|
|
Euraudax wandeltocht Roosendaal - Hoogvliet, 125 km
|
Op zaterdag 4 april 1987 vond om 12 uur 's-middags de start plaats van deze Euraudax - wandeltocht. Een paar weken tevoren hoorde ik nog een RWV-er zeggen, dat Euraudax-wandeltochten de leerschool is voor lange afstandstochten. En daar moet je zuinig op zijn. Hotel Merks, de startgelegenheid, lag op 700m van het NS-station. Het was bij de start bewolkt en de zon had zich nog niet laten zien.
Het eerste trajekt voerde mooi door de Ruckphense-en Langendijkse heide en liep over enige stukken van de LAW503 (Bergen op Zoom-Halfmijl). Vlak voor Ruckphen was de eerste wagenrust op 12 km. In het totaal waren er 6 wagenrusten van ca. 5 minuten, 4 kleine café rusten van 20 á 25 minuten en 2 grote rusten van 55 á 60 minuten. We staken de A58 over en ( speciaal voor ons?) daalden een paar sportvliegtuigen op vliegveld Seppe.
Via Bossenhoofd bereikten we in Oudenbosch op 22 km de eerste kleine rust in café De Wielerbaan. Van de 72 deelnemers kon niet iedereen een zitplaats bemachtigen. In dit sportcafé was men niet berekend op zo'n grote vraag naar koffie, zodat we op een andere drank moesten overstappen. Oudenbosch was van 1860-1870 het verzamelpunt van de Nederlandse R. K. vrijwilligers, de zouaven genaamd, die Paus Pius IX hielpen in zijn strijd tegen het Italiaanse koninkrijk dat ook de stad Rome wilde omvatten. Vanwege de heldhaftige strijd van de zouaven werd hier een imitatie van de Sint Pieterskerk te Rome gebouwd tussen 1865 en 1892 en hiermee kreeg Oudenbosch de naam Het Rome van Brabant en vlak langs deze basiliek van de H.H. Agatha en Barbara liepen we.
We vervolgden onze mars waarbij het wandeltempo (in principe) 6 km per uur bedroeg. Via Standaardbuiten bereikten we Fijnaart waar een wagenrust op 32 km was. Na Zwingelspaan en Tonnenkreek kwamen we bij Willemstad, een vestingplaats, waar we in café Grimshoek het diner hadden op 43 km. We begonnen enigszins nat aan het diner omdat het een uur lang licht geregend had. In 1581 werd het Nieuwe Dorp in de polder Ruige Hil, gelegen aan het Hollands Diep, een van de steunpunten van prins Willem van Oranje. In 1583 liet hij de bebouwing omwallen in de vorm van een ster met zeven punten. Er verrezen zeven bastions en in de muren werden een Waterpoort en een Landpoort aangelegd. Zo ontstond de vesting Willemstad die haar oude karakter heeft kunnen bewaren.
Na deze grote rust van een uur, was het al aardig donker geworden. We staken de Volkeraksluizen over. Deze sluizen liggen tussen het Volkerak en het Hollands Diep. Er is bij de Volkeraksluizen een voorziening, die moet voorkomen, dat vanuit het Volkerak zout water in het zoete Hollands Diep stroomt. Vanaf de bodem wordt met grote kracht lucht naar de oppervlakte geblazen waardoor een soort scheiding ontstaat. Er ontstaat hierdoor een berg van water aan de oppervlakte, die door kleinere boten soms moeilijk te nemen is.
Wij liepen daar bij donker overheen en het geheel was fel verlicht waardoor het ook 's-nachts indrukwekkend blijft. Meteen daarop staken we het Hollands Diep over via de Haringvlietbrug. Nu betraden we de Hoekse Waard. Na een wagenrust op 50 km was op 59 km een luxe wagenrust te Numansdorp in de schuur bij een boerderij. Op 66 km was een café rust in Strijen. Op 76 km was weer een wagenrust te Zwanegat, gelegen aan het meer "de Binnenbedijkte Maas".
Via de plaatsen Cillaarshoek, Binnenmaas, Westmaas, Maasdijk, Westdijk en Stougjesdijk bereikten we Oud-Beijerland waar op 84 km een kleine café rust was. Via Goidschalxoord en Heinenoord staken we de Maas onderdoor via de Heinenoordtunnel en kwamen nu in de streek IJsselmonde waar op 94 km een wagenrust was in Blaaksedijk. Via Koedood bereikten we op 105 km de tweede grote rust waar we in HCR Groene Kruisweg te Rotterdam-Charlois ontbeten met een lunch (groentesoep, broodjes en koffie).
Het was inmiddels zondagochtend 9 uur. De koude nacht was nu definitief voorbij en met een stralende zonnige hemel liepen we verder. Ik had nu het gevoel gekregen dat ik de tocht zonder problemen tot het einde kon volbrengen en besloot om verder op een afstand van een paar honderd meter rustig achter de hoofdgroep te lopen. Op 115 km was een café rust te Rhoon. Op het eindpunt stonden enige tientallen toeschouwers ons op te wachten onder het maken van komplimenten en het uitspreken van gelukwensen. Onder de 72 deelnemers waren 3 uitvallers. Er waren ook deelnemers uit Noorwegen (omgeving Oslo, waar op 4 april nog l½m sneeuw lag bij matige vorst), uit Zwitserland, uit Denemarken 2 en nog een flink aantal uit België. De organisatie zat prima in elkaar. De medailje met zilveren arend kon je meteen meenemen.
|
Henri Floor
|