Er was warm weer voorspeld, 24 graden-31 graden met in de middag in heel
Oostenrijk onweer. We konden, voor zover we dat konden inschatten aan de hand
van ons wandelboekje voor wat betreft overnachtingsmogelijkheden, 12 of 42 km
lopen. Het werden er dus 12. We konden niet voor 8 uur ontbijten. We deden het
rustig aan. Na het ontbijt deden we inkopen bij de Spar en we begaven ons op
weg. Het was al aardig warm, zo rond de 21 graden. Van Oberkappel naar
Niederranna liepen we de hoofdroute, terwijl we op de heenroute een variant
hadden genomen. We verlieten Oberkappel langs de Ranna, die geleidelijk
overging in de Rannastausee.
Halverwege de stausee was een
brug over het niet al te brede stuwmeer. Daar vanaf maakte Coos in beide
richtingen een foto. Aan het eind van het stuwmeer liepen we
een klein stukje over een verkeersweg naar de stuwdam toe. Vlak voor de
stuwdam ging ons pad over een trap naar beneden. We gingen nu vele keren over
houten bruggetjes voorzien van hekken van draadseil. De bruggetjes waren
veelal tegen de steile helling aan vastgemaakt. Langs ons pad liep een
pijpleiding waar we water doorheen hoorden stromen. We kwamen op een asfaltweg
uit bij een houtzagerij. Hier rustten we even op een onderstel van een wagon
in de schaduw.
Daarna liepen we naar Altenhof. Het slot was privé, maar we
liepen wel tot de binnenplaats. We volgden de pijl naar de kerk, maar de kerk
bleek gesloten te zijn. We verlieten ons pad en het leek of ons pad dood liep
op een grasveld, waar het hooi bijeen werd geharkt. De markeringen waren
slecht, maar aan de hand van de kaart wist ik hoe het pad verder liep. Aan het
einde van een grasveld draaiden we ons even om en zagen een korenveld met
daarachter een kasteel. Hierna ging het pad het bos in en daalden we
langzaam over een smal bospad met af en toe wat rotspartijen, zoals in
Berdorf. De ruïne Falkenstein was echt een ruïne en flink
overwoekerd met talrijke bomen. Toen we bij de ruïne weggingen, kwam er net
een echtpaar aangelopen, die de ruïne ook gingen bezichtigen.
Vlak na dit punt
voerde ons pad tussen 1½ meter hoge brandnetels. We kwamen bij een paar huizen
en zagen achter een hekwerk een ree lopen. Bij de Donau aangekomen hielden we
een rust in een bushokje in de schaduw. Daar was ik echt aan toe en trok ook
de bergschoenen uit. Bovendien kleedden we ons hier om van een knickerbocker
naar een korte broek. Al eerder had ik m'n T-shirt met een anker aangedaan.
Hier zit namelijk een kraag aan, omdat ik last van mijn schouders kreeg door
de zon.
Het laatste stuk van de wandeling voerde deze dag weer langs de Donau.
We namen weer op hetzelfde adres een Zimmer. De kamer was nog niet klaar. We
zaten op een bankje en rond vier uur gingen we douchen. Daarna wilden we om 5
uur warm eten in het plaatselijk restaurant, maar dat serveerde pas diners
vanaf 17.30 tot 18.00 uur. Even na 17.00 uur kwam een inktzwarte lucht
aanzetten en gingen we toch al het restaurant in. Er barstte een onweer los en
het bleef langdurig hard regenen. Een paar keer kwamen fietsers binnen om voor
de regen te schuilen. We dronken een ¼ liter glas rode wijn. Daarna aten we
huissoep en rinderbraten met sla. Coos nam een ijsje, banana-split toe en ik
nam nog een germknödel.