|
|
|
|
Eerste dag van de Apeldoornse Vierdaagse, dinsdag 13 juli 1993
|
Op dinsdag 13 juli 1993 verlieten we het centrum van Apeldoorn door parken en
langs een spreng. Vlak na de A1-snelweg was de eerste wagenrust. Hier lieten we
ons eerste kopje koffie vergezeld gaan van ons ontbijt. Daarna liepen we door
het plaatsje Lieren. Dit plaatsje lijkt haast wel een museumboerderijdorp,
zoveel mooi oude boerderijen als hier staan. Over paden langs velden wordt
buurtschap Oosterhuizen bereikt. Bij boerderij De Viersprong staken we de
hoofdweg over. Na de A50-snelweg liepen we een doodlopende weg in, die ons naar
een spreng voerde. Hier was de splitsing met de 30 km.
Het 30 km parkoers voerde
verder naar de Grote waterval. Wij echter volgden het 40 en 50 km parkoers de
andere kant op, maar nog wel langs de spreng. Bij een spoorlijn aangekomen
moesten we die spoorlijn eigenlijk volgen, maar wij zagen evenwijdig met de
spoorlijn een zandweg lopen en besloten die te volgen. Later staken we de
spoorlijn nogmaals over en over een zandweg liepen we, tussen weilanden door
naar Loenen. Over een aantal leuke smalle graspaden langs weilanden en
maïsvelden bereikten we het centrum van Loenen. We stapten een supermarkt binnen
en kochten een liter melk. We zochten een geschikt plekje op om de melk op te
drinken. Dat werd een stoepje voor een huis. We zaten er nog maar net of de
eigenares kwam er aan gelopen en veegde het pad om het huis schoon. Informatief
praatte ze wat over de wandelvierdaagse en ze bood zelfs aan om voor ons een
stoel te halen. We sloegen het aanbod af met de mededeling dat we toch zo weer
verder gingen.
Buiten Loenen volgden we spoedig weer smalle paden door de bossen
van het Loenense Bos. Spoedig daarop kwamen we bij de splitsing van de 40 en 50
km. Wij kozen het 50 km parkoers. Nu kwam eigenlijk wel het mooiste deel van de
dag. Doordat er maar 150 wandelaars die 50 km liepen werd het meteen ook een
stuk rustiger. We liepen langs een schaapskooi en staken een groot ervoor
liggend grasveld over. Daarna liepen we over af en toe smalle paadjes. Daarop
dwaalden we door de Loenermark. Na een paar zeer rustige asfaltwegen door het
sterk geaccidenteerde terrein werd onverwachts een vennetje bereikt. Verderop
bereikten we over een lange grintweg de Zilvense Heide. Hier ligt een ijkbasis,
voor ons bekend van onze intensieve verkenningen van de Veluwe. Hier worden
lengtemetingen geijkt ten behoeve van de landmeetkunde. Dat geschiedt met behulp
van lichtinterferentie (werking van lichtgolven op elkaar bij samentreffen) tot
0,05 mm nauwkeurig. De totale lengte van de ijkbasis bedraagt 576,09226 meter.
Na de samenvoeging met de 40 km bereikten we de grote Erebegraafplaats van
Loenen. Dit is het Nationale erekerkhof voor de Nederlandse slachtoffers uit de
Tweede Wereldoorlog. Door het Loenerveld werd de Vrijenbergerspreng bereikt. Bij
de Kleine Waterval was een waterrad gemonteerd. Door het stromende water draaide
het scheprad flink. Het geluid dat dit maakte deed je veronderstellen alsof er
een sterke stroming in het water zat.
Even voor de Grote Waterval was op een
parkeerplaats weer een verzorgingspost. We vulde onze blikjes fris voorraad weer
aan en dronken een bekertje koffie. Daarop betraden we landgoed Reeënberg. Eerst
liepen we langs een vennetje. Daarna nog langs een heideveld. De 39,2 meter hoge
top van de Reeënberg werd echter niet beroerd. We staken de A50-snelweg over en
over een paar smalle paden werd Camping De Hertenhorst bereikt.
Door het
Liederbos werd buurtschap Engeland te Beekbergen bereikt. We besloten daarom
maar links van de weg te lopen. Door het Bruggelen of Engelanderholt werd de A1-
snelweg bereikt. Vlak na het viaduct was de laatste verzorgingswagen. Men was al
bezig met opruimen. Door nog wat bospassages en langs een spreng werd een
buitenwijk van Apeldoorn bereikt. De totale afstand bedroeg deze eerste dag 50,4
km. We liepen deze afstand in 9½ uur.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|