|
|
De 75 van Hengelo
|
Weinig lange dagtochten in Nederland van tussen de 65 en 80 km
Op zaterdag 9 mei 1998 organiseerde de Hengelose Wandel Unie voor de 9e keer de
"De 75 van Hengelo". Voor ons was de belangrijkste reden om aan deze tocht mee
te doen het feit dat deze tocht als dagtocht wordt georganiseerd. Dagtochten in
de afstanden van tussen de 65 en 80 km zijn er nog maar weinig in Nederland. Je
kon aan deze tocht alleen meedoen als je van te voren had ingeschreven.
Bovendien moest je opgeven binnen welke uurtijd je de tocht zou uitlopen. Er
waren 6 uurgroepen, te weten 10, 11, 12, 13, 14 en 15 uur. Wij hadden 15 uur
opgegeven.
Even na 6.00 uur werden we "weggeschoten"
Na een toespraakje even voor de start werd vanaf 6.00 uur ieder persoonlijk
"weggeschoten" vanuit het Wandelhuis aan de Twekkelerweg. We verlieten Hengelo
in oostelijke richting en staken een brede 4-baans verkeersweg
(Enschedesestraat) over. Hoewel het op dat tijdstip nog niet erg druk was,
stonden er wel enige mensen die ons behulpzaam waren bij het oversteken, omdat
de weinige auto's die er rijden vaak wel heel hard rijden.
We dwaalden eerst
door het bosgebied rond Drienerbraken. We staken de gemeentegrens van Hengelo
over en dwaalden enige tijd door de gemeente Enschede. Hier dwaalden we door het
bosgebied Haverriet en het 50 ha grote Leuttink. De eerste verzorgingspost was
op 10 km. Verderop kwamen we langs het Lonnekermeer. Hier was de overgang van de
gemeente Enschede naar Weerselo. Nu dwaalden we achtereenvolgens door het
Oosterveld, het Snijderveld en het Schaddenveld. Daarbij liepen we tevens met
een wijde boog om Luchthaven Twente. Daarop werd de 15 km verzorgingspost
gepasseerd. We staken in korte tijd tweemaal de Oldenzaalsestraat over. De
eerste keer was dat in de gemeente Enschede en de tweede keer was dat gemeente
Losser.
Het parkoers was geheel gepijld met ijzeren of metalen pijlen die op
staanders in de grond waren gezet. Bovendien hadden we een parkoersbeschrijving.
Deze parkoersbeschrijving was ruim voldoende in combinatie met de bepijling.
Bijzonder aan deze parkoersbeschrijving vonden we dat vrijwel alle zijwegen waar
we r.d. moesten ook vermeld stonden met straatnaam. Ook waren alle straatnamen
correct gespeld, wat bij andere organisaties nog wel eens te wensen overlaat.
Een enkele maal waren straatnaambordjes niet zichtbaar en gebruikelijk is om dan
de straatnamen tussen rechte haken te zetten. Daarop werd de 20 km
verzorgingspost gepasseerd.
Oldenzaal, de oudste stad van Twente
Onder Oldenzaal liepen we door het 144 ha grote bosgebied Boerskotten. In dit
gebied ontspringt de Snoeyingsbeek. Oldenzaal is de oudste stad van Twente.
Omstreeks 945 werd er de Plechelmus-basiliek gebouwd. En in 1249 werden de
stadsrechten verleend. In die tijd was de stad het religieuze, economische en
culturele middelpunt van Twente. Maar vanaf 1492 hebben een reeks volkeren de
orde en rust in Oldenzaal verstoord. Door de branden in de 15e en 16e eeuw is er
veel verwoest. Maar het ronde stratenplan in de kern herinnert nog duidelijk aan
de vroegere omwalling. Er zijn nog enkele aardige hoekjes. Maar de trots van
Oldenzaal is toch wel bovengenoemde basiliek.
De eerste grote rust lag op 26,8
km. Deze was gelegen in Café Restaurant Het Grote Zwaantje in De Lutte. Hier
konden we over onze tassen beschikken. Coos had ondertussen de benen genomen.
Toen ik hier aankwam stond zij net op het punt haar tocht te vervolgen. Ik zag
haar daarna pas weer bij de finish met een achterstand van 1 uur en 19 minuten.
Eerst liepen we langs de Paasberg. Daarna kwamen we door het 240 ha grote
landgoed Egheria. Bij boerderij "De Tichelaar" sloegen we af en liepen daarna
naar de verkeersweg Oldenzaal-Denekamp. Deze verkeersweg volgden we enige km's.
Daarbij hadden we aan onze linkerhand uitzicht op het 87 ha grote Rodelerveld.
Hieraan lag ook de 30 km verzorgingspost.
Het riviertje de Dinkel, baant zich in talrijke lussen een weg
Nu kwamen we in het Dinkelland, het land waar de rivier de Dinkel doorheen
stroomt. Veel van de schoonheid van het landschap is te danken aan het riviertje
de Dinkel, dat zich in talrijke lussen vanaf Glane naar Lattrop een weg baant
door deze streek. De oevers zijn begroeid met een rijke vegetatie waarin vele
vogelsoorten huizen.
Op 35 km was een verzorgingspost vlak bij een brug over de
Dinkel. We zagen hier geel/rode markeringen van het Twente pad. Ook zagen we een
groep van 4 wandelaars dit pad volgen. We kruisten een oude Kasteellaan die naar
kasteel Singraven liep. Kasteel Singraven was oorspronkelijk een havezate uit
1381. Hier vlakbij lag ook een waterradmolen met een gezellig restaurant. Deze
dubbele houtzaag- en korenmolen uit 1448 is één van de mooiste molens van
Twente. Het was hier wel druk met toeristen en de twee waterraderen draaiden
volop. Bovendien zagen we hier veel schilders, die landschappen aan het
schilderen waren. Het mooiste was echter een bruidstel, die in een open koets
zat. De koets werd getrokken door 4 zwart beslagen paarden.
Hier bij kasteel
Singrave verwisselden we de gemeente Losser met die van Denekamp. We passeerden
de 40 km verzorgingspost en kwamen daarna bij het Kanaal Almelo-Nordhorn en
volgden geruime tijd een fietspad langs dit kanaal. We verlieten de gemeente
Denekamp even en liepen nu door Weerselo. Heel mooi was het gemeentebordje van
Weerselo. Maar terwijl ons pad het kanaal bleven volgen, kwamen we opnieuw langs
het gemeentebordje Denekamp. Door het Voltherbroek bereikten we het natuurgebied
Rossumermeden. Even voorbij de 45 km verzorgingspost kwamen we langs een
grasveld, dat als klootschietbaan wordt gebruikt. Klootschieten is een
balwerpspel van met lood verzwaarde ballen. Bij dit spel kunnen vele kilometers
worden afgelegd.
Karakteristieke Saksische boerderijen
We zagen regelmatig karakteristieke Saksische boerderijen, die kenmerkend zijn
voor de oude bouwstijl in Overijssel. Dit boerderijtype is opgebouwd uit een
netwerk van houten balken waar tussen metselwerk wordt aangebracht. Daarnaast
zijn ze herkenbaar aan de hoge puntdaken en houten wit omlijste topgevels, vaak
gesierd door een gevelteken met een oeroud motief, dat zijn oorsprong vindt in
een oud volksgeloof. De deuren van deze boerderijen bestaan uit vier delen, die
in het midden verstevigd zijn met een balk (stiepel).
Het deed ons wat denken
aan de vakwerkhuizen in Zuid-Limburg. Nog voor het centrum van Weerselo werd de
50 km verzorgingspost gepasseerd. Daarop bereikten we 't Stift te Weerselo. De
gemeente Weerselo bestaat uit de kerkdorpen Weerselo, Deurningen, Saasveld en
Het Stift. Er zijn nu plannen voor samenvoeging van de gemeenten Weerselo,
Denenkamp en de marktstad Ootmarsum. Het Stift met Stiftskerkje en bijgebouwen
zijn overblijfselen van een in 1150 gestichte Benedictijnenabdij. Nadat het
dienst had gedaan als nonnenklooster is het in gebruik genomen door de
"Stiftsjuffers", godsdienstige dochters uit adellijke families. De vervallen
bijgebouwen zijn in 1975 gerestaureerd. Het Stiftskerkje uit de 14e eeuw
verkeert nog in originele staat. Naast het kerkje staat "De Stiftsschuur" in
Saksische bouwstijl. De kerkdeur stond uitnodigend open. Binnen in de kerk zagen
we langs de muren rechtopstaande grafstenen staan. De ramen waren (spaarzaam)
voorzien met glas-in-lood ramen met wapens en namen van oude families. Voor in
de kerk lag de bijbel open bij het hoofdstuk Kronieken. Achter in de kerk
stonden aan de muur alle dominees vermeld, die daar hadden gestaan.
Op 55 km lag
de 2e grote rust op camping Erve Holtkamp te Saasveld in de gemeente Weerselo.
We verlieten Saasveld langs de fraaie Saasveldermolen. Dit is een windkorenmolen
uit 1870 met ronde bovenkruier en gelegen op een heuvel. Verderop dwaalden we
langs het 42 ha grote bosgebied 't Molenven
Borne is de bakermat van de Twentse textielindustrie
Voor het plaatsje Hertme volgden we nu een andere route ten opzichte van de
vorige keer naar de plaats Borne. Borne is de bakermat van de Twentse
textielindustrie. De bloei van dit dorp lag in de 17e eeuw, waarin het de
rijkste plaats van Twente was. Vermogende doopsgezinde linnenwevers en
fabrikeurs hebben er toen gewoond en gewerkt. We staken de Azeloër beek over en
langs de oostkant van Delden liepen we weer terug naar de finish. Ik verbeterde
mijn persoonlijk tijd met 11 minuten in een tijd van 13.27 uur. Coos was 8
minuten langer onderweg ten opzichte van haar vorige keer. Maar een tijd van
12:08 was nog uitermate goed bij een zo onverwacht warme dag. De temperatuur lag
zo'n 10 graden hoger dan de dag ervoor.
Er hadden zich 98 deelnemers aangemeld, waarvan er 9 niet zijn gestart, zodat er
89 deelnemers van start gingen. Er waren 6 uitvallers te betreuren. Deze "De 75
van Hengelo" zat organisatorisch zeer goed in elkaar. Naast de twee grote rusten
op ongeveer 27 en 55 km is er vanaf de 10 km bijna elke 5 km een wagenrust. Er
waren wagenrusten op respectievelijk 10, 15, 20, 30, 35, 40, 45, 50, 60, 67 en
71 km. Op bijna elke wagenrust waren duidelijke herkenbare EHBO'ers aanwezig.
Op alle wagenrusten kreeg je te drinken en op verschillende posten kon je ook
belegde boterhammen krijgen. Veelal waren er ook stukjes appel, sinaasappel,
banaan of komkommer. Om de 5 km stond langs de kant vermeld wat de afgelegde
afstand was. Bovendien werd ook de 37½ km vermeld, de helft van de tocht.
Tijdens de tocht waren er twee extra verzorgingsposten. Niet van de organisatie,
maar van kinderen bij boerderijen. Bij de eerste extra verzorgingspost vroegen
de kinderen voor een bekertje limonade een dubbeltje. De kleinste munt die ik
bij me had was een kwartje. Dus toen zei ik dat ik twee bekertjes kon drinken,
wat ik ook deed. Bij de tweede extra verzorgingspost was de drank gratis, ook
limonade. Dit soort verzorgingsposten deed ons sterk denken aan de Apeldoornse
4-daagse. De maximum temperatuur lag die dag op 25 graden. Dat was rond de 15
graden warmer als twee jaar geleden, toen we voor het laatst meededen. Er werd
ook IVV gestempeld. Deze tocht viel dit jaar samen met de Nacht van Apeldoorn en
de Kennedymars te Hilversum. Flinke concurrentie. Maar de 75 van Hengelo was van
deze drie de enige als dagtocht. En voor ƒ 15,- exclusief beker en inclusief
korting is dit haast geen geld. Bovendien is het parkoers best mooi met flink
wat onverharde wegen.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|