Terug naar het overzicht van de wandelverslagen van alleen FLAL-tochten Terug naar de homepage van Henri Floor Wandelen door de gemeente Gaasterlân-Sleat
embleem van de FLAL Op zaterdag 12 januari 2002 organiseerde de FLAL (Friese Lange Afstand Lopers) een tocht vanuit Winschoten in het Groninger land.
Deze zogenaamde Ahron Salomons wandeltocht was een eerbetoon aan de Joodse Gemeenschap in Winschoten en omgeving. Hiermee wordt verwezen naar de historie van Winschoten en de verdwenen Joodse gemeenschap in Winschoten en omgeving. De op 22 september 1883 geboren Ahron Salomons was oud-voorzitter van het Nederlands Israëlitische Ringsynagoge. Hij had met zijn zonen Alexander en Abraham een groothandel in schoenen en klompen.
De start was vanuit het Cultureel centrum De Klinker.
Tot 1970 stond op deze plaats een steenfabriek.
Rond 8.55 uur schuifelden de wandelaars naar de uitgang en kregen daar de routebeschrijving in handen. De routebeschrijving was ditmaal aan de dikke kant, want er werd een bijzondere tocht georganiseerd, waarbij veel informatie in de parkoersbeschrijving werd gegeven.
Vlak na de start kwamen we langs het kunstwerk Winschoten tellerlikker.
Tellerlikker is een spotnaam voor Winschoters, omdat zij rond 1810 al borden gebruikten voor het eten, terwijl de mensen op het platteland nog uit een pot aten.
We staken een rotonde over en liepen vervolgens langs korenmolen Edelen.
De drie molens van Winschoten De drie molens van Winschoten

Dit is één van de drie molens die Winschoten rijk is. Het was hier goed opletten geblazen. We hadden nog te maken met de naweeën (lusten) van het winterse weer. Hoewel de temperatuur iets boven het vriespunt lag, waren minder begaande wegen en paden nog voorzien van aangevroren sneeuwresten, waar bovenop veelal een laagje water lag. Daarop bereikten we het Sterrebos.
Dit bos(je) werd rond 1825 aangelegd door werklozen, die hiertoe gedwongen werden op straffe van inhouden van hun schamele uitkering.
Daarop bereikten we na een vijver een tunnel met de naam "Koekkoek". De routebeschrijving gaf aan dat we door de tunnel moesten. Maar met een laag water in de tunnel besloten alle wandelaars hier omheen te lopen.
De tunnel kreeg de naam "Koekkoek" vanwege de fraaie echo en galm van de tunnel.
Daarop kwamen de langs het Joods centrum. Even verderop liepen we langs een groot bouwterrein waar een groot overdekt winkelcentrum moet komen. Bij de Evangelisch Lutherse kerk aangekomen met fraaie 17e eeuws Blotzkabinetorgel konden we onze kennis van de Romeinse cijfers weer ophalen. Op de kerk stond MDCCCXXXVI (1836). Daarna staken we een groot parkeerterrein over van de supermarkten AH en Aldi.
Tot 1828 lag hier de 1e Joodse begraafplaats. In 1968 werd de begraafplaats afgebroken met toestemming van de Opperrabbinaat en met aanwezigheid van een rabbijn.
In het centrum van Winschoten kwamen we langs de 41 meter hoge toren D'Olle Witte van de Nederlands Hervormde kerk, die uit de 15e eeuw dateert. Vervolgens liepen we langs het oude stadhuis uit 1895.
De letters S.P.Q.W. op het balkon vormen de Latijnse afkorting van Senatus Populus Que Winschotanus (senaat en volk van Winschoten).
Inmiddels liepen we over de Langestraat, de langste winkelstraat van Nederland met een lengte van 770 meter. Op een splitsing sloegen we rechtsaf. Daarna kwamen we, net voorbij het ziekenhuis, langs de zwaarste kei van Groningen. Terwijl we lazen dat de kei ongeveer 30.500 kg weegt, zeiden passerende wandelaars tegen ons dat we de kei beslist niet mochten meenemen. Daarop bereikt we het stadspark met als eerste het rosarium. Bij verschillende perken met rozen stond de naam van de rozen vermeldt. We verlieten het rosarium door een rozenpoort. In een weide stonden schapen en paarden bij elkaar. Na een heuveltje troffen we de grootste sneeuwbal van de dag aan. Deze was zeker 40 cm in doorsnee. Bij een volgende vijver glibberden we over een glad stammetjesbrugje. We verlieten het stadpark en kwamen uit bij het Winschoterdiep.
Dit kanaal werd in 1637 aangelegd. Nu is dit kanaal geschikt voor schepen tot 1400 ton.
We staken de A7 snelweg over en bevonden ons nu in een wijds weidegebied. We liepen langs het Hippische centrum van Winschoten. Dit was Manage De Dollard. Verderop sloegen we van een asfaltweg af en volgden een grasweg. Hier was aanplant van bomen voor de toekomstige Blauwe stad.
Het plan voor de Blauwe Stad voorziet in de aanleg van een groot recreatief meer van 800 hectare, met langs de oevers de stad Winschoten en de dorpen Scheemda, Midwolda, Oostwold, Finsterwolde en Beerta, alsmede 350 hectare natuur.
Ons pad volgde nu een smal slingerend ruiterpad door bosgebied. We zagen boven een lange pijp waar een grote stellage omheen was gebouwd en zeker 15 meter hoog was een grote gasvlam branden. Dit was een stellage van de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij).
Voor Mildwolde was de splitsing met de 25 km. Wij volgden het 35 km parkoers dat 34 km lang bleek te zijn. Na Oostwold volgde een lang stuk zonder ondersteunde pijlen. Er waren wandelaars zonder parkoersbeschrijving die dachten dat ze fout liepen, vanwege het ontbreken van ondersteunende pijlen. We sloegen bij het bord van de bebouwde kom van Finsterwolde (gemeente Reiderland) af. Opnieuw volgden wij een bosgebied, waarbij we ook langs sloten liepen. Op een gegeven moment was een pad over de volle breedte en nog daarbuiten bedekt met een bevroren plas. We probeerden of het ijs hield en dat viel gelukkig mee. Wel kraakte het iets. Toen we opnieuw in Oostwold aankwamen sloegen we vlak voor een supermarkt af. Omdat we toch al een kleine 3 uur onderweg waren geweest, besloten we hier wat melk en karnemelk te kopen. Tijdens het opdrinken hiervan bleven we praten met een vrouw die boodschappen had gedaan in de supermarkt en onze leeggedronken pakken zuivel meenam om het thuis weg te gooien.
Bij de Nederlands Hervormde kerk van Oostwold stond de kerkdeur open. We bewonderden de kerk van binnen. Over een statige laan liepen we naar een hekwerk met opschrift Oostwold 1907. Hier verlieten we de plaats. We liepen verderop langs een aanlegbaan in aanbouw van Pitsch en Putt (golfterrein). Daarop kwamen we bij een huis waar op een bord het gedicht Oldambtsterboerenlaid vermeld stond van tekstdichter Derk Sibolt Hovinga. Aangezien onze kennis van de Groningse taal zeer beperkt is begrepen we niet zoveel van dit gedicht. W e bereikten het centrum van Midwolda alwaar de grote rust was in Bowling/Restaurant De Schakel.
Langs de Hervormde Kerk van Midwolda met 70 cm dikke muren zetten we koers naar landgoed Ennemaborgh. Verderop bereikten we ook het statige huis Ennemaborgh . Over een vroegere oprijlaan, omzoomd met bomen liepen we verder. We bereikten een bosgebied waar de kans bestond om Preswalski of Tarpanpaarden te treffen. We liepen het Midwolder bos uit. Door een tunnel liepen we nu onder de A7-snelweg door. Even later bereikten we de verzorgingspost in de schuur van een boerderij. We bevonden ons nu in de gemeente Scheemda. We zetten koers naar het centrum van Scheemda en kwamen daarbij opnieuw langs een Hervormde kerk, deze dateerde uit het jaar 1515. Langs het gemeentehuis, versierd met het fraaie gemeentewapen, liepen we door het centrum van Scheemda naar de Eexterbrug, waarbij we het Winschoterdiep overstaken. Over een dubbele ophaalbrug staken we de Eextahaven over. Op het water lag nog duidelijke een dikke laag ijs. Verderop liepen we langs een minimolen, gebouwd door een plaatselijke molenbouwer. Opnieuw liepen we door een natuurgebied, ditmaal met de naam De Hoogte. Het was hier weer flink modderig. Daarop kwamen we langs het standbeeld van Graaf Adolf van Nassau en Graaf Rennenberg.
Op 23 mei 1568 gingen graaf Lodewijk en zijn troepen zich daar aan het eind van de dag opmaken voor de nacht. Eerder waren ze vanuit Appingedam gevlucht voor Spaanse troepen. De soldaten van graaf Lodewijk waren moe, hongerig en hadden al tijden geen soldij gekregen. Ze wilden dan ook niet meer vechten. Graaf Lodewijk wist ze echter toch nog een keer in de wapens te krijgen. Enkele kenmerken van het terrein maakte het graaf Lodewijk mogelijk een krijgslist toe te passen.
Monument ter herdenking van de slag bij Heiligerlee Monument ter herdenking van de slag bij Heiligerlee

In de vlakte bij Heiligerlee bevinden zich drie heuveltjes. Een grote waarop een klooster heeft gestaan en twee kleinere, die nu Napels heten. Het terrein tussen de heuvel waarop het klooster stond en de andere heuveltjes was moerassig en zat vol grote kuilen waaruit ooit turf was gewonnen. Langs de rand van de heuvel liep een weg, de huidige Provinciale weg. Graaf Lodewijk gaf zijn schutters opdracht zich te verstoppen in de turfkuilen en plaatste een groot deel van zijn troepen verder achter de heuvels. De ruiters onder leiding van graaf Adolf van Nassau lokten de Spanjaarden over de weg. Toen deze over de weg reden trokken de troepen van de graaf zich achter de heuvel terug. Het plan werkte en de Spanjaarden achtervolgden de Nederlanders. Ze kwamen terecht in het drassige terrein en werden zo gemakkelijk verslagen. Ongeveer 1500 Spaanse soldaten en 50 Geuzen verloren hierbij het leven. Ook graaf Adolf sneuvelde. Hij kwam om het leven toen zijn paard op hol sloeg en hij midden tussen de vijandelijke troepen belandde.
Bij camping De Burcht kwam we langs een fraaie begin 19e eeuwse theekoepel dat gedragen wordt door Toscaanse zuilen. Na 6Ľ uur bereikten we de finish.
Het weer was over het algemeen heiig geweest met een maximaal vergezicht van 1-2 km. Rond het middaguur nam de intensiteit van het heiige weer toe en rond half twee was er sprake van mist. Hierbij motregende het korte tijd licht. Er waren tegen de 300 deelnemers.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg


naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina
Geschiedenis van de joden in Groningen
Geschiedenis
synagoge van Winschoten synagoge van Winschoten

Winschoten ligt in het zuid-oosten van de provincie Groningen aan de doorgaande weg naar Duitsland. Het is een oud dorp en was in vroegere tijden de hoofdplaats van het landschap Reiderland. De bevolking van de plaats vond zijn bestaan voornamelijk als koopman, ambachtlieden en boeren. Tevens kende de plaats een opvallend groot aantal wevers. De eerste joden vestigden zich eind 17e eeuw in de plaats. Rond 1710 telde het dorp zo'n vier joodse gezinnen. Dit aantal nam in de eerste helft van de 18e eeuw maar nauwelijks toe. Pas in tweede helft van de 18e eeuw is er sprake van een groei van het aantal joodse inwoners. In 1773 telde het dorp elf joodse gezinnen en in 1783 woonden in het dorp 34 joden en in de omgeving eenzelfde aantal. Vooral in de 19e eeuw groeide de joodse bevolking sterk. In 1814 telde de Joodse Gemeente Winschoten 197 leden, waarvan er 170 te Winschoten woonden.
In 1773 is er voor het eerst sprake van bestuurders of parnassim van een Joodse Gemeente Winschoten. In datzelfde jaar wordt er een reglement opgesteld waarin de onderlinge verhoudingen tussen de Winschoter joden wordt geregeld. Desondanks kende de Joodse Gemeente veel onderlinge strubbelingen.
In de 19e eeuw groeide Winschoten uit tot het bestuurlijk, juridisch en verzorgingscentrum van oostelijk Groningen. In minder dan een eeuw verdubbelde de bevolking. Ook de joodse bevolking nam spectaculair toe: van 196 in 1809 tot 699 in 1899. Zij waren voornamelijk werkzaam als koopman, slager en veehandelaar. Een groot deel van de winkels in de plaats werd gedreven door joden. In 1941 telde de plaats nog 493 joden. In augustus en oktober 1942 werd het grootste deel van hen gedeporteerd. Begin 1943 werden de laatste joden gedeporteerd. Van alle Winschoter joden hebben niet meer dan zo'n 20 de oorlog overleefd.
Dit is het oude wapen van Winschoten. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Dit is het nieuwe wapen van Winschoten. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Synagoge
In 1773 is er voor het eerst sprake van een huissynagoge. Waarschijnlijk bevond deze zich in hetzelfde huis aan de Wevershorn dat twee jaar later, in 1775, in een belastingregister wordt genoemd als 'jodensynagoge'. In 1797 vraagt de Joodse Gemeente toestemming een collecte te mogen houden voor de bouw van een nieuwe synagoge. De reden hiervoor was dat hun de huur van het inmiddels vervallen pand aan de Buitenvenne was opgezegd. Zodoende weten we dat de Joodse Gemeente Winschoten voor 1797 ten minste aan de Wevershorn en Buitenvenne een (huis)synagoge heeft bezeten. In november 1797 verwerft de Joodse Gemeente een stuk grond aan de Langestraat waarop vervolgens een synagoge wordt gebouwd met 70 zitplaatsen. Vanwege de toename van de joodse bevolking was dit gebouw al snel te klein. Tussen 1852 en 1854 werd daarom een nieuwe synagoge aan de Bosstraat gebouwd. Dit gebouw werd in september 1854 ingewijd. Na de oorlog is het gebouw verkocht. Tegenwoordig doet het dienst als kerk van de Vrijgemaakte Gereformeerde Gemeente.
Begraafplaats
De eerste joodse begraafplaats was aan de Liefkenstraat en wordt voor het eerst in 1792 als zodanig genoemd. Deze bleef tot 1828 in gebruik. In 1969 werd de begraafplaats ontruimd. Na de sluiting van de oude begraafplaats in 1828 werd er als deel van de nieuwe Algemene Begraafplaats een nieuwe begraafplaats verkregen aan het huidige Sint Vitusholt.
Rabbijnen
In 1799 vestigde Aron Mozes Frankforter zich te Winschoten. Hij was omstreeks 1746 te Frankfurt/Main geboren. Voordien had hij achtereenvolgens te Steinfort en Zwolle gewoond. In 1802 werd hij aangesteld als rabbijn en voorzanger van de Joodse Gemeente Winschoten. In 1806 en 1807 was hij als rabbijn werkzaam te Veendam. In 1808 was hij te Winschoten teruggekeerd en bleef tot aan zijn dood in 1831 rabbijn van de Joodse Gemeente Winschoten.

naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina
Sterrebos
In tegenstelling tot wat de naam Sterrebos doet vermoeden, is het Wandelbos / Sterrebos geen strakke aanleg met wegen die in een ster bij elkaar komen, maar een romantisch park in landschapsstijl met oude hoge bomen, een vijver, een uitkijkheuvel en een dierenweide.
Het bos werd in de winter van 1826/ 1827, op initiatief van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, als werkverschaffingsproject voor werklozen aangelegd, toen waarschijnlijk in de vorm van een sterrebos. Ook de begraafplaats in Winschoten uit 1858 is zo tot stand gekomen. De ontwerper van het sterrebos was Ds B. H. Steringa Kuyper.
In 1836 kwam het tweede deel van het bos gereed. Beide delen werden verbonden door een tunnel, een onderdeel van een folly, die zich weerspiegelt in een vijver. In dit bouwwerk is een "verdedigingstoren", een trap en een muur met gotische nissen opgenomen. De stenen voor dit alles waren afkomstig van de afbraak van het Lutherse kerkje te Winschoterzijl. In 1840 werd dit bos bezongen door Ds P. J. V. Dusseau in zijn gedicht "Herinnering aan de Plantaadje te Winschoten", te lezen in de Groninger Volksalmanak. In 1902 werd L.A. Springer door de gemeente gevraagd over dit park te adviseren. Hij pleitte voor een sterke dunning in het bomenbestand, daar er bijna geen zon meer tot de onderbegroeiing kon doordringen. Ook adviseerde hij een slingervijver aan te leggen tussen de twee bestaande waterkommen en een nieuwe aanplant van hulst, taxus, zilverspar, laurierkers, Portugese laurier en rododendron aan te brengen. De oorspronkelijke aanleg bleef met deze wijzigingen nog goed herkenbaar. Er groeien stinseplanten zoals speenkruid, bosanemoon en daslook.



naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina
Het rosarium
Het grondgebied van Winschoten maakt deelt uit van 's werelds grootste kweekcentrum van rozenonderlagen, ook wel rozenzaailingen of -onderstammen genoemd.
Bijna 90% van de wereldproductie aan rozenzaailingen komt uit Winschoten en omgeving. Jaarlijks worden zo'n 70 miljoen rozenzaailingen uit dit gebied geëxporteerd naar alle delen van de wereld. Zaailingen vormen voor rozenkwekers het basismateriaal bij uitstek voor het veredelen van vele rozensoorten.
Om iets van de resultaten van hun werk te laten zien, hebben de Oostgroninger rozenkwekers in 1967 met steun van het bedrijfsleven een openlucht-showroom ingericht. In dit inmiddels wereldvermaard geworden Rosarium bloeien in de zomermaanden zo'n 320 rozenvariëteiten. Jaarlijks worden hier ook de zgn. toprooskeuringen gehouden. Kwekers kunnen hier hun nieuwe variëteiten langdurig laten testen en het predikaat Toproos verkrijgen, indien hun producten de strenge keuringen hebben doorstaan. Het Rosarium is gelegen in het 70 hectare grote stadspark van Winschoten.



naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina
De Blauwe Stad
Het Oldambt is een dunbevolkt landbouwgebied van 425 km2, met Winschoten als centrum. Het bestaat grotendeels uit ingepolderd land. De statige herenboerderijen herinneren aan de grote welvaart onder de boeren, die er rond 1900 was, maar inmiddels onder invloed van mondiale ontwikkelingen goeddeels is verdwenen. Anno 1997 heeft het Oldambt het moeilijk.
Dit is het oude wapen van Winschoten. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Dit is het nieuwe wapen van Winschoten. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag In de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ontwikkeling Extra is het Oldambt dan ook aangewezen als één van de gebieden, waar de leefbaarheid van het platteland extra aandacht verdient.
Het Rijk, de provincie Groningen en de vijf gemeenten in het Oldambt (Winschoten, Scheemda, Bellingwedde, Menterwolde en Reiderland) hebben die constatering uitgewerkt in het Leefbaarheidsproject Oldambt, een uit vier onderdelen bestaand ontwikkelingsplan, dat dit gebied nieuwe mogelijkheden en impulsen moet geven.
De Blauwe Stad - het eerste onderdeel van dit project - is een ambitieus plan, dat beoogt, een gebied met een stagnerende ontwikkeling nieuw leven in te blazen. Het gaat erom, nieuwe groepen naar het Oldambt te trekken. Woningbouw en recreatiemogelijkheden geven daarvoor de meest directe aanknopingspunten. Ten noorden van Winschoten zal straks dan ook niet meer de landbouw, maar zullen water, bos en natuur het beeld gaan bepalen.
Het plan voor de Blauwe Stad voorziet in de aanleg van een groot recreatief meer van 800 hectare, met langs de oevers de stad Winschoten en de dorpen Scheemda, Midwolda, Oostwold, Finsterwolde en Beerta, alsmede 350 hectare natuur. Wonen naar eigen wensen in een aantrekkelijke, rustige en sociaal veilige omgeving en recreëren in een gebied, waar rust en ruimte nog in overvloed aanwezig zijn.
De Blauwe Stad biedt tien jaar werk voor 300 tot 400 mensen en plaats voor 1200 tot 1800 nieuwe woningen, die - zo is uit onderzoek gebleken - een bijdrage kunnen leveren aan:
  • de nationale vraag naar "nieuwe" landgoederen";
  • de nationale vraag naar "ruim wonen met een recreatief karakter';
  • de nationale vraag naar seniorenwoningen;
  • de regionale en lokale behoefte aan kwaliteitswoningen.

Sinds enige jaren komen er meer mensen uit andere landsdelen naar Oost-Groningen dan er uit Oost-Groningen naar elders vertrekken. Bijna de helft komt naar het noorden vanwege de mogelijkheid om hier rustig en goedkoper te kunnen wonen.
Het wonen met een recreatief karakter voegt daar voor velen nog een dimensie aan toe. De unieke combinatie van een goede prijs/kwaliteitverhouding van woningen en kavels in een voor watersport aantrekkelijke omgeving heeft de belangstelling voor dit project ook in andere delen van het land sterk bevorderd.
Rozenpaviljoen
In het rosalium vindt u een rozenpaviljoen, van waaruit u prachtig beeld heeft over het park.
U kunt in het paviljoen genieten van bijvoorbeeld rozenthee, maar er worden ook lunches en diners geserveerd. Er zijn regelmatig tentoonstellingen in de expositieruimte; daarnaast vinden er geregeld concerten plaats.
Rhododenderonroute
Rondom de rozentuin kunt u wandelen langs de Rhododenderonroute. Deze heeft een totale lengte van 3 kilometer en bestaat uit ruim 300 winterharde variëteiten, die per kleurgroep zijn gegroepeerd. Nog elk jaar wordt de route mooier en voller. Tijdens de wandeling kunt u genieten van de landelijke en rustieke sfeer, die deze planten uitstralen.
Voor de liefhebbers, maar ook voor hen die een keus voor hun tuin willen maken zijn zowel rhododenderons als rozen van naamplaten voorzien.
Bloeien de rozen voornamelijk in juli en augustus, de rhododenderons tonen hun volle pracht in mei en juni. Maar ook buiten deze maanden is het volop genieten in het stadspark van Winschoten.

naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina
De Ennemaborgh
de Ennemaborgh de Ennemaborgh

De vroegste gegevens over de Ennemaborgh dateren uit de 14e eeuw. De borg had toen aan weerszijden twee torens. Het landgoed is ontstaan door de ontginning van veen en was oorspronkelijk 361 ha. groot. De eerste naam die uit die tijd (1391) opduikt is die van Sebo Ennema Midwoldani. In de 16e eeuw is het landgoed bewoond door de familie Diurcken.
Door het huwelijk met een dochter van deze familie, kwam het in bezit van de familie Clinge. Toen Anna Maria CIinge in 1681 met Wilhelmus Hora, een zoon van de rijke Mozes Aaron (Hora) trouwde, kwam het landgoed in zijn bezit. Een dochter die uit dit huwelijk werd geboren huwde in 1737 met Wiardus Siccama. Hierdoor ontstond de naam Hora-Siccama. In het midden van de 18e eeuw liet Wilhelmus Hora de torens van de borg slopen en de grachten dichten. Als vesting had de borg zijn functie verloren en er was in die tijd bovendien meer belangstelling voor luxe landhuizen met grote ramen en ruime vertrekken, omgeven door een parkachtige bossen met wandelpaden en vijvers. Hiermee kon je relaties imponeren. Door het grote fortuin dat Wiardus Siccama bezat werd het landbezit flink uitgebreid. Hierna kwam het landgoed in het bezit van een zoon uit het huwelijk van Anna Maria Hora en Wiardus Siccama, namelijk Johan Hora Siccama. Het landgoed, inmiddels reeds 500 ha. groot, beleefde toen haar grootste glorietijd. Na het overlijden van Johan Hora Siccama en z'n vrouw, moest het landgoed worden geveild omdat de kinderen onenigheid hadden. Het landgoed kwam toen in 1817, voor een bedrag van ruim 111.000 gulden, in het bezit van de heren Teling en Van Beyma die het landgoed door rentmeesters lieten beheren. Het rentmeestersschap duurde voort tot in de 20ste eeuw.
Vanaf 1817 is de echte ontginning van het landgoed begonnen. Er hielpen ook veel ervaren arbeiders uit de Veenkolonieën mee. In die tijd werden grote hoeveelheden eiken, acasia's, esdoorn's, wilgen, beuken en sparren omver gehakt en werd er turf gestoken. Direkt bij de venen ontstonden toen gehuchten en bouwde men er veenarbeidershuisjes. Sommige van deze huisjes staan er nog, als stille getuigen uit vervlogen tijden. Achter de voormalige strokartonfabriek "de Toekomst" stond in het verleden een stoombaggerpers. Hier sloeg men ook het veengereedschap en de turf op. Veel straatnamen in Midwolda herinneren nu nog aan de verschillende eigenaren van het landgoed "Ennemaborgh".
Wat verderop in het oosten werd in dezelfde tijd, gewerkt aan de drooglegging van het Huningameer. Vanaf 1828 had men al watergangen naar het Koediep gegraven en primitieve watermolens geplaatst. Vanaf 1840 werd er echter pas serieus met de bemaling begonnen toen Gedeputeerde Staten toestemming gaf voor de bouw van een watermolen. In 1886 werd het waterschap "Huninga-Meerland" opgericht en werd begonnen aan de bouw van een stoomgemaal die de watermolen, via een aandrijfas, moest assisteren bij windstil weer. In 1921 werd alles afgebroken en vervangen door een nieuw stoomgemaal.
Door de schaarste aan brandstof is er in de Tweede Wereldoorlog nog weer op grote schaal turf afgegraven op de restanten van het veen. Vanaf 1965 is de Ennemaborgh met medewerking van de toenmalige gemeente Midwolda gerestaureerd en voor het publiek opengesteld. Ook het "Koetshuys" is toen gerestaureerd en ingericht als restaurant. De "Stichting Het Groninger Landschap" beheert vanaf 1965 het landgoed. De stichting heeft geprobeerd de Barokstijl uit de 18e eeuw, gekenmerkt door symmetrie en een lange centrale zichtas en de Landschapstijl uit de 19e eeuw, gekenmerkt door bochtige paden, sierlijke vijvers en exotische boomsoorten, zoveel mogelijk te herstellen. Het bos is uitgebreid en er zijn een recreatieplas en natuurplassen aangelegd. De "Ennemaborg" is ook nog een aantal jaren gebruikt ter voltrekking van huwelijken. Momenteel wordt de borg bewoond door de kunstenares Maya Wildevuur, die er haar atelier heeft. Er is tevens een expositie en er worden schilderijen en antiek verkocht.
Dit is het oude wapen van Winschoten. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Dit is het nieuwe wapen van Winschoten. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Op dezelfde plek lag vroeger een vijf hectare groot meer, waar de kinderen van de Hora's mochten zwemmen en zeilen. Er was aan het water een botenhuis gebouwd en er lagen enkele zeilbootjes. Op het landgoed "Ennemaborgh" is voor de borg een groot gazon met veel stinzeplanten. Aan de oostzijde is een appelboomgaard en aan de westzijde een notenboomgaard. Rechts ziet u het "Koetshuys", welke als restaurant in gebruik is. Vroeger stonden hier vele rijtuigen en was er een stalling voor tien paarden. Rechts van het Koetshuys loopt een monumentale lindenlaan. De prachtige linden zijn meer dan 150 jaar oud. Er is een hertenkamp welke met behulp van vrijwilligers en donateurs in stand wordt gehouden. Naast het hertenkamp ziet u een werkschuur die door vrijwilligers van de Stichting Het Groninger Landschap zal worden omgebouwd tot een informatiecentrum. Langs de oprijlanen staan brievenbussen, waarin zich folders bevinden met een uitgebreide beschrijving van de wandelpaden die door het landgoed lopen. De paden zijn, met gele bordjes voorzien van nummers, duidelijk aangegeven.
Door deze begrazing met paarden is er een natuurlijk beheer van het bos, wat uiteindelijk moet resulteren in een soort oerbos. Dood hout blijft liggen, waardoor zich hierop schimmels vormen. U vindt er in de herfst dan ook grote aantallen bijzondere paddestoelen. In de herfst organiseert het Groninger Landschap een paddestoelenwandeling. Jaarlijks wordt er in mei, op een vroege zondagochtend tussen vijf en acht uur, een excursie "dauwtrappen met ontbijt in de Ennemaborgh" georganiseerd. In het steppengebied en bij de natuurplassen vindt u uitkijkposten, waarop u het gebied goed kunt overzien.
Vooral in de herfst- en wintermaanden ziet u hier vaak reeën en konikspaarden. In het zuidoostelijk deel van het landgoed liggen twee grote en wat kleinere plassen en poelen. Deze plassen zijn in het begin van de jaren negentig uitgegraven. Deze vogelreservaten worden in de winter bevolkt door eenden, meerkoeten, futen en aalscholvers. In de buurt van de plassen grazen de konikspaarden veel en hebben er inmiddels een gevarieerd landschap van gemaakt. In de kleinere plasjes komen allerlei waterdieren voor zoals, kikkers en salamanders. Langs de oevers zitten veel libellen. Zeldzame planten als de gevlekte orchis hebben zich op de oevers gevestigd. In de rietzones komen de blauwborst, kleine karekiet en de rietgors voor. Vermoedelijk zal in dit deel een moerassig gebied onstaan, omringd door een schraalgebied waarop mogelijk heide zou kunnen groeien. In de natuurplassen krioelt het van de vis.

naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina
Scheemda
Op 1 januari 1990 zijn de drie gemeenten Midwolda, Nieuwolda, en Scheemda heringedeeld tot de nieuwe gemeente Scheemda. De gemeente Scheemda had per 1 januari 2001 14.366 inwoners en bestaat uit de volgende dorpen en buurtschappen:
Dit is het wapen van Nieuwolda. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag DORPEN: Heiligerlee, Oostwold, Midwolda, Scheemda, Nieuwolda, `t Waar, Nieuw Scheemda, Westerlee
BUURTSCHAPPEN: Bikkershorn, Niesoord, Bovenstreek, Oostwolderpolder, Napels, De Kamp, Scheemdermeer, Nieuwolda-Oost, Tranendal, Oostwolderhamrik, Ekamp, Scheveklap, Meerland, Westeind.
De gemeente Scheemda heeft een oppervlakte van plm. 11.717 ha. Scheemda is geen uitgesproken industriegemeente, maar is echter rijk aan historisch waardevolle gebouwen en rustieke plaatsen. Voor de recreatie en ontspanning hoeft u niet ver te reizen. Wandelen kunt u op het vrij toegankelijke "Ennemaborgh", waar u in het wild levende paarden,
Dit is het wapen van Scheemda. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag de zogenaamde Tarpans, kunt tegenkomen. Weidse koren- en koolzaadvelden worden afgewisseld door uitgestrekte bosgebieden en eeuwenoude natuurmonumenten. Voor de actieve recreant biedt de Midwolderplas volop uitstekende surf- en zwemmogelijkheden. Verspreid over de dorpen in de gemeente vindt u prachtige kerken met fraaie gerestaureerde orgels. De "Slag bij Heiligerlee" kennen we allemaal van de geschiedenisboeken. Het monument van Graaf Adolf van Nassau en het museum "Slag bij Heiligerlee" herinnert hieraan. Heiligerlee is ook bekend om het zeer bezienswaardige. In de toren van Scheemda, gebouwd in ± 1570, bevindt zich een prachtig klinkend digitale carillon, gemaakt door de Van Bergen Bell Company, South Carolina, USA. Dit carillon is in 1998 aan de gemeente Scheemda geschonken door Acheson Industries Inc. USA, producent van colloïde (geleiachtig) smeermiddelen, met een vestiging in Scheemda. Nieuwolda heeft een leuke Kinderwagenmuseum en het museum-gemaal "de Hoogte". In de Ennemaborg in Midwolda bevindt zich een landelijk befaamde galerie van Maya Wildevuur. Ook zijn er campings in Midwolda, Nieuwolda en Westerlee. Dezomers staan in het teken van de recreatievaart. Het mooie Termunterzijldiep heeft aanleghavens in Scheemda en Nieuwolda. Momenteel wordt er druk gewerkt aan een nieuwe jachthaven in Scheemda. Die haven zal plaats bieden aan 35 schepen. IJs en weder dienende wordt in de winter de Oldambtrit verreden. Deze schaatsklassieker geniet landelijke bekendheid.
De gemeente ligt midden in het Oldambt, een fraai, deels wijds landschap, waarin vele goede voorbeelden van het Oldambster boerderij type kunnen worden bewonderd. Daarmee wordt al aangegeven dat de landbouw ook nog een voorname plaats inneemt in ons gebied. Maar ook industrieel heeft Scheemda voldoende te bieden. Scheemda is gelegen aan de enige externe hoofdverbinding door Oost-Groningen nl. de Rijksweg A7 (Groningen - Nieuweschans (grens) - Duitsland). Scheemda heeft een spoorwegaansluiting met half-uurdienst naar Groningen, Winschoten en Nieuweschans. De industriële bedrijvigheid is voornamelijk geconcentreerd op het 25 ha. grote industrieterrein Eextahaven, dat via het Winschoterdiep bereikbaar is voor schepen tot 1.350 ton. Het terrein is goed geoutilleerd. De voordelen van vestiging op de Eextahaven worden benadrukt door de uitstekende bereikbaarheid over zowel weg als water. De gemeente huisvest naast diverse kleinschalige bedrijven ook diverse grote industrieën onder meer in de metaal-, chemische- en vleeswarensector. In de gemeente Scheemda zijn diverse aardgaslocaties aanwezig en in de dorpen Westerlee en Heiligerlee wordt zout gewonnen.
In het dorp Scheemda staat de jeugdherberg "Esborg". Deze jeugdherberg is de enige in de provincie Groningen en bestaat sinds 1953. Het verenigingsleven bloeit in onze gemeente volop en het voorzieningenniveau staat op een hoog peil. Elke kern heeft peuterzalen en basisscholen. In Scheemda is tevens een dependance (basisvorming en V.M.B.O.- afdeling) van het Dollardcollege te Winschoten gevestigd. De stad Groningen, op slechts 20 minuten afstand, kent vele HBO-instellingen en een Universiteit. De gemeente telt diverse sportaccommodaties, waaronder een evenementen- en sporthal, sportzalen, tennisbanen, openluchtzwembad, voetbal- en korfbalvelden, maneges en ijsbanen. De middenstand is zeer gevarieerd, zodat volledig in de dagelijkse behoeften kan worden voorzien. De kernen in de gemeente Scheemda hebben vriendelijke woonwijken met gevarieerde woonmogelijkheden, zoals: bungalow, patio-, premie- en huurwoningen. De woonwijken zijn ruim opgezet en omgeven met veel groen. De ontwikkelingen van de Blauwe Stad, een woonwatergebied tussen Winschoten, Beerta, Finsterwolde, Oostwold en Midwolda, zal een belangrijke impuls betekenen voor het Oldambt.
naar de top van deze pagina







































naar de top van deze pagina