De foto's in dit verslag zijn gemaakt door Roland Weyers.
De link naar zijn hele fotoreportage staat op https://rolandweyers.wordpress.com/

Als de laatste minuut van het jaar ingaat is het aftellen begonnen. De mens telt graag af, het liefst samen en dan begint er weer een nieuw jaar. Het glas wordt geheven en allerlei wensen worden uitgesproken. In Nederland is € 77.000.000,00 aan vuurwerk uitgegeven, dus er moet afgestoken worden ondanks het slechte weer. Mist of geen mist. Of je iets ziet of niet, het maakt niet uit. Minister Grapperhaus is bang dat de jaarwisseling zal uitdraaien op een wildwestfeest met veel incidenten, want alcohol en drugs leiden tot wangedrag. Het kabinet heeft veel maatregelen genomen om geweld aan te pakken. Hulptroepen staan paraat om in te grijpen als het nodig is. Helaas, het is nodig. Op verschillende plaatsen gingen auto’s in vlammen op, straatmeubilair werd vernield en hulpverleners werden bekogeld met stenen en vuurwerk. Hoe haal je het toch in je botte hersens. Het is verwerpelijk. Gelukkig Nieuwjaar!


De klok draait intussen in een vaste regelmaat door. Het bepaalt als het ware het ritme van het alledaagse leven. Elk jaar hetzelfde liedje. De wandelaar heeft ook zo z’n wensen. Waar, wanneer en aan welk evenement kan er deelgenomen worden. Wat is mooi en wat is een aantrekkelijk gebied. Dat laatste is voor iedereen weer anders. Vier dagen later is er zo’n gelegenheid om op stap te gaan. Bij WS’78, in de rustieke omgeving van het Brabantse Oisterwijk, want daar wordt de Groene Woudtocht georganiseerd. Volgens het affiche noemt men het een kuiertocht. De toekomst zal het ons leren. Lekker op pad, al is het voor sommigen om die (paar) overtollige calorieën opgedaan bij de feestdis er af te krijgen. Of niet! Het startbureau is ingericht in een oude leerfabriek bij het bedrijf ‘Bij Robčrt’. Qua naam klinkt Robčrt een stuk chiquer dan Robbert of Robbie of het is pedant. In de jaren twintig van de vorige eeuw was daar de Koninklijke Lederfabrieken Oisterwijk gevestigd. In 2000 sloot de onderneming na vele reorganisaties haar deuren en in 2004 werd Koninklijke Verenigde Leder failliet verklaard.

Om met Openbaar Vervoer op een zaterdag vroeg in de plaats Oisterwijk te geraken, is niet eenvoudig. Het kost veel reistijd en dat is dan zachtjes uitgedrukt. Toch lukt het me om met vijf verschillende treinen en veel overstaptijd vijf minuten voor de start aldaar te arriveren. De meute staat al klaar om op pad te gaan als ik het startbureau betreed. Mijn kameraad Willem Mütze zit geduldig op me te wachten en voor mij is dat een kleine verrassing. Het bedrijf ‘Bij Robčrt’ blijkt de bakkerij van Robčrt van Beckhoven te zijn. De man van Heel Holland Bakt. Als je van plan bent om af te vallen dan is dit niet de ideale startlocatie, toch? Afijn, gauw inschrijven en hup op pad. De eerste kilometers gaan door het stadje die in 1213 stadsrechten van de hertog van Brabant kreeg. Oisterwijk is een hoofdplaats van een der kwartieren van de Meierij en heeft in de onmiddellijke omgeving een pracht van natuurschoon met daarbij verschillende vennen. De plaats oogt meer een dorp dan een stad. Lopend over de ongelijke keien in het midden van De Lind, een schilderachtig trouwlaantje dat rechtstreeks op het gemeentehuis afloopt, bewonder ik aan beide zijden de gebouwen. Ook de voormalige herberg ‘De Drye Swaentjes is een bezienswaardigheid.

Daarna betreden we een bosperceel en spoedig struinen we langs het Staalbergven met aan de overzijde een openluchtzwembad. Een smal pad, gelegen op de oever van een kronkelend beekje is op sommige plekken glibberig en voert ons naar het volgend ven. Het is wel oppassen want een uitglijder betekent een nat pak. De omgeving is hier schitterend, een reden om deze tocht te bewandelen. Een groene aanhangwagen van natuurbeheer staat verlaten langs het pad. Dan slingeren we weer langs een ven met aan de oever een bankje met de tekst: ‘Natuurlijk genieten’. Natuurlijk genieten we van het mooie panorama, dat is buiten kijf. Het is het Belversven. Dan leidt het parcours ons naar een weidegebied. Het landschap is plotsklaps geheel anders. Via een asfaltweg komen we in de buurtschap De Logt. Voor een boerderij met aan de voorgevel ‘De Logt’, staat een bord ‘verkocht’. Is dit rijmelarij of is de boerderij echt op een andere eigenaar overgegaan? Met 10,5 kilometer op de teller bevinden we ons bij de soeppost. In de recreatieruimte van camping Anne-Marie Hoeve kunnen wandelaars op een stoel plaatsnemen en even uitblazen van de opgedane vermoeienissen of om de schoonheid van het eerste traject een plaatsje te geven.

Met erwtensoep in het buikje gaan we tot volle tevredenheid verder. Een vrij lange zandweg met het uitzicht op hoogspanningsmasten en windmolens brengt ons op het terrein van een boomkwekerij. Een koetsier op de bok van een openrijtuig rijdt aan ons voorbij. De man houdt de teugels stevig in handen en het paard draaft maar door. Langs een sloot staat een rij oude wilgenbomen als een peloton soldaten strak in het gelid. Over het Kattenbergviaduct kruisen we de autosnelweg A58 en een onverhard pad voert ons door de bossen van het landgoed Baest. Als we een draaihekje gepasseerd zijn wordt de ondergrond drassig. Het is uitkijken waar je loopt, alleen in het geval als je droge voeten wilt houden. Het pad brengt ons bij een aparte brug. Een smal wiebelend brugje over het kronkelende riviertje Beerze brengt ons naar de andere oever. Het betreden van het brugje is een ervaring op zich. De Beerze begint bij het landgoed Baest en stroomt vervolgens langs de plaats Spoordonk en de Kampina naar het dorp Lennisheuvel. De naam Beerze kan een verwijzing zijn naar ‘beer’ en dat is oud-Nederlands voor modder. Aha, nu is die moddertroep me duidelijk. Straks is de beer los.

Over eveneens smalle paden struinen we door een bosschage en bereiken een andere brug en kruisen daarna wederom de Beerze. Twee kapelletjes staan langs het pad en in een bocht sta ik even stil om een droog plekje te bestuderen. Het pad is bedekt met modder en daardoor glad. Met enige moeite vind ik een bypass en plotseling maak ik met m’n rechtervoet een uitglijder en kan me nog net aan een boomtak vastklampen. Het heeft geen gevolgen behalve een geschaafde hand. Vervolgens kijk ik om. Eigenlijk moet je nooit omkijken. Ik zie Henk Dikken met z’n mountainbike door de prut ploeteren. Hij heeft een voordeel, want als hij gaat glijden dan gaat hij samen met z’n fiets. Gelukkig komt hij ook ongedeerd op het droge en kan z’n weg vervolgen. Daarna komt Jenny met een andere wandelaar heelhuids over. Modder, blubber, prut of bagger, laten we het voortaan gewoon oud-Nederlands noemen. Het nu te volgen pad gaat dwars door het bos in de richting van de Kapel van de Heilige Eik, een bedevaartsoord ten westen van Oirschot. We passeren een kruiswegstatie waar de lijdensweg van Christus in beeld wordt gebracht. Tijdens de Kruisweg gaan de gelovigen biddend en herdenkend aan veertien kruiswegstaties voorbij. De godsdienstoefening wordt aan verschillende bronnen toegeschreven. Sommigen stellen dat de kruiswegoefening teruggaat op de Heilige Maagd Maria die in Jeruzalem de plaatsen van de Via Dolorosa bezocht. Algemeen wordt echter de werkzaamheid van de Heilige Franciscus van Asisi verantwoordelijk geacht voor de verspreiding van de gebeden kruisweg.

Aan het eind van het pad betreden we een asfaltweg die ons naar De Stapperij, een rustpost in het gehucht Spoordonk brengt. Willem en ik doen ons tegoed aan een kop koffie. Er zijn geen oliebollen in de verkoop meer, dus bestellen we een puntje appelgebak. Met poedersuiker zijn ze het lekkerst, vraag dat maar aan Martijn B. die weet er alles van. Oh neen, die is er vandaag niet bij. Oké, in Bussum dan maar. Nadat we zijn uitgerust gaan we weer op pad. We wandelen langs de imposante kerk en daarna langs de Spoordonkse watermolen waar de reclameslogan ‘Wyers oude jenever’ aan de gevel prijkt. Willem heeft trek in een ‘afzakkertje’. Sterker nog, Willem heeft altijd trek in een afzakkertje. Ik weet hem te overtuigen dat we het beter niet kunnen doen. Ter hoogte van de watermolen kruisen we de rivier Beerze en over de westelijke oever volgen we het kronkelende riviertje in noordelijke richting. In deze periode is een deel nog begroeid met wuivende rietkragen. In de zomer is die aanblik nog mooier. Het pad blijven we volgen tot de Viermannekesbrug en aldaar kruisen we de rivier om aan de overzijde het pad in dezelfde richting te vervolgen.

De waarschuwing ‘Pas op! Hoornaarsnest, houd een afstand van minimaal vijf meter aan en ga niet in de aanvliegroute staan. De hoornaar voelt zich dan niet bedreigd en zal zijn nest niet willen verdedigen’. Erg handig zo’n waarschuwing als die aan de boom hangt waar het nest zich bevindt. Via het natuurgebied ‘Kampina Dal van de Beerze’ keren we terug naar de plek waar vanmorgen de soeppost was gevestigd. Hier krijgen we een kopje koffie of een bekertje met limonade aangeboden. Ik kies voor het laatste. Op de Kampina grazen runderen en paarden, maar vandaag even niet. Althans ik kan ze niet waarnemen. Vijf kilometer verder staan we bij het Boshuis Venkraai, een uitspanning waar ik ooit eerder ben geweest. Een kerstboom compleet met kerstballen en brandende lichtjes staat voor het vierkante pand. Het bouwwerk heeft rood-witte luiken en is bedekt met grijze dakpannen. Heel sfeervol. Op het terras zitten onze onvolprezen medewerkers van de fruitpost. Een doos gevuld met appels en bananen staat op tafel. Een banaan, een praatje en de laatste kilometers zijn voor mij aangebroken. Door de Oisterwijkse bossen en vennen keren we terug naar Oisterwijk. Aan de rand van Oisterwijk kruisen we de Achterste Stroom en even later de Voorste Stroom. Deze laatste stroom is heel erg voorspelbaar als de eerste stroom Achterste heet. Nog een kleine wandeling langs de Voorste Stroom, dan door het stadje en het eindpunt is bereikt. Een geweldig mooie route hebben we mogen beleven. Maar eerst ons afmelden, daarna het ultieme bewijs - het in ontvangst nemen van een plaatje voor het wandellivret, een kopje koffie en de thuisreis kan beginnen. Misschien vier in plaats van vijf treinen. Tot ziens In Bussum bij de GMT (= Gooise Meren Tocht).

Alex Wijsman