Vandaag zijn we neergestreken in Bussum om mee te doen aan de Gooise Meren Tocht van WS’78. Voor we op pad gaan is het interessant om te weten hoe de naam Bussum tot stand is gekomen. De in 1301 tot bisschop van Utrecht benoemde Gwijde van Avesnes, ook wel Guy van Henegouwen genoemd, beheerde persoonlijk de bezittingen van de heren van Amstel en stelde daarom Barend van Dorenweerde als baljuw van Amstelland aan. En deze Barend vermeldde de plaatsnaam Bussum in een rekening over de jaren 1305-1306. In 1470 ging Bussum schuil onder de naam Bussen en in 1573 onder Buysem. Zesenzestig jaar later kennen we de naam Bussum, hetgeen waarschijnlijk het meervoud is van busch (bos of bosje). In ons geval betekent het de woonplaats Bussum in het bos. En als u de omgeving een beetje kent – zelfs zoveel jaren later – is die waarschijnlijkheid voor mij meer een realiteit.

Voor het gaat duizelen van de jaartallen gaan we terug naar de wandeling. De start is gepland bij het sportcentrum Zandzee niet ver gelegen van het station Bussum-Zuid. Wel boeiend dat men weer een andere startlocatie weet te vinden. Noem dat gerust maar slim of beter gezegd intelligent. Niet het organiseren op de automatische piloot, want dat kan vroeg of laat het einde van een club of vereniging betekenen. Natuurlijk moet men over voldoende mankracht beschikken anders gaat het echt niet. Vrijwilligers zijn tegenwoordig moeilijk te vinden, ik weet het. Iedereen lijkt wel met zichzelf bezig te zijn. Nou ja, is met zichzelf bezig. Enige tijd geleden moest ik iets opzoeken in een van m’n oude wandelboekjes. Het precieze jaar wist ik niet meer en verschillende boekjes heb ik daarom moeten doorbladeren. Het kostte me enige tijd, want ik bleef lang stilstaan bij wandelingen die niet meer bestaan. Leuke tochten verdeeld over het gehele land. Eigenlijk schrok ik van het aantal clubs die in de loop der jaren zijn opgeheven. Het zijn er velen en dat gaat ook nog door. Om het tij te keren moet het denken anders, dan is het voortbestaan van onze sport mogelijk. Plan B moeten we vergeten, dat werkt niet voor de toekomst alleen voor een te houden evenement. Het houdt in dat de mens zijn ‘eigen-ik-visie’ moet veranderen in ‘groot’ denken. Niet aan zichzelf. Denk, hoe de wandelsport er over dertig of veertig jaar zal uitzien. En acteer daar nu op. De wandelsport behoort niet alleen tot vereniging X of club Y. Neen, de wandelsport is van ons. Ons wandelaars. Daar moeten we ons mee bezighouden. Niet alleen de clubbestuurders, maar wij allemaal. Bij die manier van denken zullen er straks nog clubs en verenigingen zijn. Misschien vindt men dit betoog bespottelijk en totaal niet relevant. Of, misschien zet het iemand tot nadenken, zodat generaties na ons ook kunnen wandelen en genieten van wat de natuur ons biedt. Dat willen we toch?

Nu echt terug naar de wandeling. Met enige fantasie is de Gooise Meren Tocht voor mij een wandeling in m’n achtertuin. Redelijk dichtbij huis en met beperkte reistijd. Ach, dat mag ook na Oisterwijk, nietwaar? Bij binnenkomst in het sportcentrum wemelt het er van de wandelaars. Wat heet, het is er afschuwelijk druk. Met andere woorden, een goede opkomst en daar is de organisatie tevreden over. Er is dus nog perspectief. Om een kop koffie te scoren sta ik te wachten in een lange rij bij de bar. Twee koffieautomaten garanderen een lekker bakkie, tenminste als het apparaat niet al te zuinig is afgesteld. Wanneer het dampende goedje op de bar staat zijn de eerste wandelaars al op pad. O ja, de afstelling is perfect. Rond 09:00 uur ga ik samen met Martijn Biesmans op pad. De lucht trekt dicht en de eerste spatten vallen. Spoedig gaan de druppels over in regen en na ongeveer tien minuten ben ik drijfnat. Het is eigenlijk geen verrassing, want de meteorologen hadden dit al voorspeld. Overal een bui en soms wat zon. De oorspronkelijke Saksische nederzetting verlaten we in oostelijke richting en krijgen prachtige vergezichten op de Bussumerheide. Martijn zet er flink de pas in en rukt op naar de voorste gelederen. Ik maak met verschillende wandelaars een babbeltje. Het wandelen is naast sportief bezig zijn ook een sociaal gebeuren. Na het kruisen van de Nieuwe Crailoseweg, een zandweg met naastliggend fietspad, bevinden we ons op de Westerheide. Hier zijn de panorama’s ook oogstrelend. Op de Westerheide is nog een oude schaapskooi in gebruik.

Inmiddels zijn de donkere wolken verdreven en er komt een flauw zonnetje te voorschijn. Het wandelen is aangenaam en de route is prachtig. Over het ecoduct Laarderhoogt kruisen we de autosnelweg A1. Niet veel later wandelen we langs het gebouw van Singer Laren en arriveren in het centrum van het dorp. Laren is een van de oudere dorpen van het Gooi. In het dorp staan nog enkele Saksische boerderijen en verschillende oude huisjes. Aan de gevel bij een bakkerij hangt aan een smeedijzeren stang een uithangbord. Sierlijke letters melden de burger: ‘Ons brood Vroeg gerezen, is van smaak Uitgelezen’. Daar kan je niets tegen inbrengen, toch? Nog honderdzestig meter en ik sta bij de soeppost. Hier tref ik Martijn. Omdat we later op pad zijn gegaan is het hier ook een drukte van jewelste. De soep smaakt prima en weldra zijn we weer op pad. We wandelen door de villadorpen Laren en Blaricum. Over de Tafelbergheide met de befaamde uitspanning wordt koers gezet naar de plaats Huizen. De heide maakt plaats voor een bosperceel. Ter hoogte van een zwembad wandel ik alsmaar rechtdoor. Het is vreemd, ik zie geen schildjes en lintjes meer als markering langs het pad. Maar ja, afslagen zijn er niet. Dit is niet goed, denk ik en ik begin ernstig te twijfelen. Bij een autoweg gaat mijn twijfel over in zekerheid. Zekerheid dat ik in de verkeerde richting ben gaan lopen. Er blijft niets anders over dan omkeren en teruggaan. Twee andere wandelaars zijn mij gevolgd. Gedeelde smart is dus halve smart. Na een kilometer ben ik terug op de plaats waar ik moest afslaan. Er volgt een prachtige wandeling door het bos en weldra struin ik het dorp Huizen binnen. Eerst langs de voetbalvelden van s.v. Huizen en H.S.V. De Zuidvogels, die gebroederlijk naast elkaar liggen en daarna tot aan de haven. Hier is de rust gepland. Het etablissement is propvol en Martijn en ik zoeken ons heil elders. En die hebben we snel gevonden.

Huizen is ontstaan in de 11de eeuw als landbouwnederzetting. Later kreeg het de naam als vissersdorp. Mede door de aanleg van de Afsluitdijk is de visserij langzaam verdwenen. Na gelaafd te zijn gaan we samen op pad. Nadat we langs de gebouwen van Coronel Sports zijn gelopen, betreden we een smal pad langs het Gooimeer. Terwijl de kilometers onder onze zolen glijden worden enkele smeuïge anekdotes opgehaald. Inmiddels hebben we het Gooimeer de rug toegekeerd en wandelen over een slingerend paadje door het bos. Een bordje wandelpad geeft aan dat we ons hier mogen begeven. We bevinden ons dan in de omgeving van Oud Valkeveen, een oord waar jongelui uit de grote stad vroeger graag vertoefden. Het bos maakt op een gegeven moment plaats voor de Nieuw Bussumerheide en weldra wandelen we langs riante huizen behorende tot Bikbergen. Bikbergen is een villawijk dat precies tussen de plaatsen Huizen en Naarden ligt. Daarna worden we weer het bos ingestuurd en blijven de aangegeven paden volgen tot we bij de Blaricummerheide komen. Het wandellegioen is helemaal uit elkaar gerukt. Hier en daar lopen enkele groepjes, maar er zijn ook wandelaars die de eenzaamheid prefereren. Een hond komt op me af gerend en duwt zijn neus tegen m’n bovenbeen. Het is een groet en rent daarna meteen weer weg.

Aan het eind van de Blaricummerheide gaan we over het fietspad langs de Tafelbergweg terug naar de verzorgingspost waar de bemanning ons met een consumptie staat op te wachten. Met een bekertje limonade in de hand zien we de lucht betrekken. Plotsklaps hangen er donkere wolken boven ons en weldra worden we getrakteerd op een fikse hagelbui. Nou ja, het is ook een winterwandeling waar we mee bezig zijn. Het voordeel van hagel is dat men niet snel nat wordt, het nadeel is dat de hagelkorrels pijn kunnen doen aan het gezicht. Ook hier staat Martijn op me te wachten die eerder weer het tempo had opgeschroefd. Samen gaan we verder, weer of geen weer. De hagel gaat over in een vieze regenbui en nu worden we voor de tweede maal kletsnat. Wandelend langs de Larense molen halen we een appeltje op bij de fruitpost. Martijn gaat daarna weer in de snelwandelmodus en ik sluit me aan bij een gerenommeerde lange afstandloper. Samen betreden we voor de tweede maal de Bussumerheide en blijven de sporen over de heide volgen. Het is niet omkijken, maar vooruit zien. Zo gaat het ook in het gewone leven. De wijde vlakte blijven we volgen tot het ecoduct de Zanderij, waar we een spoorbaan en een provinciale weg passeren. Aan de andere zijde van het ecoduct bevinden we ons in het Spanderswoud. De laatste kilometers zijn dan aangebroken. Het blijft alsmaar regenen en dat is in het laatste uur steeds al het geval. Toch mogen we niet klagen, want we hebben vandaag ook mooie weersmomenten meegemaakt. Dan kruisen we de Franse Kampweg en struinen terug naar sportcentrum De Zandzee waar we ons kunnen afmelden. Samenvattend mogen we terugkijken op een mooie wandeling met allerlei slingerende paadjes over diverse heidevelden, aantrekkelijke dorpjes en wisselende weersomstandigheden. Dat laatste behoort bij een winterwandeling. Een wandeling die zeker voor herhaling vatbaar is.

Alex Wijsman