De foto's in dit verslag zijn gemaakt door Roland Weyers.
De link naar zijn hele fotoreportage staat op https://rolandweyers.wordpress.com/

Terug naar Nijmegen betekent voor ons altijd een beetje thuiskomen. Een dag voorafgaand aan de Duivelsberg en Ooijpoldertocht van WS’78 rijden Cisca en ik met de intercitytrein de oudste stad van Nederland, gekscherend ook wel Havana aan de Waal genoemd, binnen. Over de oudste stad van Nederland gesproken zullen inwoners van Heerlen en Maastricht echt anders denken. Op de spoorbrug hebben we vanuit onze coupé een prachtig uitzicht op de Waal en op een deel van de oude stad. Ik zie een containerschip, beladen met stalen bakken, als lucifersdoosjes opgestapeld, in het kabbelende water onder me door glijden. De bemanning is op weg naar het achterland om daar de lading af te leveren.

Wanneer de rivier de Waal eenmaal is gepasseerd beleef je – of je het wilt of niet – opnieuw die vierdaagse gevoelens. Als de trein langzaam tot stilstand komt, ontdek je dat de reizigers vandaag louter uit studenten en forenzen bestaan. Geen uitbundige wandelaars met rolkoffers en weekendtassen op weg naar hun slaapadressen en het station is niet met vlaggetjes versierd. Daar moeten we nog enkele maanden op wachten. Dat is geen enkel probleem, want wat in het vat is, verzuurt niet. En we hebben nog een flink aantal, hopelijk mooie, trainingstochten voor de boeg.

Voor een van die trainingstochten reis ik zaterdagmorgen met de sprinter van Nijmegen naar Nijmegen-Lent, een rit van slechts 4 minuten. Vier minuten, zo snel ben ik nog nooit in een plaats waar WS’78 een tocht organiseert, gearriveerd. Ja toch, in Diemen. Toen had ik geen Openbaar Vervoer nodig. Hoe dan ook het zal vandaag een prachtige tocht worden. Ik durf te zeggen, dat kan niet missen. Een paar minuten later wandel ik het startbureau binnen. Zoals gewoonlijk is er al een boel wandelaars aanwezig en de stemming is puik. Een kopje koffie laat ik dit keer aan me voorbij gaan, want het ontbijt van pakweg een halfuurtje geleden zit me nog een beetje dwars. De weersvoorspelling geeft in ieder geval regen aan. Vijftig procent kans. Ik zou zeggen, het kan bijna niet missen. Gelukkig geen gladde wegen, maar wel modderige paden. Ik denk dat we daar vast en zeker op kunnen rekenen.

Om 09:00 uur mogen we op pad en krijgen een routebeschrijving van de wandeltocht mee. Er wordt koers gezet in de richting van de stad. Langs Fort Beneden Lent waar alles is afgezet met hekken wandelen we recht op de Waalstranden af. Een prachtig natuurgebied met grazende Schotse Hooglanders, roodbruine koeien met lang haar en puntige horens. Via de Snelbinder, naast het spoor, kruisen we de rivier de Waal en komen op de Waalkade uit. Aan het eind van de brug staat een poortwachter met lans bij een poortgebouw. Het beeldhouwwerk is van een onbekende beeldhouwer. Althans voor mij. We gaan, om te speuren naar interessante plekjes en objecten, door het centrum van de keizersstad. Daarbij is een deel van de Waalkade afgesloten. Renovatiewerkzaamheden worden er uitgevoerd, maar over een smal pad langs de plaatselijke horeca weten we onze weg te vinden. Dan staan we voor een hoge trap die ons naar het Valkhofpark leidt. Het is de eerste trappartij waarvan er nog velen zullen volgen, maar dat wisten we toen nog niet.

Eenmaal boven gekomen wandelen we langs de Nicolaaskapel, die in de 11e eeuw is gebouwd naar voorbeeld van de paltskapel in Aken. Vervolgens lopen we langs de Barbarossaruïne. Dit is een rest van de in 1155 bij de burcht gebouwde slotkapel. Dan mogen we weer een aantal trapjes bestijgen en staan bij Belvédère, oorspronkelijk een waltoren, waar we een onvergetelijk uitzicht op de rivier hebben. We dalen af in de richting van het verkeersplein bij de Waalbrug. Denk je even op adem te kunnen komen, mogen we weer een flink aantal traptreden bestijgen.

Als we de binnenstad verlaten hebben komen we qua architectuur niet veel opzienbarends meer tegen, behoudens prachtige villa’s die hier in groten getale te bewonderen zijn. Sommige van die huizen geeft een speelse, je zou haast zeggen een wat romantische aanblik. Dan bevinden we ons in een bosrijke, heuvelachtige omgeving. Nu is stijgen en dalen het parool. Ook ben ik bedacht op uitstekende boomwortels, want een wandeling kan plotseling geen wandeling meer zijn. Sterker nog, het kan einde oefening zijn.

Toch krijgen we mooie uitzichten voorgeschoteld. Niets bijzonders, zal men denken. Nee, maar het bijzondere is dat we prachtige vergezichten op de wijde omgeving hebben. De Ooijpolder, de Waal met z’n eeuwigdurende scheepvaart en een deel van Duitsland. Die beelden zijn weer gauw verdwenen als het bos dichter begroeid is. Op en af, omhoog en omlaag komen we langs het dorp Berg en Dal en vervolgens in Beek-Ubbergen terecht. Een paar markeringen zijn verdwenen. Misschien weggewaaid door de storm van gisteren of vandaag. Of een onverlaat is weer grappig geweest. Na enig zoekwerk komen we toch bij de soeppost in Beek aan. In de plaatselijke sporthal krijgen we een bekertje soep aangereikt. Daarna gaan we opgewekt verder. We waren het bijna vergeten, maar weer mogen we een trap bestijgen. Wat er daarna komt is alleen omhoog en omlaag. Over een smal pad langs een afrastering dalen we af. Heel voorzichtig probeer ik de afrastering als een soort rollator te gebruiken. Naast wat steun levert het me ook een rood gekleurde hand op. Het bloed gutst namelijk uit een wond, dat ik in eerste instantie gewoonweg niet in de gaten heb. Als m’n routebeschrijving begint te kleuren, denk ik: dat is niet goed.

Nadat we over de Duivelsberg zijn getrokken arriveren we bij de grens van Nederland en Duitsland. Hierbij passeren we enkele grensstenen en een grenspaal, maar we blijven vooralsnog op Nederlands grondgebied wandelen. Over een lang pad dalen we af naar het dorp Beek, steken vervolgens de N325 over. Het Klein Waschmeer noemt men hier het Wylerbergmeer, een schitterend natuurgebied waarbij wij wederom een grenspaal op het smalle pad tegenkomen. Nu wandelen we de grens over en struinen Duitsland binnen. Sinds jaar en dag hebben we open grenzen in Europa. Denk er zelf maar over wat je ervan vindt. Dus geen dikbuikige grenswachter die roept: ‘Halt, Ausweis bitte’. Neen, in tegendeel we kunnen zonder dat iemand ons een strobreedte in de weg legt ons pad vervolgen. Antoine en ik overpeinzen hoe de ‘Kaffee’ in Duitsland zal smaken. Misschien een beetje waterig, maar wel grote koppen. Ach, we zullen het ervaren. Met het weer hebben we veel geluk. Nog steeds is het droog, maar er trekken wel donkere wolken over ons heen. Er staat een flinke bries en soms is het beuken tegen de wind in.

Enigszins vermoeid door de geleverde inspanningen – het geaccidenteerde gebied en de alsmaar blazende wind – bereiken we de rustpost bij de Thornsche Molen in Persingen. Het schitterend gelegen restaurant bevindt zich op Nederlands grondgebied, maar de koffie is wel een beetje waterig. Teveel Duitse invloed of veel koppen en weinig koffie. Wat we erbij gebruiken is heerlijk. Voor u een vraag, voor ons een weet. Na de rust vervolgen wij ons pad en bevinden ons weer op Duits territorium. Het is wederom beuken tegen de wind in en na verloop van tijd bereiken we een prachtig pad langs het Wylerbergmeer. In de buurt van de snelweg N325 wordt het zoeken naar het juiste pad. Een lintje is verdwenen door de razende storm en ligt ergens verscholen in het struikgewas. Dan komt het aan op intelligentie. Hoe denkt de uitzetter en welk pad zou hij gekozen hebben. Precies het pad dat wij willen nemen.

Eenmaal terug op Nederlands grondgebied gaan we de Ooijpolder in, anders zou de Duivelsberg en Ooijpoldertocht geen Duivelsberg en Ooijpoldertocht zijn. De ondergrond bestaat uit graspaden die ik eerder gelopen heb met het Walk of Wisdompad. En dat is in ieder geval een schitterende route. Ter hoogte van het plaatsnaambord Persingen begint het te druppelen en Pluvius perst de laatste druppels uit een donkere wolk. Boven de heuvels hangt een donker wolkendek en dat voorspelt niet veel goeds. Gelukkig drijft de wind de wolken in oostelijke richting en wij zullen daar geen hinder van ondervinden. Afijn, we volgen enkele paden langs smalle waterlopen en over een boerenlandpad struinen we naar het dorp Ooij. In een stal naast café-restaurant Oortjeshekken staat de verzorgingsploeg te wachten om ons te voorzien van een bekertje limonade. Om warm te blijven gaan we meteen verder.

Een lang pad om de Bisonbaai brengt ons bij de Groenlanden. Het hier te belopen pad is behoorlijk blubberig en daarnaast door en doornat. We kruisen de Ooijse Bandijk en door een klaphekje gaan we het volgende natuurgebied, in de Uiterwaarden, in. Dit pad wordt bewoond door wilde paarden. We zien hun markeringen, maar de paarden vooralsnog niet. Het pad is verre van gemakkelijk te belopen, maar de aanhouder wint. Bij een uitkijktoren staan de paarden midden op het wandelpad. Nou ja, hun pad. Het is even observeren en dan kunnen we rustig langs de edele dieren. Een pad schuin omlaag naar een klinkerweg is voor mij een obstakel. Het pad is glad door de modder. Toch daal ik het talud af als een gedisciplineerde skiër. In werkelijkheid gaat het echt anders. Ik ben blij als ik die harde klinkers onder mijn voeten heb en me normaal kan voortbewegen.

Langs een schoorsteen van een voormalige steenfabriek en over enkele vee-roosters naderen we de fruitpost. Hier krijgen we een appel of een mandarijn toegestopt. Mijn keuze gaat zonder twijfel uit naar de mandarijn. Even maken we een praatje met vicevoorzitter Johan Hertgers en dan gaan we op weg voor de laatste kilometers van de tocht. Door een klaphek begeven we ons naar de Waalstranden. Het is hier fantastisch en we hebben een prachtig uitzicht op de Waal met al haar scheepvaart.

In de verte ligt de Waalbrug op ons te wachten en via enkele trappen zijn we boven op de brug. De wind beukt hier in ons gezicht en het is soms lastig om een rechte lijn te volgen. Aan de overzijde nemen we de trap naar beneden en wandelen het dorpje Lent, dat tegenwoordig schuil gaat onder Nijmegen-Lent, binnen. Bij Citadel College, waar we vanmorgen van start zijn gegaan, melden we ons weer af en ploffen neer op een bankje. Een half uur later zijn Cisca en ik weer op stap met bestemming ons overnachtingsadres in Nijmegen. We volgen precies de route tot aan de Snelbinder die wij vanmorgen gewandeld hebben. Het blijft leuk en de kilometers nemen toe. Tot ziens in Nijkerk over twee weken.

Alex Wijsman