Vorig verslag van de intensieve verkenning van de Veluwe Volgend verslag van de intensieve verkenning van de Veluwe terug naar het overzicht van verslag van de intensieve verkenning van de Veluwe Terug naar het overzicht van de LAW's, streek- en NWBpaden op de homepage van Henri Floor Terug naar de homepage van Henri Floor Een intensieve verkenning van de Veluwe (7)
datum woensdag 21 augustus 1991
traject Wezep - Vierhouten
afstand 44 km
Stormvloeden van de Zuiderzee, Wezep-Oldebroek (15 km)
Een nat stuk land

Na een treinvertraging van drie kwartier begaven we ons later dan gepland op pad. Eerst volgden we een traject door bosachtig gebied en liepen daarbij langs het landgoed IJsselvliedt. Verderop volgden we een smal fietspad met afwisselend weide- en bosgebied. Na landgoed Oldhorst volgde een totaal open en vlak gebied. En wel het veen- of broeklandschap. Het is een erg nat stuk land, dat vroeger bedekt geweest is met zegge (rietgras), riet en moerasbos, dat veen gevormd heeft. We staken achtereenvolgens de Heigraaf en de Gelderse Gracht over. Daarna liepen we door een terpenlandschap. Elke oude boerderij lag hier op een terp. Vandaar ook de naam huisterpen.
Twee soortgenoten
We kwamen nog twee mannen tegen die het parkoers tegengesteld liepen, net op een plek waar het parkoers over een woonerf liep. De andere twee mannen veronderstelden meteen dat wij het zelfde pad liepen, alleen dan de officiële route. Zij hadden de hele tocht in het voorjaar van 1990 gelopen. Ze vonden het een uitdaging om de tocht eens tegengesteld te lopen. Mede ook omdat het parkoers zo mooi is. Het parkoers is echter maar in één richting beschreven, hetgeen een extra handicap voor hen opleverde.
Oosterwolde
Daarna liepen we richting Kerkdorp, een dorp zonder kerk.
Hier lag vroeger Oosterwolde, een kerk in het centrum en daaromheen diverse boerderijen. De stormramp van 1825 heeft deze plaats van de aardbodem weggevaagd. De kerk is in 1845 ongeveer drie kilometer meer naar het zuiden herbouwd op een wat hogere en dus veiliger plek. Daar omheen is het huidige dorp Oosterwolde ontstaan. We sloegen de Winterdijk in. Dit is de oudste dijk in deze streek en stamt uit de middeleeuwen. Veel bescherming heeft dit eerste lage dijkje echter niet gegeven. De Wakolk, waar we langs liepen, getuigt van een dijkdoorbraak. In 1359 gaf hertog Reinald III toestemming tot de aanleg van een nieuwe dijk. Dit is de ook nu nog bestaande zomerdijk. Hierdoor ontstond de polder Oosterwolde, thans een eldorado voor weide- en watervogels.
boerderij op landgoed De Morren Verderop voerde een bospad door landgoed Morren en langs de grafkelder van de Familie Raedt en Raedt van Oldenbarnevelt kompleet met doodskop.
Over een leuk kerkepad werd Oldebroek bereikt. Aan het eind van dit kerkepad stond een kerk met kerktoren.
Vroeger werd in de kerktoren bij dreigend hoog water een brandende lantaarn gehangen om de bevolking te waarschuwen voor een mogelijke nieuwe stormvloed.
We troffen het dat we net voor de middag sluiting een supermarkt konden binnenlopen om wat melk en karnemelk te kopen.
De gastvrije Oldebroekers
Nadat we dit hadden opgedronken en een boterhammetje hadden gegeten begaven we ons op weg. Maar na nog geen 50 meter liepen we langs hotel Henri C. Herkert, proeflokaal, praet en spijshuis. De eigenaar bood ons spontaan ieder een kop koffie aan. En daar zeiden we geen nee tegen. Bovendien kregen we een ansichtkaart van Oldebroek. De voorzijde was geheel lichtblauw. Op de achterzijde stond: Strak blauwe lucht boven Oldebroek-Holland. Later liet hij ons ook nog zien dat hij een soortgelijke kaart bij slecht weer had. Van die kaart was de voorzijde grijs. Vroeger heette Oldebroek Hollanderbroek.

De stad van Arent thoe Boecoop, Oldebroek-Doornspijk (15 km)
Over de Bovenstraatweg, een van de oudste wegen, op de grens van nat en droog verlieten we Oldebroek. We kwamen achtereenvolgens door de lanen van de landgoederen Zwaluwenburg, Schouwenburg en Old Putten.
AKO (Algemene Kader Oefening)
We kwamen bij Elburg bij het landgoed Old Putten. We zagen enige militaire voertuigen langs de kant staan. Onder één van de voertuigen lag een militair in de schaduw te slapen. Verderop zaten drie militairen aan een pikniktafel. We volgden de Puttenerbeek. Toen we een bruggetje overstaken hoorden we gepraat en zagen militairen die zwart geschminkt waren en takken op hun helmen droegen. Verderop stond een jeep met waarschijnlijk de leiding van het hele spul. Op onze vraag wat voor oefening er aan de gang was werd gezegd "de eindoefening van de AKO (algemene kader oefening).
Wij willen dat gij onse stat versetten sullen op een andere stede
wapen van Elburg In Elburg brachten we weer een bezoek aan een supermarkt.
Elburg is een rechthoek, 350 meter lang en 250 meter breed. De Jufferenstraat en de Beekstraat verdelen het in vier gelijke stukken, die ieder op hun beurt weer door een rechthoekig stratenpatroon zijn opgedeeld. Er is slechts één straat met een bocht; die heet dan ook de Kromme Steeg. De architect en uitvoerder van dit stadsplan was Arent thoe Boecop, rentmeester van de Veluwe. Elburg, een belangrijke Hanzestad, lag vroeger dichter bij de zee. In 1367 was er echter een grote watervloed, die zoveel grond wegsloeg dat de zee een bedreiging ging vormen. Daarom kreeg Arent thoe Boecop de volgende opdracht van Hertog Willem I: "Wij willen dat gij onse stat versetten sullen op een andere stede". Tussen 1392 en 1396 vond de verplaatsing van de stad plaats. Het was een ambitieus plan, waarbij de hele bevolking inclusief die van de omliggende buurtschappen Oldebroek en Doornspijk moet hebben meegeholpen. We verlieten Elburg over het Bagijnendijkje met zijn karakteristieke theekoepeltjes.

Kerkpad naar Doornspijk
Over een oude graszeedijk, die we bereikten door over een hek te klimmen, liepen we een eind evenwijdig aan de voormalige Zuiderzee, nu Veluwemeer geheten. Deze zeedijk was de eeuwenoude weg naar Doornspijk. We kwamen op de plaats waar vroeger de oude kerk van Doornspijk heeft gestaan. Dit is weergegeven door alleen de funderingen. Nu volgde een leuk oud kerkpad. Eerst liepen we door een klaphek om vervolgens een lange grasdijk te volgen. Daarbij kwamen we nog langs een oude kolk, een herinnering aan een oude dijkdoorbraak. Aan het eind ervan bereikten we Doornspijk.

Het "Pas-op" kamp in de Soerelse bossen, Doornspijk-Vierhouten (16 km)
We verlieten Doornspijk door landgoed Klarenbeek. Eerst was het pad breed. Maar het werd steeds smaller. Eerst ging het nog over in een graspad. Het pad leek opeens tussen twee weilanden op te houden. maar over een supersmal paadje langs een weiland ging het weer verder. In een daarop volgend bosje dreigden we de juiste voortzetting te missen, maar alles kwam toch weer goed. Doordat de paden hier vlak op elkaar erg kronkelden was dit stuk even niet goed op de ingetekende kaart te volgen.
De zandwoestijn
De overgang naar de zandwoestijn De Haere was vrij plotseling. Op de grens van een stuifzandgebied en de bossen moest ons pad voeren naar een camping die we echter niet aantroffen. De parkoersbeschrijving klopte verder echter vrij nauwkeurig. Alleen bij camping De Scheepsbel ging het even mis. We liepen bij Munspeet onder de A28 door en kwamen in het Zandenbos. Over een 5 km lange zandweg bereikten bij het huis Pas Op.
station Nunspeet Opa Bakker en tante Cor
Via een wildobservatieplaats kwamen we bij een oud onderduikerkamp en één van de gedeeltelijke ondergrondse hutten.
In de tweede wereld oorlog lagen hier Joden ondergedoken. Het bos bestond destijds uit een dichte jonge grove- dennenaanplant, waarin op last van de boswachter, die mede in het complot zat, een aantal jaren niet gesnoeid en gedund werd. De onderduikers woonden in vier bosvakken. Verspreid over deze vakken waren negen hutten, die zo gemiddeld negen tot twaalf personen moesten herbergen. Alleen 's nachts mocht gestookt worden. Voedsel werd dagelijks door koeriers aangevoerd. Een hele organisatie, als u rekent dat alles op de bon was en dus zwart of met valse bonkaarten moest worden betaald. Het kamp werd ingericht op initiatief van "De Boem", schuilnaam van Mr. E.H. von Baumhauer, een advocaat in Vierhouten. De dagelijkse leiding was in handen van Opa Bakker, een gepensioneerd hoofdconducteur van de Nederlandse Spoorwegen, die samen met z'n vrouw tante Cor in Nunspeet woonde. Het kamp dat in april 1943 was gestart, werd op zondag 29 oktober 1944 tegen de avond bij toeval ontdekt door twee Duitse SS-ers, die aan het jagen waren. Hoe wel gewapend, waren ze bang voor de overmacht en gingen naar Vierhouten om versterking te halen. Toen ze terugkwamen waren de vogels gevlogen. In paniek waren de onderduikers alle kanten op gevlucht. Acht Joden werden helaas gepakt en doodgeschoten, de overigen wisten te ontkomen en overleefden de oorlog.

Daarna bereikten we Vierhouten. Bij een cafetaria bestelden we een taxi die ons naar het NS-station te Nunspeet bracht. Vandaar reisden we verder huiswaarts. De dagafstand bedroeg ± 46 km.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg