Dit is het wapen van Tilburg
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag
Terug naar de homepage van Henri Floor Tilburg en omgeving

Tilburg is een vooruitstrevende stad. Veel zichtbare historische resten heeft de stad niet. Maar dat betekent niet dat de historie van de stad niet interessant is. En die heeft Tilburg gemaakt tot wat het nu is.

Van de vroegste geschiedenis van Tilburg is weinig bekend. Een van de heren van Tilburg, Jan van Haestrecht, bouwt in de 15e eeuw het Kasteel van Tilburg, "die stheenen camer aan die Hasselt", dat in 1858 helaas plaats heeft moeten maken voor een fabriek. Het leeft echter voort in het wapen en het logo van de stad.

Tilburg is ontstaan uit de zogenaamde "herdgangen", driehoekige pleinen waar enkele zandweggetjes op uitkwamen. De herdgangen vormden de gezamenlijke weidegronden voor de schaapskudden (herde = kudde, ganc = gang). De structuur van de driehoekige pleinen is nog op veel plaatsen in Tilburg terug te vinden.
Al snel besloten de boeren de wol van hun schapen zelf thuis te gaan weven. De wolindustrie maakte vanaf die tijd een snelle groei door en de Tilburgse stoffen waren bekend tot ver in het buitenland. In de zestiger jaren zakte de wolindustrie echter in elkaar. Momenteel kenmerkt de industrie van Tilburg zich door een grote verscheidenheid aan bedrijven.
Koning Willem II (1792-1849) heeft Tilburg steeds een warm hart toegedragen. ,,Hier adem ik vrij en voel ik mij gelukkig", heeft hij ooit over de stad gezegd. In het midden van de l9e eeuw heeft hij het Paleis laten bouwen. Het is nu onderdeel van het stadhuis. Dichtbij het paleis is in 1987 een gedenknaald opgericht, ter herinnering aan Koning Willem II. Deze vervangt de oude gedenknaald uit 1874, die in 1968 uit het straatbeeld verdween. Dit is een oud wapen van Tilburg
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl/indexgb.htm  
Deze site is mogelijk gemaakt door de 
Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag

De ontstaansgeschiedenis van een stad
De oudste vermelding van Tilburg dateert uit 709. In een geschrift komt Tilliburgis voor. De naam betekent waarschijnlijk: een aantal, juridisch bij elkaar horende, nieuwe nederzettingen.
Rond 1450 worden in Tilburg acht meer belangrijke woonkernen onderscheiden die worden aangeduid met het begrip herdgang. Met dit woord wordt een bestuurlijke eenheid bedoeld. Veelal heeft de kernbebouwing een driehoekige structuur ('plaatse', zoals bij Heuvel nog steeds zichtbaar is). In 1809 bezoekt Lodewijk Napoleon Tilburg, dat naar aanleiding hiervan drie weken later bij koninklijk besluit tot stad wordt verheven. In 1809 heeft Tilburg 9000 inwoners.
Op basis van de al aanwezige schapenteelt komt in Tilburg de wolnijverheid op. Rond 1600 is Tilburg het belangrijkste wolcentrum van Brabant. Midden 18e eeuw is de Hollandse textielindustrie vrijwel geheel vervallen terwijl Tilburg het landelijk wolcentrum is geworden.

De grote expansie door de industrialisatie (19e eeuw)
In 1871 telt Tilburg 125 wollenstoffenfabrieken van allerlei aard. Tilburg is in Nederland op dat moment de gemeente met de meeste fabrieksarbeiders en de grootste concentratie van stoomwerktuigen. Tegen het einde van de negentiende eeuw komen er naast de textielindustrie ook andere industrieën bij in Tilburg.
In 1826 wordt de stenen rijksweg Breda- 's Hertogenbosch via Tilburg voltooid. Aan het einde van de 19e eeuw worden steeds meer Tilburgse straten verhard. De gebieden tussen de wegen en paden vullen zich slechts langzaam. Zo is nog in 1868 akkerland aanwezig in het huidige centrumgebied.
In 1863 wordt Tilburg aangesloten op het spoorwegnet. Breda wordt met de trein bereikbaar.

Eind 19e eeuw ontwikkelen zich de stadswoningen voor notabelen die nog steeds beeldbepalend zijn in het grootste deel van het stadshart. Het paleis van Willem II werd gebouwd in 1847 als buitenverblijf van de koning.
In de 19e eeuw ontstaan in de stad ook de eerste winkels. De winkels vormen een vervanging van markthandel of het rechtstreeks kopen bij ambachtelijke bedrijven. Een nieuw type woning in de twintigste eeuw is de arbeiderswoning. Vier typische Tilburgse arbeiderswoningen zijn te bewonderen in het Nationaal Openluchtmuseum in Arnhem.
Met de groei van de bevolking neemt het aantal parochies aanzienlijk toe. In de huidige binnenstad worden de Heuvelkerk (1872) en de Noordhoekkerk (1900) gebouwd.

Het Algemeen Uitbreidingsplan (1900-1945)
In 1917 is het Algemeen Uitbreidingsplan van ir. Rückert vastgesteld. Voor haar stedelijke groei had Tilburg voor de tweede wereldoorlog het omliggende platteland nog niet nodig.
In het plan waren twee grote binnenstedelijke vervoersproblemen opgenomen; de barrierewerking van de spoorlijn en de flessehals voor het oost-west verkeer tussen Breda en 's Hertogenbosch: de Heuvelstraat.
Met het graven van het 68 km lange Wilhelminakanaal werd in 1906 begonnen. In 1919 werd Tilburg bereikt, de Piushaven werd in 1921 gegraven.

De na-oorlogse ontwikkeling (1945-1975)
Na de tweede wereldoorlog groeit Tilburg is snel tempo door. Van 94.000 inwoners in 1940 tot 137.000 inwoners in 1960. De bevolkingsgroei werd veroorzaakt door een zeer groot geboorteoverschot. Als gevolg van ontkerkelijking en andere maatschappelijke ontwikkelingen neemt het geboortecijfer later drastisch af.
Een idee in een officieus plan van 1947 is een oost-west-boulevard ten zuiden van de spoorlijn. Deze boulevard maakt een assenkruis met de Ringbaan-west. In de plannen van 1953 wordt het idee verder uitgewerkt. De boulevard wordt in het westen beëindigd met de huidige universiteit. De as wordt na 1958 gerealiseerd als het tracé Spoorlaan, Hart van Brabantlaan en Prof Cobbenhagenlaan.

In de periode na de oorlog is de meeste aandacht uitgegaan naar uitbreidingswijken. In 1975 verschijnt het Structuurplan Oude Stad. De discussie over het oude centrum wordt bepaald door de verkeersproblematiek. Oplossingen werden gezocht in grootschalige veranderingen, zoals verkeersdoorbraken en volledige herbebouwing van gebieden na kaalslag.

Op de locatie van de oude wijk Koningswei wordt een plan ontwikkeld voor het huidige Koningsplein. De aanleg van het plein was mede ingegeven door de slechte staat van de wijk Koningswei, de aanleg van de Cityring, de noodzaak van een nieuw marktplein en de wens tot concentratie van voorzieningen.

De recente ontwikkelingen (1975-2000)
Begin negentiger jaren lanceert Tilburg de slogan 'Tilburg, Moderne Industriestad'. De inrichting van winkelstraten, pleinen en parken wordt een belangrijk onderwerp van discussie.
Naast sociale woningbouw komt er ook ruimte voor woningen voor hogere inkomensgroepen. Carl Weeber wordt aangetrokken als supervisor voor de vernieuwing van het centrumgebied. Jo Coenen krijgt de opdracht het culturele element te versterken met een nieuwe huisvesting voor de Academie voor muziek en dans: het Kunstcluster.
In de jaren daarna worden meerdere plannen gerealiseerd zoals de Schouwburgpromenade, de inrichting van het Piusplein en de Emmapassage.

Architect Bonnema ontwerpt een kantoortoren aan de Spoorlaan van ruim 90 meter hoog. Bij de kantoortoren wordt een parkeergarage en een popcentrum geprojecteerd.
In 1993 komt het Verkeerscirculatieplan Oude Stad gereed. De Heuvel wordt autovrij.
In 1995 komt de nota Binnenstad tot stand. Opvallend nieuw punt daarin is de Noord-zuid winkelas op de Heuvelstraat. Deze krijgt zijn uitwerking in de plannen voor het Pieter Vreedeplein.

Oisterwijkse vennen
Tilburg heeft ook in de omgeving veel te bieden. Lekker wandelen in nationaal park Loonse- en Drunense Duinen of in de Oisterwijkse bossen en vennen. En wat dacht u van al die pretparken vlakbij? Volgens sommigen is Tilburg het Orlando van Nederland met in z'n omgeving de Efteling, het Land van Ooit en de Beekse Bergen. Omdat de tocht nog gelopen moet worden, is er nog niets te melden.
Tilburgse historie
Tilburg is een vooruitstrevende stad. Veel zichtbare historische resten heeft de stad niet. Maar dat betekent niet dat de historie van de stad niet interessant is. En die heeft Tilburg gemaakt tot wat het nu is.
Van de vroegste geschiedenis van Tilburg is weinig bekend. In het jaar 709 komt de naam Tilburg voor het eerst voor in de geschriften. Een van de heren van Tilburg, Jan van Haestrecht, bouwt in de 15e eeuw het Kasteel van Tilburg, "die stheenen camer aan die Hasselt", dat in 1858 helaas plaats heeft moeten maken voor een fabriek. Het leeft echter voort in het wapen en het logo van de stad.
Tilburg is ontstaan uit de zogenaamde "herdgangen", driehoekige pleinen waar enkele zandweggetjes op uitkwamen. De herdgangen vormden de gezamenlijke weidegronden voor de schaapskudden (herde = kudde, ganc = gang). De structuur van de driehoekige pleinen is nog op veel plaatsen in Tilburg terug te vinden.
Al snel besloten de boeren de wol van hun schapen zelf thuis te gaan weven. De wolindustrie maakte vanaf die tijd een snelle groei door en de Tilburgse stoffen waren bekend tot ver in het buitenland. In de zestiger jaren zakte de wolindustrie echter in elkaar. Momenteel kenmerkt de industrie van Tilburg zich door een grote verscheidenheid aan bedrijven.
Koning Willem II (1792-1849) heeft Tilburg steeds een warm hart toegedragen. ,,Hier adem ik vrij en voel ik mij gelukkig", heeft hij ooit over de stad gezegd. In het midden van de l9e eeuw heeft hij het Paleis laten bouwen. Het is nu onderdeel van het stadhuis. Dichtbij het paleis is in 1987 een gedenknaald opgericht, ter herinnering aan Koning Willem II. Deze vervangt de oude gedenknaald uit 1874, die in 1968 uit het straatbeeld verdween.

Historie
Tilburg heeft een unieke geschiedenis. In tegenstelling tot wat veel mensen denken gaat de geschiedenis van de stad terug tot in de vroege middeleeuwen.

De ontstaansgeschiedenis van een stad
De oudste vermelding van Tilburg dateert uit 709. In een geschrift komt Tilliburgis voor. De naam betekent waarschijnlijk: een aantal, juridisch bij elkaar horende, nieuwe nederzettingen.
Rond 1450 worden in Tilburg acht meer belangrijke woonkernen onderscheiden die worden aangeduid met het begrip herdgang. Met dit woord wordt een bestuurlijke eenheid bedoeld. Veelal heeft de kernbebouwing een driehoekige structuur ('plaatse', zoals bij Heuvel nog steeds zichtbaar is). In 1809 bezoekt Lodewijk Napoleon Tilburg, dat naar aanleiding hiervan drie weken later bij koninklijk besluit tot stad wordt verheven. In 1809 heeft Tilburg 9000 inwoners.
Op basis van de al aanwezige schapenteelt komt in Tilburg de wolnijverheid op. Rond 1600 is Tilburg het belangrijkste wolcentrum van Brabant. Midden 18e eeuw is de Hollandse textielindustrie vrijwel geheel vervallen terwijl Tilburg het landelijk wolcentrum is geworden.

De grote expansie door de industrialisatie (19e eeuw)
In 1871 telt Tilburg 125 wollenstoffenfabrieken van allerlei aard. Tilburg is in Nederland op dat moment de gemeente met de meeste fabrieksarbeiders en de grootste concentratie van stoomwerktuigen. Tegen het einde van de negentiende eeuw komen er naast de textielindustrie ook andere industrieën bij in Tilburg.
In 1826 wordt de stenen rijksweg Breda- 's Hertogenbosch via Tilburg voltooid. Aan het einde van de 19e eeuw worden steeds meer Tilburgse straten verhard. De gebieden tussen de wegen en paden vullen zich slechts langzaam. Zo is nog in 1868 akkerland aanwezig in het huidige centrumgebied.
In 1863 wordt Tilburg aangesloten op het spoorwegnet. Breda wordt met de trein bereikbaar.

Eind 19e eeuw ontwikkelen zich de stadswoningen voor notabelen die nog steeds beeldbepalend zijn in het grootste deel van het stadshart. Het paleis van Willem II werd gebouwd in 1847 als buitenverblijf van de koning.
In de 19e eeuw ontstaan in de stad ook de eerste winkels. De winkels vormen een vervanging van markthandel of het rechtstreeks kopen bij ambachtelijke bedrijven. Een nieuw type woning in de twintigste eeuw is de arbeiderswoning. Vier typische Tilburgse arbeiderswoningen zijn te bewonderen in het Nationaal Openluchtmuseum in Arnhem.
Met de groei van de bevolking neemt het aantal parochies aanzienlijk toe. In de huidige binnenstad worden de Heuvelkerk (1872) en de Noordhoekkerk (1900) gebouwd.

Het Algemeen Uitbreidingsplan (1900-1945)
In 1917 is het Algemeen Uitbreidingsplan van ir. Rückert vastgesteld. Voor haar stedelijke groei had Tilburg voor de tweede wereldoorlog het omliggende platteland nog niet nodig.
In het plan waren twee grote binnenstedelijke vervoersproblemen opgenomen; de barrierewerking van de spoorlijn en de flessehals voor het oost-west verkeer tussen Breda en 's Hertogenbosch: de Heuvelstraat.
Met het graven van het 68 km lange Wilhelminakanaal werd in 1906 begonnen. In 1919 werd Tilburg bereikt, de Piushaven werd in 1921 gegraven.

De na-oorlogse ontwikkeling (1945-1975)
Na de tweede wereldoorlog groeit Tilburg is snel tempo door. Van 94.000 inwoners in 1940 tot 137.000 inwoners in 1960. De bevolkingsgroei werd veroorzaakt door een zeer groot geboorteoverschot. Als gevolg van ontkerkelijking en andere maatschappelijke ontwikkelingen neemt het geboortecijfer later drastisch af.
Een idee in een officieus plan van 1947 is een oost-west-boulevard ten zuiden van de spoorlijn. Deze boulevard maakt een assenkruis met de Ringbaan-west. In de plannen van 1953 wordt het idee verder uitgewerkt. De boulevard wordt in het westen beëindigd met de huidige universiteit. De as wordt na 1958 gerealiseerd als het tracé Spoorlaan, Hart van Brabantlaan en Prof Cobbenhagenlaan.

In de periode na de oorlog is de meeste aandacht uitgegaan naar uitbreidingswijken. In 1975 verschijnt het Structuurplan Oude Stad. De discussie over het oude centrum wordt bepaald door de verkeersproblematiek. Oplossingen werden gezocht in grootschalige veranderingen, zoals verkeersdoorbraken en volledige herbebouwing van gebieden na kaalslag.

Op de locatie van de oude wijk Koningswei wordt een plan ontwikkeld voor het huidige Koningsplein. De aanleg van het plein was mede ingegeven door de slechte staat van de wijk Koningswei, de aanleg van de Cityring, de noodzaak van een nieuw marktplein en de wens tot concentratie van voorzieningen.

De recente ontwikkelingen (1975-2000)
Begin negentiger jaren lanceert Tilburg de slogan 'Tilburg, Moderne Industriestad'. De inrichting van winkelstraten, pleinen en parken wordt een belangrijk onderwerp van discussie.
Naast sociale woningbouw komt er ook ruimte voor woningen voor hogere inkomensgroepen. Carl Weeber wordt aangetrokken als supervisor voor de vernieuwing van het centrumgebied. Jo Coenen krijgt de opdracht het culturele element te versterken met een nieuwe huisvesting voor de Academie voor muziek en dans: het Kunstcluster.
In de jaren daarna worden meerdere plannen gerealiseerd zoals de Schouwburgpromenade, de inrichting van het Piusplein en de Emmapassage.

Architect Bonnema ontwerpt een kantoortoren aan de Spoorlaan van ruim 90 meter hoog. Bij de kantoortoren wordt een parkeergarage en een popcentrum geprojecteerd.
In 1993 komt het Verkeerscirculatieplan Oude Stad gereed. De Heuvel wordt autovrij.
In 1995 komt de nota Binnenstad tot stand. Opvallend nieuw punt daarin is de Noord-zuid winkelas op de Heuvelstraat. Deze krijgt zijn uitwerking in de plannen voor het Pieter Vreedeplein.

Kerken, klooster, synagogen en bedevaartsoorden*
Nadat de tot dan toe katholieke kerken in de loop van de zeventiende eeuw waren overgegaan in protestantse handen, bouwden de katholieke inwoners enkele schuurkerken, onder andere op het Goirke, het Heike en in Udenhout. Een deel hiervan werd vanaf 1820 vervangen door 'waterstaatskerken', gebouwd onder toezicht van Rijkswaterstaat.
Na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 begon een periode waarin Noord-Brabant de snelle groei van het aantal parochies gepaard ging met een even grote uitbreiding van het aantal kerken, pastorieën, kloosters, patronaten en een of meer scholen. Op deze wijze ontstonden omvangrijke katholieke complexen zoals op de Heikant.
Ook inde wijken van het Algemeen Uitbreidingsplan van 1917 namen dergelijke complexen een belangrijke plaats in. Vaak was de kerk een van de eerste gebouwen in de nieuwe wijk, zoals het geval was met de nu verdwenen kerk van Sint-Leonardus van Veghel en Gezellen op de Besterd (1901). Met name in de periode 1900-1930 kreeg Tilburg een groot aantal katholieke kerken, terwijl een toenemend aantal kloosters meer solitair werd gebouwd. Protestantse kerken waren in hun verschijningsvorm en aantal meer bescheiden en maakten meestal deel uit van de overige bebouwing. De stad telt slechts één synagoge die werd gebouwd aan de Willem II-straat inde wijk De Heuvelse Akkers.
Veel van de religieuze bebouwing na 1850 werd opgetrokken in de katholieke stijl bij uitstek, de neogotiek. De Sint-Dionysiuskerk in de Goirkestraat geldt als een der vroegste voorbeelden in Nederland. Na 1900 zien we een meer eigentijdse stijl waarbinnen neogotische elementen, soms in combinatie met andere neostijlen, overigens nog lang een rol spelen. De pastorieën daarentegen werden vaak gebouwd in een mengeling van traditionele stijlen.
* Bron: J.P.W.A. van Dijk, Tilburg. Architectuur en stedenbouw in de gemeente Tilburg 1850-1940, Uitgeverij Waanders b.v., Zwolle en gemeente Tilburg, 2001, pagina 66, ISBN: 90 400 9519 1.


Heikese kerk, Sint Dionysius
Stadhuisstraat 6 (open vanaf 11.30 u)
Deze in oorsprong middeleeuwse kerk werd in de periode 1823-1827 op de toren na geheel gesloopt. Het schip van de kerk werd als een hallenkerk in Waterstaatstijl herbouwd. De architecten waren J. Backx en W.F. Conrad. Het neogotische uiterlijk dankt het kerkgebouw aan een verbouwing van de toren en de portalen naar ontwerp van C.F. van Hoof tussen 1892 en 1895. De kerk heeft een prachtige inventaris, onder meer een omstreeks 1700 door de Vlaamse beeldhouwer Kerricx vervaardigd hoogaltaar.


Kapel van de zusters Onze Lieve Vrouw
Visitatie, Bisschop Zwijsenstraat 7
Deze neogotische kapel is vermoedelijk in 1895 gebouw
naar ontwerp van A.G. de Beer, als uitbreiding van het
herenhuis op nr. 5 dat door de zusters werd bewoond.
De kapel is geopend van 12.00 u. tot 16.00 u. In de kapel
zal rond het middaguur tweemaal een concert verzorgd
worden door Squadra Duo, aangeboden door het Muziekimpressariaat
Conservatorium Fontys Hogeschool der Kunsten.
De exacte aanvangstijden zijn bij het monument aangegeven.

Pauluskerk, Heuvelstraat 141
CENTRAAL INFORMATIEPUNT
Deze kerk van de Protestantse Gemeente van Tilburg en
Goirle is in 1822-1823 gebouwd door en naar ontwerp van
aannemer N. van der Waals. Het gebouw is in 2004 ingrijpend
gerestaureerd evenals het uit 1765 daterende orgel
van Johann Heinrich Bätz. In het interieur zijn verder de
herenbanken en de preekstoel bezienswaardig.
In het gebouw is de expositie ‘Kloostertuin als monument’
te zien. De tentoonstelling is vervaardigd door het Natuurmuseum
Brabant. Tevens is er een optreden van het koor
‘Cantorij op Weg’. Vanaf 11.00 u. tot 16.00 u. zal er elk uur
een korte rondleiding gegeven worden en gedurende de hele
dag wordt er op wisselende tijden gemusiceerd.
Om 12.30 u. is er een kort middaggebed.

Kapel Onze Lieve Vrouwe ter Nood, Kapelhof 6
De kapel werd in 1964 gebouwd naar een ontwerp van
architect Jos Schijvens. De glas-in-lood ramen zijn ontworpen
door Daan Wildschut. De kapel werd gebouwd ter nagedachtenis
aan de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog.


Klooster en tuin Zusters van Liefde,
Oude Dijk 1/Kloosterstraat
In 1832 begonnen de Zusters van Liefde (Onze Lieve Moeder
van Barmhartigheid) vanuit de Kloosterstraat met hun werkzaamheden.
De zusters hielden zich voornamelijk bezig
met onderwijs aan weesmeisjes. Het aangrenzende enorme
kloostercomplex aan de Oude Dijk werd in verschillende
fases tussen 1890 en 1916 in een sobere neorenaissancistische
stijl gerealiseerd. Het interieur herbergt vele fraaie
verrassingen!
Bezoekers zijn vanaf 11.00 u. welkom en kunnen behalve het
kloostercomplex, waar diverse exposities zijn, en de kapellen
ook gedeeltes van de kloostertuin bezichtigen.

Broekhovense kerk, Onze Lieve Vrouw
van Goede Raad, Broekhovenseweg 2-4
De Tilburgse architect Jan van der Valk ontwierp in 1910-
1911 deze kerk, die met een centrale opzet en grote koepel
uiting gaf aan de vernieuwende idealen van de liturgische
beweging. In 1987 werd het interieur ingrijpend verbouwd
om zo ruimte te kunnen bieden aan verschillende functies.

De Refter, Nieuwlandstraat 23-25
Hoewel geen formeel beschermd
monument is dit wel een bijzonder
markant huis met een kern die mogelijk
dateert uit de 18de eeuw. Het hier
gevestigde ‘De Refter’ verkoopt uit
kloosters afkomstige meubelen. Daarnaast
is het een antiquariaat met veel
boeken uit kloosterbibliotheken.

Synagoge, Willem II-straat 20
Deze synagoge werd in 1874 gebouwd naar een ontwerp
van J. Fremau gebouwd in een Oriëntaalse bouwstijl. Deze
voor Tilburg ongebruikelijke bouwstijl werd bij talrijke
synagogen in Nederland toegepast om het joodse karakter
te benadrukken. Enkele jaren geleden kon een zeer omvangrijke
restauratie voltooid worden waardoor het voortbestaan
van dit bijzondere gebouw verzekerd werd.
In de synagoge zullen met regelmatige tussenposen
rondleidingen verzorgd worden.


St. Jozefkerk, Heuvelring 122
Neogotische kruisbasiliek die in twee bouwfasen tussen
1871-1873 en 1887-1889 naar plannen van de architect
Henri van Tulder voltooid werd. Van Tulder liet zich bij de
detaillering inspireren door de kerken uit de Brabantse Gotiek
en de Sint Jan in Den Bosch. In de prachtige inventaris
vallen onder meer een bijzonder hoogaltaar uit 1881 van
de Bossche beeldhouwer Hendrik van der Geld, twee orgels
en door de Belgische schilder Geo de Geetere geschilderde
kruiswegstaties te bewonderen.
In verband met de hoogmis is de kerk pas om 12.00 u. open
voor bezoekers. In de kerk is een fototentoonstelling over
het Tilburgse religieuze leven te bezichtigen en zal er op
wisselende tijden orgelspel verzorgd worden.
Begraafplaats Heuvel, St. Josephstraat 3
Op deze in 1873 aangelegde begraafplaats voor de toen
nieuwe parochie Heuvel zijn behalve een gaaf hekwerk,
verschillende fraaie graven te bezichtigen uit de late
negentiende en vroege twintigste eeuw.

Kapel van het Cenakel, Cenakel 1
In 1907-1908 werd deze kapel van het voormalige retraitehuis
voor vrouwen en meisjes gebouwd door de congregatie
van Onze Lieve Vrouw der afzondering. Vanaf 1997 werd het
kloostercomplex deels afgebroken en de voorbouw gerestaureerd
en verbouwd tot wooneenheden. De kapel wordt
onder meer gebruikt voor muziekuitvoeringen.

Abdij OLV van Koningshoeven,
trappistenabdij, Eindhovenseweg 3
Deze onlangs gerestaureerde abdij werd tussen 1891 en
1894 gebouwd naar ontwerp van de Tilburgse architect
A.G. de Beer. Het is een zeer omvangrijk neogotisch complex
bestaande uit een kerk, woonvertrekken, tuinen een poortgebouw
en een brouwerij. Op 18 september wordt de eerste
eucharistieviering in de gerestaureerde kerk gehouden.
De abdij is pas open vanaf 12.30 u. De gerestaureerde kerk,
de kapel, de tuinen en de bedrijfsruimte zijn dan te bezichtigen.
In de grote zaal van het gasthuis is een ikonententoonstelling
door schilder Joris van Ael. Verder is er ook nog een
tentoonstelling over het boekenbezit van de abdij en een dvdpresentatie
over het leven in de abdij. Om 15.00 u en 17.00 u.
zijn er middag- en avondgebeden.


Korvelse kerk, H.H. Dionysius
en Antonius van Paduakerk, Korvelplein 182
De nieuwe kerk van Korvel werd in 1923-1924 gebouwd naar
een ontwerp van architect Eduard Cuypers. De stijl vertoont
invloeden van zowel het neoromaans als het expressionisme.
Enkele delen van het kerkmeubilair zijn nog afkomstig
uit de eerste kerk van Korvel die in 1923 gesloopt werd. In
het interieur zijn onder meer beelden van Hendrik van der
Geld en een preekstoel van J. Oor uit 1886 te bezichtigen.
Het mozaïek is van het atelier van A. Hermans. Luc van
Hoek vervaardigde schilderingen en glas-in-lood ramen.
In verband met de hoogmis is de kerk pas vanaf 11.00 u. te
bezichtigen. Op wisselende tijden zijn er rondleidingen en zal
het orgel bespeeld worden.

Kerk H. Margarita Maria Alacoque,
Ringbaan West 302
Deze kerk werd in 1922 naar een ontwerp van architect H.
Bonsel gebouwd. Net als de kerk van Korvel (nr. 14) vertoont
ook deze kerk invloeden van zowel romaniserende als
expressionistische vormen. In het interieur dat gedomineerd
wordt door een hoog paraboolgewelf zijn kunstwerken te
bewonderen van Toon van Eindhoven en L. Petit (zandstenen
apostelenbeelden), Piet Gerrits (mozaiëk in de dagkapel)
en P. Clijsen (glas-in-lood ramen).
In de kerk zal een tentoonstelling over iconen te
bezichtigen zijn.

Israëlitische begraafplaats, Delmerweg 27
Deze begraafplaats is aangelegd in 1857. Naast de grafmonumenten
bevindt zich op de begraafplaats ook een monument
voor niet teruggekeerde Tilburgse en Oisterwijkse
Joden die in de Tweede Wereldoorlog in concentratiekampen
zijn vermoord. Bijzonder is verder het uit 1936 daterende
metaarhuisje. Wat dat is, kunt u op de begraafplaats te
weten komen!
De begraafplaats is pas vanaf 12.00 u. te bezichtigen.
Mannelijke bezoekers wordt verzocht een hoofddeksel te
dragen (ter plekke beschikbaar).

Begraafplaats Korvel,
Laarstraat 1
Deze begraafplaats werd
aangelegd in 1852. Op de
begraafplaats bevinden zich
enkele interessante graven
waaronder het familiegraf van
de fabrikant Armand Diepen.

Klooster en kerk Kapucijnen,
Korvelseweg 165-167
Kerk en klooster zijn tussen 1880 en 1882 gebouwd naar
ontwerp van broeder Valenus van Deurne in een stijl die
enigszins Belgisch aan doet. Aan het kloostergebouw werd
in 1937 een etage toegevoegd met een wel heel bijzondere
techniek. De kap werd opgevijzeld waarna er daaronder
gebouwd kon worden. De kerk in neobarokke stijl herbergt
een bijzondere verrassing. Achter de koorluiken en dus niet
zichtbaar vanuit de het schip van de kerk, bevindt zich de
paterskapel. Ook de interieurstukken, waaronder een door
de broeders Adrianus der Kinderen en Urbald Jonkergouw
in 1887 vervaardigd hoogaltaar, zijn de moeite van het
bekijken meer dan waard.

Kapel, ‘Chapel Studio’, Capucijnenstraat 76
Achter het fraterhuis Sint Antonius van Padua bevindt zich
een kleine kapel die in 1933 in expressionistische stijl naar
een ontwerp van Constant Panis gebouwd is. Dit zeer markante
gebouwtje valt op door de zorgvuldige detaillering en
de kleurige pannen op het dak. Tegenwoordig is de kapel
in gebruik als professionele geluidsstudio en tevens als
(huur)locatie voor bruiloften, lezingen en rouwdiensten.

Klooster en kapel, Missionarissen
van het H. Hart (Rooi Harten), Bredaseweg 204
Het missiehuis is het klooster van de uit Frankrijk afkomstige
missionarissen van het Heilig Hart (Missionaires du
Sacre Coeur). Het werd gebouwd naar ontwerp van de
architecten H. de Beer en A.G. de Beer in 1896-1899 en
vertoont elementen van neogotiek en chaletstijl. Het
klooster is diverse malen uitgebreid. Het reliëf boven de
ingang werd gemaakt door L. Petit en T. van Eijndhoven, de
iconogra? e is van F. de Beer, het werk werd in 1933 onthuld.
Het is een voorstelling van het zendingswerk van de
congregatie: een missionaris die ter zending vertrekt. In het
midden is het Heilig Hart van Jezus afgebeeld. Het interieur
van het klooster verrast door de bijzondere indeling en de
zeer fraaie kapel.


Fraterhuis, Gasthuisring 54-46
Van het ooit zo omvangrijke complex van de Fraters van
Tilburg aan de Gasthuisring bestaande uit onder meer de
paterskerk, het moederhuis van de in 1845 opgerichte
congregatie, het gasthuis, en de kweekschool resteert niets
meer. In het midden van de jaren vijftig van de twintigste
eeuw werd het grootste deel van deze gebouwen al afgebroken.
Architect Jos Bijnen ontwierp in 1959 het nieuwe,
nu nog bestaande, generaliteitsgebouw voor de fraters.
In het pand zijn stijlelementen van de wederopbouwarchitectuur
en de Bossche School toegepast.

Immanuëlkerk, Gasstraat 30
De voormalige Hervormde Immanuëlkerk aan de
Gasstraat werd in 1909-1910 in een sobere neoromaanse
stijl gebouwd. De architect was waarschijnlijk
L.W. van Muilwijk. Sinds enkele jaren wordt
het gebouw gebruikt als atelier voor glaskunst.
Voorbeeld hergebruik religieus erfgoed.

Kapel Elzenhof, Elzenhof 139
Deze enkele jaren geleden tot woning verbouwde neogotische
kapel werd in 1903 gebouwd voor de Ursulinen naar
ontwerp van de architect W.J.A. Bouwman. Het grootste deel
van het klooster werd in de jaren 80 van de twintigste eeuw
gesloopt en vervangen door appartementengebouwen. De
in 1907 aan de Dionysiusstraat gebouwde school bleef wel
gespaard.

Begraafplaats Binnenstad, Bredaseweg 45
De bekendste begraafplaats van Tilburg is ongetwijfeld
de begraafplaats binnenstad met zijn
markante hekwerk en de gietijzeren beelden.
De begraafplaats is in 1828 aangelegd
en er bevinden zich tal
van bezienswaardige en bijzondere
grafmonumenten van
bekende en onbekende Tilburgers.
Het grafmonument dat
waarschijnlijk het meest tot de
verbeelding spreekt, is dat van
de in 1900 vermoorde Marietje
Kessels. Haar lichaam werd op
het gewelf van de in 1975 gesloopte
Noordhoekse kerk
gevonden. Haar graf en dat van
enkele hoofdrolspelers in het
drama rond haar dood zijn
maar enkele van de bijzonderheden
op deze begraafplaats.
De begraafplaats
is geopend vanaf
11.00 u tot 18.00 u.

Kerk Hoefstraat, Hoefstraat 199
De voormalige Antonius van Paduakerk werd in 1911-1913
naar een ontwerp van de Rotterdamse architect A. Margry
opgetrokken in een stijl die zowel neoromaanse als Byzantijnse
kenmerken heeft. In het interieur verrees in de afgelopen
jaren een complete werkplaats waar zowel kerkelijk
als niet kerkelijk glas wordt vervaardigd als hersteld.
In dit zeer fraaie voorbeeld van hergebruik van religieus
erfgoed zal ook informatie over de functiewijziging en
renovatie worden gegeven.

Begraafplaats Goirke, Goirkestraat
Behalve door het kunstig vervaardigde ijzeren hekwerk in
neogotische vormen dat bekroond wordt met beelden engelen
en heiligen, is de begraafplaats ook van belang vanwege
de zeer bijzondere grafmonumenten die er te bezichtigen
zijn. De grafmonumenten vormen een mooi overzicht van
de rijke funeraire cultuur van de 19de en 20ste eeuw.
Hekwerk en beelden werden vervaardigd door de Tilburgse
ijzergieterij Van der Schoot.

Hasseltse kerk, wijkcentrum De Poorten,
Hasseltstraat 194
Het voortbestaan van deze in 1897-1898 naar ontwerp van
de Tilburgse architect A.G. de Beer gebouwde kerk is lange
tijd onzeker geweest. Eerst verloor het gebouw zijn religieuze
functie en tijdens een daaropvolgende restauratie
brandde het in de nacht van 10 op 11 juli 2003 deels uit.
De restauratie en verbouwing werd onlangs voltooid en de
vernieuwde kerk is op 9 september geopend. Het gebouw
herbergt nu veel, onder meer maatschappelijke functies.
Voorbeeld hergebruik religieus erfgoed.
Goirkese kerk, Goirkestraat 68
Het uit 1835-1838 daterende schip van de Dionysiuskerk
aan de Goirkestraat is het vroegste neogotische kerkelijke
bouwwerk in Nederland. Het werd ontworpen door de
Oisterwijkse architect H. Essens. In 1903 krijgt de kerk een
nieuwe voorgevel. De spits daarvan werd in 1966 verwijderd.
In 1938 wordt de kerk grotendeels vernieuwd en sterk
uitgebreid naar ontwerp van architect C.H. de Bever. Het
schip bleef gelukkig behouden. De kerk heeft een prachtige
inventaris met onder meer: glas-in-lood ramen van
P. Clijsen en P.J.H. Cuypers, een eikenhouten preekstoel van
de Antwerpse beeldhouwer G.B. Peeters, biechtstoelen in
neobarokke trant uit 1860-1863 van de gebroeders Goosens
uit ‘s-Hertogenbosch en veel heiligenbeelden uit de 17de,
18de en 19de eeuw.

Hasseltse kapel, Hasseltplein 7
De Hasseltse kapel is waarschijnlijk het oudste gebouw van
Tilburg en dateert grotendeels nog uit de 15de eeuw. Deze
pittoreske kleine kapel heeft ook nog een verborgen schat;
een in 1536 door Jasper Moer gegoten klok.

Mariakerk Heikant, De Schans 121
Gebouwd in 1873 naar ontwerp van de aannemer en steenfabrikant
J.C. van den Heuvel. In de inventaris zijn onder
meer enkele beelden van Hendrik van der Geld te bewonderen.
Samen met de naastgelegen pastorie (niet opengesteld)
het voormalige Sint Leonardus gesticht en het voormalige
patronaatsgebouw aan de overzijde van De Schans vormt de
kerk een bijzonder ensemble van bouwwerken met een van
oorsprong religieuze functie.

Wijkcentrum De Schans, tuin, De Schans 123
Dit voormalige klooster, later ook bekend als het Sint
Leonardusgesticht werd in 1902 in opdracht van de Zusters
van Liefde gesticht. De kern wordt gevormd door een huis
uit 1872 dat in de daaropvolgende jaren steeds is uitgebreid
en gewijzigd, onder meer naar plannen van de architect
C.F. van Hoof. Sinds 1978 is het gebouw in gebruik als
wijkcentrum.

Begraafplaats De Schans, Zellerstraat
Hoewel op deze in 1873 aangelegde begraafplaats niet veel
laatnegentiende-eeuwse graven te bezichtigen vallen, is hij
toch de moeite van een bezoek waard vanwege de ligging
ten opzichte van het kerkgebouw. De interessantste graven
bevinden zich aan de achterzijde van de begraafplaats.

Kapel en woonhuis Peerke Donders,
Pater Dondersstraat 16
Een wel heel bijzonder stukje religieus erfgoed is bedevaartcomplex
Peerke Donders. Het bestaat uit een kapel, een
museum-woonhuis, een monument en een processiepark
met openluchtkapel en kruiswegstaties. De kapel werd in
1923 ontworpen door architect J. Donders in een vormgeving
die aansloot bij die van de missiekerkjes. Het museumwoonhuis
werd in 1931 verplaatst vanaf de Moerstraat en
op deze plaats herbouwd. Het zou vergelijkbaar zijn met
het oorspronkelijke maar niet bewaarde geboortehuis van
Peerke Donders. Het monument uit 1933 is een ontwerp van
K. Lücker en toont afbeeldingen uit het leven van Peerke
Donders.

Tilburg kent een buitengewoon rijke religieuze geschiedenis. Enigszins
nostalgisch beschouwd, staat de periode van ruim een eeuw rond 1900 dan ook wel
bekend als het ‘Rijke Roomsche Leven’.
Nadat de tot dan toe katholieke kerken in de loop van de zeventiende eeuw waren
overgegaan in protestantse handen, bouwden de katholieke inwoners van Brabant
vaak schuurkerken. In de gemeente Tilburg gebeurde dat op het Goirke, het Heike
en in Udenhout. Een deel hiervan werd vanaf 1820 vervangen door ‘waterstaatskerken’,
gebouwd onder toezicht van Rijkswaterstaat. Na het herstel van de bisschoppelijke
hiërarchie in 1853 begon een periode waarin Noord-Brabant de snelle groei
van het aantal parochies gepaard ging met een even grote uitbreiding van het aantal
kerken, pastorieën, kloosters, patronaten en een of meer scholen. Op deze wijze
ontstonden omvangrijke katholieke complexen zoals op de Heikant.
Ook in de wijken van het Algemeen Uitbreidingsplan van 1917 namen dergelijke
complexen een belangrijke plaats in. Vaak was de kerk een van de eerste gebouwen
in de nieuwe wijk. Met name in de periode 1900-1930 kreeg Tilburg een groot
aantal katholieke kerken, terwijl een toenemend aantal kloosters meer solitair
werd gebouwd. Protestantse kerken waren in hun verschijningsvorm en aantal
meer bescheiden en maakten meestal deel uit van de overige bebouwing. De stad
telt slechts één synagoge die werd gebouwd aan de Willem II-straat in de wijk De
Heuvelse Akkers.
Veel van de religieuze bebouwing na 1850 werd opgetrokken in de katholieke stijl
bij uitstek, de neogotiek. De Sint-Dionysiuskerk in de Goirkestraat geldt als een
der vroegste voorbeelden in Nederland. Na 1900 zien we een meer eigentijdse stijl
waarbinnen neogotische elementen, soms in combinatie met andere neostijlen,
overigens nog lang een rol spelen. De pastorieën daarentegen werden vaak gebouwd
in een mengeling van traditionele stijlen.*
Als gevolg van de ontkerkelijking zullen steeds meer kerken, maar ook kloosters en
kapellen hun religieuze bestemming verliezen en zal gezocht moeten worden naar
een geschikte nieuwe functie. Voor deze categorie gebouwen is dat vaak een zeer
moeilijke opgave, zeker als de cultuurhistorische waarden intact moeten blijven.
* Bron: J.P.W.A. van Dijk, Tilburg. Architectuur en stedenbouw in de gemeente Tilburg 1850-1940,
Uitgeverij Waanders b.v., Zwolle en gemeente Tilburg, 2001.
Religieus erfgoed in de gemeente Tilburg
naar de top van deze pagina