Op vrijdag 2 april 1999 begonnen wij aan het 76,4 km lange Texelpad. Het was onbewolkt weer en de weersvoorspelling meldde een maximum temperatuur van 20°. Met de auto reden we van ons overnachtingsadres te De Waal naar ’t Horntje. Dat is de aanlegsteiger van de boot uit den Helder. Tot 1962 meerde de veerboot van Den Helder af in Oudeschild. Zowel het begintrajekt, als ook later, kwamen we op trajekten van “rondje Texel”, een rondwandeling van 60 km.
Eerst volgden we de Mokbaai. Verderop kregen we uitzicht op het kerkje van het plaatsje Den Hoorn. Hier zagen we de eerste paar bollevelden. Het betroffen narcissen. Verderop liepen we over camping Loodsmanduin. Opnieuw kwamen we langs uitgestrekte narcissenvelden. Even verderop kwamen we door de Pieter Rozenvlak Duinen, een afgezet gebied waar runderen graasden. We ontmoetten er twee en ze leken op een kruising tussen een gewone koe en Schotse Hooglanders.
Even hielden we onze adem in toen ze even onze richting opliepen. Daarna volgde een bostrajekt. Het bos bestaat vooral uit Oostenrijkse en Corsicaanse dennen, die de straffe, zilte zeewind het best verdragen. Het bos is vanaf 1895 door de Staat aangeplant om het verstuiven van de duinen tegen te gaan. Veel bossen zijn hier niet. Op ongeveer 9 km kwamen we langs een kiosk, maar deze was nog gesloten. Daarop braken we een meegebracht blikje fris aan. Ons pad werd gekruist door zo’n 15 ruiters, allen Duits sprekend.
Via de Bleekersvallei liepen we naar het strand. De Bleekersvallei herinnert aan de blekerij die hier in de vorige eeuw nog was. Het kraakheldere water van duinbeekjes als de vergraven Fonteinsnol was uitermate geschikt voor het wassen. In de vallei werd de textiel gebleekt in de zon. We volgden het strand zo’n 1 km. Even voorbij paal 17 verlieten we het strand bij strandpaviljoen Ome Joop (1e kontrolepost van Rondje Texel). Opnieuw liepen we een eind door het bos en kwamen uiteindelijk in De Koog.
We waanden ons hier een beetje in het buitenland. Tussen de auto’s met Duitse nummerborden zagen we af en toe een Nederlandse. In het centrum van De Koog bezochten we een supermarkt en kochten er melk en karnemelk. Op een bankje tegenover de kerk in De Koog lunchten we. We hadden nu ongeveer 16 km afgelegd. Na De Koog liepen we opnieuw een km over het strand. Nadat we het strand weer hadden verlaten staken we een aantal duinen over. Nu voerden ons pad tussen weilanden door, die op hun beurt weer tussen de duinen in lagen.
Nu volgde één van de hoogtepunten van de tocht, namelijk de 7 km lange Zandijk, een stuifdijk die in 1629 is aangelegd om het duineiland Eijerland met Texel te verbinden. Ten westen van de Zandijk bevindt zich het natuurreservaat De Slufter. Tweemaal per dag lopen de kreken bij vloed vol met zeewater. Bij stormvloed staat de hele vlakte tussen de duinen onder water. Dat is ook te zien aan het pakket van wier, wrakhout en afval dat zich aan de voet van de Zanddijk heeft opgestapeld.
We staken de binnenste duinenrij over en kregen uitzicht op bollenvelden. We kwamen uit bij een complex van Landsdale GreenParcs. Bij een supermarkt kochten we weer melk en karnemelk. Door de Eierlandse duinen liepen we weer naar het strand. Nu volgden we dit zo’n twee km. Het strand was hier soms wel 100 meter breed en het lag vol met schelpen. Bij de vuurtoren verlieten we het strand weer.
Na het Torenrestaurant verlieten we de asfaltweg weer spoedig en liepen naar het strand aan de oostzijde van het eiland. Nu hadden we het noordelijkste punt van het eiland bereikt. Het eerste stuk van dit strand was ook nog een “gewoon” strand, zij het niet zo breed en vlak als we gewend waren. Verderop hield het “gewone” strand op en volgden nu de grasdijk. Als er schapen op de grasdijk lagen met hun talloze lammetjes liepen we er omheen. Dit om ze zo min mogelijk te storen.
In De Cocksdorp aangekomen vroegen we aan een “particulier” of we even konden opbellen om een telekomtaxi te bestellen bij ons eindpunt van die dag, bij Hotel restaurant Prins Hendrik. Na een kleine 9 uur lopen bereikten we het eindpunt voor die dag en nog geen 5 minuten later kwam de taxi aangereden. Deze bracht ons naar ’t Horntje. Vandaar reden we met de eigen auto terug naar ons overnachtingsadres. Afgelegde dagafstand 41,5 km.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|