|
Herfstdagtocht Berg en Dal
|
Op zaterdag 10 oktober 1998 organiseerde
sportvereniging De LAT de herfstdagtocht vanuit
Berg en Dal (gemeente Groesbeek). Deze plaats heet
terecht Berg en Dal, want er zijn flinke hoogteverschillen. Voor zover wij konden nagaan is het
hoogstgelegen punt van Berg en Dal weliswaar 95
meter, maar met 83 meter lag deze start ook vrij
hoog. Officieel was de start van de 40 en 60 km
vanaf 7.30 uur. Toen was het echter nog vrij donker en de lantaarnpalen waren nog aan.
Rond 7.55
uur vertrokken wij en het eerste stuk vonden we
toch nog vrij donker. Het pad voerde vrijwel me
teen door de bossen van het sterk geaccidenteerde
Berg en Dal. We kwamen daarbij langs de
Stollenberg, de Boterberg en de Ravenberg. Vanaf
de flanken van de Boterberg hadden we uitzicht op
Persingen. Persingen heet het kleinste dorp van
Nederland te zijn en ligt in een uiterwaardenlandschap. Het ligt iets hoger dan het omringende
landschap, omdat het op een rivierduin, een donk,
gebouwd is. Persingen vormt tezamen met Ooy, Beek
en Ubbergen de gemeente Ubbergen.
We haalden hier
een blinde wandelaar in. Zijn begeleider had er
deze dag een hele kluif aan. Er zaten hier in het
begin ook flink wat trapjes in het parkoers. Bij
huize Kalorama kregen we
even wat stevige en vlakke ondergrond onder de voeten. Verderop kwamen we langs
restaurant De Elzenbeek, een Forellenhof met verschillende vijvers. Even
verderop kwamen we langs restaurant De Sterrenberg. Vanuit de hal van dit
restaurant kon een uitzichttoren worden beklommen. Maar op dit vroege uur was
dit restaurant nog niet open. Opnieuw moesten we over wat in de
parkoersbeschrijving een trap heette afdalen. Maar de afstand tussen sommige
treden was wel een halve meter. Even later kwamen we bij een witte handwijzer,
die naar 4 verschillende richtingen wees. De vier richtingen waarheen verwezen
werd, waren "Nederland", "Duitsland", "Wat Vriendschap Helen" en “Wat Grenzen
Delen". Daarna liepen we door het fraaie Filosofendal.
We volgden trajecten van het Pieterpad
We zagen hier wit-rode markeringen van het Pieterpad. We kwamen opnieuw bij een
houten handwijzer. Hierop werd onder andere de twee richtingen van het Pieterpad
aangegeven. Op die handwijzer stond ook, dat het over de E8, een Europees lange
afstandspad, 1803 km naar Wenen was. Over de flanken van de 76 meter hoge
Duivelsberg kwamen we bij het gelijknamige restaurant. Hier troffen we enige
tamme kastanje zoekers. Want het stikte hier van de tamme kastanjes. We zagen
hier in de bossen van de Duivelsberg verschillende malen oude pijlen die in de
bomen vergroeid waren.
De omgeving van Nijmegen geldt botanisch als één van
Nederlands rijkste gebieden. In een straal van 15 km rondom de stad vindt men
tweederde van al onze hogere plantensoorten. Alleen al op de Duivelsberg heeft
men 444 plantensoorten geteld, waaronder de zeldzame reuzenpaardenstaart, het
paarbladig goudveil, de rapunzel, de gele dovenetel, de mispel en het
muskuskruid. Ook hier waren weer steile hellingen met smalle beekjes er tussen.
We zagen hier opnieuw groepjes mensen die tamme kastanjes zochten. Deze
boomsoort, de tamme kastanje is, indertijd ingevoerd door de Romeinen. We zagen
vrij regelmatig boomstronken waar tientallen paddestoelen op groeiden. Soms tel
den we er wel een kleine honderd. Ook varens zagen we hier veel.
Het Tiende Legioen
We kwamen vlak langs landgoed De Holdeurn. In de Romeinse tijd is hier een groot
militair steen- en pottenbakkersbedrijf geweest. De industriële activiteit
begon er bij het verblijf van het Tiende Legioen (=Romeinse legerafdeling van 3-
6 duizend man) en werd tot het eind van de 2e eeuw voortgezet. Eerst is er naast
bakstenen en dakpannen ‘fijn Nijmeegs aardewerk’ voor eigen gebruik vervaardigd.
Later in de 2e eeuw verminderde de kwaliteit en werd De Holdeurn vooral de
centrale steenfabriek van het leger in Neder-Germanië. Er was een heiligdom bij,
waar op altaren offers werden gebracht aan oppergod Jupiter (de god van de
donder en bliksem), Vesta (de godin van het haardvuur) en de lokale godin
Hludana, wier naam nog doorklinkt in de huidige naam van het landgoed!
Nadat we
het bosgebied rond de Duivelsberg hadden verlaten, dwaalden we door weilanden
naar de eerste verzorgingspost op 11½ km. Hier deden we ons tegoed aan koffie,
fris, koek, fruit en boterhammen. De verzorgingspost was gelegen in een grote
schuur van een boerderij. Daarna zetten we koers naar de Duitse grens.
Bij Wyler staken we de grens met Duitsland over
Bij een tankstation op de grens met Duitsland was de splitsing met de 40 km. Wij
liepen verder door het plaatsje Wyler omdat wij de 60 km liepen. Verderop staken
we een verkeersweg, die om het dorp liep, over en volgden nu asfaltwegen door
natuurgebied de Kranenburger Bruch(=broekland). Bij boerderij Germerseel waren
van een aantal grote balen stro twee grote menselijke figuren gemaakt, die
samen een bruidstel voorstelde. Vermoedelijk was er een trouwerij aanstaande. Na
de boerderijen Kleyen en Scheffenthum liepen we in de richting van de tweede
verzorgingspost. We volgden een 2.775 meter lange rustige asfaltweg. In de
parkoersbeschrijving stond aangegeven dat de 2e verzorgingspost na 1.130 meter
zou worden bereikt. Dat bleek echter pas na 2.400 meter te zijn. Eén van de
verzorgers liet aan een Parijs-Amsterdam ganger foto’s van die tocht zien. We
konden hier weer van alles krijgen, wat je op een verzorgingspost kan en mag
verwachten.
We kregen uitzicht op een molen en het plaatsje Mehr. Maar even voor
het dorp sloegen we af. Bij Kranenburg liepen we langs het uitgebrande zwembad
naar het centrum van Kranenburg. Hier waren op 26 km meerdere rust
mogelijkheden. Wij kozen het Eiscafé Dolimiti. Hier troffen we meerder wandelaars.
Via de Mühlenturm (molentoren) kwamen we bij het stationsgebouw uit. Dit
gebouw was vervallen en tussen de spoorrails groeide veel onkruid.
We bereikten het Reichswald
Via buurtschap Galgensteeg, gemeente Kranenburg bereikten we het Reichswald.
Hier stonden met twee borden (in het Nederlands en het Duits) aangegeven dat dit
de boswachterij van het Reichswald was. We volgden een zandweg tussen de 90
meter hoge Brandenberg en de 75 meter hoge Drültenberg. Daarna volgde weer een
sterk geaccidenteerd parkoers over de 62 meter hoge Freudenberg naar het Duitse
buurtschap Grafwegen. In dit bosgebied was het regelmatig vrij modderig. Er
kwam een jongen van een jaar of 12 aangelopen. Hij zei tegen ons dat we de goede
richting opliepen. Hij had al veel wandelaars voorbij zien komen. Toen hij
hoorde dat wij 60 km liepen vroeg hij hoeveel dagen we onderweg waren.
Bij de
grens stond een bord met de tekst dat de grensovergang alleen was voor inwoners
uit Duitsland of de Benelux was en dan nog onder bepaalde voorwaarde. Omdat we
ondertussen doorliepen konden we die voorwaarden niet meer lezen. Nu liepen we
naar Bredeweg toe. In Café De Corner was op 37 km de tweede grote rust. Even
buiten Bredeweg was bij boerderij Klein America een oorlogsmonument ter
nagedachtenis aan 1944 toen hier 10.000 soldaten gelegerd waren tijdens operatie
Market Garden. En even later passeerden we ook nog een zuivelboerderij.
Nu zetten we koers naar het bosgebied St. Jansberg. Dit was een uitermate mooi
bosgebied dat gelegen is ten noorden van het plaatsje Plasmolen, bekend van de
Nijmeegse vierdaagse. Ook dit was een sterk geaccidenteerd terrein met heuvels,
dalen, meertjes en zelfs een leuk beekje. En ook hier waren vele modderpaden.
Hier was het vaak niet mogelijk om om de blubber heen te lopen. Aan de ene kant
was een prikkeldraadhek en aan de andere kant was de heuvel te steil. Hier was
ook op 44 km de derde wagenrust. Langs de Mookerheide (bekend van de Slag op de
Mookerheide in 1574) en over de Zevendalse Baan liepen we nu naar Café
Restaurant 't Zwaantje. Over de flanken van de 78 meter hoge Wolfsberg en
evenwijdig met de Biesseltse Baan liepen we naar de Heumensebaan, een oude
spoorlijn tussen Nijmegen en Kranenburg/Kleef. Over de Hooge Hoenderberg en de
Muntberg liepen we verder.
De vierde en laatste verzorgingspost
Vlak na de internaten Werkenrode en Kemnade werd de laatste verzorgingspost
bereikt op 56 km. We deden ons weer tegoed aan drankjes en hapjes. We konden nog
extra brood meenemen omdat de verzorging nog veel brood over had. Door de
slechte weersvoorspelling met veel regen waren er veel minder wandelaars als
waarop gehoopt was. Toch deden er in totaal 120 wandelaars mee op de 40 en 60
km. Het laatste stuk kwamen we op afstand langs een schietbaan en dat vinden we
nooit zo prettig lopen. Twee weken later werd het schieten op de schietbaan
gestopt. In de directe omgeving ligt namelijk Heumensoord. Hier werden
tentenkampen ingericht. Niet voor de Nijmeegse vierdaagse, maar voor
vluchtelingen uit oorlogsgebied. En het is natuurlijk niet goed om die
vluchtelingen, die op de vlucht zijn voor het oorlogsgeweld weer met schieten te
confronteren.
Bij de Meerwijkselaan sloegen we af en volgden het hekwerk langs
het bosgebied van de Heilige Land Stichting. Het was inmiddels eigenlijk al weer
te donker voor een steil bosgebied over trappetjes. Daardoor ging het tempo
weer snel omlaag. Rond 19.00 uur arriveerden we bij de finish. We kregen een
fraai kleuren diploma op naam met een herfstplaatje en een wandelplaatje voor
het wandelboekje. Het was een heel mooi parkoers geweest.
De parkoersbeschrijving
De parkoersbeschrijving was over het algemeen goed. Doordat het parkoers
bovendien ook gemarkeerde was, gaf dit, indien je de parkoersbeschrijving ook
goed volgde, nergens problemen. Er werd bij deze tocht niet gepijld,
maar gemarkeerd met rode(=r.a.), witte (=r.d.) en gele(=l.a.) vierkant gekleurde
papiertje. En vooral de rode papiertje waren lang niet altijd (duidelijk)
zichtbaar. Beter zou het zijn als de rode papiertjes op een witte achtergrond
geplakt waren, opdat ze beter zouden opvallen. Bij andere punten waren
markeringen verdwenen. Soms was een markering geplaatst bij 2 dicht bij elkaar
lopende paden. En als wandelaars dan geen parkoersbeschrijving raadpleegden,
wilden ze wel eens een verkeerd pad inslaan.
Om 6 uur 's-ochtends waren twee
markeerders op pad gegaan. Zij hadden de eerste 2 uren in het donker veel moeite
om het verschil te zien tussen de gele en witte papiertje. Het weer zat ook goed
mee voor de wandelaars. Het had slechts een paar uur af en toe wat licht
geregend. Na 14.30 uur deed de zon nog een paar verwoede pogingen. De maximum
temperatuur bedroeg ongeveer 14 graden.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|