Vorig WS78 verslag Volgend WS78 verslag Terug naar de homepage van Henri Floor Terug naar de overzicht van alle WS78 wandeltochten Met WS78 vanuit Overveen

embleem WS78 Op zaterdag 10 februari 2001 organiseerde WS78 een 40 km wandeltocht vanuit Overveen. De start was vanuit Sportcomplex "Tetterode op ongeveer 800 meter vanaf het NS-station Overveen.
De gemeente Bloemendaal bestaat uit de dorpen Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang. Als men de kaart van de gemeente Bloemendaal bekijkt, ziet men dat de gemeente de vorm heeft van een bijl. De kop wordt gevormd door de dorpen Bloemendaal en Overveen met duinen tot aan zee; de steel door Aerdenhout en Vogelenzang. Qua oppervlakte is Bloemendaal een uitgestrekte gemeente, 3856 ha. De lengte van de gemeente is ongeveer 14 kilometer van noord naar zuid. Even ten zuiden van Overveen (ter hoogte van Elswout) is ze van oost naar west nog geen kilometer breed. In het brede deel (Bloemendaal-Overveen) is de gemeente 5,5 kilometer breed. De gemeente is dun bevolkt omdat een groot gedeelte van de oppervlakte van de gemeente uit ongerepte duinen bestaat. De gemeente heeft nu ca. 17.000 inwoners. De dorpen waar de bebouwing dicht is, liggen aan de oostelijke duinrand. De gemeente Bloemendaal is ontstaan uit de ambachtsheerlijkheden Tetterode, Aelbertsberg en Vogelenzang. Tetterode is nu Overveen, Aelbertsberg is Bloemendaal, de naam Vogelenzang is onveranderd. De naam heerlijkheid is als volgt te verklaren. In de Graventijd (12e-14e eeuw) probeerde men gronden en moerassen te ontginnen voor landbouw en veeteelt. Deze ontginning werd ook roding (rooien van bossen) genoemd. De uitgang "rode" komt in verschillende benamingen in de gemeente voor. Het uit de duinen vloeiende water werd afgevoerd via natuurlijke weg - beken - en door gegraven sloten en vaarten (Delft, Houtvaart) naar Spaarne, Rijn of Wijkermeer. Er ontstonden daardoor grote rechthoekige stukken grond, die door de graaf in leen werden gegeven aan een "heer". Zo ontstond een "heerlijkheid", waarop een hoeve werd gebouwd.
Van Overveen wordt in historische stukken eerst in de 15e eeuw gesproken. Het was de plaats, gelegen "over het veengebied" tussen de strook duinzand waarop Haarlem lag en de duinstreek. Was Overveen vroeger het grootste dorp, na de annexatie van een gedeelte van Overveen door Haarlem in 1927 werd Bloemendaal het grootste dorp, mede door de bouw van veel grote villa’s. De naam Aerdenhout komt van "anderen hout" ter onderscheiding van de Haarlemmer Hout. Vanaf de 16e eeuw is er sprake van de Ander-Hout, Anderhout en Aerdenhout.
Dit is een oud wapen van Bloemendaal. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Dit is het wapen van Bloemendaal. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Vlak voor de start, en later na afloop, zagen we een heel bekende wandelaar, namelijk Klaas de Heij. Tijdens de eerste 20 seizoenen van ieder 10 winterwandeltochten van WS78 was hij de voorzitter van WS78. Na een halve km lopen, betraden we al het eerste bosgebied. Langs een ingang van PWN betraden we landgoed Middenduin. Hier was het al flink druk met trimmers. Op een duin zagen we een huisje met rode luiken liggen. In een (tijdelijke) plas water weerspiegelde dit huisje fraai in het water. Met het weer troffen we het ook goed, want vanaf de start was het onbewolkt. Er was dus volop zonneschijn. We liepen onder de spoorlijn Haarlem-Zandvoort door en bereikten nu bosgebied Duinlust. Net als het hiervoor genoemde Middenduin en het verder op te noemen landgoed Elswout waren dit natuurgebieden van Staatsbosbeheer. Bij de overgang van Duinlust naar landgoed Elswout liepen we eerst langs het statige gebouw van CIOS. Bij de bekende uitspanning Kraantje Lek betraden we landgoed Elswout. De parcoursbouwers hadden de gaven om van dit niet al te grote landgoed haast alle paden te laten zien zonder achter op komende wandelaars te zien. Dit echter met uitzondering van een sloot waar we tot aan een bruggetje aan beide kanten vlak langs liepen. Opnieuw kregen we uitzicht op het statige gebouw van CIOS, maar nu met veel meer voorgrond en een bruggetje weerspiegelend in een beekje. We kwamen langs een standbeeld van een jager met twee jachthonden. Er stonden hier diverse houten prieeltjes in het bos. Eén daarvan was zelfs versierd met een glas-in-lood raam. Een andere prieeltje was eigenlijk geen prieeltje, maar een opgezette houten wand, die aan één kant was beschilderd als zodanig en waarboven wel een rieten dakje zat. Aan de zuidkant van landgoed Elswout, dat ligt ter hoogte van Haarlem-Tuindorp, was de soeppost op 8,3 km in een koetshuis.
We liepen om het hoofdgebouw van Elswout heen en kwamen nu langs de Orangerie. Binnen waren de tafels fraai gedekt. Onder een poortgebouw met een torentje verlieten we uiteindelijk landgoed Elswout. Via het Meester Enschede Park bereikten we buitenwijken van het plaatsje Bentveld behorende tot Aerdenhout.
De naam Aerdenhout komt van "anderen hout" ter onderscheiding van de Haarlemmer Hout. Vanaf de 16e eeuw is er sprake van de Ander-Hout, Anderhout en Aerdenhout.
Dit is het wapen van Velsen. 
Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Nabij de Appelberg verlieten we het bosparkoers. Nu volgden hoofdzakelijk trajecten door en langs duingebied met af en toe weidse uitzichten. Nu wandelden we om en door het Koningshof. We kwamen hier op korte afstand van het niet zichtbare, maar wel o zo mooie waterleidingduingebied van Amsterdam. Tot 7 april moeten we wachten als het 30 km parkoers van de Keukenhofwandeltocht vanuit Lisse daar doorheen komt. Er waren twee jonge dames, tieners, die hun paarden bestegen. Eén van de twee paarden deden een paar "kunstjes", die meer weg hadden van een koppige ezel. De amazone viel er toen ook bijna van af. We liepen opnieuw onder de spoorlijn Haarlem-Zandvoort door, maar nu bevonden we ons in een buitenwijk van Zandvoort.
De naam Zandvoort is afgeleid van de naam Sandevoerde. In die oude naam ziet u twee woorden: 'Sande' en 'Voerde'. 'Sande' betekent de duinen of het zand. Een 'Voerde' of 'Voorde' is de aanduiding van een doorwaadbare plaats. Omstreeks 1100 ontstond het dorp Sandevoerde. Door de eeuwen heen zijn de duinen moerassig en vrijwel onbegaanbaar geweest. Het ging daarbij om uitersten: enerzijds kale stuivende zandbergen en anderzijds natte moerassige valleien, met veel binnenmeren. De naam Zandvoort gaat dus terug op een aanduiding van een doorwaadbare plaats in het zand. Het dorp Zandvoort kwam tot bloei in de 19e eeuw. Rond 1825 werd de aanzet gegeven voor het einde van het isolement en daarmee het begin van de welvaart. Onder leiding van ambachtsheer jhr. W.Ph. Barnaart rees bij een aantal Haarlemse notabelen het plan een badhuis aan zee te stichten dat bereikbaar moest zijn over een nieuwe klinkerweg. In 1828 werden het badhuis en de nieuwe Zandvoortselaan in gebruik genomen. Hiermee was het startsein gegeven voor de ontwikkeling van Zandvoort tot toeristische trekpleister. Binnen niet al te lange tijd verschenen er hotels en winkels, en werden villa's gebouwd. De recreatieve functie van Zandvoort werd nog meer versterkt door de aanleg van een spoorwegverbinding in 1881. Zandvoort was voor die tijd een mooie en luxe badplaats. Na de Eerste Wereldoorlog kwam ook de aantrekkingskracht van Zandvoort als woonplaats tot uitdrukking. Ten oosten en zuiden van de dorpskern ontstonden nieuwe woonbuurten. De Tweede Wereldoorlog had voor het mooie Zandvoort desastreuze gevolgen: na de evacuatie, in 1942, werd het oude dorp door de bezetter nagenoeg met de grond gelijk gemaakt. Er werden bunkers gebouwd en in de duinen werden lanceerplaatsen voor V1-raketten aangelegd. De werken waren onderdeel van de beruchte Atlantikwal: een verdedigingslinie waarmee de bezetter een aanval vanuit zee dacht te kunnen afslaan.
We bereikten Sportpark Duintjesveld. Hier liepen we om heen. Daarbij liepen vlak langs een sportveld van de voetbalclub SV Zandvoort. Er werd een wedstrijd gespeeld door één van de jeugdelftallen. Daarna werd het circuit van Zandvoort bereikt. Hier liepen we zo'n 3 km langs de hekken van het circuit. Opvallend hier waren de mooie duinmeertjes. Op het eerste duinmeer wat we zagen zwommen tientallen ganzen. Ook liepen we langs een schietbaantje. We liepen hier zo dicht langs dat we de jagers ook daadwerkelijk zagen schieten. Op het laatste rechte eind langs het circuit van Zandvoort voor de grote rust lag een duin parallel aan dat rechte eind, waarop we enige toeschouwers zagen staan. Hoewel het officiële parkoers onder het duin langs ging, vond ik het wel leuk over het duin te gaan. Bovenop bleek geen pad te lopen. Op sommige plekken was zelfs geen enkele voetafdruk te zien. De voornoemde toeschouwers waren derhalve op een andere plek op het duin geklommen. Vlak voordat we voornoemd duin hadden beklommen, waren we een paar wandelaars gepasseerd. En toen we goed en wel boven over het duin liepen en omkeken, zagen we de gepasseerde wandelaars achter ons aankomen. De vermoeidheid had bij hen kennelijk zo toegeslagen dat ze alleen maar hun voorgangers trachten te volgen en minder op de pijlen letten.
Na de grote rust in restaurant "la Course", gelegen aan het circuit van Zandvoort op 20,3 km zetten we koers naar de boulevard langs het strand van Zandvoort. We zagen hier nog een haringtent met opschrift: "Geeft het door, eet haring van Floor". Deze tekst sprak ons bijzonder aan. Er waren bouwactiviteiten op het strand in het kader van duinversterking. Na 1100 meter over de boulevard gelopen te hebben, betraden we dan alsnog het strand. Dit volgden we ongeveer 2 km. Het was hier vrij druk door het mooie weer. De vele wandelaars vielen hier op het strand amper op. Bij restaurant Parnassia verlieten we het strand weer. Hier dwaalden we een tijdlang door het Nationale Park De Kennemerduinen. Het enige negatieve hier waren de rokende fabrieksschoorstenen van staalbedrijf Cores, beter bekend onder de naam Hoogovens, die we in de verte zagen. We maakten hier een rondwandeling van zo'n 4½ km en liepen daarbij om het Vogelmeer. De gedetailleerde kaart gaf ook de namen Starredel, Poppy's Kop, Ogenkuil, Bruid van Haarlem, Grote Tobbe, Grote Markt en Hazenwei aan waar we langs liepen. Ook de Hazenberg werd beklommen. Vanaf het uitkijkpunt had je een fraai panorama. Aan de lus van 4½ km ontbrak zo'n 250 meter om een volwaardige lus genoemd te kunnen worden. Maar dat was ook niet de bedoeling, want anders zou je achter op komende wandelaars kunnen zien of achter op komende wandelaars zouden 4½ km kunnen afsnijden.
Op 29,4 km was de koffiepost in het gebouw Ons Nest op de camping De Lakens. Hier sprak ik de man aan, die mij talrijke keren gepasseerd was op de fiets, een parkoersbewaker dus, maar die ik nog niet eerder had gezien. Het was ene Pieter, die dit optreden vermoedelijk ook maar tot één keer zou beperken. Hij was (is hij trouwens nog steeds) de zoon van de penningmeester van WS78. Wij hadden hem wel eens aan de telefoon gehad als wij vaderlief wilden spreken. Hij liet ons dan zijn hele verhaal doen om dan aan het eind te zeggen: "zal ik u mijn vader geven"? Verder liepen we door De Kennemerduinen en kwamen, volgens de gedetailleerde kaart, nog achtereenvolgens langs Liguster, De Grote Schapenkamp, Lange Vlak en over de uitzichtpunten Lichtbakkeet en de Konijnenberg. Voordat we De Kennemerduinen verlieten liepen we, ter hoogte van het Adams Vlakje, langs het meertje Oosterdel en bereikten op 36,7 km de fruitpost. Hier bevonden we ons nu in Bloemendaal.
Langs het Wandelpark Landgoed Caprera en de Schapenduinen bereikten we het Pannenkoekhuisje Thijssens Hof in het Bloemendaalse Bos. Langs enige enorme kasten van huizen in een heuvelachtige buitenwijk van Bloemendaal werd de finish na 40,850 km bereikt. Ook liepen we nog langs het gemeentehuis van Bloemendaal. Maar dit was helemaal onherkenbaar omdat om het gebouw in de steigers stond en afgedekt was met een groen gaas.
Door technische fouten tijdens de bouw van het gemeentehuis, ontstonden in het pleisterwerk grote scheuren. Als structurele oplossing is daarom besloten om zowel het pleisterwerk als de buitengevel in zijn geheel te vervangen. Op dit moment staan de vier zijden van het gemeentehuis in de steigers. Met uitzondering van de voorzijde, is de oude buitengevel verwijderd en opnieuw opgemetseld. Zodra de buitengevel aan de voorzijde is gesloopt en vervangen is door een nieuwe, zal er begonnen worden met het aanbrengen van een nieuwe pleisterlaag. De werkzaamheden zullen medio april zijn afgerond.
Het mooie weer had voor een grote opkomst van maar liefst 416 wandelaars gezorgd. Het was over het algemeen een bijzonder mooie tocht geworden.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg