|
|
|
|
Met WS78 over de zuidoostelijke hellingen van de Utrechtse Heuvelrug
|
wapen van Rhenen
Op zaterdag 19 oktober 2002 organiseerde WS78 een 40 km
wandeltocht vanuit Rhenen. De start was vanuit Restaurant 't
Viaduct. Deze startlocatie lag pal naast het treinstation. Voor
ons was het dit keer echter handiger om met de auto te komen.
We verlieten de start door over een trap naar beneden te lopen,
een viaduct onderdoor te gaan en vervolgens via een trap weer
omhoog te lopen. Met deze manoeuvre hadden we effectief een
verkeersweg overgestoken. Daarna liepen we alsnog over het
viaduct om een drukkere verkeersweg over te steken. We liepen
naar de uiterwaarden, want Rhenen ligt aan de rivier de Rijn.
Over de winterdijk liepen we onder het centrum van Rhenen
langs. Daarbij kwamen we langs de Cuneratoren, een grote
kerktoren.
De 85m hoge Cunera toren werd gebouwd van 11 mei 1492 tot 28 mei 1531
in laatgotische stijl. De Cunera-Story herinnert aan Cunera, een lieftallige
Schotse prinses, die met 11.000 maagden ter bedevaart naar Rome trok
onder leiding van haar vriendin de Heilige Ursula. Op de terugweg werden
allen bij Keulen door de Hunnen vermoord, op Cunera na. Zij werd gered
door de Frankische 'koning' Haymo, die haar meenam naar zijn hoeve bij
Rhenen (vermoedelijk in de Prattenburgse bossen), waar zij door haar
goedheid zeer geliefd werd bij de bevolking. Maar Haymo's vrouw ontstak
in giftige jaloezie, wurgde Cunera met een halsdoek en begroef haar in een
stal. De paarden wilden 's avonds de stal niet meer in en er verscheen een
teken van twee gekruiste fakkels boven de plaats waar zij begraven was. Zo
werd het lichaam gevonden en plechtig herbegraven op de Cuneraheuvel,
die door een kapel werd gekroond. Al gauw deden verhalen de ronde, dat
aanraking van de bij het altaar hangende halsdoek genezing bracht.
Pelgrims stroomden toe uit het hele land en er kwam zoveel geld binnen, dat
een kerk kon worden gebouwd met een fantastisch mooie toren ter
herinnering aan de als een heilige vereerder Cunera.
wapen van Veenendaal
Verderop sloegen we r.a. het Paardenveld af. Dit is één van de
steilste asfaltwegen van Rhenen. We bereikten het bos en de
eerste bezienswaardigheid was de Leemkuil, een grote kuil in
het bos. Verderop liepen we langs camping De Thymse Berg.
Daarop bereikten we het 120 ha grote landgoed Remmerstein.
Dit is een heuvelachtig bebost terrein dat doorsneden wordt
door enkele oude beukenlanen. We kwamen ook vlak langs Huize
Remmerstein. Na het Remmersteinse bos werd de voormalige
zandafgraving Kwintelooyen bereikt. Deze zandafgraving is nu
overwegend bebost. Vanaf de bosrand langs de zandafgraving
lopen de hellingen steil omlaag. Langs deze bosrand hadden we
fraaie vergezichten op Veenendaal, Wageningen en Ede. Veel
wandelaars, die bij dit panorama aankwamen, bleven enige tijd
stil staan om van dit panorama te genieten. Voor ons wat dit
bekend terrein en liepen door. Maar wel onder het genot van het
werpen van talloze blikken op deze panorama's. Opnieuw kwamen
we langs een camping. Ditmaal was dat camping Bosbad.
Verderop kwamen we langs nieuwbouw op de plek waar vroeger
een groot ziekenhuis stond. Twee zuilen van de oude
toegangsweg naar dat oude ziekenhuis stonden er nog.
Op bijgaande foto ziet u Coos, in jongere jaren, met haar moeder en
oudere zus voor het oude toegangshek met de eerder genoemde
zuilen staan.
We bereikten de Veenendaalse Straatweg, een verkeersweg van
het Utrechtse Elst naar Veenendaal. Deze weg loopt langs het
432 ha grote landgoed Prattenburg. Dit bosgebied betraden we
even later. Op 10½ km was de soeppost. Op deze locatie zouden
we later ook de koffiepost hebben. Nu zetten we koers in de
richting van Veenendaal. Zover kwamen we echter niet. We
sloegen in dit bosgebied af. Even later liepen we over een mooi
groot heideveld. Om het heideveld stond een afrastering. We
zagen hier nog een verdwaalde vuurdoornstruik. Opnieuw
kwamen we bij een camping. Hiervoor sloegen we af. Bij een
caravan stond een kabouter met een kruiwagen. Opnieuw steeg
ons pad. We zetten ons nu schrap voor de beklimming van de
bijna 70 meter hoge Amerongense berg. Na een eerste steile
helling stond aan de linkerkant van het pad aangegeven: "kijkt u
eens achterom bij zonnig weer". Want vanaf dit punt konden we
een fraai uitzicht op Veenendaal hebben. Op het moment dat wij
daar liepen, scheen de zon weliswaar, maar het was in
Veenendaal bewolkt en daardoor was het uitzicht niet optimaal.
Even verder bereikten we de top van de Amerongense berg.
Maar omdat op de top talrijke bomen staan, hadden we
hiervandaan geen uitzicht. We daalden de berg af. Bij de
Bergschuur, een schuur van Staatsbosbeheer, lag een
grafheuvel, waar je doorheen kon lopen. Omdat wij hier al
talrijke malen waren geweest, maar heel vaak niet de moeite
hadden genomen om door de grafheuvel te lopen, deden we dit
nu wel. Deze bergschuur staat naast pannekoekenrestaurant 't
Berghuis. Maar dit was niet de officiële grote rust. Daardoor
liepen hier de meeste wandelaars voorbij. Even verderop kregen
we uitzicht op het herdenkingsmonument van de slag bij
Waterloo.
Het herdenkingsmonument van de slag bij Waterloo was oorspronkelijk
opgericht door Gravinne Douarière van Athlone. Ter nagedachtenis van de
overwinning behaald over Bonaparte en de Fransche Armée door de
Kroonprins van Oranje en de gecombineerde Armée en onder bevel van de
hertog van Wellington en Prins Blücher te Quatre-Bras en in de velden van
Waterloo op 18 juni 1813. In 1846 werd dit monument hernieuwd ter vere-
ring van onze dierbare moeder A.E.C. Gravinne Douarière van Athlone
door haar laatst overgebleven kinderen M.W. en C.R. Gravinnen van Reede
Ginkel. In het 150ste herdenkingsjaar is door samenwerking van de
inwoners van Amerongen dit monument heropgericht en door de erven
Graaf G.J.G.C. van Aldenburg Bentinck aan de gemeente overgedragen op
3 augustus 1963.
We naderden nu Amerongen. Na een supermarkt kwamen we
langs een vistent. Deze uitbater heeft talrijke graantjes mee
kunnen pikken van deze wandelaars. Want op een voor de
wandelaars duidelijk bordje stond: "lekkere WS78 haringen" of
iets dergelijks. Alvorens de grote rust te bereiken in het
Dorpshuis werd kasteel Amerongen vanuit bijna alle
windrichtingen bezichtigd.
kasteel Amerongen
Kasteel Amerongen is gesticht in 1286. De eerste bezitters waren Borre en
Diederik van Amerongen. Later ook Floris V. Er hebben vele familie-
oorlogen gewoed rond deze ridderhofstad. Op 21 februari 1673 liet de
hertog van Luxemburg de burcht volstouwen met takkenbossen; een klein
vuurtje en binnen 10 minuten stond het kasteel in vuur en vlam. Rond 1900
werd het kasteel herbouwd.
Daarna kwamen we langs een groot wit huis, Huize Oranjestein.
Het witgepleisterde 'Oranjestein' werd omstreeks 1881 als herenhuis
gebouwd. Het werd vrij snel daarna een hotel. Vervolgens een
bejaardenhuis, gevorderd door militairen, een herstellingsoord en nu is het
een appartementencomplex.
De appartementen van Huize Oranjestein stonden vijf jaar
tevoren te koop voor ongeveer
€
400.000. Ook kwamen we nog
langs de Andrieskerk, waarvoor de fraaie koningin
Wilhelminaboom stond.
De St. Andrieskerk met een grotendeels laatgotisch schip uit de 15e eeuw ligt
aan De Hof, een schilderachtig plein dat omringd wordt door lindebomen.
De 16e eeuwse toren is 48 meter hoog en is gebouwd naar het voorbeeld van
de Dom van Utrecht. In het koor wapenborden en de graftombe van Goert
van Reede van Amerongen en zijn vrouw Geertruid van Nijenrode, die van
de verbondenheid met het kasteel getuigen.
De hiervoor genoemde Wilhelminaboom stond afgebeeld op het
wandelplaatje van de laatste WS78 wandeltocht vanuit Maarn.
wapen van Amerongen
Na de grote rust, die op 20½ km was, zetten we koers naar de
Amerongense Bovenpolder. En wel langs het deel dat eigendom is
van het Utrechts Landschap. Enige jaren tevoren had in dit
natuurgebied een uitgebreide renovatie plaats, die inmiddels is
afgerond. We bereikten nu de rand van het plaatsje Elst, dat
hier tot de gemeente Amerongen behoort. Het overgrote deel
van Elst behoort tot de gemeente Rhenen. We bereikten weer
de bossen van de Utrechtse heuvelrug. We zetten nu een lange
klim in naar de 62,5 meter hoge Elsterberg. Daarbij liepen we
over een 1 km lang asfaltfietspad door de bossen. Op de top van
de Elsterberg hadden we weer een fraai panorama. Over de
flanken van de Elsterberg daalden we af en op 28½ km werd de
koffiepost bereikt. Deze was, zoals al eerder gezegd, dezelfde
als de soeppost. De voorzitter van WS78, die ons goed kent,
vroeg of we haast hadden. Hij was niet van ons gewend dat we
zo vroeg op de koffiepost aankwamen. Het lopen ging deze dag
zo goed en het zag er op een gegeven moment naar uit dat we
een WS78 tocht binnen de 6½ uur zouden afleggen. Dat was ons
al jaren niet meer gelukt. Uiteindelijk finishten we na 6 uur en
17 minuten.
Maar na de koffiepost betraden we opnieuw landgoed
Prattenburg. Hier dwaalden we weer talrijke malen over oude
beukenlanen. De zon, die af en toe scheen, zorgde voor fraaie
lichtschakeringen. Over de Sparreboomseberg zetten we nu
koers naar het afgerasterde natuurgebied Plantage Willem III.
Hier graasden ook Schotse Hooglanders. Ons werd op een
toegangsbord geadviseerd deze Hooglanders op minimaal 50
meters afstand te passeren en om ze niet te aaien. Dat aaien
zagen we toch al niet zo zitten bij het in acht nemen van een
afstand van 50 meter. We kwamen bij een waterpoel in het
Remmerdense heidegebied. Maar er zat niet veel water meer in
de poel en leek meer op een modderpoel. We kwamen nog langs
een kerkhof en staken een weg over met de naam Autoweg.
Langs de noordkant van Rhenen hadden we nog fraaie uitzichten
op buurtschap Achterberg. We liepen hier over de Bergweg
langs kapitale landhuizen.
Op 38 km was nog de fruitpost ten huize van één van de
parkoersarchitekten van deze tocht. De totale officiële afstand
bedroeg 39,740 km. Er waren 349 deelnemers. U zult niet
verbaasd zijn na het lezen van dit verslag, dat wij dit een mooie
tocht vonden. In het infobulletin van WS78 werd gemeld dat de
volgende tocht vanuit Cuijk start en nog door Duitsland komt.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|