Terug naar het overzicht van de wandelverslagen van alleen FLAL-tochten Terug naar de homepage van Henri Floor Met de FLAL vanuit Aalden/Zweeloo (Drenthe)
embleem van de FLAL Dit is het wapen van Sleen. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Op zaterdag 25 januari 2003 organiseerde de FLAL een 25 en 40 km wandeltocht vanuit Aalden, gelegen in de voormalige gemeente Zweeloo. Thans behoort Zweeloo tot de gemeente Coevorden. De start was vanuit het centrum van het bungalowpark van Landale Greenparks. We verlieten de startlocatie door het bungalowpark. We staken het riviertje de Aalderstroom over en zetten koers naar Wezup, Dit is maar een klein plaatsje, maar de route slingerde langs fraaie oude boerderijen. Buiten Wezup dwaalden we door het Zweeloërveld. We liepen hier tot aan een bosgebied om vervolgens dit bosgebied meteen weer de rug toe te keren. Over een andere weg dwaalden we nu verder door het Zweeloërveld. We liepen onder de N381 (Emmen-Beilen) door en bereikten weldra de rand van Zweeloo. We passeerden een zijweg met de naam Kalverstraat alvorens de eerste rustpost te bereiken in de kantine van verenigingsgebouw De Spil op 10½ km. Vlak hiervoor was trouwens de splitsing tussen de 25 en 40 km.
Na deze rust bereikten spoedig het
oudje kerkje van Zweeloo . Hierin bleek de grote rust van de 25 km lopers te zijn. Als zitplaats dienden de kerkbanken. Na het bezichtigen van de kerk hadden we enige moeite de kerk te verlaten. De breedte van de deuropening van de kerkzaal was te smal voor 2 mensen tegelijk. Bovendien moesten we door een halletje de kerk verlaten. En in het halletje stonden dames in een rij voor de WC te wachtten.
Coos, die gewoon is om op de verharde weg langs de kant te lopen, werd ingehaald door twee mannen. Zij vroegen aan Coos of ze soms de kantjes eraf liep. Ze zeiden dat je hier in Drenthe wel midden op de weg mocht lopen. We dwaalden nu door het natuurgebied Noorderveld en bereikten weldra het dorpje Benneveld. Ook hier zagen we talrijke monumentale oude boerderijen. Nu zetten we koersen naar Aalden. We zagen hier bij- en na de brink van Oud-Aalden enige hele grote boerderijen. Buiten Aalden dwaalden we naar en langs natuurgebied Kerkhorsten als onderdeel van landgoed De Klencke . Meteen na een witte kerk met een vrijstaande kerktoren bereikten we de tweede rustpost in café restaurant Deen te Oosterhesselen op 23½ km.
Even verderop was een supermarkt waar we nog een halve liter melk kochten voor de dorst. We passeerden het oefenterrein van de Klenckeruiters en staken vervolgens de N854 (Zweeloo-Coevorden) over. Nu dwaalden we door de Geeseres naar het plaatsje Gees . Het wordt misschien wat eentonig, maar ook hier troffen we weer diverse fraaie, oude boerderijen aan.
Langs de natuurgebieden Mepperweiden en Zuid Maden bereikten we het plaatsje Meppen. We zagen hier een zeer grote natuursteen met de tekst Marke Meppen. We bereikten de camping De Bronzen Emmer. Hier was de derde en laatste rustmogelijkheid op 33½ km. Rond één uur 's-middags wijzigden zich het weer in positieve zin. Het was tot nog toe een grijze, maar droge dag geweest. Nu veranderde het weer zich in een bijna wolkeloze hemel en dus ook met zonneschijn. Maar rond 14.15 uur wijzigde het weer zich opnieuw. Het werd weer bewolkt en even later begon het ook te regenen. Tot aan de finish bleef het regenen en vooral de wind zorgde ervoor, dat de trainingsbroek nat werd.
De laatste 6 km voerde overwegend door bosgebied. We betraden een natuurgebied door het oversteken van een veerooster. Hier troffen we talrijke jeneverbessen, waar ons pad dwars doorheen liep. Rond 15.45 uur bereikten we de finish. Het was een hele mooie tocht geworden. Weliswaar waren grote delen van het parkoers verhard. Maar het gebied hier was zo ontzettend rustig, dat dit niet ten nadele kwam van het wandelplezier. Onderweg zagen we slechts één ATB-fietser.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg


naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina
De Hervormde kerk te Zweeloo is door zijn ligging aan de rand van het dorp, vorm en detaillering een charmant landelijk gebouw. Tijdens de restauratiewerkzaamheden van 1977/78 ontdekte men onder de huidige kerk fundamenten van een kerkje uit de 12de eeuw. De indeling van noord- en zuidzijde verschilt: aan de noordzijde een rondbogige ingang en drie vensters, aan de zuidzijde een spitsbogige ingangsnis en vier vensters.
De prinses van Zweeloo
Uitzonderlijk rijke graven uit de vroege middeleeuwen zijn maar weinig gevonden in Drenthe. Enige bekendheid geniet ‘de prinses van Zweeloo’. Haar graf werd in 1952 ontdekt bij zandwinnings-werkzaamheden. Bij de opgraving in het veld werd al direct duidelijk dat het om iets bijzonders ging. Het hele graf werd dan ook ingekist en in het laboratorium minutieus verder opgegraven. Daarbij kwamen zeer bijzondere sieraden aan het licht. Ter hoogte van de schouders lag een tweetal verguld bronzen spelden, daar vlak bij een snoer van 130 kleine glazen kralen, ten dele veelkleurig, en een snoer van 101 barnstenen kralen. Op de borst lag een zilveren ringetje met daarbij resten van een bevertand, ongetwijfeld als amulet gedragen. Verder lag daar nog een zilveren toiletgarnituur en daarboven een grote sierspeld in de vorm van een vlinder. Deze vlinderfibula is gemaakt van verguld brons. Ter hoogte van het middel werden 30 uitzonderlijk grote glazen kralen aangetroffen, één kraal van barnsteen, tien bronzen ringen en één bronzen schijf. Dit geheel moet als een soort gordel om het middel zijn gedragen. Om de linkerpols lag een bronzen armband en daar vlak bij nog een tweetal bronzen sleutels. Wij weten niet of de sieraden die deze vrouw droeg tot haar dagelijkse garderobe behoorden, maar zeker is wel dat een begrafenis op deze wijze uitdrukking gaf aan haar grote welstand. Ook haar kleding wijst daar op. Normaal gesproken blijft in de Drentse zandbodem textiel niet bewaard. Op de plaatsen echter waar in het graf textiel in aanraking kwam met metaal, is door de corrosie van het metaal het weefsel wel bewaard gebleven. Uit onderzoek van een aantal van dergelijke minuscule textielfragmentjes is duidelijk geworden dat de prinses van Zweeloo begraven is in een gewaad van linnen. Het was geweven in ruitkeper van 18 draden per cm. Een zeer fijn weefsel dus. Bijzonder is verder dat tegelijk met de stof aan de beide randen een kaartweefsel is meegeweven. Het moet een weeftechnisch hoogstandje zijn geweest. Dat bleek wel bij de reconstructie. Niet alleen moest er een speciaal weefgetouw voor worden gebouwd, het weven was dermate ingewikkeld dat het drie maanden duurde voor het karwei geklaard was.

naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina
Landgoed De Klencke dankt zijn oorsprong aan de bouw van een havezate in de dertiende eeuw, precies op de overgang van een laaggelegen beekdal naar de hoger gelegen zandgronden van het Drents Plateau. Door deze overgang omvat het gebied een diversiteit aan landschappen. In het beekdal treft u natte bloemrijke hooilanden en houtwallen aan, op het landgoed eeuwenoude beuken- en eikenbossen en op de zandgronden heidevelden met voedselarme vennetjes. Omwille van de landbouw wordt het omliggende gebied flink ontwaterd, waardoor de heide op het Klenckerveld steeds verder is verdroogd. Natuurmonumenten probeert nu door de aankoop van landbouwterreinen een vochtige bufferzone te creëren. Hierdoor zal Landgoed De Klencke, dat nu ongeveer 450 ha groot is, in de toekomst groter worden.
Landgoed De Klencke bestaat uit een landhuis omringd door oud loofbos, heide, graslanden in het beekdal van het Drostendiep en vier boerderijen. Door dit landgoed lopen rechte lanen. Reeds in 1219 werd de havezate De Klencke bewoond door Hermanus Clincke. In 1961 werd door mevrouw Goddard-Van der Wijck landgoed De Klencke nagelaten aan de Vereniging Natuurmonumenten. De kerk van Oosterhesselen dateert in oorsprong van de veertiende eeuw. De kerk en de rechtstreeks uit de Middeleeuwen overgebleven monumentale toren zijn thans gescheiden. Oorspronkelijk moeten zij verbonden zijn geweest. Het grondgebied van Oosterhesselen bestaat uit een zand- en een veengedeelte. Het zandgebied omvat de dorpen Oosterhesselen, Gees en Zwinderen en het veengebied Geesbrug en Nieuwlande. Ruim honderd jaar geleden was alleen het zandgebied van de gemeente bewoond. Het veengebied was ‘woest en ledig’. Naast het veen waren er onafzienbare heidevelden. De drie dorpen in het zandgebied hebben een zeer lange geschiedenis, die aansluit bij die van de omliggende zeer oude dorpen Wachtum, Dalen, Sleen en Zweeloo.
De Kerkhorsten bestaat uit oude graslanden in het stroomdal van het Drostendiep. In deze graslanden bevinden zich meer dan 50 oude veedrinkpoelen, waarin kamsalamanders, ringslangen, padden en verschillende kikkersoorten leven. De graslanden zijn gescheiden door heel oude eiken- en elzenwallen. In deze graslanden grazen zoogkoeien van het Franse ras Blonde d’Aquitaine. Zij zorgen ervoor dat er een gevarieerd plantendek blijft bestaan. In de winter staan deze koeien in een speciale potstal.

naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina
Aan de weg Zwinderen - Oosterhesselen, ligt Gees, een typisch Drents dorp wat zich ooit gevormd heeft op een zandrug, te midden van fraai natuurgebied. In de oude kern van Gees is het oorspronkelijke karakter in de bebouwing bewaard gebleven. Doordat wegen en esgronden met elkaar verbonden zijn, hebben de liggingen van de boerderijen een kenmerkende uitstraling. Ze staan met de grote deuren [achterbaanders] naar de weg gebouwd en bij sommige boerderijen bestaat de erfverharding nog uit veldkeien. Vrijwel alle boerderijen zijn in de loop der jaren verbouwd, naar maatstaven van deze tijd.
naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina