naar de informatie over de gemeente Lochem Terug naar de homepage van Henri Floor Barchem en omgeving

Barchem valt onder de gemeente Lochem.

Lochem omvat de plaatsen:
Almen, Barchem, Eefde, Epse, Gorssel, Harfsen, Laren, Zwiep.

Barchem
De naam is afgeleid van het Frankische Bargheem, wat “huis aan de berg” betekent. De grens van Frankenland liep vroeger van Oost-Friesland over Bentheim en Diepenheim naar Barchem. De naam Barchem (of Bargheem) is dus al veel ouder dan het huidige dorp. Dat klopt ook, want het oude Barchem lag op een heel andere plek, namelijk aan de Schoneveldsdijk. Barchem (of Berchum) werd toen gevormd door de boerderijen Egelink, Jolink, Brinkerink en Esselink. Deze namen dateren al van het jaar 1200. Ze komen ook voor in een oud markenboek van Barchem, waarin onder meer staat, dat op 13 juli 1697 “op Erve Esselingh in Barchum een Marckengerichte” werd gehouden. In datzelfde boek worden de namen genoemd van Roelof Brinkerink, die in 1718 en in 1731 tot schutter werd benoemd. Tevens wordt vermeld dat Berent Brinkering op een markebijeenkomst aanwezig was. Voorts worden de namen genoemd van Groot en Klein Egelingh, plus nog andere namen van boerderijen en hun eigenaren, omdat, zoals de tekst letterlijk luidt: “men een pertinente liste soude maeken van alle de goederen geleegen in de Marcke van Berchum”.
Het oude Barchem lag dus oorspronkelijk aan de Schoneveldsdijk, de verplaatsing is te danken aan het gereedkomen van de grindweg tussen Lochem en Ruurlo in 1859. In 1860 stonden er nog maar 3 gebouwen; de Groene Jager, het tolhuis en een boerderij. In 1861 kwamen er een kerk, school en Pastorie bij, niet lang hierna volgden een paar woningen, en een bakkerij.
Dit oude Berchum heeft lang bestaan. Er is zelfs een school geweest, op de plek waar nu de boerderij ABC van de familie Weernink staat. De onderwijzer was op het Egelink in de kost en hij verdiende zijn kostgeld door mee te helpen op de boerderij. In dat oude Berchum stond vroeger ook een kapel, waarschijnlijk in de buurt van boerderij Top. De naam Top wordt ook in verband gebracht met de Barchemse klokkeroof. Berchum behoorde destijds tot het kerspel Lochem.
In 1543 veroverde Karel V Lochem. De kerk brandde af en de klokken gingen verloren. Om in dit gemis te voorzien besloten de Lochemers om een klok uit de kapel van Barchem te halen. “Lenen” noemden zij dat, maar de Barchemers kregen hun klok niet terug en zij besloten, na twaalf jaar, om haar te gaan halen.
Op 17 september 1555 gingen twaalf “huislieden” van Barchem naar Lochem. Blankvoort was erbij met paard en wagen en verder vader en zoon Top. De deur van de toren in Lochem werd opengebroken en de klok werd meegenomen. Op 20 februari 1556 moesten twee Barchemse “huislieden”, te weten Willem Gebbinck en Lutken Haminck, zich voor het gerecht in Doesburg verantwoorden wegens deze klokkeroof. Bij erve Top ligt nu nog een weiland, dat het koepelvlak wordt genoemd. Bekend is verder, dat in de boerderij van Egeink de markekamer en later de gemeentekamer was gevestigd.
Het dorp Barchem zoals we dat nu kennen, beslaat nog ongeveer hetzelfde gebied als vroeger. De bewoners van de Schoneveldsdijk rekenen zich nog altijd tot Barchem. Verder strekt het dorp zich in de richting van Lochem ongeveer uit tot onder aan de Kiezak en in oostelijke richting gaat het een flink eind in de richting van Borculo. Ook de buurtschap Zwiep rekent zich voor het grootste gedeelte tot Barchem. Zwiep betekent zwepende, beweegbare grond. Vroeger was daar veel moeras. Aan de rand van dat moeras lag in oude tijden de burcht Hagustaldaburg, ter bescherming van de Frankische grens. De namen Groot en Klein Haselberg herinneren nog aan deze burcht. Rondom Groot Haselberg waren vroeger grachten en er was ook een zogenaamde herenkamer, waarin de heren van Borculo na afloop van een jachtpartij zaten te schransen.
Langs Barchem en de Kaleberg, die al lang niet meer kaal is, liep vroeger de oude Hessenweg van Hamburg naar Zutphen.
Barchem geniet nu vooral bekendheid door het toerisme.
Bron: Jan Bosch en René Lauret

De Lochemse Berg
Het gebied van de Lochemse Berg ligt ten noordoosten van de weg Barchem-Lochem en telt 2 heuveltoppen: de Lochemer Berg (49½ meter) en de Kalenberg (46½ meter). Het natuurgebied was ooit markegrond. De markeboeren lieten er onder het wakend oog van de scheper hun schapen grazen. In het begin van de vorige eeuw werd de grond verdeeld en ontstond een afwisselend landschap met bos, weiden en akkers, in het bezit van verschillende eigenaren.
Tot 1907 behoorde een stuk van de Lochemse Berg tot het ca. 395 ha. tellende grondbezit van havezathe de Cloese. In dat jaar lieten de erfgenamen van de laatste eigenaren het totale bezit veilen. Dat werkte verdere verdeling in de hand en het gevaar bestond dat het gebied van lieverlee zou veranderen in een villapark.
In 1934 schonk de gemeente 28 ha. bos aan Het Geldersch Landschap onder het beding dat binnen 15 jaar het bezit verdubbeld moest zijn. Dit lukte wonderwel, het omvat nu zelfs 164 ha.
Wie op de Lochemer Berg wandelt over de paden langs de steile hellingen vindt in de geulen, gemaakt door het afstromende water, steentjes. Met een beetje geluk is daar een Lochemse diamant bij. Onder die naam raakten al in de 18de eeuw de geheel afgerolde bergkristallen bekend; de Zutphense dominee en natuurkundige J.F. Martinet liet er knopen van slijpen. Het Kristalmuseum te Borculo haalde onlangs de krant met precies zulke Lochemse diamanten als jongste aanwinst voor de museumcollectie.
Voor de Lochemse diamanten had de commercie geen interesse, maar wel voor de leem- en grindlagen. De meest bekende afgraving, warvan de ouderdom zich in de nevelen der geschiedenis hult, is de Witte Wievenkoele. Op deze plaats ontstaan bij bepaalde weersomstandigheden flarden mist. Voerlieden die destijds met kar en paard het spoor van de Hessenweg trachten te volgen raakten erdoor in verwarring en konden zo 'ontsporen'.
Het volksverhaal over de Witte Wieven dat in Zwiep verteld wordt, vindt voor een deel zijn oorsprong in deze historische feiten. Ook de Witte Wieven zelf zouden mensen van vlees en bloed zijn geweest; vrouwen die witten (= weten), of wel vroede (= wijze) vrouwen met kennis van geneeskrachtige kruiden, die bij geboorte, ziekte of ongeval te hulp geroepen werden. De heren medici hebben ze met man en macht uit de samenleving weten te bannen. In de volksverhalen leven ze echter voort als samenzweerders met duistere machten.
Bron: Toeristische informatiegids Lochem, Laren, Barchem 2003 - VVV Lochem

Restaurants
Bon'Aparte 'Josephine', Lochemseweg 37, 0573-257196
Chun Lin, Lochemseweg 35, 0573-255525
In de Groene Jager, centrum dorp, 0573-441201

Cafetaria
Eethuisje de Kaleberg, parkeerterrein Kale Berg, 0573-441459

website Barchem: http://www.barchem.org

naar de top van deze pagina