Op de­ze za­ter­dag kun je in wan­del­land te­recht bij de FLAL voor de Pa­ge­dal wan­del­tocht in Stads­ka­naal. In Ma­de en in Schaijk voor een snert­tocht, maar ook in Rhoon voor de 13e Rhoon­se Grien­den­tocht en in Nun­speet voor de 12e Mid­win­ter­snert­wan­de­ling. In ons land wor­den hier en daar nog en­ke­le klei­ne wan­de­lin­gen ge­or­ga­ni­seerd, maar die heb­ben niet mijn voor­keur. Aan­ge­zien de Ve­lu­we mij lokt, pre­fe­reer ik een voet­tocht al­daar. Bij in­for­ma­tie blijkt dat de or­ga­ni­sa­tie haar wan­de­laars die met O­pen­baar Ver­voer rei­zen, met een spe­ci­a­le pen­del­dienst, van het sta­tion op­haalt. Al­leen daar­voor wil je al met de­ze or­ga­ni­sa­tie ken­nis­ma­ken. Twee da­gen voor­af­gaand aan de wan­de­ling geef ik aan dat mijn trein om 08:16 uur bij het nos­tal­gi­sche sta­ti­on­ne­tje al­daar ar­ri­veert. Mocht de pen­del­dienst het door om­stan­dig­he­den la­ten af­we­ten, dan heb ik tijd ge­noeg om de aan­loop­rou­te naar het start­ge­bouw in een half uur af te ron­den. Is men wel aan­we­zig, dan heb ik eer­der een kop­je kof­fie te pak­ken.

Nunspeet ligt op de rand van een bos­rijk ge­bied, waar het voor de toe­rist in de zo­mer goed ver­toe­ven is. Daar­om vindt men er tal­lo­ze bun­ga­low­par­ken, fa­mi­lie­hui­zen, va­kan­tie­par­ken en cam­pings om de va­kan­tie­gan­ger een pret­tig ver­blijf te b­ezor­gen. Aan de noord­kant ligt een ge­bied met wei­lan­den, hout­wal­len, sin­gels en di­ver­se gaaf be­waar­de boer­de­rij­en uit de 19e eeuw. De naam Nun­speet tref­fen we in 1313 op een goe­de­ren­lijst van Her­bert van Put­ten aan. In 1396 noem­de men de plaats Nun­spit en in 1534 Nuyn­spit het­geen be­te­kent ‘de nieu­we om­ge­spit­te grond’. ‘Speet’ is een voor be­bou­wing ge­schikt ge­maakt stuk grond en ‘nun’ is nieuw. Kijkt men naar de be­te­ke­nis van de plaats El­speet dan be­te­kent ‘el’ oud. El­speet is ook ou­der dan Nun­speet en wordt al in 1227 ge­noemd.

Vroeg in de morgen verlaat ik het huis, trek de deur achter me dicht en ga op weg naar het station voor een wandeling waarop ik me zeer verheug. Business as usual, mag je zeggen. Op tijd arriveer ik bij het station en moet nog enige minuten wachten voordat de Sprinter uit Amsterdam arriveert. Precies op schema komt de trein voorrijden en ik stap in. In de trein is het druk. Een groep jongelui heeft zojuist het Amsterdamse nachtleven verlaten en begeeft zich op weg naar huis. Een aantal maakt de reis niet geheel bij kennis mee, zij verkeren in diepe slaap. Twee anderen zijn bezig met een jointje en kijken schichtig om zich heen. De conducteur doet zijn werk en kiest voor veiligheid. Een van de jongemannen is niet in het bezit van een geldig vervoerbewijs. De conducteur fronst zijn wenkbrauwen en zegt: Geeft niet, onder vier jaar is er gratis vervoer. De jongeman is met stomheid geslagen en schaamt zich ten opzichte van zijn kornuiten, die er smakelijk om kunnen lachen.

In Amersfoort verlaat ik de trein, haal bij de Kiosk een bekertje koffie en wacht op de Sprinter die in de richting van Zwolle gaat. De groep jongelieden hebben de trein in Hilversum reeds verlaten. Conform de reistabel rolt de trein het station van Nunspeet binnen, waar de pendeldienst volgens afspraak op mij staat te wachten. Een man een man, een woord een woord. Dit is nog eens een afspraak. Klasse! Een kwartier later zit ik weer aan de koffie. Het startbureau van de midwintersnerttocht is ingericht in een grote tent naast de korenmolen De Duif. De molen is een van de tweeëntwintig inschrijvingen in het rijksmonumentenregister. Het is een beltmolen met het oogmerk het malen van meel. De romp is achtkantig, gebouwd op een stenen onderbouw en de kap is gedekt met riet. Regelmatig komen er wandelaars aanzetten. Het wordt een drukke dag voor de vrijwilligers, maar ze doen het met liefde. Ondertussen maak ik een praatje met Rolf, Martie en André, die de wandeling ook op hun ‘ Things To Do-lijstje’ hebben staan.

Het is koud, de temperatuur schommelt net boven het vriespunt en er staat een venijnige wind. Om 09:00 uur worden de parcoursbeschrijvingen uitgedeeld en de wandelaars kunnen op stap. Molen De Duif wordt in zuidelijke richting verlaten en via een buitenwijk worden de onverharde paden in het Belvedčrebos betreden. Al spoedig kruisen we een spoorwegovergang, wandelen langs een golfbaan en om het recreatieoord Zandenplas heen. Daarna kruisen we door een tunnel de snelweg A28 en we zijn welkom in het Zandenbos. We slingeren over allerlei aardige paden door het bos en doen daarbij het natuurgebied Waskolk aan. Uiteindelijk volgen we de Klaterweg, steken bij een overgang de spoorbaan over en wandelen onder een viaduct door. Daarna volgen we enige tijd een zandpad langs de A28 en kronkelen door het bos. Een smal pad over de Doornspijkse Heide leidt de wandelaar naar een zandverstuiving. Hier zie ik achter een houtwal een zebra en een kameel bij een voederbak. Nee joh, dat kan echt niet, zeg ik tegen mezelf. En een zonnesteek heb ik zeker niet opgelopen. Ik wrijf mijn ogen uit en werp nogmaals een blik in de richting van deze exotische dieren. Nou ja, ik zie toch echt een zebra en een kameel en nog een dier. Rechts van me ligt een uitgestrekte zandvlakte. Is dat dan de Sahara? Vervolgens pak ik m’n camera en leg het tafereel op mijn usb-stick vast, want thuis geloofd niemand me.

Ploeterend door het zand en door een bosperceel ben ik bij de officiële rust aanbeland. Hier krijg ik tegen inlevering van een ‘tegoedbon’ een kopje erwtensoep aangereikt. Het is niet voor niets de midwintersnertwandeling, toch? De snert smaakt prima. De tuin zit vol met wandelaars die meedoen aan verschillende afstanden. Iedereen geniet en sommige wandelaars rusten even uit van de opgedane vermoeienissen. Daarna wordt de pas er weer ingezet. Een leuk rondje volgt en brengt me bij de Berkenweg. Over het landgoed De Haere wordt koers gezet naar het landgoed Huis op de Bergen. Een prachtige oude schuur met een riet gedekte dak staat achter een uitgebloeide haag. Ik kom ogen te kort om alles rustig in me op te nemen. Hierna volgt een smal kronkelend pad door een bosperceel. Het is genieten met volle teugen. De parcoursbouwer weet wat een route uitzetten is. Als we het bos verlaten, hebben we nog drie kilometer te gaan en juist die drie zijn de minst mooie van de tocht. Soms moet dat om terug te keren op de plek waar men begonnen is. Cisca is inmiddels bij de molen gearriveerd en na een bezoekje aan de molenwinkel gaan we samen te voet in de richting van het station. Lekker afkicken van een mooie wandeling.

Alex Wijsman