze kapel werd in 1987 ingewijd. In 1985 besloot men tot de bouw van deze kapel ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van de Stationsweg. En de kapel werd aan het einde van de stationsweg geplaatst. De kapel heeft een voorgeschiedenis die terug gaat tot het jaar 1348. In een tegel in de muur stond: Ter herinnering aan Pastoor Karel W. Swinkels, 7.2.1924-20.10.1988. Hij zegende deze kapel in op 19.9.1987. Aan de linkerkant van de kapel hing een gedicht van
Elly. Meer informatie over de kapel is hier te vinden. Er branden talrijke kaarsjes (waxinelichtjes). Doordat zowel Coos als ikzelf hier op verschillende tijden kwamen, hebben wij er ieder een kaarsje gezet.
Door het industriegebiedje van Nuenen bereikten we de Collse watermolen.
De Collse watermolen was in de 13e eeuw in bezit van de Benedictijnen en van de abdij van Sint Truiden. Als bijna alle Nederlandse watermolens zijn de Brabantse molens onderslagmolens. Het rad draait door het water dat er onderdoor stroomt. De sluis van de Collse molen zorgt voor een hoogteverschil van 1 meter. Het ijzeren waterrad van de korenmolen met een doorsnee van 6,5 meter kan daarmee een vermogen van 10 PK leveren. Vroeger was er een tweede rad voor het slaan van raapolie uit koolzaad. De molen is nu eigendom van de gemeente Eindhoven.
Hier was een verzorgingspost ingericht. Voor de Collse watermolen zaten drie schilders die les kregen van een instructeur. Nu volgde een natuurpad langs het riviertje de Kleine Dommel of Rul. Het water van dit riviertje stond onverwacht vrij hoog, ondanks de droogte en eenmaal moesten we over water dat op het pad stond springen.
We bereikten het Eindhovensch Kanaal. Dit staken we bij buurtschap Hulst over, over de Hulsterbrug en bij een hondenpension dat van verre reeds te horen was. We zagen aan de overkant van het kanaal wandelaars lopen. Deze wandelaars liepen parkoerstechnisch achter ons. In één van de wandelaars herkende ik mijn eigen Coos. Het IVV-stempelnummer was 16851.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg