Bij het ontbijt zei de mevrouw des huizes dat deze dag hier het Frohleichnam
werd gevierd. En wel van 8.30 - 9.15 uur in de plaatselijk kerk. We hadden een
uitgebreid ontbijt. Ons Overnachtingadres stond op korte afstand van de oever
van de Donau (25 m). We liepen eerst naar de kerk en zagen en keken naar de
dienst, die bezig was.
Rond 9.15 uur gingen we op pad en volgden de grasweg
die vlak langs de Donau liep. Toen we weer op de verkeersweg uitkwamen stond
daar een groep van 8 mensen op de bus te wachten. Een man kwam naar ons toe en
vroeg, wat we zoal deden. Bij Rannamühl sloegen we van de verkeersweg af. We
kwamen op een plek waar ons pad steil omhoog ging, maar het was niet (meer)
gemarkeerd en we durfden het niet aan vanwege de gladheid door de regenval.
Daarop besloten we dan maar via de verkeersweg naar Rannariedl te gaan. Maar
vlak daarop sloeg een wandelpad af dat gemarkeerd was met Donau Hohen
Rundwanderweg. Zo kwamen we toch nog op een leuke manier in Rannariedl.
Nu volgden we enige km's de verkeersweg, maar in Dorf sloegen we af. Over
grintwegen liepen we naar Pühret (578 m). Vlak voor Groß Mollsberg sloegen we
af naar de Penzenstein (568 m). Even voor Penzenstein stond een luxueus
kruisje. Hier stond een leuk kapelletje. En je had er een mooi
uitzicht op Engelszell (292 m), Engelhartzell (302 m), en de Kraftwerke in de Donau. Daarna liepen we eerst een stuk
door de bosrand. In Klein Mollsberg (550m) hadden we een rust in een bushok,
lekker uit de wind. Even verderop zagen we achter een afrastering zo'n 10
reeën. In Forstedt, bij een Gasthof, liep ons pad tussen de huizen door om
vervolgens over graspaden over velden verder te gaan.
Na Grub en voor Neustift
was geen (goede) markering en kwamen daardoor op een ander plek uit als
gepland in Neustift im Mühlkreis aan. Hier waren weer een paar Gasthofe. Dit
traject was trouwens tot Oberkappel (511 m) helemaal niet rood/wit/rood
gemarkeerd. Buiten Neustift liepen we spoedig weer door bossen en weiden. Even
voor Oberkappel kwamen we weer op een verkeersweg uit, die we naar het centrum
van Oberkappel volgden. Opnieuw hadden we een rust in een bushokje, vlakbij
Sporthotel Fischer, waar we op de terugweg overnachtten. Het was nog te vroeg
om te overnachten. We verlieten Oberkappel langs een Hubertuskapel. De
markering was nu weer goed, want vanaf Oberkappel zaten we weer op de
hoofdroute.
Na Vatersreith kwamen we bij Hallschlag (756 m). Hier was een
handwijzer naar Panorama-aussicht. Daar voelde Coos niet voor, omdat het
uitzicht maar een paar honderd meter was, maar ik zei dat de route er langs
ging. Ja, dan was het logisch dat we er langs gingen. We bestegen de
Ameisberg, met een hoogte van 941 meter. Het pad slingerde
naar omhoog. Er waren velen paden om verkeerd te kunnen lopen, maar het
parkoers was goed gemarkeerd. Op de top lag de Ameisbergwarte, een
uitzichttoren, gecombineerd met een café-restaurant. Maar er was geen
uitzicht. We dronken er een Almdudler. We daalden aan de andere kant van de
berg af. Éénmaal dachten we het gebries van een wild zwijn te horen. We
moesten langzaam afdalen. Het parkoers was hier steil en nat en daardoor glad.
Bij Kickingerödt volgden we even een paar asfaltwegen, maar spoedig volgden we
grintwegen door de bossen. Er waren nieuwe grintwegen in dit gebied aangelegd,
die niet op de kaart stonden, maar wel grotendeels ons wandelparkoers volgden.
Door die nieuw aangelegde wegen kon ik de route niet goed op de kaart volgen.
Pas bij Gatterl wist ik weer waar we zaten. We kwamen vlak voor Albenödt (747
m) uit. Het ging iets harder regenen. Daarop deden we nu ook de regenbroek
aan. Na Schröck (776 m) en Lengau besloten we de hoofdroute te verlaten ter
hoogte van Eschernhof vanwege de vermoeidheid en het gevorderde uur om via een
rustige verkeersweg naar Peilstein te lopen. Daarbij kwamen we door de
buurtschappen Schönberg en Danneredt.
In Peilstein vroegen we aan een
kerkganger naar een overnachtingadres, zodat we niet lang hoefden te zoeken.
We kwamen rond half acht op ons overnachtingadres aan. Snel douchten we. Na
het douchen namen we onze natte spullen mee naar beneden om in een droogruimte
te laten drogen. Daarna dineerden we en dronken een goed glas Blaufrankirscher
Rotwein. Ik had nog aan de Gasthof-eigenaar gevraagd naar de betekenis van die
vele berkentakken voor of in de kerken. Hij zei dat die werden neergezet uit
een oude traditie. Wat de specifieke betekenis er van was, kwam er niet uit.