Het verslag begint onder de foto

Hazerswoude-Dorp, Westgerepolder 3, Geremolen ofwel Blauwe Wip [1636, herbouwd 1986]
(3) functie poldermolen voor het bemalen van Oost- en Westgeerpolder

andaag reizen we af naar Lansingerland, een gemeente die op 1 januari 2007 is ontstaan uit een fusie van de plaatsen Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk en Bergschenhoek. We bevinden ons daar in de provincie Zuid-Holland, grofweg tussen de steden Den Haag, Leiden, Gouda en Rotterdam. Aldaar organiseert WS78 haar winterwandeling Bentwoudtocht. Het treinstation Lansingerland-Zoetermeer is sinds 2018 geopend en dat komt voor mij goed uit zodat ik de wandeling zonder het gebruik van busvervoer kan bijwonen. De polderroute start bij ARV Illion in Zoetermeer en brengt me onder andere in het dorp Hazerswoude waar Klaas de Heij, mijn medeoprichter van WS78, heeft gewoond. Zowel aan Klaas als aan het dorp heb ik fijne herinneringen en misschien laat de parcoursbouwer mij nog enkele herkenbare plekjes zien. Kortom, nog een reden om af te reizen. Na de Bronbossen en heuvelstocht in Dieren van 7 januari jl. heeft het dagen onafgebroken geregend. In sommige delen van ons land was er zelfs wateroverlast. Door het overmatige hemelwater dreigde het riviertje de Linge zelfs te overstromen, maar ook de uiterwaarden van de grote rivieren liepen langzaam vol. Waterpompen werden ingezet om het overtollige water bij huizen af te voeren. Gisteren hadden we een geheel ander weertype, namelijk sneeuw! We waren bijna vergeten hoe de witte vlokken er uitzagen. Al snel lagen de meeste paden en wegen bedekt onder een hagelwit tapijt. En nu ..., ja nu lijkt het prima wandelweer te worden als we de meteorologen mogen geloven. Geen neerslag en 60% kans op zon. Tja, in het vorige verslag meldde ik het al dat Onze Lieve Heer wandelaars goedgezind is en zie dat wordt weer eens aangetoond.
Grasdijkje langs een wetering
Gemenewegsemolen ofwel Rooie Wip

ndanks het feit dat Lansingerland slechts 66 km vanaf mijn huis ligt kan ik niet op tijd bij het startbureau zijn. Twee overstapjes en wachttijden zijn daar debet aan. Het is nog donker als ik naar het station in mijn woonplaats loop. Daarnaast vriest het en de wind maakt het extra guur. Twee uur later is de wereld ontwaakt wanneer ik het startbureau binnenwandel. De eerste deelnemers zijn dan al op pad. Afijn, eerst melden, de gebruikelijke fiches in ontvangst nemen en dan op pad. Samen met vier doorgewinterde wandelaars ga ik deze koude dag op pad. Al babbelend stappen we flink door. Aangezien Nel de routebeschrijving bijhoudt kan ik mijn exemplaar in mijn rugzak steken. Even niet lezen maar om me heen kijken. Al snel zien we de zon — als een grote rode bal — in de verte boven de boerderijen opkomen. Dat zou betekenen dat we ons in het 60% kansgebied bevinden. Het parcours gaat vrijwel direct over graspaden. Doordat het heeft gevroren is het daar prima te belopen en onze voeten worden niet nat. Op een gegeven moment gaat de route over een ingelopen pad langs een afwateringssloot van weilanden. Als makke schapen lopen we achter elkaar. Wanneer we over een tegelpad onder het viaduct van een spoorbaan struinen is de soeppost bijna in zicht. Op het asfalt ligt een bevroren plas. Ik roep PAS en tjee het is al te laat. Het woord OP hoeft niet meer. Een van mijn medewandelaars maakt een akelige smak, bijna met z’n hoofd tegen een stoeprand. Ondanks de onfortuinlijke val hij heeft geen van z’n botten gebroken, maar hij zal er wel spierpijn aan overhouden. Bij de soeppost kan ie even bekomen van de schrik. We hebben dan 12,1 km afgelegd.
Horecarust bij Jeu de Boer aan de Galgweg 5 Hazerswoude
Geremolen ofwel Blauwe Wip

e bevinden ons in een van de opslagruimten van Van Waaij Interieurs, een adres voor uw complete woninginrichting. Even weg uit de kou krijgen we bekertje met soep aangereikt. Gelaafd gaan we daarna weer op pad met ons hoofddoel de rustpost bij Jeu de Boer in Hazerswoude-Dorp. Het komend traject gaat over het algemeen over verharde wegen en graspaden. Het is het zonnetje niet gelukt om door het wolkendek te dringen en een nevel van mist drijft in onze richting. Het wordt zelfs ietwat donker. We stappen flink door om warm te blijven. Daarna wandelen we weer in het groen, volgen bordjes van een knooppuntroute en gaan daar door een weiland. Enkele keren dienen we over hekjes te klauteren. Sommigen zijn voorzien van een overstapje, maar zowel de houten planken als de ijzeren liggers zijn glad. Over een dijkje langs een wetering lopen we in de richting van Hazerswoude. Kruisen daarbij een sluisje tot een bootje ons de doorgang belet. Even het dijkje af en dan weer het pad vervolgen. Aan het eind van het pad staat een hoog hek. Er is een soort van bypass aangelegd, een plank boven het water met twee opstaande schotten. Ook deze zijn spekglad. We helpen elkaar om veilig aan de andere kant van het hek te komen en dan wandelen we in de richting van een molen. De rustpost is bijna bereikt. De molen is een wipmolen en had eeuwenlang de functie om de waterstand op peil te houden. De molen kreeg de naam ‘Gemenewegsemolen’. In de volksmond werd de molen ‘De Rooie Wip’ genoemd vanwege zijn rode kleur. In 1957 door de komst van een elektrisch gemaal verloor de Rooie Wip zijn functie. Vervolgens kruisen we een provinciale weg waarna de Horecarust bij Jeu de Boer is bereikt. Het is een perfecte locatie en er wordt prima koffie geserveerd. Wat wil je nog meer. Hier bevinden we ons op 21,5 km en kunnen onze benen even rust gunnen.



itgerust ga ik alleen verder en mijn medewandelaars blijven nog even zitten. Misschien voor een tweede bakkie. Door een parcoursbewaker word ik in de richting van de rijweg gestuurd. Daar bevinden zich de markeringen van de tocht, terwijl andere lopers over een hek klimmen en door een weiland baggeren. Dit vind ik een beetje vreemd, maar volg getrouw de markeringen. In plaats van gras heb ik nu asfalt onder de voeten. Niet erg, dan is het wandeltempo hoger. Achter me komt een groepje wandelaars. Het pad loopt langs een andere wipmolen. Het is de ‘Geremolen ofwel de Blauwe Wip’. De molen stamt uit 1636 en is daarmee drie jaar ouder dan z’n collega De Rooie Wip. Deze molen diende voor het bemalen van de polder Oost- en Westgeer. In de omgeving bevindt zich nog een wipmolen, namelijk de ‘Groenendijkse Molen ofwel de Gele Wip’. Dat komt omdat het bovenhuis geel is geverfd. Slim bedacht niet! Het nadeel voor degene die door het weiland struinen is dat ze de Blauwe Wip niet van dichtbij kunnen bewonderen. Over een brug kruis ik de Oostvaart en zie in de verte wandelaars door het weiland struinen. Op het punt waar deze wandelaars het weiland uitkomen komt de alternatieve route samen met het officiële pad. Daar tref ik mijn medewandelaars die nog even in het restaurant zijn blijven zitten. Zij staan versteld mij te zien naderen, terwijl ik toch veel eerder ben vertrokken. Dan blijkt dat ik een omweg van 1200 meter heb gemaakt, maar wel een hele mooie. Samen trekken we weer op, wandelen door de plaats Hazerswoude-Dorp en daarna over lange rechte paden tussen weilanden. Helaas vind ik geen herkenningspunt meer van vroegere tijden toen ik hier samen met Klaas en Cisca wandelde. Op 32,7 km zijn we terug bij verzorgingspost Van Waaij Interieurs in Benthuizen. Inmiddels is de mist in hevigheid toegenomen waardoor de wereld klein is. Bij lange rechte paden en wegen is dat niet zo erg. O ja, de bevroren plas op het asfalt is inmiddels ontdooid, maar m’n medewandelaar heeft nu voor het trottoir gekozen.



a een bekertje limonade ga ik proberen Jouke in te halen. M’n wandelvrienden blijven nog even van een kopje koffie genieten alvorens ze verder gaan. De paden die we nu dienen te bewandelen bestaan over het algemeen uit onverharde paden met steenslag. Sommige paden zijn doordrenkt met water en langs het pad staan de bomen als het ware midden in het moeras. Heel voorzichtig stiefelen we door het water en proberen onze voeten droog te houden. Vooralsnog lukt het. Na 3,5 km zijn we bij de fruitpost aanbeland. Deze is gevestigd in een van de zalen van Dorpshuis ‘De Tas’ in Benthuizen. Daar zit Bram op z’n dochter en kleinzoon te wachten. Hij vertelt me dat het komende gedeelte een glijpartij gaat worden. En wat blijkt, dat klopt. Ik heb nog zo’n 4,5 km te gaan. De volgende kilometers bestaan uit modderige ommetjes door een groengebied waar een varken zich meer op z’n gemak voelt dan een wandelaar. Ook voor Erik, die met z’n fiets de route bewaakt, is er bijna geen doorkomen aan. De blubber zit aan mijn broekspijpen van mijn enkels tot m’n navel. Ook kunnen we de voeten niet meer droog houden. Soms blijft een schoen even in de prut hangen. Gelukkig heb ik de veters strak aangetrokken anders was ik er eentje kwijtgeraakt. Wandelen is op sommige delen glijden en maar proberen op de been te blijven. De laatste twee kilometers gaan over verhard terrein. Plassen op de paden zijn bevroren. Het is voorzichtig lopen, want een smak is zo gemaakt. Rond half vier ben ik terug bij het start- finishbureau waar een kop soep en een broodje me staat te wachten. Cisca zit op mij te wachten en heeft voor mij een schoon tenue. Kan ik straks een beetje humaner de trein instappen. Samen struinen we vanaf het sportcomplex naar het station waar de thuisreis wordt aanvaard. Kortom, een aardige, maar vochtige route. Aangezien de zon niet door het wolkendek was doorgebroken zijn de graspaadjes nauwelijks of niet ontdooid en konden we de natte voeten lang uitstellen. Maar ja, die laatste kilometers. Niet erg hoor! Tot ziens in Arnhem-Zuid.
Alex Wijsman