|
Drentse wandelvierdaagse 1988
|
Eerste Drentse wandelvierdaagse bezorgt wandelsport schade
Van 12 t/m 15 mei 1988 werd voor de eerste keer deze vierdaagse georganiseerd
te Odoorn (ca. 10 km ten noorden van Emmen). Duidelijk werd al snel dat het te
groots was georganiseerd. Het deelnemers aantal was weliswaar 980 man, maar
men had gerekend op zeker 5000 man. De parkoersen waren zodanig gekozen, dat
10.000 man de parkoersen konden lopen. Dit met alle nadelige gevolgen van dien
voor de parkoersen.
Als je aan wandelen in Drenthe denkt, denk je aan uitgestrekte bossen en
heide. Het parkoers bestond in het algemeen uit lange rechte wegen, bijna
allemaal verhard. Bosparkoersen kende men bijna niet. En als men in het bos
liep, dan waren dat vaak wegen verhard met kleine keien. Eén keer is dat wel
aardig. Maar elke dag hoefde nou ook weer niet. De parkoersen liepen bijna
nooit langs bijzonderheden.
Op zaterdag 14 mei 1988, nationale molendag, voerde de tocht op zo'n 500 m
afstand van één van de spaarzame molens aldaar. De splitsingen tussen de
verschillende afstanden waren slecht aangegeven. De stempelposten waren erg
onoverzichtelijk. Vaak moest je in het café vragen, waar de stempelpost was.
Soms deed iemand van de organisatie dat. Een andere keer deed de kroegbaas
dat.
In het centrum van Odoorn had het A-batteljon van de 11e genietroepen uit
Wezep een prachtige noodbrug over de weg gebouwd, die echter te steil was voor
oudere toeristen. Verder waren er (op het 40 km parkoers) in het algemeen 5 à
6 rustposten met op verschillende daarvan uitgebreide E.H.B.O voorzieningen,
compleet met drie noodbedden en zo'n 5 à 8 EHBO'ers van het rode kruis. Elke
dag was de start in een grote tent buiten het dorp, terwijl de finish in een
andere grote tent in het dorp lag.
Tijdens de tochten werden enige wandelaars geënquêteerd door middel van het
invullen van enquêteformulieren. Op zich zat de organisatie goed in elkaar.
Het bestuur bestaat echter niet uit wandelaars. Men heeft voor het volgende
jaar beterschap beloofd. Ook hoorden we dat er wandelaars zijn die zeiden dat
ze het volgend jaar nog een keer willen proberen.
De festiviteiten rond het inhuldigen en defileren was vastgesteld op
zondagmiddag één uur en was derhalve alleen voor de 10 en 20 km lopers. Op
deze twee trajecten waren trouwens ook de meeste deelnemers. Voor de doorsnee
30 en 40 km-lopers was dit niet weggelegd.
Op hemelvaartsdonderdag 12 mei 1988 was de eerste wandeldag. Omdat wij geen
parkeerkaart voor de auto hadden, moesten we deze 50m verderop neerzetten,
waar de stalling gratis was. We waren rond kwart over zeven gestart. We liepen
eerst naar het Oranjekanaal en volgden dit enige tijd. Bij dorpshuus Gammers
te Odoornerveen, aan de andere kant van het kanaal was op 6 km de eerste rust
en tevens stempelpost. Dwars over het kanaal was een duwbak gesitueerd waar
overheen we liepen. Via De Kiel en Eeserveen bereikten we de bosrand van
Boswachterij Schoonloo. Na 14 km was dit de eerste onverharde weg. Na een km
langs een wat drukkere verkeersweg (Schoonloo-Borger) kwamen we in Westdorp.
Hier was weer een stempelpost.
Bij het betreden van de kleine kampwinkel stonden acht mensen opgepropt te
wachten tot de baas van de winkel kwam. Hij moest tevens het stempelen
verzorgen. Maar hij bediende tevens zijn cliëntèle. Na een fraaie slinger om
een kanaal kwamen we door Esergroen. Vlak hierna begon het, na 30km, eindelijk
mooi te worden. We kwamen nu in Boswachterij Odoorn. Je snoof hier de
heerlijke boslucht in. Volgens opgave bedroeg de totale afstand 40,8 km.
Op vrijdag 13 mei 1988 werd bijna in één klap alle slechte zaken, die we de vorige
dag hadden meegemaakt, weggevaagd. Al na één km voerde de tocht nu prachtig
door de bosrijke Odoornerdennen. Op 4 km was de eerste stempelpost bij zwembad
Leewal. Na het zonnige weer van de vorige dag met de harde oostenwind, bij een
maximum temperatuur van 22 graden was het nu even zonnig, maar waaide het iets
minder hard, zodat de temperatuur tot 24 graden kon stijgen.
Over het heideveld met de naam Molenveld en het Westerbos bereikten we
Boswachterij Exloo. Hier was een stempelpost in CR Ees op 10km. Opvallend hier
in Drenthe zijn de vele zwerfkeien. Menige grote kei sierde tuinen op. Door de
vele open vlakten, waar we langs liepen, waaide opstuivend zand. Jammer was
dat er op geen enkele manier informatie op de routebeschrijving werd gegeven
van punten onderweg. Zo liepen we op een af stand van 200m langs het
provinciale hunebed van Exloo. Alleen de attente wandelaar zal dit hebben
gezien.
Na het Buinenveld en boswachterij Exloo bereikten we vlak voor Exloo weer een
stempelpost die gezellig was gelegen bij een boswachtershut. Door de warmte
zaten vele wandelaars hier te rusten. Vlak voorbij Exloo zagen we opeens een
grote stofwolk en ontwaarden hierin een grote kudde schapen met een herder en
herdershond. Teruggekeerd bij zwembad Leewal was weer een kontrôle. Nu was het
nog zo'n 7 km lopen naar Odoorn waardoor dit een korte 40 km werd (ca. 35 km).
Hoewel het een mooie dag was geweest met veel zon, hadden we toch wat om over
te klagen. En wel het korte parkoers. Zowel vlak na de start, als vlak voor de
finish staken we een grote baileybrug over, die daar door genietroepen was
aangelegd.
Zaterdag 14 mei 1988 begon de tocht mooi. De eerste 10km voerde door Boswachterij
Odoorn. Terwijl we door de bosrand liepen zagen we op een akker een jong ree
zich uit de voeten maken. In Boswachterij Odoorn was ook een schapenpark
gelegen. We zagen er ook enigen. In een theehuis was de eerste stempelpost
gelegen. Door het fraaie weer stond men ons reeds buiten op te wachten.
Hoewel de tocht hier door bossen voerde, werd toch steeds de grote paden
genomen. Op 10 km zaten we al op de finish om ons vervolgens langs een saaie
verkeersweg naar Valthe te begeven. Halverwege hier naar toe stond een
richtingaanwijzer naar een hunebed. Deze lag zo'n 300m van de hoofdroute en
was de moeite waard om te bezichtigen. In Valthe troffen we bij een
stempelpost een groepje van drie OLATters, die uit Erp kwamen.
De lus van de 40 km was erg saai. Het was een rondwandeling om het langwerpige
Valthermonde. Een korte routebeschrijving was als volgt: Na 1km l.a., na 1km
r.a., na 3 km rechtsomdraai, na 3km l.a., na 1km r.a., na 1 km stempelpost te
Valthe. Erg saai dus. Na Valthe werd het weer wat mooi. We kwamen langs 2
hunebedden (Provinciale hunebedden van Valthe). Maar op de routebeschrijving
stond hierover geen enkele mededeling. In Weerdinge was weer een stempelpost.
Een dame die op een terrasje zat van CR "De Poort van Emmen" vroeg ons: "Is
het nou leuk om op zo'n drukke weg te wandelen. Het lijkt mij
levensgevaarlijk". Door boswachterij Emmen en de Valtherbossen bereikten we de
laatste stempelpost op een camping. De laatste 3 km van Klijndijk naar Odoorn
voerde saai langs een verkeersweg. Het was een warme, droge wandeldag geweest
met veel wind en een maximum temperatuur van 26 graden.
Zondag 15 mei 1988 was de start voor de 30 km met drie kwartier vervroegd,
zodat deze reeds om kwart over zeven konden starten. Wij begonnen rond
dezelfde tijd en zagen nu veel "vreemde" gezichten. We verlieten Odoorn langs
het Hunzebos en een verwijzing naar het enige hunebed onderweg ontbrak
wederom. Na de eerste stempelpost op 4km liepen we een paar km een breed pad
door een bos. Daarna moesten we 30km wachten voordat we weer door een bos
kwamen.
Nadat de voorgaande dagen al flink op het parkoers gekankerd was, werd het nu
wel erg gortig. Na de splitsing met de 20km voerde ruim 14 km langs een
verkeersweg. Hierbij was één weg van 3 km, die we de vorige dag ook al hadden
gelopen, maar dan in tegengestelde richting. Nadat we de voorgaande dagen
verwend waren met de vele rust posten, moesten we het nu ruim 15 km zonder
doen. De vermelde tussenafstanden op de routebeschrijving klopten totaal niet.
Na 5 uur lopen zouden we slechts 22 km hebben afgelegd. De laatste 3 km waren
wel weer aardig door bossen, maar nu liepen we ook weer op het 10 km parkoers.
Deze afstand kon als enige een voldoende scoren. Ook deze dag scheen de zon de
hele dag en steeg het kwik tot 25 graden.
| Henri Floor & Coos Verburg |