Het verslag begint onder de foto


andaag zijn we in het sfeervolle stadje Harderwijk om de Zand en Bosrandentocht van WS78 te wandelen. Ruim vijftig jaar geleden kwam ik tijdens m’n militaire dienstplicht daar ook om met dienstmaten in het centrum van het oude Hanze- en vestingstadje te stappen. Tenminste als we van de legerleiding avondpermissie kregen en dat was niet altijd het geval. Meestal niet! Een financiële kwestie (lees: het schaarse soldij) speelde daarbij een grote rol, waardoor het stappen tot een enkele keer werd beperkt.
Stappen betekent onder andere pierewaaien, boemelen, uitgaan, banjeren, sjouwen, stiefelen, wandelen, gaan en lopen. Daarnaast kent het woord nog meer betekenissen, maar voor ons was het in die tijd het zich verplaatsen van de ene naar de andere kroeg. Dus feesten, uitgaan of boemelen komt daarvoor in aanmerking. Nadat ik was afgezwaaid heb ik m’n legerkisten aan de wilgen gehangen. Figuurlijk dan en letterlijk in een plunjebaal gestopt om ze er niet meer uit te halen. Het stappen werd voor mij een serieuze zaak. Niet meer van dranklokaal naar drankhol, maar het gaan van de ene naar de andere wandeltocht om de rest van Nederland te verkennen. Ik vond dat leuk. En nu nog steeds. Toch is het plezierig om na zoveel jaar in Harderwijk terug te komen en daar nog eens rond te stappen. In de Zeestraat van Harderwijk heeft men een standbeeld van een wandelaar geplaatst. Dan rijst de vraag: ‘Komt de man terug van een kroegentocht of is het een echte wandelaar?’ Gezien z’n kleding denk ik het eerste.

en kleine terugblik op de historie van Harderwijk geeft aan dat de plaats in 1231 van graaf Otto II van Gelre en Zutphen stadsrechten kreeg en daarmee de oudste stad van de Veluwe is. In 1262 treffen we de naam ‘Herderewich’ aan en in 1294-1295 Herderwich, een samenstelling van ‘herder’ (= hoeder van een kudde) en ‘wijk’ (= woonplaats). Men verbindt het ook als ‘wijk bij het harde’ (= vaste bodem). Die aanname wordt tevens in verband gebracht bij de plaatsen Hierden, Heerde en ’t Harde. Als Hanzestad speelde het in de 14e eeuw een beduidende rol in het Hanzeverbond. Ook was de plaats actief als vissersplaats. Bij de aanleg van de afsluitdijk in 1932 nam de visserij als bron van inkomsten af en de stad ging zich richten op het toerisme en de industrie. Van 1909 tot 1996 was Harderwijk een garnizoensstad, daar kan ik zelf over meepraten.
Interessant in de geschiedenis is dat de Staten van Gelderland in 1583 de provinciale Munt, wegens oorlogsgevaar, van Nijmegen naar Harderwijk heeft verplaatst. De Munt kreeg een onderkomen in het voormalige klooster van de Graue Susteren aan de Smeepoortstraat. In geval van nood kon men over zee of over land wegvluchten met de voorraad gemunt en ongemunt goud en zilver. In 1585 werd Nijmegen door de Spanjaarden heroverd en werd er opnieuw op naam van Philips II gemunt totdat de stad in 1592 definitief door het Staatse leger werd bezet. In Harderwijk bleef de Munt actief tot 1802 en werd er gemunt voor de Staten van Gelderland.

et wordt erg saai om te vermelden, maar het treinverkeer is vandaag ook verre van ideaal. Werkzaamheden aan het spoor zijn daar onder andere debet aan. Toch wil ik graag de wandeling in Harderwijk lopen en moet een lange omreis voor lief nemen. Als de eerste deelnemers al enige tijd op pad zijn wandel ik het startbureau bij sportcafé de Sypel binnen. Nadat ik me heb aangemeld ga ik op stap. Lidwina zet mij op de foto waarbij ik niet chagrijnig mag kijken. Maar dat doe ik zelden en zeker niet met een fotografe die speciaal het startbureau voor mij verlaat. Redelijk snel wordt de spoorlijn van Amersfoort naar Zwolle gekruist en daarna, over een viaduct, de autosnelweg A28 om de eerste stappen in het Beekhuizerzand te zetten. In het stuifzandgebied heerst een oase van rust. In het zand zie je de voetafdrukken van wandelaars die eerder op pad zijn gegaan. Naast lintjes en schildjes is dat ook een goede markering. Het wordt ploeteren door het zand, ook al is het niet mul, en komen bij de watertoren van Harderwijk. De toren dateert uit 1894/95 en heeft een hoogte van 15,85 m., een ijzeren reservoir met een inhoud van 336 m3. Eigenlijk een lompe toren onder de watertorens. Daarna struinen we over het ene na het andere bospad. Kortom, een leuke route. Over een zandweg waar brede sporen van pantservoertuigen in de grond staan afgedrukt is het lastig om te lopen. Nadat we de Leuvenumseweg zijn overgestoken gaan we door een klaphekje en bevinden ons in het Strokelbos gevolgd door het Leuvenumsebos. Op 9,9 km staan we bij de soeppost aan de rand van Ermelo.

aar ontmoet ik onze voorzitter Johan Hertgers. Hij heeft mij bij de Swifterlandtocht in Dronten gemist. Dat is attent en heel knap om iemand te missen uit een groep van 200 deelnemers. De Noordoostpolder heb ik moedwillig links laten liggen en die dag samen met Cisca een klompenpad in Emst gelopen. Er zijn veel reden om niet in de NOP te wandelen. Ik zal er drie opnoemen. Ten eerste was er geen treinverkeer tussen Lelystad en Dronten mogelijk. Dit kwam vanwege een incident in een hoogspanningskabel van netbeheerder TenneT die op de bovenleiding van het spoor terecht kwam. Slechts één kabeltje. Logisch, dan moet je eerst maar eens de stroomstoring in kaart brengen en daarna proberen te herstellen. Dat duurt maanden. In Oekraïne is het euvel in een paar dagen hersteld. Heeft Ziggo op een doorsnee zondagmiddag een storing dan weet men dat het probleem ’s avonds om 22:07 uur is hersteld. Niet om 22:00 uur, maar precies zeven minuten later. Dat is pas planning. Ten tweede zijn de paden kilometers lang en met name als je de 40 km-afstand loopt. Ten slotte wordt het glijden door de modder met de kans op een vervelende blessure. Als je ouder wordt kan dat een probleem zijn. Een paar dagen later heb ik het filmpje van Rinda Scheltens bekeken en had ik het gelijk aan mijn zijde. Foto’s toonden een modderpoel, dat is goed voor een varken maar niet voor wandelaar. Met alle respect voor de parcoursbouwer die heeft er toch iets van kunnen maken. Neen, de polder had men onder het motto ‘geef de vis zijn water terug’ onder water moeten zetten evenals bij het ‘weerwater’ in de Flevopolder. Was dat voortschrijdend inzicht of het erkennen een fout? Natuurlijk is dat lastig als men er geen actieve herinnering aan heeft. Vraag eens aan een snoekbaars hoe die er over denkt. Maar goed, neem mijn kritiek met een korreltje zout en niet al te serieus. Een pak JOZO zout is ook goed, misschien was ik ietwat te vooringenomen. En dat allemaal doordat men mij bij de Swifterlandtocht heeft gemist.

et bekertje met uiensoep smaakte overigens prima en dan zijn we weer op pad. Ik wandel met verschillende wandelkennissen en er valt heel wat te discussiëren, waarbij ook oude verhalen worden opgedist. Mist maakt de wereld vandaag klein. Heel klein. De temperatuur schommelt rond het vriespunt en het is koud. Er staat weinig wind. In het open veld voel je de wind tot op je botten. Maar daar zijn we op gekleed. We houden het tempo er in en ik begin zelfs te transpireren. Op een gegeven moment wandelen we op het parcours van het Speuldepad. Langs uitspanning ‘De Zwarte Boer’ blijven we door het Leuvenumsebos stiefelen. Steken de Flevoweg over en betreden de Ermelosche heide. De Flevoweg was vroeger een betonbaan waar ik met mijn Jeep van Willys-Overland menigmaal heb gereden. Op de heide heb ik nog op bivak gelegen. De plek herken ik nog na zoveel jaar. De pollen zijn er nog. Zoiets geeft nostalgische gevoelens, maar niet met dit weer. Je zal nu in zo’n tentje moeten liggen. Ik moet er niet aan denken. Aan onze rechterkant passeren we een vliegveld voor de modelvliegsport en volgen zandpaden die afgewisseld worden door smalle heidepaadjes waarna we bij horecarust ‘La Foresta’ op het recreatiepark ‘De Paalberg’ in Ermelo arriveren. Op 24,1 km betreden we het etablissement. Een keurig onderkomen waar je vriendelijk te woord wordt gestaan. Een kopje koffie met een plak krentenwegge en het buikje is gevuld. Hier ga ik iets eerder weg dan het groepje waarmee ik kilometers gezellig heb gewandeld. Samen met Dauphine ga ik op stap voor de laatste zestien kilometers. Over brede en smalle zandpaden lopen we door een bos- en heidegebied. Het blijft fascinerend mooi. Een reis van twee uur en veertig minuten heb ik er voor over gehad om dit te mogen meemaken. Al babbelend gaan de kilometers onder onze schoenzolen door.

an zijn we in Ermelo aanbeland. Op 29,8 km zijn we terug bij de verzorgingspost om wat vocht naar binnen te gieten. Wandelen daarna weer door het bos om later een spoorwegovergang te kruisen en het terrein van zorginstelling ’s Heeren Loo te betreden. Deze instelling helpt mensen met een verstandelijke beperking — jong of oud — het leven in te vullen zoals zij dat zelf willen. WS heeft op het terrein een fruitpost ingericht. Op de teller staat 33,5 km. Ditmaal kan men kiezen uit een appel of een banaan. Dauphine en ik gaan voor de pisang en dan weer gauw op pad om warm te blijven. Het bos hebben we inmiddels verlaten en krijgen vergezichten voorgeschoteld. Vandaag echter niet, want mist is de spelbreker. Je ziet bij wijze van spreken geen hand voor ogen. Het ruime sop van het Wolderwijd is nauwelijks of niet waarneembaar. Over een golvend rustiek lattenbruggetje afgezet met touw als brugleuning kruisen we een water. Rond een zeilbootje en een motorsloep zwemmen enkele eenden, terwijl een groep zwanen in de mist ronddobbert. Ruim twee kilometer blijven we de waterkant volgen tot we in Harderwijk aankomen. De loop van een oude kanon staat daar als geschut opgesteld. Bij de stadsmuur slaan we af en wandelen door een park naar het finishbureau waar deze mooie wandeling haar einde kent. Iedereen wil ik graag bedanken die deze tocht mogelijk heeft gemaakt en met name de parcoursbouwer Willem Ruis. Hij komt hier uit de omgeving en kent alle mooie paadjes. Dit was de laatste officiële wandeling van het jaar en nu gaan we ons voorbereiden op de komende feestdagen. Langs deze weg wensen Cisca en ik u prettige kerstdagen en een goed, gezond 2023 met veel mooie wandelkilometers. Ciao!
Alex Wijsman