We werden rond 6 uur wakker en besloten rond half acht te ontbijten. Het was
zelfbediening. We namen muesli met stukjes bananen en aardbeien en 3 broodjes.
Na het ontbijt gingen we eerst boodschappen doen.
Daarna verlieten we
Wernstein volgens de alternatieve route. Deze bleek echter helemaal niet meer
gebruikt te worden. Het pad liep dood en prompt zagen we een ree. Ik had het
idee welke kant we op moesten en we liepen een eind door een weiland, waarvan
het gras nat was, steil omhoog. Opnieuw zagen we reeën, nu twee stuks. We
volgden graswegen en zagen een kapelletje als markeringspunt. Over een rustige
asfaltweg kwamen we op een wat drukkere weg uit, maar dat duurde maar kort. We
sloegen weer af naar een rustige asfaltweg. Maar de nu komende afslag vonden
we niet.
Via een omweg kwamen we in Schardenberg. We
bezichtigden de plaatselijk kerk en zetten er twee kaarsjes ter nagedachtenis
aan mama en oma. We kochten er twee kaarten voor 1 shilling. Daarna gingen we
op weg naar de Fatima kapel. Maar daarbij kwamen we eerst nog langs de
Engelkapel. We liepen door naar de Fatimakapel en bezichtigden deze. Er waren
twee mensen daar aan het werk. We liepen om de kapel heen, maar halverwege
zagen we een kleine dode ree liggen. We gaven het nog door aan één van de
mensen, die bij de kapel bezig waren. We liepen weer terug naar Schardenberg.
Daar hoorden we een paar harde en vreemde klappen. Een auto stond vermoedelijk
niet op de handrem. Toen die auto in beweging kwam ramde deze twee
achterkanten van auto's om vervolgens tegen een heg tot stilstand te komen.
We
verlieten Schardenberg en sloegen even later een rustige asfaltweg in om weer
later een grintweg in te slaan, die overging in een bosweg. Af en toe was deze
bosweg moeilijk te begaan vanwege het natte, hoge gras. Bij Wideck rustten we
uit op een omgezaagde boom. Bij Kneiding staken we een beek over via een brug.
Opnieuw zagen we een ree. Bij Ringeholz hadden we een rust op een bankje bij
een kapelletje. Voorbij Ringeholz ontmoetten we in de bossen een boswachter
met een hond en een jachtgeweer. We praatten even met hem.
In Wetzendorf
maakte Coos nog een foto van een mooi schilderwerk op een huis van de
vrijwillige brandweer. Op een kruispunt van grintwegen bij een
sportterrein hadden we nog een rust. Tussen Oberharmansedt en Aug was tegen de
verwachting in een asfaltweg. Er stonden opvallend vaak kaboutertjes in de
tuinen van mensen. Op mijn voorstel besloten we in Vichstenstein (554) te
overnachten, omdat ik wat last van mijn rechterknie had. We daalden af naar
Vichtenstein en bij de I in het gemeentehuis kregen we in 2e instantie, de
overnachtingsmogelijkheid in Schuasta z'Weinbrunn, Gasthof Mühlböck. Dit was
de hoogstgelegen Hof van het Innviertel. De dame in het gemeentehuis zei dat
het huis aan onze wandeling lag. Dit bleek later niet het geval te zijn.
Bovendien wees ze het overnachtingadres op een verkeerde plaats op de kaart
aan.
Eerst liepen we weer terug en kregen uitzicht op kasteel Vichtenstein
en liepen verder Vichtenstein uit, tot we weer op de route zaten.
Daarna liepen we de Haugstein op, 895 meter. Vlak er voor was nog het eindpunt
van de Haugsteinlift. Het laatste stuk was over enige rotsblokken. We daalden
af naar de Jägerbildkapel (836 m). Toen bleek dat we verkeerd geïnformeerd
waren, liepen we eerst naar rechts omdat we iets wits zagen. Dit bleek echter
lucht te zijn.
Later liepen we naar links en zo bereikten we ons Gasthaus.
Mede ook nadat we gelezen hadden dat het Gasthaus aan de voet van de
Haunsberglift lag. Toen we aanbelden werd er niet opengedaan. De herdershond
des huizes blafte wel en liep los. De baas des huizes kwam aanlopen, maar die
ging op zoek naar de vrouw des huizes. Ze bleek de koeien te melken. Het was
een oud echtpaar. We kregen een kamer op de eerste verdieping dat er heel mooi
uitzag met een ruim balkon. We douchten ons en hingen kleren buiten te drogen.
Na het eten begon het te regenen en haalden we de spullen binnen.