Terug naar de homepage van Henri Floor Duizenden tamme kastanjes en honderden paddestoelen.

4e landelijke voetpadenwandeldagen
Groesbeek In het weekend van 11 en 12 oktober 1997 werd voor het vierde achtereenvolgende jaar de landelijke voetpadenwandeldagen georganiseerd. Deze is vooral voor natuurgenieters, avonturiers, dwalers, struiners, toeristen, dauwtrappers, rustzoekers en doorlopers; voor iedereen die graag wandelt en houdt van brede horizonten. Er zijn heel wat soorten wandelpaden. Zo kennen we: voetsporen, schapendriften, kerkepaden, trampaden, molenpaden, karrensporen, tiendwegen, kadijken, slijtpaden, houtkaden, singels, schansen, oprijlanen, traaien, koningswegen, vrijerslaantjes, padlanden, galgepaden, dodenpaden, smokkelpaden, grasdijken, dreven, kruipsporen, achterommetjes, heerwegen, zuwen, notwegen, slaperdijken, wegels, kronkelpaadjes, keerweren, herderspaden, modderpaden, knuppelpaden, kaden en veldwegen. Er waren dit weekend 110 wandelingen uitgezet door 99 plaatselijke organisaties. Daarnaast waren er nog de wandeltochten uit het LWP waar wij er één van kozen. Dat was de herfstdagtocht van de LAT op zaterdag 11 oktober vanuit Berg en Dal bij Nijmegen, gemeente Groesbeek. Van de twee afstanden 40 en 60 km, die hier werden georganiseerd, kozen wij de langste afstand. De start was vanaf 7.30 uur. De eerste 14 km was hetzelfde als voorgaande jaren. En het begin voerde door een bosrijk heuvelachtig gebied. Daarom besloten we rond kwart voor acht te starten. De zon ging (officieel) om 7.58 uur op. Maar rond de 20 minuten voor zonsopgang wordt het meestal al licht(er). Bovendien was er op dat moment weinig bewolking. De meeste 60 km lopers waren toen al gestart.
Persingen ligt op een donk
We liepen over de Stollenberg tot bij de Sint Maartenkliniek. Vandaar beklommen we de Boterberg. Vanaf de flanken hadden we uitzicht op Persingen. Persingen heet het kleinste dorp van Nederland te zijn en ligt in een uiterwaardenlandschap. Het ligt iets hoger dan het omringende landschap, omdat het op een rivierduin, een donk, gebouwd is. Persingen vormt tezamen met Ooy, Beek en Ubbergen de gemeente Ubbergen. Verderop liepen we over de Ravenberg en kwamen langs restaurant De Elzenbeek, een Forrellenhof. Zo'n forellenkwekerij zien wij vaak op onze lange afstandstochten in Oostenrijk, maar hier zien we dat niet zo vaak. Je treft zoiets eigenlijk ook alleen maar op plaatsen bij een beek. Even verderop kwamen we langs een uitzichttoren, waar omheen restaurant De Sterrenberg is gebouwd. Buiten tegen een gevel stond: "Niet vergeten, hier pannekoeken eten". Hoewel er een bordje met de tekst OPEN stond, zag het er donker uit. We liepen hier net buiten het plaatsje Beek. Na een paar steile hellingen met trapjes kwamen we aan een bosrand waar een fraaie witte wegwijzer stond. De vier richtingen waarheen verwezen werd, waren "Nederland", "Duitsland", "Wat Vriendschap Helen" en “Wat Grenzen Delen".
Ruim 400 hogere plantensoorten op de duivelsberg
Nu betraden we de bossen van de Duivelsberg. We zagen hier verschillende malen oude pijlen die in de bomen vergroeid waren. De omgeving van Nijmegen geldt botanisch als één van Nederlands rijkste gebieden. In een straal van 15 km rondom de stad vindt men tweederde van al onze hogere plantensoorten. Alleen al op de Duivelsberg heeft men 444 plantensoorten geteld, waaronder de zeldzame reuzenpaardestaart, het paarbladig goudveil, de rapunzel, de gele dovenetel, de mispel en het muskuskruid. Ook hier waren weer steile hellingen met smalle beekjes er tussen. Romeinse soldaat We zagen hier regelmatig groepjes mensen die tamme kastanjes zochten. Deze boomsoort, de tamme kastanje is, indertijd ingevoerd door de Romeinen. We zagen vrij regelmatig boomstronken waar tientallen paddestoelen op groeiden. Soms telden we er wel een kleine honderd. Ook varens zagen we hier veel.
Het Tiende Legioen
We kwamen vlak langs landgoed De Holdeurn. In de Romeinse tijd is hier een groot militair steen- en pottenbakkersbedrijf geweest. De industriële activiteit begon er bij het verblijf van het Tiende Legioen (=Romeinse legerafdeling van 3-6 duizend man) en werd tot het eind van de 2e eeuw voortgezet. Eerst is er naast bakstenen en dakpannen ‘fijn Nijmeegs aardewerk’ voor eigen gebruik vervaardigd. Later in de 2e eeuw verminderde de kwaliteit en werd De Holdeurn vooral de centrale steenfabriek van het leger in Neder-Germanië. Er was een heiligdom bij, waar op altaren offers werden gebracht aan oppergod Jupiter (de god van de donder en bliksem), Vesta (de godin van het haardvuur) en de lokale godin Hludana, wier naam nog doorklinkt in de huidige naam van het landgoed! Op korte afstand van de Canadese Erebegraafplaats verlieten wij het bosgebied voorlopig. Op 13 km was de eerste verzorgingspost niet ver van de Duitse grens en het Duitse plaatsje Wyler. Bij de grens met Wyler aangekomen troffen we filevorming aan voor een Duits benzinepompstation.
Weidse uitzichten onnederlands
We volgden de Oude Kleefsebaan en sloegen verderop de straat het Lage Wald in. Aan het einde van deze straat ging onze bijzondere aandacht uit naar het adres Lage Wald 2 waar boerderij Heidendaal stond. Deze naam kwam ons nog zo bekend voor. Het uitzicht hier is zeer weids en onnederlands. We liepen om het plaatsje De Horst heen met uitzicht op de witte Rooms Katholieke kerk en dwaalden verder over lange wegen door buurtschap Plak. We hadden hier aan onze linkerhand constant uitzicht op Duitsland, zo dicht bleven we langs de grens lopen. We kwamen een paar keer langs minicampings. We verbaasden ons er over, dat er met dit koude weer nog wel caravan-campinggasten stonden. Maar de eerste week van de herfstvakantie was ook begonnen. Aan onze rechterhand lag natuurreservaat De Bruuk. Dit broedgebied voor vogels bestaat uit riet en graslanden en heeft een rijke vegetatie. In het grasland staan vele orchideeën. Aan het eind van de lange Hoge Waldseweg sloegen we r.a. Hier stond links een huis, net in Duitsland, zo dicht liepen we hier langs Duitsland. We konden dat mooi zien op de fotokopie van een topografische kaart, die we hadden meegenomen. Op 24 km was in Bredeweg in café De Corner een rustpost. Dit was de enige caférust voor de 60 km. We liepen Bredeweg uit. We kregen uitzicht op Groesbeek en een fraaie molen. De wieken draaiden er lustig op los. Deze ronde beltkorenmolen, de Zuidmolen dateert uit 1857. Regelmatig zagen we bordjes met “Via Romana - Nijmegen-Xanten” er op. Even verderop kwamen we langs boerderij Klein America. Hier werd volop paard gereden. Nog even verderop zagen we een dubbel monument ter nagedachtenis aan 1944 toen hier 10.000 soldaten gelegerd waren tijdens operatie Market Garden.
De uitgestrekte bossen van de St.Jansberg
Dit is het wapen van Mook. Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag Sint Jansbos in Mook Nu zetten we koers naar de bossen van St. Jansberg in de gemeente Mook en Middelaar. Het bosgebied van de St.Jansberg zette zich voort naar de gemeente Milsbeek. Dit bosgebied doorkruisten we tot de Holle Weg, bekend van de Nijmeegse Vierdaagse. De weg grenst hier aan het Duitse Reichs Wald. Oorspronkelijk had de organisatie het plan om, evenals het voorgaande jaar, deze wandeltocht door het Reichswald te laten lopen. Dit gebied is echter het afgelopen half jaar gesloten geweest voor het publiek vanwege de varkenspest. Een maand tevoren was dat ook het geval en toen moest men de definitieve beslissing nemen om het parkoers dan maar te volgen van een vorige tocht uit het verleden. Vanaf de noordkant van Milsbeek kregen we uitzichten op de Mokerplas bij Plasmolen. Bij Plasmolen hadden we de tweede wagenrust op 34 km. Hier brachten we met 5 bekertjes thee het vochtgehalte weer wat op pijl. Het suikerbrood smaakte hier ook prima. Verder konden we stukjes banaan en een sinaasappel krijgen. Ook een appel kregen we nog mee. Bij punt 97 ontbrak een vierkant rood papiertje ten teken dat we rechtsaf moesten. Goede parkoerslezers als wij zijn sloegen goed af. Maar achterliggers die alleen op de markering letten, deden dat niet. Maar dat was nu niet zo erg. Want bij punt 101 kwamen de lopers die verkeerd liepen weer goed uit. Toen wij hier 4 lopers verkeerd zagen lopen, dachten zij dat wij verkeerd waren gelopen. Daarna liepen we door naar de noordkant van de Mookerheide. Vanaf het 60m hoge uitzichtpunt hadden we een bijzonder fraai uitzicht over de Mookerheide, de Maas en het daarachter liggende gebied in Noord-Brabant met als mooi herkenningspunt, de imposante St. Martinuskerk van Cuijk. Veel tijd om hier echt van te genieten hadden we niet, want we liepen reeds in de achterhoede. En deden onze best om voor het donker binnen te komen, hetgeen ook goed gelukt is.
Door Boswachterij Groesbeek, Heumensoord en het Dekkerswald
We liepen verder door naar Molenhoek. We moesten hier voor een trein wachten voordat we een spoorlijn konden oversteken. De tekst “Wacht tot het rode licht gedoofd is, er kan nog een trein komen” was voor ons niet zo duidelijk op dit enkelsporig traject. Aan de noordkant van Molenhoek was de derde wagenrust op 44 km. Hier vlakbij gebeurde het ongeluk waarbij drie baanvakkers bij spoorwegwerkzaamheden om het leven kwamen. We verlieten Molenhoek en zetten koers naar Malden. Zover kwamen we niet, want we sloegen af en kwamen even verderop langs het Zweefvliegterrein. We staken een spoorlijn over en volgden even verderop de Heumense baan, ook een spoorlijn. Maar deze lag verdiept aangelegd. We staken de Heumense Baan over. Over de flanken van de 81,1 m hoge Hoendersberg bereikten we eerst de Muntberg. Langs de internaten Werkenrode en Kemnade bereikten we de laatste wagenrust op 53 km. Vlak hierna, zo rond half zes, begon het licht te regenen. Gelukkig liepen we nu veelal onder bomen en bij de finish wachtte een warme douch. Als laatste liepen we door de Heilige Landstichting (ook gelegen in de gemeente Groesbeek) met het Bijbels Openluchtmuseum en typische bijbelse straatnamen als Profetenlaan, Johanneslaan en Koning Davidlaan. Dit openluchtmuseum geeft een levend beeld van de wereld waarover de bijbel spreekt en van de landen en culturen, waarin deze is ontstaan. Op 59,340 km bereikten we moe maar voldaan de finish.
Nabeschouwing
Het was over het algemeen een mooie pittige tocht geweest. Tijdens de tocht zagen we regelmatig wit/rode markeringen. Deze waren van het Pieterpad of het Lingepad. Daarnaast zagen we ook geel/rode markeringen van het streekpad Nijmegen. Tenslotte (eigenlijk in de eerste plaats) waren er ook nog de markeringen van de organisatie. Daarbij moest je bij een wit rechthoekig papiertje rechtdoor. Geel stond voor linksaf en rood stond voor rechtsaf. De eerste 13 km was parkoerstechnisch van uitstekende kwaliteit. Daarna werd het wat minder met flinke stukken over verharde wegen die echter vrij rustig waren. Bij punt 22 stond r.a. Hier liepen twee wegen naar rechts. Hier waren we bijna verkeerd gelopen ware het niet dat een wandelaar weer terug kwam lopen.
naar de top van deze pagina

Henri Floor