Op maandag 29 mei 1989 werden we eerst met negen bussen naar Eyserheide
vervoerd. De busrit hier naar toe voerde over toeristische wegen. Bij
tegenliggers ontstonden dan opstoppingen omdat men elkaar hier maar net kon
passeren. Nieuw dit jaar was, dat er vlak na de start een splitsing was voor de
"hardlopers" en de "natuurliefhebbers". Het hardloopparkoers bestond voor ±
1½ km uit een asfaltweg. Hiervan maakten ± 130 wandelaars gebruik. Geleerd van
het voorgaande jaar besloten wij vroegtijdig tot een rust om de "meute" voor te
laten gaan. Spoedig zou het parkoers zich versmallen tot de breedte van één
wandelaar.
Lang konden we niet zitten, want de pijlophaler deed al zijn werk. We
raakten even in gesprek met de pijlophaler. Het bleek dat men overweegt om de
derde dag ook vanuit Heerlen te starten. De kosten van één bus bedragen 250
Pieterballen. (1 Pieterbal= 1 Nederlandse gulden). In het verleden ging men wel
eens met de trein maar dat kost organisatorisch erg veel tijd met de NS. Plus
het feit dat dat ook flink wat kost. In de weilanden uitgekomen zagen we een
lang lint van wandelaars. Het was een prachtig gezicht met daarbij de
vergezichten.
We haalden een groep uit de achterhoede in. Hierin liep een man,
die als een IVN'er naar een heleboel planten keek en veelal een naam erbij
noemde. Zo liepen we onder andere vlak langs een wilde orchidee. Tussen neus en
lippen merkte de man op dat deze planten ook veel in Driebergen groeide. Coos
hapte, omdat ze de man niet kende, en vroeg waar dan in Driebergen, want daar
wonen wij ook? Maar de man had het gezegd omdat hij wist, dat we in Driebergen
wonen.
Na een lange klim daalden we af naar Wijlre. Wijlre is een deel van de
gemeente Gulpen. Bierkenners weten dat in deze plaats de Koninklijke
Bierbrouwerij Brand gevestigd is. Deze is kortgeleden overgenomen door Heineken.
Daar, in Wijlre, liepen we langs een in werking zijnde watermolen. Even verderop
zwommen een paar zwanen met hun vijf jongen. Langzaam stegen we naar
Beertenshoven. Hier lagen op de straat platgetrapte rode bloemen in een kring
met daar omheen varens. En dit alles voor een kruisbeeld. Dit allemaal ter
gelegenheid van de passietocht, die in deze omgeving veel werd georganiseerd. We
beklommen de Keuterberg en even later kwamen we bij de eerste verzorgingspost
bij Berghof op 7 km. Het was hier gezellig. De verzorgingswagen stond bij een
boerderij en op een grasveldje zaten enige tientallen wandelaars.
Evenals de
voorgaande dagen was het weer stralend mooi en zonnig weer met een temperatuur
van tegen de 25 graden. Deze dag liep ik de hele dag met een zakdoek om mijn
hals, omdat mijn schouder en hals flink waren verbrand. Door het Gerendal
bereikten we het Jansbos. Het Gerendal behoort tot de zogenaamde droogdalen. Dit
zijn grote diepe dalen die al tijdens de ijstijd zijn ontstaan, ook door de
slijpende werking van water. Even later hadden we weer prachtige vergezichten.
Toen we Valkenburg inliepen zagen we de kasteelruïne. Dit was eens een machtig
verdedigingswerk, de enige echte hoogteburcht die Nederland gekend heeft. In
Valkenburg was de grote rust in HR Limburgia. Hoewel er gereduceerde prijzen
voor wandelaars waren, was het wel zelfbediening.
Door het mooie oude Valkenburg
liepen we verder langs de Geul en een kasteel. Door buurtschap Walem klommen we
naar Klimmen. Van Walen voerde de route verder via Ter Maar en Cranenbeek wat
meer over verharde wegen. Op 22½ km was de laatste verzorgingspost.
In Voerendaal zagen we in een tuin zelfs edelweis staan. Voerendaal is een zeer
oude plaats; zij was onder de naam Furenthela reeds bij de Romeinen bekend. Over
een rustige weg bereikten we via kasteel Ter Worm nog vrij onverwachts het
eindpunt. De totale dagafstand bedroeg 28 km. Op onze vraag of ze ook een IVV-
stempel hadden, verklaarden ze dat opzettelijk niet te hebben. Het IVV-stempel
trekt extra deelnemers en men zit wat betreft het aantal deelnemers nu eigenlijk
aan de limiet.
Dus een vriendelijk verzoek om voor deze tocht geen reclame te
maken.