Om 7 uur ontbeten we. Na het ontbijt zagen we nog het speciale huttenboek. Acht minuten voor acht begaven we ons op weg. Eerst liepen we naar een grenssteen toe. Hier waren weer de witte palen met blauwe band, de grenspalen. We kwamen bij de oude ruïne Schellenberg. De resten werden met name gevormd door grote rotsen. Op één ervan was een stevige houten toren gebouwd, waar vandaan we een fraai uitzicht hadden op de Großer Rebenberg in Tsjechoslowakije.
Op de Großer Rebenberg was een uitkijktoren in aanbouw. Verderop liepen we even verkeerd, want we kregen opeens markering van links naar rechts. Via Neudorf kwamen we in Waldheim. Waldheim is hier maar een gehucht en bestaat uit een paar huizen die tegen de grens aan gebouwd zijn. Nu kwam een stukje waar geen markering was, maar we konden de roete op de kaart volgen. Via Loßlake kwamen we in Frankenreuth.
In Waidhaus hadden we een grote rust en deden er ook onze zondagsinkopen. Er stonden hier een paar auto's uit Tsjechoslowakije van mensen die inkopen deden. Ook zagen we een paar vrachtauto's uit Budapest langs komen. In Waidhaus was een grensovergang naar Tsjechoslowakije. Na een paar lange wegen kwamen we in Pfrentschmeiter. Dat was een wat merkwaardig buurtschap. Toen we dit dorp inliepen, lag aan de rechterkant van de weg op een smalle grasvlakte een aantal huizen. En voor de huizen liep doorlopend een hek. Het gaf een idee van vrijstaande bejaardenhuizen. Verderop stonden een paar hele grote huizen annex schuren en daarachter graasden koeien. We zagen hier niemand.
Via het Torfhaus en de Büchelberg met een oud verwaarloosd kapelletje kwamen we in Eslarn. Via Kreuth liepen we naar de Eulenberg. Dit was weer een stevige klim. In Friedrichshang stonden twee borden met een welkomsgroet uit Tsjechoslowakije (foto 17). Een bord van Duitsland en een bord van Oost Bayern. Een aanwezige man bood aan om een foto van ons te maken.
Via Schellenberg bereikten we, inmiddels in de regen, de ruïne Reichenstein. Het was zes uur geweest en de regen maakte het donker in het bos. Rond zeven uur kwamen we aan in Gasthof Hochfels te Stadlern. Daar aten we beiden Cordon Bleu. We hadden deze dag eerst twee reeën gezien. Onderweg zien we trouwens iedere dag ook vele verschillende bloemen. Onder andere het vingerhoedskruid is af en toe wel twee meter hoog maar bloeide meestal alleen nog in de top. We stelden verschillende malen vast dat gamachen handig waren geweest.