Op zaterdag 20 maart 2004 organiseert WS78 een 40 km lange wandeltocht vanuit Maarn. Om er zeker van te zijn dat de tochten van WS78 ook kwalitatief goed zijn, worden deze tochten voorgelopen met het bestuur van WS78. Het voorlopen van deze tocht vond plaats op zaterdag 21 juni 2003. Om 8.00 uur zouden we ons verzamelen bij de start, maar toen wij hier om 7.45 uur aankwamen waren we niet de eersten. Nadat iedereen was gearriveerd en we een bekertje koffie hadden gekregen, begaven we ons op pad. De eerste paar wegen waren bekend van voorgaande jaren, want WS78 heeft al 26 keer een tocht vanuit Maarn georganiseerd. We liepen onder de spoorlijn Arnhem-Utrecht en de A12-snelweg door en kwamen langs het stadhuis van Maarn. Een paar straten verder werd het bos bereikt.
Het eerste bos waar we doorheen liepen was van landgoed De Pol. Daarna zetten we koers naar het bosgebied 't Wijde Zicht als onderdeel van de Kaapse Bossen, dat eigendom is van Natuurmonumenten. Er was hier echter geen sprake van een wijds uitzicht, want we zagen alleen maar bomen.
In het midden van de 18e eeuw kwam mr. Hendrik Swellengrebel uit de Kaapkolonie naar Doorn. Hij kocht een zeer groot heidegebied dat hij "De Kaap" doopte, omdat de woestenij herinneringen aan de Zuidafrikaanse "koppies" opriep. Bebossing was zijn doel en daarin is hij goed geslaagd. In deze bossen speelt de roman "De Zwarte Ruiter" van Simon Vestdijk.
We staken de weg van Maarn naar Doorn over en bereikten nu landgoed Stameren. Hier dwaalden we over een heideveld voor Huize Stameren langs.
Van zonnetempel tot grasblauwtje
Tussen de gemeenten Maarn en Doorn, boven op de 48 meter hoge Maarnse Berg (één van de hoogste toppen van de Utrechtse Heuvelrug) ligt Stameren. Stameren bestaat uit bos (afgewisseld door twee heideveldjes) met verschillende boomsoorten van allerlei leeftijden. Opvallend zijn de vele verwilderde rododendrons die er groeien. Het landgoed is bijna een eeuw oud. Het gelijknamige huis werd in 1904/1905 gebouwd op een toen nog kale Heuvelrug. Door de ‘meedogenloze’ weersomstandigheden werd het huis ook wel ‘Waai en Braai’ genoemd. Rond het huis werd een parkachtige tuin aangelegd, waarvan nog een aantal elementen resteert. Een voorbeeld hiervan zijn de solitaire bomen die de open ruimte (een heideterreintje) voor het huis versterken. Het heideterreintje in de noordwesthoek van Stameren is aangewezen als beschermd Rijksmonument. Hier bevindt zich naar alle waarschijnlijkheid een urnenveld met grafheuvels uit de ijzertijd. Er gaat het verhaal dat op deze plek een zonnetempel heeft gestaan waar de Germanen hun god Thor vereerden.
Daarna ging ons pad verderop langs grote rododendronstruiken. Bij een open veld kregen we een vergezicht op flats van de plaats Utrecht. Erg storend was dat niet, want deze flats liggen heel ver weg, maar het geeft wel aan het enorme vergezicht wat je hier had.
We liepen om het open terrein heen en kwamen daarbij over de Maarnse Berg. Vervolgens kwamen we langs camping Het Grote Bos te Doorn. Nu zetten we koers naar landgoed Hoog Moersbergen.
Stameren en Hoog Moersbergen
Stameren kent een rijke flora en fauna. Verschillende soorten vogels zoals groene specht, ransuil, raaf en geelgors worden er waargenomen. Ook reptielen zoals hazelworm en zandhagedis laten zich af en toe zien. Verder zijn bijzondere zoogdieren zoals boommarter, das, dwergvleermuis en laatvlieger in het gebied aangetroffen. In voorjaar en zomer biedt Stameren u een uitgekiend kleurenpalet van bloemen: onder andere de prachtig blauwe grasklokjes, de witte lelietjes-der-dalen, het frisse geel van de brem, het diepe paars van het maarts viooltje en de bleekblauwe bloempjes van het zandblauwtje. Hoog Moersbergen, dat in de tweede helft van de 19de eeuw ten gevolge van de bebouwing van Doorn werd gescheiden van Moersbergen, ligt bovenop de Utrechtse Heuvelrug. Verder bestaat Hoog Moersbergen uit natuurlijk, jong bos van eiken en berken. Ook in dit gebied liggen verscheidene grafheuvels.
Dat het hier heuvelachtig is merkten we goed. We liepen hier ook op de Utrechtse Heuvelrug, We zakten af naar de bebouwde kom voor een verzorgingspost. Deze lag op 11 km.
Daarna liepen we verder. We kwamen zo’n 12 jonge padvindertjes tegen die toevallig net onze kant op kwamen aanhollen. In de directe omgeving was ook hun clubhuis. Opnieuw kwamen we in bosgebied. Ditmaal was dat De Ruiterberg als onderdeel van de Kaapse Bossen.
De Kaapse Bossen bestaan uit bos, heide en schraal grasland. In het oosten ligt landgoed De Ruiterberg, een buitenplaats uit het begin van de twintigste eeuw met landhuis, geometrische tuin en poortgebouw. De Kaapse Bossen vormen samen met eigendommen van particuliere eigenaren en andere natuurbeschermingsorganisaties het Nationaal Park in oprichting de Utrechtse Heuvelrug.
We volgden nu enige lange paden van meer dan een km lengte. Bij de achterkant van camping De Bonte Vlucht sloegen we af om vervolgens langs een minicamping te komen. Dit was een paalcamping waar maximaal 3 tenten mogen staan. Er stond op dat moment geen tent maar we zagen er wel een dame zitten, die vermoedelijk net haar tentje had ingepakt. In dit gebied, dat in de buurt van opvangcentrum Hoogstraten ligt, liggen talrijke grafheuvels.
Langzaamaan steeg ons pad om uiteindelijk de top van de Darthuizerberg te bereiken. Van een echte beklimming was echter geen sprake, want als je er niet bekend bent, dan wist je niet waar precies het hoogste punt was. Daarop bereikten we de Donderberg. Via een steile helling werd deze top beklommen. Bovenop stond een groot gebouw, het zogenaamde mausoleum.
Het is een neoclassicistisch gebouw, dat staat op het eigenlijke mausoleum van de bewoners van Broekhuizen. Het is 14 meter hoog en werd in 1818 gebouwd. Van 1829 - 1906 mochten de bewoners van Darthuizen op deze plaats begraven worden. In 1939 werd de toren als militaire uitkijkpost gebruikt, omdat er een goed uitzicht is over de omgeving.
Door het Lombokbos bereikten we de Uiletoren. Op de vier hoekpunten van deze uitkijktoren staan uilen afgebeeld. Enige jaren geleden sierde een foto van deze toren het wandelplaatje. Dat was op 17 maart 2001.
In 1904 of 1905 liet deurwaarder/rentmeester H.G. van Dam heide ontginnen en bos aanplanten. Bij de ingang van het terrein Lombok werden vier sierpalen gezet. Op een hoog punt werd er een uitkijktoren gebouwd, met op de vier punten uilen: de uilentoren. In 1926 werd de uilentoren eigendom van de gemeente.
De uilentoren is een heel aparte toren in Leersum. Deze toren is genoemd naar de uilen die er op staan. Voor het dorp betekent de toren een soort oriëntatiepunt voor afspraken of wandelingen. Jaarlijks wordt de uilentorenloop gehouden, waar veel Leersummers aan meedoen.
We daalden af via de Lombokweg, staken de verkeersweg door Leersum over, liepen langs restaurant De Tweede Kamer, gelegen aan het Binnenhof en bereikten de officiële grote rust in dorpshuis Het Hof te Leersum.
Wij hadden hier nu geen rust omdat deze nu gesloten was. We dwaalden door wat straten om vervolgens Restaurant Darthuizen te bereiken. Hier hadden we nu een rustpost. Daarna zetten we koers naar landgoed Broekhuizen. Dit landgoed bereikten we over een met hele oude bomen omzoomd pad langs volkstuinen. Door een statige poort betraden we landgoed Broekhuizen en liepen onder oude beukenbomen door. We liepen om de Londotuin heen en bereikten een weiland. Hier liepen we een tijdlang over smalle paden. Eenmaal staken we een bruggetje van boomstammen over. Over een drie bielzendik bruggetje staken we een sloot over en liepen over een kaarsrechte beukenlaan. We kwamen uiteindelijk uit bij een grote oude dode boom, die aan de achterkant van Huize Broekhuizen was gelegen. Het kon een grote oude kabouterboom zijn uit het boek van Rien Poortvliet of ontsnapt zijn uit een tekenboek van Anton Pieck.
Opnieuw kwamen we de nog niet eerder genoemde geel/blauwe markeringen tegen. Deze zijn van het 48 km lange Stichtse Dorpenpad. De uitzetters van dit pad zijn ook lid van WS78. We kwamen bij een tuincentrum uit waar de parkoersbeschrijving even verkeerd werd gelezen. Aangezien wij achteraan liepen en de tocht hadden uitgezet moesten we de anderen terugfluiten. We hadden namelijk een scheidsrechtersfluitje bij ons. We liepen op een pad waar we al vaker hadden gelopen en opeens sloegen we af op een onverwacht punt. Het pad werd nu wel heel smal en was, door het groeizame weer van de afgelopen tijd vrijwel geheel dichtgegroeid met gras. Tegen de tijd dat de tocht wordt georganiseerd zal er wel weer een duidelijker pad zijn.
Op 30 km kwamen we langs de officiële koffiepost. Maar ook nu weer was daar nu met het voorlopen van de tocht geen sprake van. We dwaalden verder door landgoed Sandenburg
Van tramremise tot ecologische schakel
Sandenburg is een smalle strook bos die ligt tussen de provinciale weg van Doorn naar Leersum (N225) en de historische Postweg waarover vroeger de tram tussen Utrecht en Rhenen reed. Een herinnering aan dit tramverleden zijn de huisjes van de remise op Sandenburg. Sandenburg maakte oorspronkelijk deel uit van het gelijknamige particuliere landgoed met kasteel in het Langbroekerweteringgebied. In 1975 besloot de eigenaar van Landgoed Sandenburg, baron Van Lynden van Sandenburg, een strook bos aan Het Utrechts Landschap te verkopen. Sandenburg bestaat voornamelijk uit weinig gevarieerd naaldbos met brede beukenlanen. Inmiddels wordt dit bos geleidelijk omgevormd naar loofbos. Sandenburg ligt in het overgangsgebied van de hoge, droge, voedselarme, zandige Heuvelrug naar het lage, natte, voedselrijke rivierkleigebied. Om die reden vormt Sandenburg een belangrijke ecologische schakel die in de toekomst misschien wel door de das gebruikt gaat worden.
Na weer een paar smalle paden en later weer brede paden en zandwegen werd de provinciale weg van Driebergen naar Rhenen bereikt en overgestoken. Nu dwaalden we door het Doornse Gat. Bij een piknikbank hadden we nog een rust. Het was deze dag droog en zonnig weer met een maximum temperatuur van 23 graden. Eerst daalden we via twee vrij steile trappen af om vervolgens over een mooie zandhelling het (Doornse) Gat weer te verlaten. We bereikten opnieuw bosgebied De Ruiterberg als onderdeel van De Kaapse Bossen. Maar nu liepen we langs het zuidelijke deel.
Het bos kent verschillende bostypen: eikenhakhout, fijnsparbosjes waar vuurgoudhaantje en appelvink broeden, en oude, open grove-dennenbossen waar veel kuifmezen en zwarte mezen zitten. De oude loofbossen in het zuidwesten hebben de rijkste ondergroei; hier groeien lelietje-van-dalen, veelbloemige salomonszegel en grote wolfsklauw. De holenbroeders boomklever, kleine bonte specht en holenduif maken gebruik van de oude beukenlanen. Ook baardvleermuis en grootoorvleermuis wonen in de oude holle bomen.
Bij een recentelijk nieuw aangelegd breed grintpad tussen rododendrons kregen we uitzicht op het grote Huis De Ruiterberg met zijn blauw gekleurde dakpannen. Even verderop poseerde een ree op een opengekapt stuk bos. Toen één van de wandelaars zich realiseerde dat hij een fototoestel bij zich had, had de ree zich al wat verwijderd, maar was nog steeds zichtbaar. De foto die gemaakt werd zal later op de foto wel een zoekplaatje zijn geworden.
Heide vindt u in het westen van de Kaapse Bossen. Er groeien specifieke plantensoorten als dwergviltkruid, gaspeldoorn en klein warkruid. Bij de heide ligt theeschenkerij Helenaheuvel. Landgoed De Ruiterberg is interessant vanwege de vele bijzondere naaldbomen, die zowel in de lanen als in de geometrische terrassentuin rond het landhuis staan. In sommige lanen staan ook veel rododendrons. De ingang van het landgoed wordt gevormd door een poortgebouw dat bestaat uit twee huizen met daartussen een toren en een poortkamer. Het is een goed voorbeeld van de architectuur van de Delftse school.
Even verderop liepen we onder een fraai poortgebouw door. Daarop werd de Doornse Berg beklommen. Hier bovenop staat een 19 meter hoge uitkijktoren. Niemand uit de groep had nu zin op de toren te beklimmen.
Vanaf de top heb je een wijds uitzicht op Utrecht met de Dom, de televisiemast bij Lopik, de kerncentrale in Dodewaard en verder de Betuwe in
Degene die eerder een foto had gemaakt van de ree, besloot daarna ook een sanitaire stop in te lassen, waarop hij de aansluiting met de groep verloor. Toen hij in de groep werd vermist, mochten wij hem gaan zoeken, omdat wij het parkoers hadden uitgezicht en hier dus bekend waren. We vonden hem spoedig.
Even verderop kwamen we langs de Doornse Kei. Het is een bijzonder punt, maar stelt toch niet zoveel voor, omdat het fundament veel groter is dan de kei. Op 36½ km bereikten we de officiële fruitpost. Maar ook nu was er geen fruit te bekennen met het voorlopen. We kwamen over een kleine zandvlakte, gevolgd door een heideveldje gelegen bij Chalet Sint Helenaheuvel. Over een bijna één km lang bospad werd de buitenwijken van Maarn bereikt. Langs 2 huizen van WS78-leden en het plaatselijk stadhuis werd de finish bereikt na 41 km en 9½ uur lopen.
| Henri Floor & Coos Verburg
|