Met het openbaar vervoer konden we op zaterdag 22 juni 1991 niet voor kwart over acht in Doetinchem aankomen. Daar stonden drie auto's van de organisatie klaar om wandelaars op te halen. De start was vanuit scholengemeenschap De Brink. Hoewel het de voorgaande nacht flink had geregend, was het bij de start droog en zonnig. De weersvoorspelling luidde kans op regen en onweer in de namiddag. Gelukkig is de regen niet gekomen, zodat we een fantastische wandeldag hadden. De temperatuur liep daarbij op naar de 20°.
Achterhoekse Tweedaagse vanuit Doetinchem op 22 en 23 juni 1991
Uit de georganiseerde afstanden 20, 30 40 en 50 km kozen wij de laatste. Al spoedig na de start kwamen we in het bosrijke gebied van de Kruisberg. Daarbij kwamen we langs Huis Hagen, een rechthoekige Havezate met trapgevels. Onder het huis is een gewelfde kelder. Vandaar mogelijk de bijnaam De Kelder. Havezate is de benaming van landelijke huizen waarvan de bewoners bepaalde rechten genoten, meestal in verband met de ridderschap.
Na een 5 km kwam de eerste lus van de 50 km. Dit was het minst mooie gedeelte van de tocht, namelijk door buitenwijken. Nadat we weer op het "hoofdparkoers" waren teruggekeerd haalden we verschillende bekende wandelaars op de 30 km in die verbaasd zeiden: "jullie waren toch allang weg?". Nu dwaalden we lange tijd door de bosrijke omgeving van de Kruisbergse bossen. Smalle paadjes werden daarbij niet ontzien. Door de regenval van de voorgaande weken waren flink wat paden modderig. Maar het zonnetje toverde nu weer mooi wandelweer te voorschijn. Verschillende soorten geuren roken we in de bossen. De ene keer was dat de doordringende geur van brandnetels. Een andere keer was dat de geur van pas omgezaagde bomen.
Op 15 km kwamen we in Hummelo. Bij het oversteken van een verkeersweg trof onze blik een supermarkt. Na een bezoek hieraan dronken we wat fris om onze ergste dorst te lessen. Door de bossen van landgoed Enghuizen kwamen we bij het voormalige kasteel Enghuizen. Op 19 km was een grote rust in café Het Wissel te Hummelo, maar daar hadden we nu niet meer zo'n zin in. Langs een golfbaan bereikten we op 24½ km een rust in Café de Ruif te Hoog-Keppel.
Daarna voerde ons pad eerst langs het plaatsje Drempt. Verder liepen we door de bossen Het Heekenbroek en Ulenpas. Dit vonden we wel het hoogtepunt. Over smalle paden slingerde ons pad door de bossen. Eenmaal zagen we onder de zomereiken alleen maar varens staan. Op 35½ km was weer een rust in Café De Ruif. Door de bossen van Laag Keppel en de Kruisbergse bossen bereikten we, na 8½ uur wandelen, moe maar voldaan de finish. We werden weer met de auto naar het station gebracht.
Zondag 23 juni 1991 zagen we er maar van af om met de trein te komen omdat we dan pas om 9.15 uur in Doetinchem zouden aankomen en dan om half tien of nog later zouden startten. Daarop besloten we met de auto te gaan. Het was ± 85 km en dat was goed in een uur te doen. Rond 8.15 uur startten we nu. We waren uitgedost in zomertenu want het zou weer eens 20° worden. Na wat buitenwijken zetten we koers naar het plaatsje Vijverberg en bereikten even later de Koekendaalse bossen. Hier dwaalden we enige tijd doorheen. We kwamen ook langs korenvelden. Aan de rand van de korenvelden zagen we veel klaprozen. Een keer raakten we het parkoers, een andere keer kruisten we het parkoers en dat gaf wel eens wat verwarring.
We kwamen langs café 't Onland. Boerenherberg 't Onland is omstreeks het jaar 1790 gesticht door één van de landarbeiders, die meehielp moeras ("onland") te ontginnen voor de kasteelheren van de Slangenburg. Op de gevelplaat naast de ingang van het café staat de spreuk :
Op 15 km bereikten we de eerste grote rust bij een Forellenkwekerij. Na de rust bereikten we een eerste uitloper van de Slangenburgse bossen, waar we in de loop van de dag nog meerdere malen langs of doorheen zouden lopen. Op 24 km was de tweede rustplaats in een boerderij gevestigd. Het was spitsuur toen wij er kwamen waardoor de soep en koffie tijdelijk op was. Maar het was warm en zonnig. Daardoor hadden we ook grote behoefte aan limonade.
Er kwamen een paar leuke smalle graspaadjes langs sloten. Op de parkoersbeschrijving waren een 5-tal punten wit gemaakt omdat de boswachter de toegang op het laatste moment had ingetrokken. We kwamen, weer in de Slangenburgse bossen langs een klein privé-kerkhofje van de Duitse familie Pasmann. Het was wat verwaarloosd. Maar de toegangshek was een fraai smeedijzeren hek waarin twee draken werden uitgebeeld. Om het kerkhof heen lag een soort gracht die echter droog was. En daar omheen stond nog een schutting.
Op het kerkhof stond enige vingerhoedskruid. We zagen deze twee dagen erg veel vingerhoedskruid. Ook in de tuinen van mensen. Daarna kwamen we bij kasteel Slangenburg. Dit kasteel dient tegenwoordig als gastenverblijf van de elders op het landgoed gebouwde, Benedictijnenabdij Sint Willebrord.
Op 33,3 km was weer een grote rust op Camping "De Slangenburg" te Doetinchem. Hier maakten we de lus van de 50 km, om op 43,4 km weer een rust bij de camping te hebben. Op onze terugtocht naar de finish druppelde het wat, maar dat mocht geen naam hebben. Op de gemeente grens tussen Zelhem en Doetinchem stond nog een oude grenssteen. De totale tocht bedroeg voor deze dag 50,5 km.
Verschillende malen waren we, zowel bij de start als bij de finish, de wit/rode markering tegengekomen ten teken dat er een lange afstandpad loopt. Het betreft hier het langste lange afstandpad van Nederland, namelijk het Pieterpad. Het was deze dag een mooie en warme wandeldag geweest met een maximum temperatuur van 20°. Hoewel deze tocht in de wandelagenda als achterhoektocht door het leven gaat mag deze tocht best de Achterhoekse tweedaagse genoemd. Het is zonder meer de moeite waard om deze tocht vaker te lopen. Opvallend hartelijk en vriendelijk zijn de mensen hier.
Henri Floor & Coos Verburg |