|
|
|
|
WS78 begint 1998 Kletsnat
|
Op zaterdag 3 januari 1998 organiseerde WS78 een wandeltocht vanuit Bilthoven. De weervoorspellingen waren ronduit slecht. Er werd de hele dag regen verwacht met veel wind met stormkracht. Desondanks waren er maar liefst 422 wandelaars die de weg naar Bilthoven wisten te vinden. Er waren op deze dag geen werkzaamheden aan het spoor. Daardoor waren er wat dat betreft geen belemmeringen om te komen. Na ruim een km kwamen we al door bosgebied. Op 10 km werd de soeppost bereikt in het pannekoekendorp Lage Vuursche. Vandaar ging het om Drakestein heen. Daarna werd koers gezet naar Soesterduinen. Na een eerste flinke kennismaking met deze duinen werd de grote rust bereikt. Daarna volgde een nog wat uitgebreidere kennismaking met nog meer duinen.
Rond de 30 km was de koffiepost in een buitenwijk van Soest. Nog eenmaal volgden we een aantal heuveltjes. Rond de 35 km werd Den Dolder bereikt. Hier was de fruitpost. Verder was de route tot de finish vrijwel verhard. Dat was voor de minder snelle wandelaars uitermate gunstig omdat het al rond kwart over vier donker begon te worden. Ditmaal waren ondergetekenden de parkoers-architekten. En dan is het onmogelijk om een objektief oordeel over de tocht te geven. Omdat wij de kans niet uitsloten dat er mogelijkerwijs geen verslag van deze tocht in dit blad zou komen besloten we ook nu weer in de pen (computer) te klimmen.
Het pijlen vooraf
et is gebruikelijk bij WS78, dat als je een tocht voor deze club uitzicht, je ook de tocht mag/moet bepijlen. Ook is het gebruikelijk om de pijlen op de vrijdag ervoor aan te brengen. En dat is voor twee personen een volle dagtaak. Zo huurden we dan op vrijdag 2 januari 2 fietsen. Met de regen viel het mee tot ‘s-middags half drie. Daarna begon het gestaag te regenen. Toen wij rond kwart voor vijf die dag bij de finish aankwamen, waren we flink nat. Op de voorgaande WS78 tocht hadden we al pijlen ontvangen. Zowel genummerde pijlen, ieder met de tussenafstand er op, als ook ongenummerde pijlen. Deze ongenummerde pijlen zijn bestemd voor ondersteuning van het parkoers. De meeste pijlen werden met een nietmachine aangebracht. Maar het was ook mogelijk om dit te doen met tape, plakband, wasknijpers of met krijt. Dat laatste deden we in ieder geval niet vanwege de voorspelde regen. Voor de verschillende bosgebieden waren toestemming aangevraagd en van een paar gebieden werd het verboden om de papieren pijlen te nieten op "levend hout". Als leden van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten en van het Utrechts Landschap staat de natuur bij ons in een hoog aanzien en willen derhalve de natuur niet of zo min mogelijk beschadigen. Wij hebben derhalve de pijlen zoveel mogelijk op dood hout geplaatst. Daartoe sleepten we regelmatig stukken hout uit het bos naar het parkoers en brachten hier de pijlen op aan. Toen wij vrijdagavond moe en voldaan thuis kwamen belde de voorzitter van de wandelclub op met de mededeling dat er een eigenaar van een partikulier terrein (dat niet als zodanig herkenbaar was) op, dat er pijlen op zijn grondgebied waren geplaatst. Hij gaf beslist geen toestemming aan ons om over zijn (natuur-)terrein te lopen. Daarop hebben we het parkoers omgeleid, het werd daardoor een paar honderd meter korter. We vonden het trouwens van de eigenaar van dat partikuliere terrein wel een prestatie dat hij zo snel (in een uur) de voorzitter van WS78 wist te bereiken. Want de enige informatie die hij had was de stempel van WS78 die op elke pijl staat gedrukt.
Wat parkoersarchitekten op de dag zelf doen
Op de dag van de wandeltocht zelf begonnen we om half negen met de fiets. We behoorden dan het parkoers voor te fietsen om te kijken of de pijlen nog goed zaten. Er zijn mensen die niet goed zien wat er op de pijl staat en hem dan van de boom trekken. Daarna wordt deze op de grond geworpen, soms verscheurd, soms meegenomen en soms verdraaid. Ook deze dag moesten ook hier een aantal pijlen er aan geloven. Door het natte weer was de animo om de parkoersbeschrijving te raadplegen zeer laag. De meeste wandelaars denken er niet aan om een doorzichtig plastic zakje mee te nemen om de parkoersbeschrijving tegen regen te beschermen. Met alle gevolgen van dien. Wij zelf nemen steeds een kartonnetje op A5-formaat mee met 2 plastic zakjes. Als het dan zo regent als deze dag doen we 2 zakjes over elkaar, waardoor de beschrijving nog vrij goed droogblijft. Toen we rond half twee met de fiets de finish kletsnat bereikten besloten we meteen huiswaarts te keren, ons om te kleden en droog weer terug te keren om toch nog wetenswaardigheden van de wandelaars te vernemen. Wij hebben er een aantal van opgetekend (met tussen haakjes nog een opmerking onzerzijds):
wetenswaardigheden van de wandelaars
Dit was weer eens een ouderwetse WS78-tocht (vanwege het zware bosparkoers door de regen met veel modder)
Ik loop (vaak ook hard) al zo’n 20 jaar in het bosgebied rond de Soesterduinen en ik ben nogal eens op paden geweest, waar ik nog nooit ben geweest. Jullie moeten hier wel zeer goed bekend zijn. Jullie wonen zeker ook in Soest?
Buiten het pad woei er op eens een grote eik om. Deze kwam met een harde klap op de grond.
We hebben weinig van het parkoers kunnen genieten. Door de voortdurende regen, de vele modder en plassen, de gladde boomwortels en de gladde hellingen hadden we alle aandacht nodig om te zien hoe en of waar we moesten lopen.
Door het natte weer hebben we niet zo kunnen genieten van het parkoers, maar de tocht moet zeker een volgende keer opnieuw worden georganiseerd waardoor we beter van het mooie parkoers kunnen genieten (De tocht zal met de huidige grote rust, Party centrum De Soesterduinen, zeker niet meer plaatsvinden. De rustpost viel zwaar tegen. De consumpties waren peperduur - één kop koffie ƒ 3,25- en van de 5 of 6 zalen die het Party centrum heeft werd er geen enkele opengesteld. Daardoor moesten de wandelaars in een te kleine ruimte zitten. Aangezien de parkoers-architekten niet in Soest wonen en ook niet zo bekend waren met mogelijke akkommodaties is, na vijf andere lokaties, tot deze rustpost besloten. Door weer een andere Soesternaar werden we op de hoogte gebracht dat veel tochten in deze omgeving een grote rust hebben in de kantine van Sportpark Op Hees).
We hebben enorm genoten van het parkoers en we hebben ook niet eerder zolang over een WS78 wandeltocht gedaan.
Via via hoorden we dat er één persoon bijzonder negatief was. Maar deze persoon heeft bijna altijd wel wat aan te merken.
Door het missen van een pijl hebben we een heel eind verkeerd gelopen (hierover staat hierboven al het een en ander vermeld)
Het aantal uitvallers lag op 16, het aantal deelnemers op 422. Beiden zijn seizoenrecords. Eén deelnemer was na 3 km door een windstoot met zijn paraplu uit balans geraakt en gevallen. Hij bezeerde daarbij een vinger. Op de verzorgingspost op 10 km klopte hij bij de EHBO aan en deze verwees hem meteen door naar het ziekenhuis. Pas na twee uur kon hij het ziekenhuis verlaten. Men had lange tijd nodig gehad om veel vuil uit de wond te halen. Zijn gewonde vinger was gespalkt en hij droeg een mitella.
De pijlophalers hadden het ook heel moeilijk
De pijlophalers hadden het deze dag ook heel moeilijk. De zon ging officieel om half vijf onder. Maar door het regenachtige weer was het al om vier uur aardig donker. De pijlophalers konden hun werk doen tot de koffiepost (ongeveer 30 km). De volgende dag hebben ondergetekende de overige pijlen opgehaald. Daartoe reden we met de auto naar NS-Bilthoven. Hier namen we de trein naar Baarn en vandaar bracht de treintaxi ons naar de koffiepost in Soest. Vandaar volgden we het parkoers naar de finish en haalden de achtergebleven pijlen weg.
Op zaterdag 10 januari liepen we het parkoers na. We hadden we tocht op 3 januari per slot van rekening niet gelopen. Zodoende kon de tocht voor ons dit jaar ook meegeteld worden. We hadden de tocht weliswaar een paar maal voorgelopen, maar dat was allemaal het vorige (1997) jaar. We vonden in totaal nog 15 achtergebleven pijlen. Daarvan waren er twee op de laatste 10 km die we op 4 januari hadden "schoongemaakt". Als je zo’n parkoers, dat je ook gepijld hebt, naloopt, dan kijk je met name op de plekken waarvan je weet waar je zelf een pijl hebt bevestigd. Pijlen op plaatsen die in jouw ogen niet echt nodig zijn zie je daardoor makkelijker over het hoofd. Zoals pijlen op lichte achtergronden als berken of licht metaalgekleurde palen.
Op 13 km op het parkoers schrokken we omdat we een grote, ongeveer 50 jaar oude boom parallel aan het wandelkoers omgeblazen zagen liggen. De boom was op 3 januari omgewaaid, dus op de dag van de wandeling.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|