Naar 
het overzicht van de Lichtflitsen van andere maanden 
Terug naar de homepage 
van 't Hoge Licht laatste lichtflits - jaargang 12, 17 december 2010

In en rondom 't Hoge Licht

Inleiding


ds. Nelleke Janse-van Zessen (links) Aan het eind van een betrekkelijk lange periode als zelfstandige wijkgemeente in Driebergen kun­nen we onmogelijk helemaal in kaart brengen wat het bestaan van deze gemeente voor mensen heeft betekend. Voor velen geldt dat we in deze gemeenschap iets hebben mogen ervaren van de goedheid van God die ons leven draagt. We hebben er gezongen en gebeden, de bijbel gelezen, a­vondmaal gevierd, gelachen en verdriet gehad. Van hieruit heb­ben we onze doden begraven en hier zijn de kinderen gedoopt, hu­welijken ingezegend, feesten ge­vierd en contacten gelegd. Het is een periode geweest waarin de betrokkenheid op elkaar, het saamhorigheidsgevoel, kenmer­kend was. Daar stond de ge­meente in het geheel van pro­testants Driebergen om bekend.
Ieder zal zo persoonlijk zijn of haar herinneringen hebben. De opgetekende en ingezonden her­inneringen die hieronder staan gaan voor een groot deel terug naar de bouwtijd van ’t Ho­ge Licht. De wittebroodsweken. Dat er na zo’n eerste tijd ook in een huwelijk tijden komen dat het een kwestie van taai volhouden wordt, moeten we ook erkennen. Maar ook die tijden zijn we door­gekomen en niet zonder vreugde en zegen.
Ik hoop dat u mijn verlangen deelt dat de onderlinge trouw en de liefde voor elkaar, voor de kerk en voor God met ons mee zal gaan de toekomst in. Maar boven alles dat God ons dragen zal en leiden naar Zijn toekomst.
ds. Nelleke Janse-van Zessen

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

Herinneringen......

Mevr. G. van den Akker (links) Mijn herinneringen bij het Hoge Licht gaan terug naar het prille begin. Als diaken van de Grote Kerk was ik voorzitter van de Centrale Kerkenraad toen de be­sluiten over wel of niet bouwen genomen moesten worden. De wijkgemeente van de Loolaan kerkte in een klein gebouwtje in die laan; later in een zaal van een kantoorgebouw aan de Hoofdstraat. Sinds jaren was een eigen gebouw beloofd en aan de predikant van die wijk, ds Schip­per, was dit vooruitzicht gegeven.
Maar ja.... sterke argumenten te­gen de bouw dreigden roet in het eten te gooien. Uiteraard de fi­nanciën. Kon de Hervormde Ge­meente de lasten dragen? En dan: het aantal kerkgangers liep ook toen al achteruit. De Grote Kerk bood echt nog wel ruimte aan meer kerkgangers. De af­standen in Driebergen waren toch niet zo groot, etc. etc. Ver­gadering na vergadering werd aan de kwestie besteed. Of­schoon ik zelf tot de voorstanders van de bouw behoorde voelde ik me als voorzitter van de CK toch niet altijd gerust. Was de ge­meente wel in staat de uitbreiding van de gebouwen te betalen? Ze­ven ton (guldens) was niet niks. En dat was nog alleen het kale gebouw. Dan de inrichting nog. Wat te doen als de pessimisten gelijk bleken te hebben?
Mevr. G. van den Akker (2e van links) De geruststelling die ik kreeg kwam niet vanuit een visioen, maar vanuit de tekeningen van het gebouw. Als het misliep was het gebouw waarschijnlijk zeer goed te verkopen als kantoor­complex.
De CK nam met een redelijke meerderheid het besluit om te bouwen. Voorwaarde was een krachtige financiële actie die de kerkvoogdij moest steunen. En die kwam er.
En dat is gebeurd! Met groot en­thousiasme is aan de fondsvor­ming gewerkt. Ik herinner mij o.a. mevrouw de Pater die tientallen popjes breide en verkocht. Een ander gemeentelid maakte zwar­te poezen. Miniatuurstoeltjes gin­gen grif van de hand ten behoeve van het “stoelenfonds”. Met be­hulp van een provinciaal archief en later met medewerking van het Catherijne convent konden we beschikken over originele kaarten die bij de gemeenteleden met hun verjaardag persoonlijk werden bezorgd en die ruime gif­ten opleverden. Met warmte en plezier denk ik terug aan deze beginjaren.
Wat heeft dit alles opgeleverd? Het gebouw kwam er. Een prijs­vraag om een goede naam te vinden leverde de naam “'t Hoge Licht” op. Het gebouw maakte zijn naam waar. De indiener, ds van Melle, gaf een gedicht op de naam erbij. Dat staat nog steeds afgedrukt in de kaart die gegeven wordt bij bloemen uit de kerk.
Twee typeringen van gasten die een dienst bijwoonden geven goed weer wat het gebouw bete­kent: Een predikant van buiten zei: “Je komt binnen in een huis­kamer, waar het goed toeven is.” De tweede gast, ook een predi­kant die na zijn emeritaat moeite met de kerk had gekregen, zei na een begrafenisdienst: “Ik zat on­der het hoge licht.” Warmte en uitzicht bood het gebouw. Met weemoed én dankbaarheid ne­men we afscheid van ‘t Hoge Licht. De Grote Kerk staat klaar voor het ontvangen van vele kerkgangers. De pelgrims trek­ken verder.

Gedicht van J.J.F. Van Melle:
Een lied van licht.

1.
Uit hoge hemel baant zich licht
en geeft de aarde haar gezicht;
geschapen leven komt tot groei,
de hof van God in volle bloei.

2.
Dat licht brengt scherpe schei­ding aan.
Laat zien wie in het donker gaan,
onthult het kwaad, legt onrecht bloot,
schouwt in de diepte van de dood.

3.
Uit hoge hemel baant zich licht.
Het woord van God als verge­zicht
een lamp die licht geeft bij mijn voet,
't gebod van God dat leven doet.

4.
Heer Jezus Christus, mensen­zoon,
Gij licht der wereld, kom en toon
mij uit Uw evangeliewoord
hoe lang gij mij reeds had ge­hoord.

5.
Gij stelt onszelf tot lichten aan.
Wij mogen in Uw lichaam staan.
Van onder donk're korenmaat
roept Gij ons naar de rechte daad

6.
Doe ons verlangen naar de dag
dat alle doodse, duist're macht
zich buigt voor Hem, het lichtend Lam.
Hij troont in 't nieuw Jeruzalem.

7.
Uit hoge hemel baant zich licht.
Gij geeft ons samenzijn gewicht.
O, Vader, Zoon en Heil'ge Geest
beziel Uw kinderen tot dit feest.

Mevr. G. van den Akker

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

Herinneringen

Mevr. T.C. Jansen Op 24 oktober 1986 kwam ik na mijn pensionering vanuit Oegst­geest in Driebergen wonen en betrok samen met Gijsje van den Akker een nieuw gebouwd huis op Florastraat 2.
Even eerder was ik overgekomen om de in gebruik neming van ‘t Hoge Licht bij te wonen onder leiding van bouwpastor ds Anton Schipper. Vanaf het begin was 't Hoge Licht dus “mijn kerk”. We woonden er vlak bij en konden er heen lopen.
Na ds Schipper maakten wij ds Arendshorst en ds Sam Janse mee en zijn dus steeds verwend met waardevolle preken, zodat de kerk echt ons geestelijk thuis is.
Op een goed moment werd ik ge­vraagd als ouderling. Mij hierover ernstig bezinnend, besefte ik dat ik het niet moest doen. Evenals in mijn beroepsleven, was ik be­trokken bij oude en nieuwe (bui­ten)kerkelijke activiteiten, die ik niet in de steek mocht laten.
Wel heb ik lang deel uitgemaakt van de redactie van de Wegwij­zer, de voorloper van de Licht­flits, en daarin geschreven over speciale gebouwen, zoals de Beukenhorst met het England­spiel, de Horst met Kerk en We­reld en Hydepark met Het Grote Bos.
Daarna schreven we over men­sen uit Driebergen, die van belang waren (geweest) voor de kerk, zoals Hendrik Kraemer, de zendingsman, Prof. Schroten, de ethicus en Frank Landmeter van Artsen over Grenzen.
Ook maak ik deel uit van een ge­bedsgroepje bij de fam. Haze thuis, waar we het wel en wee van de wijk en de gemeente bij God brengen.
Toen Gijsje en ik in 1999 ver­huisden naar Rehoboth hebben wij gevraagd of we als lid bij ’t Hoge Licht mochten blijven en dat mocht uiteraard. Wij voelden ons daar erg thuis en wilden dat graag vast houden nu we ons ook al in de nieuwe gemeen­schap van Rehoboth moesten in­werken.
De geschiedenis gaat voort en brengt ons nu toch bij de Grote Kerk. Natuurlijk is het jammer maar we hebben er het volste vertrouwen in. De Heer der Kerk is gisteren en heden, hier en daar, Dezelfde.
Mevr. T.C. Jansen

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

'mevrouw Zwijnenburg (in het midden) Bij het nakijken van mijn man zijn boekenkast vond ik het boekje dat werd uitgegeven toen ‘t Hoge Licht in gebruik genomen werd in september 1986. Gedachten bij de naam: Licht is een eerste le­vensvoorwaarde, licht is leven, licht in de wereld, hoog licht. Ds. v. Melle heeft een lied gemaakt een lied van licht. Veel gemeen­teleden zijn toen erg actief en creatief geweest om op veel ma­nieren geld bijeen te brengen, rommelmarkten bij de Uilen­burchtschool, piekpijp sparen­ die pijpen waren overgenomen van de gemeente in Doorn waar ze gebruikt waren voor hun kerkge­bouw. Hr. Jille heeft van de gla­zen ramen uit de Opstandings­kapel beschilderde raampjes ge­maakt voor de verkoop, mevr. Pater heeft vele smurfjes ge­breid. De dames van Beest maakten droogbloemstukjes van de bloemen uit eigen tuin.
Het doopvont is door de jongeren met een sponsorfietstocht naar Deventer bijeen gebracht, oud papier heeft in twee jaar ruim 7000 gulden opgebracht. Thea Jelier organiseerde modeshows met Anton Schipper op de cat­walk. En de stoeltjesactie: kleine stoeltjes gemaakt door de heer Van de Brink en ds. Feunekes, vader van Carien Carton. Dan werd er een kerkje ingebrand. De boerderij van de fam. van Cooten heeft jarenlang als opslag ge­diend. Zo zijn heel veel mensen daadwerkelijk bezig geweest om ‘t Hoge Licht gestalte te geven en was het bijna 25 jaar een goede plek om samen te zijn. Maar al het heden wordt verleden, maar de herinneringen blijven.
H. Zwijnenburg

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

Het Hoge Licht gedoofd?

P.D.Winsemius (links) Niemand heeft verhuld dat de ge­nomen reorganisatiebesluiten pijn zouden doen. Dit gevoel is algemeen. De besluiten werden dan ook met vertraging geno­men. Daarbij bleef onzekerheid of de in uitvoering gekomen be­sluiten toereikend zullen blijken. Treffend is dat vitalisering doel­stelling blijft.
Het staat vast dat onze wijkge­meente op zal gaan in een nieuw te vormen wijkgemeente. En ook dat ’t Hoge Licht als preekplaats zal worden opgegeven. Toch blijft voor mij de vraag of daarmee het hele verhaal verteld is. Past niet eerder een gevoel van dankbare verwondering dat ons ’t Hoge Licht al bijna vijfentwintig jaar ge­geven werd. In een tijd van grote en ingrijpende veranderingen, wereldwijd en nationaal, is dit lang. Bijzonder was daarbij dat alles wat samenhing met de bouw en de gemeentevorming daarna leidde tot een groot ge­voel van saamhorigheid. De ge­neratie die dit meegemaakt heeft zal die ervaring als een kostbare herinnering meedragen. En ten slotte: de wijkgemeente leeft in een ander maar verwant bestand verder. De aanpassing zal uiter­aard tijd vergen. Op grond van dit alles kan de kop Het Hoge Licht gedoofd worden voorzien van een vraagteken. Wij zouden zelfs met de woorden van Hanna Lam kunnen zeggen: Het Hoge Licht voorbij is niet echt voorbij. Ten­slotte kunnen we dank betuigen aan allen die hebben meege­speeld in de totstandkoming van ’t Hoge Licht, met name ook onze bouwpastor, ds. Schipper. Het was een goede tijd!
P.D.Winsemius

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

de inrichting van nieuwbouw ’t Hoge Licht”. ( 1986 ).

Carien Carton, midden voor Vanuit de bouwcommissie was afgesproken dat wij, Carien en Coby, in eerste instantie de in­richting van dit gebouw zouden organiseren.
Zoals gebruikelijk gaan er heel veel vergaderingen vooraf om tot een juiste keuze van de inrichting te kunnen komen. Om ideeën op te doen werden meerdere kerken en bijruimten bezocht en moch­ten diverse bedrijven die meubi­lair leverden ons voor informatie ontvangen. De stoelkeuze voor kerkzaal en lokalen was belang­rijk: een harde of zachte zitting, met of zonder leuning, schakel­ en stapelbaar, voldoende zit­breedte, bekleedt of niet, etc. etc. Diverse gemeente- en kerken­raadsleden hebben“ proefgeze­ten“ in de hal. En uiteraard moest het meubilair ook qua kleur pas­sen bij het geheel. Maar een goe­de keuze lukte.
Leuker, maar niet makkelijker, was de keuze van vitrage en o­vergordijnen. Ook zij moesten voldoen aan de kleurkeuze van de architect, voornamelijk geel en blauw. Dit gold ook voor de tafel­kleedjes, rechthoekig en in trape­zevorm. Gezien het feit dat de o­vergordijnen in de lokalen nog steeds hangen blijkt de toen ge­maakte keuze de juiste. De vitra­ge is wel na een aantal jaren een keer vervangen. De gordijnen in de lokalen 2 en 4 moesten wor­den voorzien van een verduiste­ringsgordijn omdat tijdens film- of diavoorstellingen, o.a. bij reünie­bijeenkomsten van de IRO reis­organisatie, de zaal verduisterd moest kunnen worden. Hiervoor werden de rails ook nog beter af­geschermd. Het gebouw moest multifunctioneel bruikbaar zijn !!
Na het plaatsen van de keuken kwam deze ruimte aan de beurt voor invulling met serviesgoed (blauw bloemetje met geel hart­je), etc. Het was leuk om, weer na brede oriëntering, keuze te maken voor bestek, pannen, hand- en theedoeken en allerlei kleine benodigdheden. Uiteraard was alle keuze onderhevig aan de goedkeuring van de bouw­commissie, zoals bv. het beoor­delen van de voorgestelde koffie­kopjes en schotels. Maar de keu­ze was akkoord en bleek juist, want nog steeds worden de kop­jes en schoteltjes dagelijks ge­bruikt !!
Niet alle dingen die bij de inrich­ting van dit gebouw aangeschaft moesten worden kunnen ge­noemd worden, maar het zal dui­delijk zijn dat de inrichters een leuke, plezierige en veel tijdvra­gende baan hadden. Maar het werd met liefde gedaan en de goedkeuring voor de aanschaf gaf veel voldoening. Het is te ho­pen dat dit gebouw nog vele ja­ren multifunctioneel gebruikt zal worden.
Carien Carton en Coby Landmeter

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

de Rummykub­soos.

Carien Carton “We kijken er elke week naar uit!”, “Hoe gaat het met je ?“,
“Hoe is het met je kleindochter?”, “Vandaag wil ik weer een keer winnen met het spel ! “
Zomaar wat kreten die je op woensdagmorgen hoort tijdens de rummykub­bijeenkomst als voortzetting van de inloopoch­tenden voor ouderen die in 1995 zijn gestart in ’t Hoge Licht. In het begin kwamen ca 20 deelnemers voor sjoelen, klaverjassen, rum­mykub spelen of zomaar voor een gezellig gesprek bij de koffie trouw elke woensdagmorgen.He­laas werd de groep allengs klei­ner door ziekte, verhuizing of o­verlijden en daarmee ook de mo­gelijkheden voor de diverse spe­len. Momenteel komen wekelijks zo’n 8 dames bijeen die uitslui­tend rummykub spelen. De koffie wordt bij toerbeurt verzorgd door een 5-tal gastvrouwen.
Alle dames komen elke week trouw en gehoopt wordt dat deze activiteit ook in de toekomst voortgezet kan worden in ’t Hoge Licht, want de dames wonen vlak bij dit gebouw en voor enkelen is dit een afstand die nu nog te be­lopen valt. Opheffen is voor hen geen optie en verplaatsing naar een ander kerkelijk gebouw be­tekent dan ook het einde van­wege onbereikbaarheid.
Carien Carton, coord. Gastvrouwen

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

Terugblik op het beheer van ons wijkcentrum “ ’t Hoge Licht “.

Steven Carton (aan de piano) Daar ik, als toenmalig ouderling­kerkvoogd, de Beheerszaken in mijn portefeuille had lag het in de rede dat ik in het begin het be­heer van dit gebouw als vrijwilli­ger de eerste maanden op me zou nemen, samen met Carien. Carien zou hier zeker een grote bijdrage aan leveren daar zij als lerares Huishoudkunde in deze materie wel inzicht had.
Nadat de inrichting voltooid en de opening verricht was begonnen we met het organiseren van een groep dames die bij toerbeurt da­gelijks een deel van de schoon­maakwerkzaamheden ging ver­richten. Aan belangstelling hier­voor was gelukkig geen gebrek: we konden voor elke dag en week een rooster van tweetallen opstellen. Dit is jarenlang door­gegaan en voor zover mij bekend zijn er na bijna 25 jaar nog steeds enkelen die hiermee bezig zijn.
Afgesproken was dat het gebruik van het gebouw in eerste instan­tie voor kerkelijke doeleinden be­stemd was en dat we daarnaast de zalen zouden kunnen verhu­ren. Maar het moest ook mogelijk zijn om af en toe een grotere ma­nifestatie te houden via verhuur, zoals een bruiloft of een mode­show van een plaatselijke onder­nemer, een grote vergadering etc. Dit lukte af en toe maar de meeste belangstelling voor huur kwam van omwonenden die o­verdag maar vooral ook op za­terdagavond de hal+keuken wil­den huren voor het vieren van een verjaardag etc.
Steven Carton (links van de dame in het blauw) Afspraak was dat deze mensen zelf voor alles moesten zorgen en dat men de ruimten, waaron­der de keuken, weer opleverden zoals ze het gevonden hadden, dus schoon en gestofzuigd. Dan blijkt als beheerder dat, als je na afloop komt om te controleren en af te sluiten, schoonmaken voor de een anders is dan voor de ander. Menig keer konden we pas rond 01.00 uur ‘s nachts naar huis na de controleronde. Maar het hoorde erbij en de verhuur­centen gingen “in de pot“ voor de kerkvoogdij.
Een aparte maar zeker vermel­denswaardige groep was de a­vondkosters! Volgens schema gingen zij in de week rond 22.30 uur of zo naar het gebouw voor controle van de verlichting en het afsluiten. Sommigen deden hier jarenlang aan mee! Voor de kerk­diensten werd een aparte groep kosters opgericht, los van het be­heer. Ter verantwoording en o­verleg rond het Beheer werd een Beheerscommissie ’t Hoge Licht ingesteld waarmee regelmatig o­verleg over de gang van zaken werd gevoerd.
Na ca 3 jaar als vrijwilliger in deze functie te hebben gewerkt zochten we naar opvolging die we vonden in de fam. Anneke en Wim Kruysse, die het werk ca 2 jaar als beheerder hebben voort­gezet. Toen zij stopten werd he­laas niemand gevonden om als vrijwillige beheerder door te gaan. Een beetje noodgedwon­gen hebben Carien en ik het toen maar weer “opgepakt” en het nog ongeveer 2 jaar voortgezet. Wel was er toen een bepaalde ver­goeding voor ons afgesproken, maar die stond niet in verhouding tot het werk dat gedaan moest worden en de tijd die je er in stopt.
Uiteindelijk werd door de Kerk­voogdij besloten het verhuur uit te breiden en een betaalde kracht hiervoor aan te nemen. Na een sollicitatieronde werd Greta van Haaren hiervoor aangesteld en kwam aan onze betrokkenheid als beheerder een einde.
Steven Carton

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

Cees Olthof (links) “’t Hoge Licht” in herinnering

De P.K.N.-gemeente in Drieber­gen zal binnenkort slechts twee wijken hebben. Zo heeft de Alge­mene Kerkenraad onlangs beslo­ten. Dit betekent o.m. opheffing van onze wijkgemeente, de wijk rond ’t Hoge Licht. Met als gevolg geen kerkdiensten meer in ons wijkcentrum. De belangrijkste functie van dit gebouw komt dan m.i.v. het jaar 2011 te vervallen. Dit gaat ons zeer ter harte. Het roept vele fijne herinneringen op aan een scala van activiteiten die voor de tot stand koming van ’t Hoge Licht hebben plaatsgevon­den. Een groot aantal gemeen­teleden was daar indertijd zeer enthousiast bij betrokken. In kort bestek daarover het volgende.
Begin 1981 is de Opstandings­kapel aan de Gemeente Drieber­gen-Rijsenburg verkocht. Al ge­ruime tijd was dit gebouw aan de Loolaan te beperkt voor al het kerkenwerk in wijk 2. In deze wijk van de Hervormde Gemeente van Driebergen was destijds een sterk verlangen naar een ge­schikt centrum voor de velerlei kerkelijke activiteiten. Na een enquête onder de gemeentele­den werd in 1983 door de Cen­trale Kerkenraad het principebe­sluit genomen een multifunctio­neel kerkelijk centrum in de nieuwbouwwijk “Hoenderdaal” te bouwen. Ter overbrugging wer­den van eind augustus ’81 tot eind september ’86 op zondag­morgen de wijk­kerkdiensten in de aula van de C.O.L.-school “Nijendal” gehouden.
't Hoge Licht in de sneeuw Voor realisatie van het gewenste gebouw hebben heel veel ge­meenteleden zich enorm ingezet. Uit deze groep is o.a. een bouw­commissie gevormd. De eerste taak betrof het opstellen van een program van eisen waarin de wensen voor een multifunctioneel kerkelijk centrum werden vertolkt. Het moest een gezellig ontmoe­tingscentrum worden voor kerke­lijke activiteiten en geschikt voor verhuur aan derden, voor b.v. so­ciaal cultureel werk. Dit laatste voor zover de ruimtes niet in ge­bruik zouden zijn voor kerken­werk. Op diverse wijkbijeenkom­sten zijn de wensen en plannen uitvoerig aan de orde geweest; dat gebeurde meestal op een za­terdagochtend met grote groepen belangstellende, betrokken ge­meenteleden.
In 1984 is een perceel grond van de Gemeente Driebergen ge­kocht. Dit betrof ruim 750 vier­kante meters gelegen op de hoek Nijendal-Rijsenburgselaan-Klap-roos. In datzelfde jaar heeft het contact met architect Aart van Eck te Gorkum geleid tot op­dracht voor de ontwikkeling van dit project. Het betrof de bouw van een kerkzaal met 230 zit­plaatsen, vier ruimtes voor jeugd­werk en vergaderingen, keuken met uitgiftebuffet en een sfeer­volle ontmoetingsruimte. Op 27 juni 1985 vond de aanbesteding plaats. De bouw werd gegund aan aannemersbedrijf fa. Boot te Driebergen.
Het voor grond, gebouw, litur­gisch meubilair en inventaris be­nodigde bedrag was rond ƒ 1.075.000, omgerekend ca. € 488.000. Er was een goede sa­menwerking met de kerkvoogdij, maar het benodigde geld moest wel voor een belangrijk deel door onze wijkgemeente bijeenge­bracht worden. Onder leiding van een energieke activiteitencom­missie hebben allerlei acties plaatsgevonden: modeshows; rommelmarkten; piek-pijpen-spaar-actie; sponsorfietstocht; oud­papieractie; bingoavonden; stoeltjesactie; minimarkten met verkoop van droogbloemstukken, smurfen, handwerken, geschil­derde raampjes e.d, etc. Dat ge­beurde met fantastische inzet en taaie volharding! Al deze acties hebben veel geld opgeleverd, respectabel. Bovendien werden een aantal kleine en grote giften ontvangen. Het resultaat mocht er zijn. Met actieopbrengsten en ontvangen giften was het over­grote deel voor de benodigde ƒ 1.075.000 beschikbaar geko­men. Bij slechts een beperkte vermindering van de kerkelijke geldmiddelen was er een mooie toename van de waarde van de vaste activa van de Hervormde Gemeente van Driebergen.
De eerste steenlegging vond plaats door ds. Anton Schipper op 26-4-1986; een fraaie steen die meteen bij binnenkomst op­valt. Voor de naamgeving heeft een jury uit een aantal inzendin­gen een keuze gemaakt. Het is ’t Hoge Licht geworden, ingezon­den door ds. Herman Meininger. Een naam waar we eerst wel wat moeite mee hadden om aan te wennen. De gekozen naam is een goede aanduiding die ver­band houdt met de vormgeving van het gebouw en die zeer we­zenlijk tegelijk een ”gave” en een ”opgave” inhoudt. Aan een muur in de kerkzaal is een decoratie aangebracht, ontworpen en ge­maakt door mevr. Anneke Kaai. Een prachtige wanddecoratie, waarmee een stuk evangelie in de kerkruimte van ’t Hoge Licht wordt gesymboliseerd.
Na de officiële overdracht aan de wijkkerkenraad op vrijdagavond 19 september 1986 ~met ca. 350 aanwezigen~ volgde op zondag 21 september de feestelijke in­trada bij het ingebruiknemen van het nieuwe kerkgebouw. Een in­drukwekkende dienst. ’t Was op­nieuw overvol. Dat is zo’n 24 jaar geleden.
‘t Ligt allemaal bij velen nog tamelijk vers in de herinnering. In de negentiger jaren is actie ge­voerd voor een pijporgel. De kerkzang werd namelijk begeleid door een oud elektronisch appa­raat. Na oriëntatie op de markt van gebruikte orgels had de or­gelcommissie in de Hervormde Opstandingskerk te Nijkerk een voor overname geschikt orgel gevonden. Een prima instrument met een uiterst sympathieke klank. De totale kosten voor aan­koop en overplaatsing/aanpas­sing bedroegen ƒ 92.000 (ca. € 42.000) Actieopbrengsten en een belangrijk bedrag uit de kas van de kerkvoogdij hebben deze muzikale aanwinst mogelijk ge­maakt. Op zondag 19 september 1993 is dit orgel in gebruik ge­nomen, gastorganist was toen onze adviseur dr. Hans van Nieuwkoop.
Bijna een kwart eeuw is ’t Hoge Licht in gebruik. Een multifuncti­oneel kerkelijk centrum, zoals in oorsprong bedoeld, met kerken­werk en verhuur aan derden. Voor de leden van de wijkge­meente vooral hun gebouw voor de zondagse eredienst. Sedert de opening in 1986 zijn er hon­derden diensten gehouden. Voor velen bij uitstek een plaats voor bezinning en ontmoeting. Ont­moetingen in ons geloof in de Heer der Kerk, in de zoektocht naar God en in het onderling con­tact. Voor mij en vele anderen zeer waardevol en zinvol.
Opheffen van onze wijk en wijzi­gingen in ons wijkgebouw zijn te­kenen van een zorgelijke ontwik­keling. Evenals landelijk ervaart ook de P.K.N.-gemeente van Driebergen de gevolgen van se­cularisatie en vergrijzing. Ver­minderde kerkgang, minder ker­kelijke bijdragen. Ook in de kerk­zaal van ’t Hoge Licht zijn veel minder zitplaatsen nodig dan in ’t begin. In de komende tijd zullen de veranderingen merkbaar zijn. Ongetwijfeld een verlies voor on­ze Hoge Licht­Gemeenschap. Er zijn fijne herinneringen en we voelen in sterke mate weemoed. Hopelijk zullen we ons straks spoedig thuis voelen in de nieuw te vormen grotere gemeenschap rond de Grote Kerk en zal ’t Hoge Licht een passende bestemming krijgen in ’t geheel van de Drie­bergse P.K.N.
Kees Olthof

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

“Herinneringen”, wat ik me nog goed herinner.

Foto van de Protestantse wijkgemeente 't Hoge Licht We waren net 2 weken getrouwd, september 1972. Ik kwam uit Am­sterdam. Ongeveer 2 weken daarna stond een man op de stoep, of ik wat in het jeugdwerk van de Opstandingskapel zou willen doen! We aten nog volop “witte brood”, dus zo van; “kom o­ver een halfjaar maar terug”. Dat gebeurde dus ook. Ik trof een zeer bloeiend jeugdwerk aan met zondagse en weekse arbeid: Na­latenschap van Dominee Kalk­man”. Ik koos voor de weekse ar­beid. Een hobbyclub in de Uilen­burchtschool, nota bene in het lo­kaal van het hoofd, de heer Nicolai. Hij stond niet alleen “zijn” school belangeloos af maar “stond ook toe” dat er af en toe in tafels werd gezaagd met de fi­guurzaag. Vergaderingen vonden plaats in Dabaar, onder een pa­rachute, om het geheel wat ge­zelliger te maken. Nieuwe heren, nieuwe wetten. We moesten be­ter en efficiënter vergaderen. De gezelligheid verdween, maar ook een groot gedeelte van het ka­der. Wat nu?
Het betaalde kostersechtpaar moest in het kader van bezuini­gingen verdwijnen. Er zou een vrijwilligersgroep worden opge­richt, bij toerbeurt, zo ongeveer 1x in de 6 weken dienst. Dat ging een aantal jaren goed. Het kerk­bezoek nam echter zienderogen af; niet strategisch gelegen, ver­grijzende leden, de wijk was zich voorzichtig aan het verjongen. Er moest iets gebeuren.
Een nieuwe voorganger met fris­se ideeën; “In de Wildbaan, daar wonen de jonge gezinnen, daar moeten we zitten”, midden in de wijk. Makkelijker gezegd dan ge­daan! Plannen maken, grond ver­werven, hoort de Wildbaan wel tot de wijk van de Opstandings­kapel? Geluk bij een ongeluk: “De gemeente sprak over (ver)­nieuwbouw, bijna een hele straat zou tegen de grond gaan, inclu­sief onze kapel met kosterswo­ning.
De kapel werd gesloten, de Bijbel de kerk uitgedragen. We verhuis­den naar de Levensmiddelen­school (C.O.L.) aan de Nijendal. De aula mocht daar worden ge­bruikt, de stoelen stonden elders in het gebouw. De kostersdienst moest in koppels van 2 worden verricht. Ik deed dat, vanzelfspre­kend, met m’n zwager, Jaap Waasdorp. Jaar in, jaar uit werd er gesleept met stoelen, sche­ma’s hoe de aula na de kerk­dienst moest worden ingericht, en ook de verplaatsbare preek­stoel moest worden opgebouwd. Groot voordeel was dat we ook andere lokalen mochten gebrui­ken. Dat was wel nodig omdat de jeugd massaal naar ons toe­kwam. Het was ook in die tijd dat mijn echtgenote Wijnanda met haar kerkenwerk begon en nog steeds doet. De plannen voor de nieuwbouw werden steeds con­creter. Dus moest ook de finan­ciering in gang worden gezet.
Naast de opbrengst van de ver­kochte grond van de voormalige Opstandingskapel en een bij­drage van de Centrale Kerken­raad resteerde toch een fors gat. De kerkleden werden hiertoe be­naderd en vriendelijk verzocht om ook een (aanzienlijke?) bij­drage te leveren, hetgeen ge­schiedde. Onder leiding van “bouwheer” Ds. Anton Schipper kwam de nieuwbouw tot stand en kon al vrij snel de eerste steen worden gelegd. De voltooiing volgde snel. Zo bijna 25 jaar geleden.
Dat nieuwbouw een goede zet was geweest bleek wel uit het kerkbezoek: Week na week, maand na maand was de kerk vol, inclusief stoelen in de hal. De schuifdeuren gingen open. Ook nu werd er weer met stoelen ge­sjouwd! We deden het graag! Vanzelfsprekend ging ik mee naar ‘t Hoge Licht, ofschoon, in­middels verhuisd, ik organisato­risch onder de Grote Kerk viel. Daar is echter nooit een pro­bleem van gemaakt. Allengs daalde, langzaam maar gestaag, het aantal kerkgangers. Daar zijn diverse redenen voor op te noe­men.
Veel erger was dat ook de jeugd, ook in de leeftijd van 17 en 18-ja­rigen, niet kon worden vastge­houden. Weliswaar een landelijke trend, maar toch. Waar jonge(re) instroom niet of onvoldoende ver­val compenseert resteert een af­name. Haast een wetmatigheid. Het heeft mij, als iemand die de­cennia lang het jeugdwerk een goed hart heeft toegedragen en daarin ook actief is geweest, pijn gedaan. Temeer daar in een na­burige kerk het jeugdwerk wel bloeide en groeide. In het kader van de samensmelting van, in­middels fusiekerk PKN, zou daar het kind met het badwater wor­den weggegooid. Gelukkig is de CK daarvan teruggekomen.
Revitalisering of, wellicht, meer naar bijvoorbeeld de Baptisten­kerk kijken. De wal zal het schip moeten keren. Hoewel ik de noodzaak van fusie en samen­smelting van een aantal wijkge­meenten in ons dorp van harte ondersteun blijven er bij mij tal van vragen over. Niet ten aan­zien van ‘t Hoge Licht. Deze is in het kader van winst/verlies het meest rendabel en, ook op ter­mijn, goedkoop in onderhoud, maar te klein. Na bijna 25 jaar zullen de diensten in ‘t Hoge Licht worden gestaakt. Wat blijft is de herinnering. Als “rechtsop­volger” van de Opstandingskapel en de C.O.L. een met ups en downs, goede en slechte jaren. Natuurlijk, het zijn “maar” stenen, maar ook een plaats van samen­komst, in naam van de Heer. Ik ben benieuwd hoe het de fusie­kerk PKN in Driebergen zal ver­gaan. In ieder geval zal ik dat niet meer meemaken als vrijwilliger. Na bijna 38 jaar onafgebroken dienst, naast vele andere be­stuursfunctie’s, zal ik eind dit jaar stoppen. Het is mooi geweest zo.
“Dat ‘s Heren zegen op onze gemeente mag dalen”
H. Tolsma

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

‘Uit hoge hemel baant zich licht en geeft de aarde haar gezicht’

Een herinnering aan ‘t Hoge Licht


't Hoge Licht Bij mijn komst in oktober 1980 in Driebergen als predikant van wat toen nog wijk II heette, werd door de kerkenraad gezegd dat er plannen waren voor de bouw van een nieuw kerkelijk centrum in de Wildbaan maar óók dat ik daar niet al te vast op moest rekenen. Mijn voorganger was daar im­mers in zijn tijd heel teleurgesteld over geweest.
Tot mijn verrassing en ik denk van anderen ook, kreeg de ker­kenraad in december van dat­zelfde jaar van de burgerlijke ge­meente te horen dat zij ver­wachtte dat de beloofde verkoop van de vroegere badkapel in het Loolaankwartier, die tot Opstan­dingskapel was omgebouwd, spoedig gerealiseerd zou wor­den. Want op korte termijn wilde de gemeente op die plaats soci­ale woningbouw verwezenlijken.
Door dit min of meer voldongen feit waar we door de gemeente voor geplaatst werden, kwam een nieuw te bouwen kerk eerder op de agenda dan ik zelf ooit had gedacht. Toch heeft het nog zes jaar geduurd voordat ’t Hoge Licht in gebruik kon worden ge­nomen. Want er moest heel veel geregeld worden: een bouwcom­missie die heel veel werk verzet heeft, overeenstemming met de gemeente over de plaats en de beschikbare grond, maar vooral, met de beperkte geldmiddelen die beschikbaar waren, zoeken naar creatieve en financiële op­lossingen. Voorwaarde immers voor het bouwen van het kerke­lijke centrum was dat het bij vol­tooiing vrij van schuld zou zijn. Mede dankzij de IRO kon het uit­eindelijk gerealiseerd worden. In die periode is voor mij een be­langrijk moment geweest, de be­slissing die de Centrale Kerken­raad unaniem, op één stem na, heeft genomen om het groene licht te geven tot het bouwen.
Vanaf het begin stond ons voor ogen een praktisch, niet te groot, multifunctioneel centrum dat door de week voor allerlei activiteiten gebruikt kon worden maar ook met voldoende ruimte voor de zondagse eredienst van de wijk­gemeente.
Van de Opstandingskapel in het Loolaankwartier gingen we tijde­lijk naar de COL school aan de Hoofdstraat waar elke zaterdag een groep vrijwilligers de lokalen voor de zondagse kerkdienst klaarmaakte om die na de dienst weer te ontruimen –chapeau ! En vijf jaar later naar ‘t Hoge Licht dat in september 1986 in gebruik kon worden genomen.
Het zijn vooral ook zes jaren ge­weest waarin de leden van onze wijkgemeente m.i. hoe langer hoe meer naar elkaar toegroei­den tot een warme gemeenschap zoals mijn vrouw en ik zelf ook persoonlijk hebben ervaren. Niet alleen maar door allerlei acties die we hielden om geld bij een te brengen: rommelmarkten, olie­bollen bakken, sponsorloop, mini­stoeltjes verkopen, modeshows en nog veel meer maar ook in spiritueel opzicht door gemeente­opbouw en toerusting.
Ik herinner me nog goed toen ik een paar maanden na de ope­ning op een morgen ’t Hoge Licht binnenstapte en hoorde dat een van onze vrijwilligsters die aan haar moeder het gebouw liet zien, in de keuken zei: “dit zijn ‘onze’ kopjes, ‘onze’ borden, ‘on­ze’ handdoeken etc.” Met dat woordje ons typeerde ze ’t Hoge Licht als een centrum, dat van ons allemaal was, een huis bij wijze van spreken waarin je je als een familie thuis voelde.
Bij de opening schreef collega van Melle, indertijd predikant van wijk III, op ons verzoek een schitterend lied:
“Uit hoge hemel baant zich licht:
het Woord van God als vergezicht
en lamp die licht geeft bij mijn voet;
’t gebod van God dat leven doet !”
Aan dat lied moet ik denken nu binnenkort ‘t Hoge Licht -althans wat de wijkgemeente betreft – gesloten zal worden. Een kerke­lijk centrum mee helpen bouwen en weer zien sluiten doet pijn en met enige weemoed kijken ook wij terug naar die goede jaren die wij met velen van u in en rond ’t Hoge Licht hebben gehad. Ge­lukkig is een gemeente van de Heer niet gebonden aan een ge­bouw Want in datzelfde lied lees ik ook:
“Gij stelt ons zelf tot lichten aan
wij mogen in uw lichtbaan staan
Van onder donkre korenmaat
roept Gij ons weg naar rechte daad”.
Dat biedt perspectief voor de toe­komst.
Onlangs vertelde Ferdinand van Melle mij dat hij dit lied had inge­stuurd voor het Nieuwe Liedboek.
Wie weet, leeft zo ’t Hoge Licht nog door in dat toekomstige Lied­boek.
ds Anton Schipper

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

Herinneringen Het Hoge Licht

Ik schrijf wel na de 1e oktober, maar wil toch even wat herinne­ringen kwijt.
Ik werk bij de PKN in Utrecht en moest iets opzoeken op het web. Zo kwam ik terecht bij de website van ‘t Hoge Licht. En ik schrok echt even….. Nu alweer sluiten, die kerk?
We zijn in 1984 in Driebergen ko­men wonen en kerkten in de ge­reformeerde kerk, toen bij Piet van Midden. Al snel zijn we toen overgestapt naar het Hoge Licht, daar het een SoWkerk zou wor­den. Waarschijnlijk waren ze daar nog niet aan toe en zo wer­den we als gezin hervormd. We hebben goede jaren in ‘t Hoge Licht gehad. Ik ben daar club­leidster geweest van de SIR. Ook geholpen met het schoonhouden van de kerk. Na 10 jaar zijn we verhuisd naar de Betuwe, waar we nu in Kesteren kerken, ook een soort Hoge Licht, wat het ge­bouw aangaat. Daarvoor moes­ten we van de hervormde kerk te Ingen perforeren naar Kesteren. En dat ging niet…. Dus weer ge­reformeerd geworden. Fijn dat we nu ´gewoon´ protestants kun­nen zijn! Ik zie dat er nog veel bekende namen in de Lichtflits voorkomen, leuk om dat te lezen. Veel succes met het samen gaan!!! Hartelijke groet,
Cathrien Duit-Tiemersma

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

Aanvankelijk hadden we Ds Anton Schipper als voorganger. We vonden het jammer toen hij een beroep in Rotterdam aan­nam.
Daarna kwam Ds Arendshorst. Hij bleef maar 4 jaar. Hij nam daar echter zelf het initiatief toe. Hij heeft later nog wel een keer in 't Hoge Licht gepreekt. Hij bleef toen ook vrij afstandelijk.
Daarna kwam Ds Janse. Hij is ui­teraard de bekendste, mede om­dat hij nog niet echt weg is. Bij Ds Janse moet ik vooral denken aan de interviews, die in de Licht­flits werden gepubliceerd en waarbij het leek alsof de (toen­malige) redactie van de Lichtflits de vragen aan Ds Janse stelde. In de praktijk stelde de dominee zelf de vragen waarop hijzelf ook antwoord gaf. In november 2002 had het interview de titel "Waar­om rijdt u geen olifant". Dat vond ik een heel opmerkelijke titel. Op de website van 't Hoge licht kun­nen deze interviews, vanaf janu­ari 2002, nog geraadpleegd wor­den.
Medio 2003 werden we "opge­schrikt" door het bericht dat de Wijkgemeente De Rank uit Krim­pen aan de IJssel een beroep op Ds. S. Janse heeft uitgebracht. Gelukkig voor ons heeft Ds Janse voor dat beroep bedankt.
In 1986 was ik nog niet woon­achtig in Driebergen. Maar daar­om is het wel mooi om de Ge­schiedenis van 't Hoge Licht te le­zen zoals dat gepubliceerd is in het "programma openingsboekje d.d. 19-23 september 1986". De geschiedenis staat ook op de website van 't Hoge Licht.
Henri Floor

naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina

Van de redactie

In een aantal van bovenstaande artikelen wordt gesproken over de Opstandingskapel. Dit was één van de voorlopers van ’t Ho­ge Licht. Wie nog geïnteresseerd is in de voorloper van de Opstan­dingskapel kan dit nog lezen op de website van ’t Hoge Licht. Het gaat om ’t Haagje. Hier werd van­af 1931 gekerkt.


naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina













































naar de top van deze paginanaar de top van deze pagina