Dit is het wapen van Bolsward. Dit wapen is te vinden op de lokatie www.ngw.nl
Terug naar de homepage van Henri Floor Bolsward en omgeving

De gemeente Bolsward is een van de Friese elf steden. De gemeente ligt 9 kilometer ten noordwesten van Sneek aan de A7, 10 kilometer van de waddenzee en vlakbij het Friese merengebied. De stad kent een lange geschiedenis. Opgravingen bij de oude terp waarop de Martinikerk gebouwd is hebben aangetoond dat er voor het begin van de jaartelling hier al van bewoning sprake was. In de 11e eeuw lag Bolsward aan de Middelzee en had het een bloeiende haven, Bolsward was na Leeuwarden de belangrijkste stad in Friesland. de stad was ook lid van het Hanzeverbond wat ook economisch grote voordelen opleverde. In Bolsward werden ook munten geslagen de zgn Vliegers. In 1455 kreeg Bolsward stadsrechten. Ondanks het dichtslibben van de Marneslenk waaraan de haven van Bolsward lag bleef de stad een belangrijk handelscentrum. Doordat Bolsward deel uit maakte van het Hanzeverbond kreeg het ook het recht om het officiele stadswapen te voeren: de dubbele adelaar met keizerskroon en twee leeuwen. In 1955 werd de stadsvlag officeel vastgesteld : De dubbele adelaar op een geel zwarte achtergrond In de 17e eeuw maakte Bolsward een enorme culturele ontwikkeling door. Van de hand van de vele zilversmeden kwamen veel pronkstukken die nu nog in de oudheidkamer van het stadhuis te bewonderen zijn. Gysbert Japicx schreef in deze tijd zijn gedichten en er ontstonden vele gilden. Het stadhuis werd in deze eeuw gebouwd evenals andere prachtig gerestaureerde panden.

De Elfstedentocht mag dan wel sporadisch worden gereden op de schaats, Bolsward organiseert van alles om de elfstedentocht actueel te houden. Tijdens de pinksterdagen is er een mini-elfstedenrijwieltocht, een elfstedentocht per step, en de Friese Elfstedenrijwieltocht van 230 kilometer.

Bolsward heeft een hele reeks vaste evenementen. Bijvoorbeeld de Heamieldagen (hooimaaltijd), een feest dat wordt gehouden nadat de oogst is binnengehaald. De 'hooimaaltijd' wordt gehouden op de laatste donderdag van juni in een tent opgesteld achter het stadhuis. Het feest duurt enkele dagen en wordt afgesloten met een groots vuurwerk.

Dan is er op de 1e donderdag in Oktober nog Bolletongersdei, een marktdag met honderden kraampjes, waar ook een oude traditie achter schuil gaat.
In de zomermaanden treedt de Boalster Skotsploech, een dansgroep in Fries Kostuum, geregeld op, op het podium voor het stadhuis.
Verder wordt er jaarlijks in de Martinikerk in Bolsward de Matthäus Passion uitgevoerd. En ook looft de gemeente een keer in de drie jaar een prijs uit voor de beste Friese literatuur in alle genres.
Naast evenementen heeft Bolsward ook veel andere culturele faciliteiten. Er is een bibliotheek en een sociaal cultureel centrum, stichting Film Bolsward. Hier worden vaak voorstellingen gehouden. Daarnaast is er een rijk verenigingsleven, er zijn diverse hobbyclubs en zang-, dans-, en toneelverenigingen.

In Bolsward is de Martinikerk, gebouwd in 1446 -1466 een bezienswaardigheid waar u niet omheen kunt. In de Oudheidkamer in het stadhuis treft u interessante bezienswaardigheden aan omtrent de geschiedenis van Bolsward, van kledingdrachten tot bodemvondsten. Sinds 2003 is ook het Titus brandsma museum geopend en in het Gysbert Japicxhus vind U alles over deze Bolswarder schrijver.
Ook kunt u in de zomermaanden de Babuurtsermolen bezichtigen.

Sinds 1 juli 2002 is bij de Boalserter Skotsploech ook de muziek van deze folkloristische dansgroep te koop.
Op Heamiel-donderdag om precies één uur, in een overvolle tent werd de allereerste CD uitgereikt. Een CD waar aan door de Muzikanten van de Boalserter Skotsploech heel hard aan is gewerkt. Tijdens de opnamen dansten op kousen voeten een viertal leden van de Skotsploech mee. In eerste instantie was het opnemen van de dansen van de Skotsploech voor eigen gebruik. Zij maken er, als de muzikanten niet kunnen, op de repetitie gebruik van, tot ieders genoegen. Nu is uit die 44 opgenomen nummers een gezellige CD samengesteld. Op de CD staan maar liefst 21 dansen, vandaar ook de titel van deze CD, "Dûnsje mei de Boalserter Skotsploech". Een CD die de hitparade nooit zal halen, maar dat is ook echt niet de bedoeling. Folklore muziek is niet aan hitparades onderhevig en kan altijd gedraaid worden.
De CD is opgenomen in de studio’s van Face Sound te Lemmer, onder de technische leiding van Joop en Riet van der Linden.

Bolsward is één van de elf friese steden gelegen aan de A7 (afslag 17 en 18). Bolsward is een hanzestad met ca 10.000 inwoners. In het oude centrum staat een van de mooiste stadhuizen die Friesland rijk is. De vele fraaie panden waarin winkels zijn gevestigd zijn 's avonds, verlicht wat zorgt voor een gezellige sfeer voor een wandeling of om te winkelen op vrijdagavond.
Op de tweede Pinksterdag wordt de fiets-elfstedentocht gehouden, met Bolsward als start- en finish plaats. Er doen dan 15.000 fietsers aan mee. Deze dag is een van de hoogtepunten van de evenementen in Bolsward.

Een ander groot evenement vindt plaats in de laatste volle week van juni. Dan vieren de Bolswarders de Heamieldagen. Op deze dagen staat Bolsward vol van de activiteiten. Ook het folkloristisch dansfestival vindt plaats in deze week.

Bolsward (Fries: Boalsert) is een stadje en gemeente in de provincie Friesland (Nederland). Het behoort tot de Friese elf steden. De gemeente telt 9518 inwoners (1 mei 2006, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 9,42 km² (waarvan 0,29 km² water). Bolsward is de enige officiële kern binnen de gemeente en had 9160 inwoners op 1 januari 2004. Binnen de gemeentegrenzen ligt verder alleen nog de buurtschap Laad en Zaad.

Geschiedenis
De plaats is ontstaan op een drietal terpen, waarvan in ieder geval de oudste (waar de Sint Maartenskerk op staat) dateert van voor het begin van de jaartelling. De Broerekerk, in 1980 door brand verwoest en nu als ruïne geconserveerd, is het oudste gebouw van de stad en dateert deels uit het eind van de 13e eeuw. Ook uit de middeleeuwen stamt het miraculeuze Mariabeeld Onze-Lieve-Vrouwe van Sevenwouden, tegenwoordig bewaard in de Sint Franciscuskerk aan de Dijlakker. Bolsward kreeg stadsrechten in 1455 mede dankzij de beroemde redenaar pater Johannes Brugman. Het fraaie stadhuis, gebouwd rond 1615, staat symbool voor de bloei van de stad in de zeventiende eeuw. Het werd in 1765 vergroot en verfraaid in de rococostijl.


De Patriottentijd
In de achttiende eeuw liep het inwoneraantal van Bolsward achteruit naar 2500 inwoners. De plaatselijke textielindustrie had zwaar te lijden onder de buitenlandse concurrentie; de boter- en kaasmarkt van de veepest, die op het Friese platteland woedde. In 1773 stelde de stadhouder Willem V voor de vroedschap - n.b. bestaande uit zes burgemeesters en vierentwintig vroedschapsleden - te halveren. Er waren mogelijk onvoldoende gekwalificeerde kandidaten. Bovendien waren katholieken (ongeveer 30% van de bevolking), doopsgezinden (5%) en Luthersen en Joden (5%) destijds uitgesloten van dat ambt. Omdat er onenigheid ontstond in de vroedschap en kwam er een nieuw voorstel in 1776, waarbij de raad met slechts een derde zou worden verminderd. In 1778 stelde de stadhouder voor het onderwerp te laten rusten, omdat als nog een lid (J. Steensma) tegenstemde. Niettemin liet de prinsgezinde burgemeester Schelto van Heemstra in zijn derde ambtsperiode de vroedschap op autocratische wijze "uitsterven".

In december 1782 werd burgemeester Van Heemstra, die niet in Bolsward woonde en evenals zijn voorganger nooit ambtengeld had betaald, buitenspel gezet. Bovendien had Van Heemstra in augustus van dat jaar een oranjegezinde stadssecretaris willen benoemen, zonder goedkeuring van de vroedschap. Vanwege het felle provinciale verzet tegen Van Heemstra - die vaak afwezig was en bij gelegenheid op zichzelf stemde - raakte de regent zijn burgemeesterzetel en jarenlange afvaardiging naar de Provinciale Staten (sinds 1770) kwijt. De stadhouder reageerde koeltjes, toen Van Heemstra in een brief zijn beklag deed.

De patriotten in Bolsward hadden een aantal kundige en daadkrachtige zegslieden, o.a. notaris Elgersma en aardewerkfabrikant F. Tichelaar. De stadsregering van Bolsward herstelde de grootte van de vroedschap, zich baserend op oude rechten uit 1637. De benoeming van patriottische vroedschapsleden werd nog lange tijd tegengehouden, omdat de kandidaten te weinig kapitaal zouden hebben. Lidmaatschap van de gereformeerde kerk en het bezit van een huis waren destijds noodzakelijke voorwaarden.

De patriotten hebben in januari 1785 in Bolsward een vrijwillige schutterij, opgericht, waarvan iedereen lid kon worden, in tegenstelling tot de gewone en oranjegezinde schutterij. Slechts een burgemeester stemde voor, een beslissing die nog zwaar op hem zou rusten. Het duurde tot augustus 1786 voordat provinciale toestemming was verleend en de officieren werden benoemd. In diezelfde tijd leidde Daendels het exercitiegenootschap in Hattem, dat zich verzette tegen de stadhouderlijke troepen. De vrijwillige schutterij in Bolsward diende onmiddellijk een voorstel tot aankoop van kruit en munitie in, omdat eveneens het "democratisch bolwerk" Utrecht werd bedreigd. Het voorstel tot aanschaf kwam van de nieuw aangetreden en populaire Cornelis van den Burg, die enkele weken eerder als kapitein van de vrijwillige schutterij was benoemd.

In de zomer van 1787 laaide het conflict op, niet alleen omdat in Friesland op 1 juni nieuwe regeringsreglementen in werking waren getreden. Het werd de exercitiegenootschappen in Friesland verboden nieuwe wapens aan te schaffen en bij de dreiging van een Pruisische inval Holland hulp te bieden. In Bolsward werden een aantal defensieve maatregelen getroffen: in september 1787 is Bolsward door de vrijwillige schutterij in staat van paraatheid gebracht. De bolwerken werden opgehoogd onder leiding van de uit Duitsland afkomstige schoolmeester H.C. Achenbach. Er werd 500 gulden geleend om de arbeiders uit te betalen. Niet iedere patriot was bereid de rebellerende "Franeker Staten", waar een tiental patriottische statenleden zich had teruggetrokken, te steunen. Er hebben zich felle discussies voorgedaan, nadat een plaatselijke herberg was omsingeld door een vliegend legertje van vijftig Friese patriotten.

De volgende dag werden stadspoorten gesloten en de bruggen gebarricadeerd, nadat een poging was gedaan de stadskas in veiligheid te stellen. Zonder uitdrukkelijke toestemming kon niemand de stad meer uit of in. Na een week gedelibereer erkende de dralende en zwaar onder druk gezette vroedschap van Bolsward als enige stad in Friesland de "coupplegers" in Franeker. Ettelijke oranjeklanten meldden zich ziek of bleven thuis. Court Lambertus van Beyma, de leider van de Friese patriotten, dreigde de dijken door te steken als Friesland bezet zou worden. Een textielhandelaar uit Bolsward, Albert Lycklema à Nijeholt, vertrok richting Lemmer en versleepte een aantal kanonnen uit Sloten. Toen duidelijk werd dat er onvoldoende steun van de bevolking was, de financiële middelen beperkt waren, Frankrijk niet te hulp zou komen en een deel van het Pruisisch leger naar het noorden oprukte, vluchtten vele vooraanstaande patriotten via Stavoren naar Amsterdam.

De achtergebleven officieren en burgergecommitteerden - in de haast benoemd om de vroedschap te controleren - werden begin oktober opgesloten in het blokhuis te Leeuwarden. Onder hen bevond zich de doopsgezinde koopman Wopko Cnoop, die een dagboek bijhield van zijn belevenissen. Cornelis van den Burg kreeg een van de zwaarste straffen die destijds in de Republiek zijn uitgesproken. Hij werd in mei 1789 ter dood veroordeeld, vanwege zijn radicale democratische opvattingen. Knielende op het schavot kreeg hij te horen, dat hij voor twintig jaar verbannen werd uit Friesland. Van den Burg vertrok met bestemming St. Omer in Noord-Frankrijk. Daar wachtten enkele duizenden patriotten tot de kansen zouden keren.

In januari 1795 - bij de komst van het Bataafse legioen - is burgemeester Van Heemstra afgezet. Hij vluchtte van Oenkerk naar Embden. Katholieken en doopsgezinden kregen meer rechten, de erfelijkheid van ambten is afgezworen. In 1811, tijdens het Franse bewind, werd de raad van Bolsward alsnog gehalveerd.


Bolsward als bedevaartsoord
Onze Lieve Vrouwe van Sevenwouden is een miraculeuze Mariabeeltenis die wordt vereerd in de Sint-Franciscuskerk te Bolsward. Hoewel het beeld zelf uit het einde van de dertiende eeuw dateert (en dus één van de oudste mirakelbeelden van Nederland is) stamt de devotie zelf eerst uit veel later tijden. Zij stond opgesteld in een kapel op een brug toen de stad werd binnengevallen door de Zwarte hoop, muitende soldaten van de hertogen van Saksen. Dit gebeurde in 1515. Wonderlijk genoeg bleef het beeld gespaard, en kreeg vanaf dat moment een bijzondere verering. Ook vanaf dat moment werd er, zoals bijvoorbeeld ook in 's-Hertogenbosch een mirakelboek bijgehouden.

Tijdens de reformatie werd het beeld in veiligheid gebracht bij vrome vrouwen. Het bleef verborgen bij de zogenaamde klopjes tot de 18e eeuw, toen de openbare verering kon worden hervat, nu bij de statie van de Franciscanen.


Bekende Nederlanders uit Bolsward
Joop Bakker (27 mei 1921), Nederlands politicus en burgemeester († 2003)
Titus Brandsma, de zalig verklaarde priester, is over de hele wereld bekend. In 1881 werd hij geboren als Anno Sjoerd Brandsma, op een boerderij even buiten Bolsward.
Gysbert Japiks, de bekendste Friese renaissancedichter.
Annemarie Jorritsma-Lebbink, Tweede Kamerlid en later minister, woonde geruime tijd in Bolsward, voor zij burgemeester van Almere werd.
Larry van Wieren (3 mei 1951), ijshockeyinternational en -coach

Bekende kunstenaars uit Bolsward
Graveurs Bote of Boëtius en Schelte à Bolswart die veel gewerkt hebben in Antwerpen, Johan van Munnickhuysen, Pieter Tanjé en Michiel Elgersma
Zilversmeden waarvan o.a. Lolle Jeltes bekend om zijn graveerwerk en Claes Baardt bekend om zijn drijfwerk geboren rond 1628


Hanzestad
Het stadsstempel van Bolsward draagt een Latijnse tekst, die vertaald luidt: "Zegel voor de aangelegenheden van de Hanzestad Bolsward".
Dat Bolsward van dit beroemde Duitse Hanzeverbond in de 15e eeuw lid is geweest, is zonder twijfel te danken aan haar aandeel in handel en zeevaart. Bolsward is trots gebleven op deze titel.
In onze tijd hebben oude Hanzesteden in Europa, waaronder Bolsward, zich opnieuw verenigd.
Elk jaar presenteren de Hanzesteden zich in een vier dagen durende manifestatie van cultuur, economie en kunst.
Dit jaar vindt de manifestatie plaats in het Belgische Brugge.
Ook Bolsward is daar dan van de partij.

Kerken en Kloosters
Binnen Bolsward stonden vroeger verscheidene kloosters en kapellen.
In de 13e eeuw kwamen de Minderbroeders naar Bolsward.
De door hen gebouwde Broerekerk (sedert 1980 een ruïne) is het oudste gebouw dat onze stad kent.
De Witheren of Norbertijnen vestigden zich eveneens tegen het eind van de 13e eeuw in onze stad.
Bij de St. Janspoort bewoonden de Begijnen een zusterklooster (de grauwe Begijnen van het H. Geestklooster).
Daarnaast waren er zeker nog drie kapellen, maar alle zijn verdwenen.
Wel zijn aan de zijkant van het pand Grote Dijlakker 18, dat uitziet op een grachtje, nog duidelijk restanten te zien van een oude kapel, behorende tot het huis van de resident van keizer Karel V (1523).
Van de tegenwoordige kerken is de Martinikerk, gebouwd in de jaren 1446-1466, zonder twijfel Bolswards meest imponerende.
De kerk behoort aan de Hervormde Gemeente.
De R.K. St. Franciscuskerk aan de Grote Dijlakker dateert van 1934.
De Doopsgezinde Kerk, aan het eind van de Nieuwmarkt, op het Skilwyk, staat er bijna twee eeuwen, en net buiten de stadsgracht treffen we aan de zuidkant van de stad de uit 1929 daterende Gereformeerde kerk aan.

Handel en Nijverheid
In de late Middeleeuwen was Bolsward een belangrijk marktcentrum voor de wijde omgeving; kaas en boter werden tot ver buiten Nederland vervoerd.
Deze functie is tot in onze dagen gebleven, zij het dat ze is omgezet in die van verzorgingscentrum voor een belangrijk deel van de Friese Zuidwesthoek.

Martinitoren
We kunnen gerust stellen dat deze toren het baken voor de wijde omgeving is en was.
Het is wel zo goed als zeker dat met de bouw van deze toren reeds in de 14e eeuw een aanvang is gemaakt.
Toen de huidige Martinikerk in de jaren 1446-1466 gereed kwam, is de aansluiting met de toren ook een feit geworden.
De toren kreeg er nog twee verdiepingen bij, waarin een klokkentoren en waarop een zadeldak.
De toren is eigendom van de stad Bolsward.
Oudheidkamer
De Oudheidkamer bevindt zich in het stadhuis, boven de "Vierschaar", de prachtige ruime hoofdingang van het stadhuis waarlangs elk paar dat in Bolsward trouwt zich naar de trouwzaal begeeft.
In die Oudheidkamer is veel interessants over het Bolsward van vroeger te zien: bodemvondsten, zilversmeedkunst, klederdrachten, enz.


Geschiedenis Blauwhuis
Blauwhuis is ontstaan omstreeks 1640, toen het Sensmeer werd drooggelegd. Op de plaats waar nu het Teatskehùs staat, werd een polderhuis gebouwd met blauwe dakpannen (vandaar de naam Blauwhuis). Dit huis werd eerst gebruikt voor de bijeenkomsten van het polderbestuur. Vanaf 1651 werd het huis gebruikt als "schuil-kerk" voor katholieken uit de wijde omgeving. Er werden huizen rond de "kerk" gebouwd en pastoor Adam Petri vestigde zich hier.

Het "Blauhùs" werd te klein voor de kerkdiensten. In 1871 werd de nieuwe St. Vituskerk opgeleverd, getekend door architekt P.J.H. Cuypers. Vanaf die tijd werd Blauwhuis groter: huizenbouw, school en bedrijven zorgden ervoor dat het een levendige gemeenschap werd. Toch was Blauwhuis tot 1949 nog geen officieel dorp, maar een buurtschap onder Westhem. In 1949 kreeg Blauwhuis de officiele dorpsstatus en is het uitgegroeid tot het dorp zoals we dat nu kennen.

naar de top van deze pagina