Dit is het wapen van 's-Hertogenbosch.
Dit wapen is te vinden 
op de lokatie www.ngw.nl
Terug naar de homepage van Henri Floor 's-Hertogenbosch

De gezelligheid en het eigen, intieme karakter zijn de trots van 's-Hertogenbosch. Gemoedelijkheid, ambitie, warmte en 's-Hertogenbosch mag je ook in één adem uitspreken. De stad staat bekend om haar indrukwekkende historische ambiance, haar Sint-Janskathedraal, de Binnendieze en haar meer dan 500 rijks- en gemeentemonumenten. De hertogstad koestert ze, maar heeft ze allang verweven in haar moderne karakter. De binnenstad van 's-Hertogenbosch is rijkelijk voorzien van gezellige en sfeervolle winkels. Wandelt u eens over de bijzondere vormgeving van de openbare ruimte in de binnenstad of geniet van het winkelgebied Stoa/Arena.

’s-Hertogenbosch heeft zich ontwikkeld tot dé cultuurstad van Zuid-Nederland. Het culturele profiel wordt versterkt doordat de stad blijft investeren in het eigentijdse en het historische. Met de Sint-Janskathedraal, de Binnendieze, de vestingwerken en gerestaureerde monumenten, maar ook met een rijk aanbod aan uitgaansgelegenheden en culturele trekpleisters. Dat culturele niveau wordt door uiteenlopende organisaties, stichtingen, musea en verenigingen hooggehouden. Er is meer en meer ruimte voor experimentele cultuuruitingen en broedplaatsen voor veelbelovende jonge kunstenaars.

Spilfuncties zijn weggelegd voor het Noordbrabants Museum, Stedelijk Museum ’s-Hertogenbosch, de vestiging van het Keramisch Werkcentrum, maar ook eigentijdse kunstcollecties, met name de verzameling tekeningen en schilderijen uit de 19e en 20e eeuw van Museum Slager. De stad koestert het kleurrijke uitgaansleven. Met het Theater aan de Parade, Artemis, het Muziekcentrum, het Koningstheater en de Verkadefabriek, de ontmoetingsplaats voor vernieuwende kunst- en muziekvormen ontluikt het culturele leven volop.


Cultuurhistorische verworvenheden
Doel van de gemeente is de bevordering van het cultuurhistorisch besef en kennisoverdracht over de stad. Organisaties met een taakstelling op het gebied van de Bossche geschiedenis werken nauw samen en de gemeente ondersteunt dit. Er wordt een samenhangend monumentenbeleid en architectuurbeleid gevoerd, zodat er sprake is van het behoud van het historische karakter, maar met de mogelijkheden van inpassing van hedendaagse architectuur in de oude binnenstad.
's-Hertogenbosch, de historische en culturele hoofdstad van Noord-Brabant heeft een compact en gezellig centrum. De binnenstad heeft gelukkig veel van haar Middeleeuwse structuur behouden. Dit blijkt onder meer uit de vele steegjes, de driehoekige markt met het standbeeld van Jeroen Bosch, de gotische Sint-Janskatedraal, de Uilenburg en de Binnendieze als representanten van meer dan 500 monumenten.

Binnendieze
De in 1998 voltooide restauratie van de binnenstadsrivier de Binnendieze stroomt door en onder het centrum, met prachtige oevers en schitterende overkluizingen. De ondergrondse waterloop was vroeger een belangrijke levensader voor de stad. Van april tot oktober kun je met een rondvaart de allermooiste plekjes bezoeken. Een aanrader voor elke bezoeker!

Sint-Janskathedraal
De Middeleeuwse Sint-Janskathedraal is een van de belangrijke bezienswaardigheden van de stad, maar is slechts een van de 500 monumenten die de stad kent. De imposante basiliek geldt als hoogtepunt van de Brabantse gotiek en is een van de rijkst versierde kerken van Nederland.

Vestingwerken
Wie 's-Hertogenbosch binnenkomt, ziet meteen dat hij of zij een vestingstad bezoekt. Van de vestingwerken en stadswallen, met majestueuze bastions en rondelen, is veel bewaard gebleven. Langs de Parklaan, Spinhuiswal met "Bastion Oranje", de Zuidwal en langs de Hekellaan met "Bastion Baselaar" krijgt u goed beeld van de stad en haar vestingwerken. Daar bieden de stadswallen uitzicht op het natuurgebied De Bossche Broek. De komende jaren zult u veel activiteit zien rond de vestingwerken: in samenwerking met tal van partners zullen restauratiewerkzaamheden aan de vestigingwerken plaatsvinden.

Beeldende kunst
's-Hertogenbosch huisvest een unieke combinatie van instellingen, met name rond de hedendaagse kunst. Accent ligt op het Stedelijk Museum 's-Hertogenbosch (SM's), het Noordbrabants Museum en het Europees Keramisch Centrum. Het Europees Keramisch Werkcentrum vormt, als een door OCW gesubsidieerde topvoorziening, een platform en werkplaats voor toonaangevende kunstenaars. Er is nauwe samenwerking met SM's als locatie voor toonaangevende exposities en als opdrachtgever voor designontwerpen die aldaar door kunstenaars worden voorbereid. Het Keramisch Centrum werkt samen met het SM's en de Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving, waar het gaat om lezingen, workshops, gastdocentschappen e.d. Met de nieuwbouw van het wereldbefaamde Museum voor Hedendaagse Kunst en het Kunstencentrum wordt die bestaande infrastructuur nog eens versterkt.

De Bossche vestingwerken hebben zich in de loop der eeuwen, onder invloed van de eisen van de tijd ontwikkeld. Onderstaand leest u een beschrijving van deze ontwikkeling.

Ontstaansgeschiedenis
De Aa en de Dommel vormden vóór 1185 een delta gebied. Op een zandopeenhoping temidden van dit gebied, ter hoogte van de huidige markt, werd de stad Den Bosch gesticht. De stad dankt haar officiële naam aan "des hertogen bosch" het bos van hertog Hendrik I van Brabant. Hij was 26 jaar toen hij in 1196 Den Bosch stadsrechten en bijbehorende handelsprivileges verleende.

Tot driemaal toe is de ommuurde stad vergroot. De eerste uitleg had de grootste omang. Deze was in 1351 zo ver gereed dat een deel van de stadsmuur, gelegen tussen de Orthen- en Vughterpoort, kon worden uitgegeven om er stenen huizen met "harde dakpannen" tegenaan te bouwen, zogenaamde muurhuizen. Het besluit tot de tweede uitleg werd in het midden van de 14e eeuw genomen.


Het steeds krachtiger wordende vuurgeschut maakte het noodzakelijk om de vestingmuren te versterken. In eerste instantie gebeurde dat niet systematisch. Sinds 1518 werd alle aarde die door het graven, uitdiepen of verbreden van de stadsgrachten of de binnenwateren vrijkwam, gebruikt om achter tegen de muren wallen op te werpen, deze te verbreden of op te hogen.

In de tweede helft van de 16e eeuw maakte het stadsbestuur plannen om de middeleeuwse ommuring en omwalling om te vormen tot een gebastioneerd stelsel. Om financiële redenen kwam hier voorlopig niet veel van. Daarom werd de stad beveiligd door het water, inundatie had de voorkeur; gedurende een belangrijk deel van het jaar stond de omgeving van 's-Hertogenbosch onder water. Twee smalle toegangswegen uit Vught en Hintham waren dan meestal nog begaanbaar.

De torens van de vestingmuren van de stad komen op verschillende oude gravures en kaarten voor. Ze springen halverwege buiten de muren, waren rond van vorm en gesloten aan de achterzijde. Ze hadden een middellijn van ongeveer 7 meter, van binnen gemeten en waren hoger dan de stadsmuren omdat ze ook als uitkijktoren moesten dienen. De ontwikkeling van het kanon zorgde ervoor dat de muurtorens vervangen werden door rondelen die sterker van constructie waren en meer ruimte hadden. Sommige torens werden verbouwd tot rondeel.

In het begin van de 17e eeuw werden de bastions gebouwd. De bastions werden voor hun tijd op de strategisch meest juiste plaats gebouwd. Ze vormden echter door de uiteenlopende lengten van de courtines geen systematisch gebastioneerd stelsel omdat de bastions elkaar onderling niet konden steunen en dekken. Forten, op de rand van de inundatie gelegen, vermeerderden het aantal versterkingen rondom de stad. Bij de poorten werden in de loop van de jaren nog enige ravelijnen, couvrefacen en tenailles aangebracht. Om de vestingwerken en de bastions een aantrekkelijker aanzien te geven, liet de stadsregering de wallen in 1636 met lindebomen beplanten. In 1735 werd de vesting aanzienlijk versterkt.

De Bosche vestingwerken hadden primair de verdediging van de stad als doel maar maakten ook de controle over het economische leven mogelijk door een beperkt aantal toegangspoorten waar tol geheven kon worden. Steeds zijn de vestingwerken aangepast aan de eisen van de tijd en de noodzakelijkheid. Met de ontwikkeling van het kanon en de daarmee samenhangende krijgskunde werd het verdedigingsconcept van verticale verdediging (stadsmuur) naar horizontale verdediging omgebouwd (walmuren, aardlichamen smoren de projectielen, grachten, vrije schootsveld, inundatie).

Toen in 1810 Nederland bij Frankrijk werd ingelijfd had de vesting Den Bosch eigenlijk geen praktische betekenis meer.


tot 1185
De Aa en de Dommel vormen een delta gebied en monden in de Maas. Op een van de zandruggen in dit gebied, in het bos van Hertog Hendrik I, ontstaat 's-Hertogenbosch.

1196 Hertog Hendrik I verleent stadsrechten.
tussen 1200 en 1225 De eerste ommuring van de stad wordt gemaakt rond het gebied van de huidige markt. Men kan de stad binnengaan door 3 stadspoorten, genoemd naar de zustersteden Antwerpen, Brussel en Leuven.
Deze eerste muur is opgebouwd uit bakstenen. Ondergronds is de muur gefundeerd op poeren waartussen grondbogen zijn gemetseld. Op de poeren rusten steunberen die de bogen van de weergang dragen. Vanaf de weergang kunnen soldaten, beschermd door kantelen, de stad verdedigen.

Er worden ook 2 waterpoorten gemaakt: de noordelijke waterpoort achter het Sint Geertruikerkhof en de zuidelijke waterpoort, nu nog gedeeltelijk aanwezig, bij het Herman Moerkerkplein.

1250
De stad breidt zich razendsnel uit, buiten de bescherming van de eerste stadsmuur. Men start met de bouw van de St. Jan buiten de eerste ommuring.

1300
Hertog Jan III geeft toestemming tot uitbreiding van de stad. Het stadsbestuur mag de bouw van de nieuwe stadsmuren financieren met belastingen. De Bosschenaren betalen dus hun eigen muur! Het stedelijk gebied wordt met deze uitbreiding vertienvoudigd!

Met de tweede ommuring krijgt de stad vrijwel de omvang van de huidige binnenstad. Later komen er nog twee kleine uitbreidingen.

1399
Toevoeging van het laatste stukje van de Vughterdijk tussen Kuipertjeswal en Willemsplein. Hier wordt een nieuwe poort gebouwd, de Pickepoort.

rond 1500
Uitbreiding van het Hinthamereinde buiten de "Pijnappelsepoort" (nu Hofstad). Een nieuwe stadspoort wordt gemaakt bij de huidige Watertoren.

na 1500
Door toenemende kracht van het geschut worden de wallen versterkt met straatslijk en slib uit de Binnendieze en de muren afgeknot. De kantelen en torenspitsen worden verwijderd.

1511
Het beruchte kanon "Stuer Ghewalt" wordt op kosten van de stad gesmeed door de duitse smid Jan Fyck uit Keulen. Het kanon blijkt achteraf waardeloos te zijn (maar wel mooi!)

rond 1540-1543
Het hof in Brussel beveelt dat de stadsmuur overal verstevigd moet worden met een 7 meter brede wal. De aanleiding tot deze versteviging is de dreiging van de Gelderse troepen onder leiding van Maarten van Rossum

De St. Janspoort en de Orthenpoort worden volledig vernieuwd. Bovendien worden de stadsgrachten verdiept en verbreed.

Het eerste bastion van de stad, gelegen voor de Orthenpoort, wordt aangelegd naar ontwerp van de beroemde vestingbouwkundige en architect Alessandro Pasqualini.

1591
De troepen van prins Maurits slagen er niet in de stad te veroveren omdat de omgeving van de stad systematisch onder water wordt gezet. Dit is een idee van de abt van het klooster van St. Geertrui uit Leuven. Hij is in de stad en vertoeft in het Refugiehuis (gelegen aan de Spinhuiswal). De stad lijkt onneembaar geworden en krijgt de bijnaam "Moerasdraak".

1568 - 1648
Periode van de Tachtigjarige Oorlog.
Tot 1629 hoort de stad bij de katholieke Zuidelijke Nederlanden.

1601
Prins Maurits belegert de stad opnieuw. Weer zonder resultaat maar wel met veel schade aan de bebouwing.

1609-1621
Twaalfjarig bestand. De stad maakt van de gelegenheid gebruik de vestingwerken te verbeteren. Jan van der Weeghen krijgt opdracht een ontwerp te maken om de stad te voorzien van bastions.

Aan weerszijden van de havenmond en aan weerszijden van de stadspoorten worden bastions toegevoegd. In 1625 wordt een hoornwerk toegevoegd.

Bastion St. Anthonie, Bastion Baselaar en Bastion Maria worden gebouwd.

Tussen 1609 en 1618 wordt het Kruithuis gebouwd.

Buiten de stad verrijst Fort Isabella.

1629
's-Hertogenbosch wordt na een beleg van 5 maanden door Frederik Hendrik veroverd.
Ingenieur Leeghwater verzint een manier waarop de inundatie ongedaan wordt gemaakt.
Vanaf dit moment behoort 's-Hertogenbosch bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

na 1629
De vesting wordt hersteld.

1635
Omdat de afstand tussen de bastions Baselaars en Vught te groot is wordt ter verbetering van de verdediging Bastion Oranje aangelegd.

1635-1640
De bevolking van de stad is overwegend katholiek gezind. Daarom wordt besloten tot de bouw van de dwangburcht "Willem Maria"(Citadel) om de katholieke bevolking in de greep te houden en te beschikken over een verdedigingswerk voor aanvallen van buitenaf.
De Citadel krijgt de spotnaam "Papenbril" omdat hij gebouwd is om de roomsen in de gaten te houden.


1697-1701
Vestingbouwkundige Menno van Coehoorn krijgt opdracht van de Staten Generaal om een plan te maken voor de aanleg van verdedigingslinies in de meest bedreigde delen van het land.
's-Hertogenbosch wordt opgenomen in het Zuidelijk Frontier.
Op advies van Van Coehoorn wordt de stad voorzien van een groot aantal voorwerken.
De forten Isabella, Sint Anthonie, Crèvecoeur en Engelen worden in hun oude functie hersteld.

Lunetten en ravelijnen worden aangebracht voor de Sint Janspoort, de Vughterpoort, Hinthamerpoort en havenmond.

1794
De stad wordt ingenomen door de Franse veldheer Pichegru en in 1810 worden de noordelijke nederlanden ingelijfd bij het keizerrijk.

1814
De bezettingstroepen verlaten het land en Willen I van Oranje wordt koning der Nederlanden.

1830
Dit is de laatste keer dat de vesting paraat is.
De Zuidelijke Nederlanden scheiden na de Belgische opstand en de Staat België wordt gesticht.
Door de nieuwe staatkundige situatie worden de bouwvallige muren in de loop der jaren hersteld. Er worden enkele kruitmagazijnen gebouwd en op de Vughtse heide worden lunetten aangelegd.

1850-1860
De buitenkant van de vesting verkeert in een slechte staat. Er moeten maatregelen worden genomen. De bestaande muren worden over het hele tracé van de buitenschil ontdaan en vervolgens voorzien van een bakstenen bekleding van 22 centimeter dik.
Deze bakstenen klampmuur bepaalt tot op de dag van vandaag het aanzien van een groot deel van de Bossche vesting.

1874
In 1874 legt het parlement de linies vast die de Vesting Holland moeten omgeven.
Voor 's-Hertogenbosch is hierin geen belangrijke plaats weggelegd. De vesting kan worden ontmanteld.
Poorten worden afgebroken en wallen voor een belangrijk deel afgegraven.
De voorwerken aan het Hinthamereinde en voor de St. Janspoort worden afgebroken, dichtgestort en met zand bedekt.
Nu is er ruimte voor een flinke stadsuitbreiding.

Gelukkig blijven de muren door hun waterkerende functie voor 's-Hertogenbosch behouden.


Beleg 1629
Het beleg van de stad door Frederik Hendrik dat begon op 30 april 1629 en op 14 september van dat jaar voor de stad fataal afliep, was in de ogen van de meeste tijdgenoten een heilloze onderneming. De stad had al tien maal een beleg overleefd en leek onneembaar. Werd niet voor niets "Moerasdraak" genoemd.

De moerassen en inundaties maakten de Moerasdraak vrijwel onbenaderbaar en de enige drie hoger gelegen toegangswegen werden verdedigd door sterke forten, de zogenaamde Koninklijke Schansen. En dan waren er nog de Spanjaarden en het veelal slechte weer wat het nog moeilijker maakte.

Het plan dat de Staatsen bedachten om de moerasdraak te veslaan zette de hele omgeving op zijn kop. Van maar liefst drie rivieren werd de loop veranderd en in het landschap kwamen allerlei aanvals- en verdedigingslinies, alsmede een batterij molens. De klus werd in ruwe vorm, dankzij de inzet van 24.000 soldaten, in drie weken geklaard.

Aan de hand van oude kaarten, luchtfoto's, hoogtebestanden en veldwerk zijn de lnies van Frederik Hendrik door Rob de Vrind in het landschap van nu gelocaliseerd en in kaart gebracht. Deze kaart verscheen als bijlage van de herziene uitgave van het Dagboek 1629 van Peter-Jan van der Heijden.

Aan de hand van oude kaarten, luchtfoto's, hoogtebestanden en veldwerk zijn de lnies van Frederik Hendrik door Rob de Vrind in het landschap van nu gelocaliseerd en in kaart gebracht. Deze kaart verscheen als bijlage van de herziene uitgave van het Dagboek 1629 van Peter-Jan van der Heijden.


De Groene Vesting
Stichting "De Groene Vesting 's-Hertogenbosch" wil de circumvallatielinie van het bijzondere beleg van
's-Hertogenbosch in 1629 als aangrijppunt gebruiken voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stadsrandzone om 's-Hertogenbosch. Men wil "om de stad een ring creëren met agrarisch natuurbeheer en recreatief medegebruik in een dynamisch platteland waarbij de cultuurhistorische aspecten een rol gaan spelen in de ruimtelijke planologie". Op de website vindt u uitgebreide informatie over het beleg van 1629 en de plannen tot ontwikkeling van het gebied.

naar de top van deze pagina