|
Rondje om Texel, 60 kilometer
|
Op zaterdag 18 augustus 1990 organiseerde Wandel sportvereniging Het Gouden
Boltje voor de 20e keer het Rondje om Texel. Texel is het enige Noord-Hollandse
en tevens grootste Waddeneiland en meet 25 bij 9 km. Het Vogeleiland wordt Texel
vaak genoemd. Om half zes vertrokken wij van ons overnachtingadres te Alkmaar in
de stromende regen naar Den Helder. Met de eerste pont van 6.35 uur staken we
het Marsdiep over. Op de pont kon al ingeschreven worden, zodat bij aankomst in
't Horntje direct konden starten.
Bij de start was het droog. Langs de Mokbaai
bereikten we de marinebasis. Over een duinpad bereikten we het strand bij paal
acht. Hoewel dit gedeelte een naaktstrand is, zijn er zo vroeg nog geen
belangstellenden. Er vielen een paar druppels maar dat stelde niet veel voor.
Ter hoogte van paal 15 zagen we een strandtent en besloten daar onze dorst te
lessen en te rustten. Van een voorgaande ronde herinnerden we ons dat het op de
officiële rust bij paal 17 erg druk was.
Na ook de controle bij paal 17 gehad te
hebben kwam uit zee een bijna inktzwarte lucht opzetten. Landinwaarts poogde de
zon door te breken. Daardoor veroorzaakte het felle licht op de golven een
prachtig wit gezicht tegen de donker gekleurde hemel. Wonder boven wonder
ontlaadde deze lucht zich niet.
Even voorbij paal 24 staken we de Sluftergeul over. De aangekondigde noodbrug
bleek niet aanwezig te zijn. Wel was er een bootje. Daarmee werden per keer zes
wandelaars overgezet. De "motor" van dit bootje bestond uit vier mankrachten.
Ze stonden tot hun middel in het water en duwden het bootje heen en weer. De
Slufter is een van de opmerkelijkste natuurgebieden op Texel. Een gedeelte van
de duinen ontbreekt en bij stormvloed kan het zeewater vrij het gebied
binnendringen. Het ontbreken van de duinen is het gevolg van een doorbraak in de
duinen rij in 1851. De plantengroei heeft zich aangepast aan het zoute water dat
regelmatig binnenstroomt en de meest bekende plant is wel het lamsoor, dat de
vlakte in juli en augustus paars kleurt. Ook het Engelse gras met zijn roze
bloemetjes is een veel voorkomend plantje. De Sluftervlakte is tevens de
broedplaats voor talloze vogelsoorten, zo als de kluut, wulp, strandplevier,
grutto, tureluur en de velduil.
Het wolkendek had zich verdikt en gedurende
ongeveer een uur regende of motregende het licht. Tussen paal 25 en 26 was weer
een naaktstrand. Maar ook hier waren geen belangstellenden. Bij paal 31, vlak
bij de vuurtoren was de grote rust in het Torenrestaurant.
Via De Cocksdorp
liepen we over de Vlielandboulevard de Polder de Eendracht in. In 1835 werd de
plaats De Cockdorp, tezamen met de Eijerland Polder met dijken omgeven. De Belg
De Cock was de initiatiefnemer tot de bedijking en gaf bovendien zijn naam aan
het dorp.
We kregen uitzicht op De Schorren. Dit gebied bestaat uit kreken en schorren die
veel wad en watervogels trekken. Langs de oostkant van Texel hadden we fraaie
gezichten op de Waddenzee. In de buurt van poldermolen Het Noorden, een achtkante
bovenkruier uit 1878 was een verzorgingspost en lesten hier onze dorst. Je kon
hier zoveel bekertjes met een zelfgemaakte Isotarsmaak nemen als je wilde.
Bij
Oosterend liepen we langs de "IJzeren Kaap" en hadden zicht op De Martinuskerk.
Dit is de oudste, nog bestaande kerk van Texel. Nu liepen we steeds over een
stenen wal, vlak langs de Waddenzee naar Oudeschild. In Oudeschild verbleef
Michiel de Ruyter tijdens de bevoorrading van zijn schip. Oudedschild is de
thuishaven van de Texelse vissersvloot en ook een belangrijke jacht haven. Na
Oudeschild was nog een verzorgingspost.
Inmiddels was ons tempo opgevoerd om de
pont van zes uur nog te halen. Rond kwart voor zes kwamen we bij de finish. Na
de grote rust in het Torenrestaurant was de lucht opgeklaard en scheen de zon
regelmatig door de inmiddels dunne bewolking. De laatste paar uur was er bijna
geen bewolking meer. Er waren ongeveer 280 deelnemers. Het volgend jaar wordt
deze tocht georganiseerd op 25 mei 1991. Dit valt echter gelijktijdig met de
Ronde van Zuid Limburg en de tweedaagse van Diekirch. Maar men is hier echter
geheel afhankelijk van de getijden.
| Henri Floor & Coos Verburg |