Het verslag begint onder de foto

Zwolle-Berkum, Tinbergenlaan, Wandelaar met knapzak

ls je aan Zwolle denkt dan denk je aan Hanzestad, de IJssel, PEC Zwolle en Blauwvingers, hiermee heb je 80 punten verdiend bij het spelletje ‘de slimste mens van Nederland’ en misschien ook nog een koffiemok. Blauwvingers is de scheldnaam voor de inwoners van Zwolle, een naam die is uitgegroeid tot geuzennaam.
In de middeleeuwen bestond er al een rivaliteit tussen de steden Kampen en Zwolle. Die strijd uitte zich tot in het extreme, want als het even kon maakte men het elkaar moeilijk. Zwollenaren werden regelmatig beroofd en het vee van de kampersteuren — bij(scheld)naam van de Kampenaren — werd gestolen.
Een sage vertelt dat Kampen wel een kerktoren had, maar geen klokkenspel. Zwolle daarentegen wel, dat was voor de Kampenaren niet te verdragen. Kampen zou en moest een klokkenspel hebben en gedeputeerden van de plaats klopten aan bij de Zwollenaren om hun klokkenspel te kopen. Die gaven geen gehoor. De Kampenaren bleven aandringen. Uiteindelijk wilden de Zwollenaren hun klokkenspel wel verkopen en vroegen zo’n twintig keer de waarde. Voor dat geld hadden de Kampenaren wel tien klokkenspellen van de gebroeders Hemony kunnen kopen. Maar daar dachten ze niet aan of wisten het niet. De koop werd gesloten, mits zij mochten bepalen hoe het bedrag werd betaald. Op een dag kwam er in Zwolle een kar met grote jutezakken op het plein voorrijden. De zakken waren gevuld met allemaal duitstukken en de Kampenaren stonden er op dat men het geldbedrag ter plekke ging natellen. Alle zakken met muntjes werden op de vloer van de raadszaal geleegd en de Zwollenaren moesten tellen. Tellen of het bedrag overeenkomstig de afgesproken koopsom was. De Zwollenaren kregen blauwe vingers van het tellen van de koperen munten. De Kampenaren lachten in hun vuistje. Daarmee kregen de Zwollenaren de bijnaam Blauwvingers. Zeg het maar: ‘Waar of niet waar’, het blijft sowieso een sage!
Zwolle, De houtbewerker
Soeppost bij boerderij aan de Brinkhoekweg op 10,4 km, Willem Ruis

inda Scheltens heeft in Zwolle de Zwolse zwerftocht uitgezet en daar wil je natuurlijk bij aanwezig zijn. Het treinverkeer in Flevoland tussen Lelystad en Zwolle is al vele maanden gestremd, nadat een hoogspanningskabel van netbeheerder TenneT op een bovenleiding van Prorail terecht kwam en er daardoor kortsluiting ontstond. Dus moet ik omrijden via Amersfoort over de Veluwe. Op zich niet erg, want dat is een fraaiere route. Conform het reisschema arriveert de trein bij het station van Zwolle. Met een aantal wandelaars lopen we naar het startbureau dat is ingericht in het wandelhonk van de Zwolse Wandel Vereniging aan de Veemarkt achter de IJsselhallen. De eerste wandelaars zijn al geruime tijd op pad als ik het startbureau binnenloop. Gauw aanmelden, een aantal tokens in ontvangst nemen — die ik vandaag wel kan gebruiken — en samen met Jan van Megen ga ik in de achtervolging. Het is zwaar bewolkt, maar droog. Dat laatste stelt ons gerust. De eerste kilometers gaan door het centrum van de stad. Op zich is dat een mooie route en men kan hier aardig wat cultuur opsnuiven. Delen van de oude stadsmuur, een binnentuin ingeklemd tussen oude huizen, de Sassenpoort en veel meer, allemaal interessant om bij stil te staan. Als u nu wilt doorlopen kan dat ook op een andere dag bij een bezoek aan de Hanzestad. Via enkele groenstroken verlaten we Zwolle. Een pad langs weilanden brengt ons bij het Westerveldse Bos. Links van ons hebben we het Zwarte Water, een vaarroute die stroomt van Zwolle langs Hasselt, Zwartsluis, Genemuiden en uiteindelijk uitmondt in het Zwarte Meer. Over een oude vuilnisbelt struinen we op kronkelende paadjes en komen ten slotte bij de soeppost aan, die vandaag is ingericht bij de boerderij van Rita Kloosterman aan de Brinkhoekweg in het buitengebied van Zwolle. Er staat 10,4 km op de teller en we worden getrakteerd op een heerlijk bekertje soep.
Bospaadje bij het Zwarte Water
Zwolle, Industrieweg, F16 straaljager

a de soep gaan we weer op pad en stiefelen over bospaadjes, graspaden en over een betonpad dat op een dijk langs het Zwarte Water loopt. Jan en ik hebben er zin in en het tempo zit er goed in. Vervolgens stappen we door een fraai bos naar de Agnietenberg. Van eind april tot eind september kan de voetganger met een kabelveerpont op handkracht de Overijsselse Vecht worden overgezet naar Haerst, hetgeen Cisca en ik in vroegere tijden al een paar maal hebben gedaan. Dus bevind ik me op bekend terrein. Bij een huis aan de Tinbergenlaan ontdek ik op een schoorsteen een mooie windwijzer. Het is een wandelaar die een knapzak (=een zak met eten voor op reis) aan een stok heeft bevestigd en dat over z’n schouder tijdens de wandeling met zich meedraagt. (Knappen is een oud Nederlands woord voor eten.) Even later betreden we de rustpost bij buurtcentrum De Wijenbelt in Berkum op 17,6 km. Onder het genot van een kopje koffie gunnen we de onderdanen even rust. Een kwartier later zijn we weer aan de wandel. Over een brug kruisen we de Nieuwe Vecht en wandelen geruime tijd langs het water tot we bij een graspaadje het water de rug toe keren. Hier naderen we een groep wandelaars. Op het smalle pad is het moeilijk passeren en zeker als er een groepje loopt. Jouke de Vries, markeerder van het Westerborkpad, sluit de rij. Met Jouke raak ik aan de praat en we lopen samen op tot Jan en ik genoeg ruimte hebben om de wandelaars te passeren en ons tempo kunnen terugbrengen op het oude niveau. Een betonpaadje is gemarkeerd met koeienvlaaien. Koeien die ons in het naastliggend weiland stoïcijns aanstaren. We kruisen een spoorwegovergang van de lijn Zwolle — Meppel en later die naar Emmen. Daarna wandelen we over paden van een recreatiegebied en langs een strandje van de Wijthmener Plas om via allerlei onverharde paden te arriveren bij de koffiepost aan het Roodhuizerpad (27,7 km) waar ook limonade geschonken wordt.

en bekertje limonade en het vochtverlies is bijgevuld. Vervolgens gaan we op pad naar de fruitpost. Het begint te miezeren, doch dat deert ons niet. De GORE-Tex regenjas blijft opgeborgen in de rugzak. Een traumahelikopter staat aan de grond en een ander toestel cirkelt boven ons om daarna de reis te vervolgen. Het te volgen pad brengt ons bij het complex van v.v. Berkum, een club uitkomend in de zaterdagdivisie 4B (tot op heden 7 punten uit 8 wedstrijden). Via tussendoorpaadjes van een nieuwbouwwijk halen we bij de fruitpost een mandarijn op om daarna de laatste 4½ km voor onze rekening te nemen. Een heksenkring van trechterzwammen staat langs het wandelpad. Een soort die voorkomt in loof- en naaldbossen, vooral op kalkbodems. Jan en ik staan bij een verkeerslicht te wachten tot het licht van rood op groen springt zodat we mogen oversteken. Een oudere dame op een fiets sluit zich bij ons aan. Met een kraakstem roept ze: ‘Wat hebben jullie mooie gespierde kuiten.’ We kijken allebei om. Moeten we dit nu onder ongewenste intimiteiten bestempelen of heeft ze het bij het rechte eind? Ongewenst vinden wij dat niet en voor ons hoeft ze ook niet naar Specsavers toe! Alleen had je zo’n opmerking van dat mens niet verwacht. Gestreeld door haar uit het hart gegrepen opmerking wandelen we naar het Zwarte Water, langs Jachthaven de Hanze en dalen een trapje af naar een uiterwaard om over een aantal vlonders terug te keren naar een dijk. Aan de Industrieweg vertrekt een echte F16 straaljager van een startbaan. Nou, nou, een startbaan. Oké, van een parkeerterrein dan. De laatste kilometer is nu voor ons aangebroken en we halen nog enkele wandelaars van de 20 km-tocht in waarna we finishen bij het wandelhonk waar Cisca zojuist is binnengetreden. Na ons te hebben afgemeld drinken we een glas limonade en babbelen met enkele wandelaars na over de wandeling. Daarna gaan we op weg naar het station voor de thuisreis. Rinda heeft een prachtige route uitgezet waarvoor we dankbaar mogen zijn. Helaas was het aantal deelnemers op 250 blijven steken, maar daar is een aantal omstandigheden voor aan te wijzen. Dure benzine- en energieprijzen, minder boodschappen in het winkelwagentje en het minimumloon te laag is om rond te komen, et cetera. Ach, ik vertel u niets nieuws. Hopelijk tot een volgende keer. Misschien treffen we elkaar in Den Dolder.

Alex Wijsman