Het verslag begint onder de foto

Stuw en sluizencomplex bij Driel

andaag zijn we te gast bij MFC De Omnibus in Arnhem-Zuid waar basketbalvereniging Arnhem Eagels haar thuiswedstrijden in de 1e Divisie B (= 3e niveau voor mannen in Nederland) speelt. Over basketbal gesproken daar heb ik in mijn jeugd in de Oude Rai in Amsterdam de eerste schreden op een basketbalveld gezet. Het is een vrij intensieve sport. Mijn grootste droom als tiener was het maken van een driepunter, een veldgoal waarbij men schiet van buiten de ruime halve cirkel. Om de bal in het piepkleine netje te gooien is niet makkelijk. Toen de gelegenheid zich voordeed sprong een speler van de tegenpartij voor me met hoog opgeheven armen. Dat vond ik helemaal niks en verliet de sport en ben gaan honkballen. Een schoolvriendje speelde al bij ABC (=Amsterdam Baseball Club) en maakte mij enthousiast. Het werd noodgedwongen een korte periode. Bij onze ploeg werd ik achtervanger, dat met een mooi woord ‘catcher’ betekent. Eerlijk gezegd had ik graag een slagman voor me die de ballen wegsloeg. Als catcher zat ik achter de thuisplaat. Op zich niet erg, want van huis uit ben ik honkvast. Achter me stond de plaatscheidsrechter op m’n vingers te kijken en daar werd ik zenuwachtig van. Toen een slagman een bal liet gaan kreeg ik met een vaart die harde bal tegen me lichaam, ongeveer 20 cm onder m’n navel. Dat was niet aangenaam. Met 30 cm kon ik leven. Ik wist meteen dat is niet mijn sport. Toen ben ik gaan korfballen. Leuk joh, jongens en meisjes samen sporten en samen een doelpunt vieren. Ik zag het helemaal zitten. Voor mij was het geen probleem want de korf is veel ruimer dan het basketbalnetje en ik kon werpen. De meisjes die meespeelden waren al geëmancipeerd. Van m’n coach kreeg ik opdracht om alleen jongens te dekken. Nou ja, daar had ik juist geen zin in. Vervolgens ben ik gaan voetballen, want dat doet bijna ieder jongmens. Dat heb ik negen jaar gedaan bij twee verschillende verenigingen. Een seizoen bij T.D.W. en acht seizoenen bij K.B.V. Door een smerige overtreding van een tegenstander raakte ik geblesseerd. Ik protesteerde bij de scheids, maar de man duldde geen tegenspraak. Na nog een opmerking riep hij: ‘Ach man, loop rond.’ Dat was het beste advies dat ik in mijn leven gekregen heb. Ruim 50 jaar later volg ik nog zijn raad op en sta bij de start van de Nederrijnwandeling in Arnhem.
Oorlogsmonument bij Randwijk
Lexkesveer, kabelmotorveerpont van Randwijk naar Wageningen

ond 08:00 uur ga ik samen met Jan van Megen en Antoine Hunting op stap. We hebben er zin in en de pas zit er meteen goed in. Het is nevelig, maar niet koud. De handschoenen blijven in de rugzak. Via een nieuwbouwwijk verlaten we Arnhem en wandelen naar de plaats Driel. De naam van het dorp zou verklaard kunnen worden als een plek waar drie stromen bijeenkomen. Driel is een dorp in de Overbetuwe en staat internationaal bekend om de Slag om Arnhem, een onderdeel van Operatie Market Garden. Op 21 augustus 1944 werd het dorp bevrijd door de Poolse 1e Onafhankelijke Parachutistenbrigade onder leiding van Stanislaw Sosabowski. Monumenten en straatnamen eren deze helden voor altijd, want aan deze mannen hebben wij per slot van rekening onze vrijheid te danken. Al spoedig bereiken we de Drielse Rijndijk, verlaten het asfalt en lopen over een grasdijk langs de rivier. Aan de overzijde van het water zien we landgoed Westerbouwing en de plaats Heveadorp. De route gaat in de richting van een stuw en een sluizencomplex. Het complex is identiek aan dat bij Hagestein en Amerongen en met deze stuwen kan een groot deel van het waterhuishouden in ons land worden geregeld. Jaarlijks varen er zo’n 12.000 schepen door de sluis van Driel. Het te volgen pad is gelijk aan het Nederrijnse klompenpad. Waarom zal je opnieuw het wiel uitvinden als er prachtige paden in kaart zijn gebracht. We genieten dan ook met volle teugen. Na 8,7 km te hebben gestruind is iets aan de vroege kant de soeppost ingericht aan de Rijndijk. Je moet maar een locatie vinden waar je welkom bent en die veel wandelaars op z’n erf toelaat. De soep is warm en even later zijn we weer op stap. Gaan de dijk op en lopen door het gras. De graspaden langs de rivier blijven we volgen langs de dorpen Heteren en Randwijk tot we bij het Lexkesveer aankomen. Ondertussen hebben we een oorlogsmonument ter nagedachtenis aan de 17.000 militairen die hier zijn gesneuveld, gewond geraakt of vermist, gepasseerd.
Uiterwaarden bij Wageningen
Wageningen, Oranje Nassau's Oord

et een kabelmotorveerpont voor al het verkeer varen we over de Nederrijn van Randwijk naar Wageningen. Een welkome pauze. Tijdens de vaart zien we tussen de begroeiing het witte bouwwerk van rustpost Hotel Restaurant ‘De Wageningsche Berg’ boven de berg uitsteken. Maar we hebben nog ruim 5 km te gaan alvorens we daar arriveren. Bij de Veerweg verlaten we het Nederrijnse klompenpad en duiken de uiterwaarden in om later weer op het pad terug te keren. Sommige paden zijn flink besmeurd met modder, maar er is goed doorheen te komen. Ook zien we enkele wandelaars die hier een ommetje maken. Twee ooievaars staan bij een sloot en zoeken naar een snack. Het zonnetje probeert door het lichte wolkendek te dringen. En dat lukt. Dan maakt de vlakke bodem plaats voor geaccidenteerd terrein. Via het Bergpad gaat het bergopwaarts. We hebben prachtige vergezichten op de rivier met z’n uiterwaarden. Aan het eind van het Bergpad steken we een holle weg over en via een trap met ongelijke treden beklimmen de Wageningse Berg. Dit kost energie, maar ik weet dat de rustpost nabij is. Langs het arboretum lopen we naar de ingang van het hotel. We hebben exact 22 km afgelegd. Daar zitten Cisca en haar zus op ons te wachten. Gezamenlijk vieren we met koffie en gebak een feestje. De ober valt onder de categorie sukkeltje en een bestelling opnemen voor vijf personen leidt bij hem tot verwarring. Vijf mensen tegelijk is ook wel erg veel. En wij moeten wachten, wachten en nogmaals wachten. De bestelling komt in delen, maar we zien de humor er van in. Gelukkig zijn we een van de eersten die daar arriveren. Arme wandelaars die later komen, dan verandert de verwarring bij de ober in paniek. Een half uur later zijn we weer op stap. De dames blijven nog even zitten en gaan later naar het finishbureau toe. Over de kam van de berg stiefelen in de richting van Renkum. Het parcours is prachtig en we bevinden ons weer op het Nederrijnsepad.
Renkum, Jufferswaard met uitzicht op de Nederrijn
Ingang naar Kasteel Doorwerth

an de oostkant van de Wageningse Berg keren we de rivier de rug toe en wandelen naar Oranje Nassau’s Oord. In 1881 kocht koning Willem III voor zijn vrouw prinses Emma het buitenhuis en liet het ombouwen tot een paleis. Nadat het paleis aan het einde van de Tweede Wereldoorlog grotendeels werd verwoest is het restant afgebroken en werd er een nieuw gebouw neergezet, hetgeen in gebruik is als verpleeghuis. Vervolgens wandelen we door een winkelstraat van Renkum om in de Jufferswaard te komen. De Jufferswaard is drassig, moerasachtig, maar wel een ecologisch interessant uiterwaardgebied. Een schoorsteen van een steenfabriek staat eenzaam en verlaten op de weidse vlakte. De paden zijn glibberig en waakzaamheid is vereist. Het is een prachtig gebied en we lopen vlak langs de rivier. Het natuurterrein maakt vervolgens plaats voor bosgebied. Over een bosweg wandelen we oostwaarts en onder een viaduct kruisen we een provinciale weg. Vervolgens komen we bij Kasteel Doorwerth, wandelen over het complex om daarna weer een bospad te betreden. Het terrein wordt weer geaccidenteerd en de vermoeidheid neemt bij mij toe. Is dat de leeftijd? Langs Rolandseck en de Huneschans komen we in Heveadorp. Wederom gaat het heuvel op- en afwaarts. Bij landgoed Westerbouwing verlaten we definitief het heuvelgebied en stiefelen naar veerpont de ‘Opstapper’, die we zojuist een overtocht zien maken. De veerpont is speciaal voor de WS-wandeling in de vaart. Op de steiger wachten we tot de op zonne-energie varende pont aan de Heveadorp kant aanlegt.
Veerpont op zonne-energie de 'Opstapper' van Heveadorp naar Driel
Oorlogsmonument bij Driel

ls we de pont mogen betreden nemen we plaats op het achterdek en wachten tot de overvaart begint. Regelmatig komen er wandelaars aanzetten die mee willen, rennend om de pont niet te missen. Aan de overzijde gaan we naar de koffie- en fruitpost, waar 35,4 km op de teller staat. Een bekertje limonade en mandarijn en we kunnen er weer tegenaan. We volgen de Drielse Rijndijk tot de eerste afslag bij een Pools monument en dalen de dijk af om via een nieuwbouwwijk van Arnhem-Zuid terug te wandelen naar het eindpunt bij MFC De Omnibus. Daar zitten Cisca en haar zuster op ons te wachten. In een van de zalen zijn basketballers bezig met een training. Een driepunter zit er voor mij niet meer in. We hebben een prachtige wandeling mogen beleven onder goede omstandigheden. Het was een pittige tocht over klompenpaden en door heuvelachtig gebied. Maar van het begin tot het eind schitterend. Tjonge, wat hebben we genoten. Het Nederrijnse klompenpad zal ik in het voorjaar of in de zomer nog eens een keer bewandelen. Een aanrader voor iedereen die van wandelen houdt. De volgende WS-tocht vindt plaats in Oss bij de Osst Brabantse heidetocht. Dat moet een mooie tocht ‘worre’, volgens een rasechte Brabander.
Alex Wijsman