naar de informatie over de gemeente Bronckhorst Terug naar de homepage van Henri Floor Bronkhorst en omgeving

Bronkhorst (zonder c) valt onder de gemeente Bronckhorst (met c).

Bronckhorst omvat de plaatsen:
Achter-Drempt, Baak, Bekveld, Bronkhorst, Delden, Dunsborg, Eldrik, Gooi, Halle, Hengelo (gemeentehuis), Hoog-Keppel, Hummelo, Keijenborg, Kranenburg, Laag-Keppel, Linde, Medler, Mossel, Noordink, Olburgen, Rha, Steenderen, Toldijk, Veldwijk, Velswijk, Vierakker, Voor-Drempt, Varssel, Veldhoek, Vorden, Wichmond, Wildenborch, Zelhem.

Bronkhorst (Nedersaksisch: Bronkhors) is een klein stadje, gelegen aan de IJssel in de gemeente Bronckhorst. De gemeente is vernoemd naar dit stadje. Hoewel het maar een gering aantal huizen en niet meer dan 150 inwoners telt, heeft het in 1482 stadsrechten verkregen. Het is daardoor een van de kleinste steden van Nederland, na Staverden (gem. Ermelo, +/- 50 inwoners) en Sint Anna ter Muiden (voormalige Hanzestad, nu gemeente Sluis, +/- 100 inwoners).
Het stadje is ontstaan als versterkte boerennederzetting bij het voormalige kasteel Bronkhorst en heeft enkele goed gerestaureerde stadsboerderijen. Van het kasteel zijn kleine restanten te zien. Door een stadsbrand in 1633 zijn alle middeleeuwse huizen verwoest.
Het Trekvogelpad, LAW2, loopt langs Bronkhorst, evenals het Graafschappad.
Kasteel Bronckhorst was een kasteel vlakbij het huidige historische stadje Bronkhorst, in de gelijknamige gemeente. In de provincie Gelderland. Tegenwoordig zijn alleen de fundamenten te zien.
Het kasteel ligt op een strategische plek, het versterkte huis ligt namelijk aan de IJssel op een natuurlijke hoogte aan de rand van een rivierdekzandrug. Het werd beschermd door diepe, brede grachten en kon daardoor alleen worden bereikt vanuit het oosten, waar de voorburcht was. Daarnaast zorgde de altijd drassige uiterwaarden van de IJssel voor veel oponthoud van belegeraars.
In die tijd liep er echter een IJsseltak vlak langs het dorp Steenderen en langs Bronkhorst. Het is niet onmogelijk dat het kasteel aan deze riviertak werd gebouwd.

Geschiedenis

Middeleeuwen en de Spaanse Tijd
Het kasteel werd in 1170 gebouwd door Gijsbert I van Bronckhorst (zie: Heren van Bronckhorst). In de Middeleeuwen heeft het kasteel het zwaar te voorduren gehad. In de Tachtigjarige oorlog Wordt het kasteel zelfs - na een belegering van 9 maanden - door de Spanjaarden veroverd.Daarna heeft het kasteel geen rol van belang meer gespeeld als militaire sterkte.
Toen de Spanjaarden vertrokken kwam het kasteel in 1592 in handen van de Spaansgezinde gravenfamilie Van Limburg-Stirum. Zij spant zich in om het kasteel zo gerieflijk mogelijk te maken. De oudste delen worden zo goed mogelijk hersteld en de bebouwing wordt uitgebreid.

De achttiende eeuw
Het kasteel door de familie Van Limburg-Stirum in 1721 verkocht. Toen zou het kasteel hebben bestaan uit: 26 vertrekken, 2 achtererven, een ringmuur en paardenstallen. Het kasteel kwam steeds verder in verval, en werd keer op keer verkocht. Het was in handen van: Van Raesfeld in 1721, Van Glasenapp in 1754 en in 1760 behoorde het toe aan de familie Tengnagel.
In 1792 werd het kasteel echter beschreven als niet anders dan voor afbraak kunnen geconsidereert worden. Er werd een rapport opgemaakt voor de Gelderse Rekenkamer. Die wil het complex ten behoeve van de provincie wel kopen voor fl. 61.625. Frederik Albert graaf van Limburg-Stirum geeft dan echter fl. 95.000, zodat het weer aan de Van Limburg-Stirums komt.

Afbraak in de negentiende eeuw
Frederik Albert laat de oude donjon en opstallen herstellen omdat hij het voor langere tijd in zijn bezit wilde houden. In 1803 doet hij het toch van de hand op een openbare veiling, aan Constantijn Johan Wolterbeek. Deze verkoopt het weer aan een Doetinchemse handelaar Hermanus Lodewijk Ketjen. Die als het gebouw nog verder in verval raakt het gebouw in 1828 laat afbreken.

De bouw
Uit oude tekeningen is af te leiden dat het vierkante donjon het sterkste en oudste deel van het kasteel is. De donjon is omgeven door een zware ringmuur met een gekanteelde weergang en uitkragende torentjes. De ingang bevindt zich aan de oostzijde in een extra versterkt poortgebouw. Een ophaalbrug leidt over de gracht naar een voorpoort. Van hier gaat de weg richting de stad. Waarschijnlijk hebben er meer gebouwen rond het kasteel gestaan.




naar de top van deze pagina